Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 3,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, tevens incidentele vordering ex artikel 843a Rv van [gedaagden in conventie in de hoofdzaak, eisers in reconventie in de hoofdzaak, eisers in het incident] met producties 1 tot en met 10,
- de productielijst van [gedaagden in conventie in de hoofdzaak, eisers in reconventie in de hoofdzaak, eisers in het incident] ,
- het ‘antwoord in incident’ van [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, verweerster in het incident] met producties 4 tot en met 9.
2.De relevante feiten in het incident
- SCM sinds 2015 grond gepacht heeft van RWTH en op die grond een studentencampus heeft ontwikkeld en exploiteert in Aken (Duitland),
- de huidige huurovereenkomst tussen SCM en RWTH voor de huur van de grond afloopt op 31 augustus 2022,
- [gedaagden in conventie in de hoofdzaak, eisers in reconventie in de hoofdzaak, eisers in het incident] in onderhandeling is namens SCM om het huurcontract met RWTH te verlengen (hierna: de Verlenging),
- SCM een vordering heeft op [gedaagden in conventie in de hoofdzaak, eisers in reconventie in de hoofdzaak, eisers in het incident] van € 114.895,- (ex BTW € 94.955,-).
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
16 augustus 2023voor:
- conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, verweerster in het incident] ,
- opgave verhinderdata beide partijen over de periode januari tot en met april 2024,