ECLI:NL:RBLIM:2023:4093

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
10460428/EZ/23-140
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van vereffenaar bij beneficiaire aanvaarding van nalatenschap in familierechtelijke context

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 13 juli 2023, gaat het om de vereffening van de nalatenschap van de heer [erflater], die op [datum overlijden] 2022 is overleden zonder testament. De verzoekster, een van de drie kinderen van de erflater, heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard op 26 augustus 2022. De andere erfgenamen, verweerders, zijn eveneens beneficiair aanvaard, maar er is onenigheid ontstaan over de gezamenlijke vereffening van de nalatenschap. Verzoekster heeft verzocht om te bepalen dat de verweerders gezamenlijk bevoegd zijn om de wettelijke vereffening uit te voeren, maar heeft haar subsidiaire verzoek om alleen bevoegd te zijn, ingetrokken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de erfgenamen niet in staat zijn om de nalatenschap gezamenlijk te vereffenen, mede door de slechte communicatie en het gebrek aan vertrouwen tussen partijen. De kantonrechter heeft op basis van artikel 4:198 BW bepaald dat verweerster sub 1, de bewindvoerder, de bevoegdheden als vereffenaar alleen mag uitoefenen, zonder medewerking van verzoekster en verweerder sub 2. De kantonrechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10460428 \ EZ VERZ 23-140
Beschikking van de kantonrechter van 13 juli 2023.
in de zaak van:
[verzoekster], wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde: mr. J.M.P. Schobbers-Deinum,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BURO BUDGET BEGELEIDING B.V, gevestigd te [adres] , in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[rechthebbende], wonende te [adres] , gemeente [woonplaats] , [adres] ,
[verweerder sub 2], wonende te [adres] , gemeente [woonplaats] , [adres]
verweerders,
gemachtigde verweerster sub 1: mr. Q.J. van Riet,
verweerder sub 2: procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 19 april 2023 ter griffie ontvangen verweerschrift,
  • de op 30 juni 2023 door verzoekster ingediende aanvullende productie,
  • de mondelinge behandeling van 6 juli 2023, waarbij zijn verschenen:
mr. Schobbers namens verzoekster,
mevrouw J.H.A. Arts namens verweerster sub 1 (de bewindvoerder),
[rechthebbende] ,
mr. van Riet,
  • de door mr. van Riet overgelegde spreekaantekeningen,
  • het e-mailbericht van verweerder sub 2 van 6 juli 2023, waarin hij heeft meegedeeld dat hij niet op de zitting zal verschijnen.
1.2.
Partijen hebben daarna verzocht een beschikking te geven, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op [datum overlijden] 2022 is te [woonplaats] overleden de heer [erflater] , geboren te [woonplaats] op [geboortedatum] 1950 . Erflater was laatstelijk woonachtig te [woonplaats] . Hij heeft geen testament achtergelaten.
2.2.
Partijen zijn de drie kinderen van erflater en op grond van het wettelijk versterferfrecht zijn enige erfgenamen.
2.3.
Verzoekster heeft de nalatenschap van erflater op 26 augustus 2022 beneficiair aanvaard. Op grond van artikel 4:192 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) geldt dat de nalatenschap ook door verweerders geacht wordt beneficiair aanvaard te zijn. Op 9 mei 2023 is de beneficiaire aanvaarding namens [rechthebbende] aangetekend in het boedelregister.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Verzoekster verzoekt de kantonrechter op grond van artikel 4:198 BW te bepalen dat verweerders gezamenlijk bevoegd zijn de wettelijke vereffening en de daarbij behorende bevoegdheden uit te oefenen, zonder medewerking van verzoekster. Haar subsidiaire verzoek om te bepalen dat zij alleen bevoegd is, zonder medewerking van verweerders, is namens verzoekster ter zitting ingetrokken.
3.2.
Verweerster sub 1 heeft ter zitting verweer gevoerd. Van verweerder sub 2 is een schriftelijke reactie ontvangen.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de stukken en de ter mondelinge behandeling door partijen afgelegde verklaringen, alsmede gelet op hetgeen partijen op vragen van de kantonrechter over en weer nog hebben aangevoerd, overweegt de kantonrechter het navolgende.
4.2.
Uit artikel 4:202 lid 1 BW volgt dat een nalatenschap die door een of meer erfgenamen beneficiair is aanvaard, moet worden vereffend volgens de wet. In artikel 4:195 lid 1 BW is bepaald dat in het geval van een beneficiaire aanvaarding alle erfgenamen tezamen vereffenaar zijn. De kantonrechter kan hier op grond van artikel 4:198 BW echter van afwijken en een andere regeling vaststellen.
4.3.
Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangevoerd dat het partijen niet lukt om de nalatenschap samen te vereffenen zoals de wet voorschrijft. Verweerders hebben in niet mis te verstane woorden aangegeven verzoekster niet te vertrouwen om de nalatenschap op een correcte wijze te vereffenen. Verzoekster heeft geen contact met verweerders. De enkele keer dat zij met verweerders heeft gesproken, mondt dit steevast uit in een scheldpartij waarbij verweerders het niet schuwen om tevens bedreigingen jegens haar te uiten. Verzoekster heeft zich in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap daarom genoodzaakt gezien om zich tot een advocaat te wenden om met verweerders te kunnen communiceren. Omdat verweerders zich lange tijd niet hebben uitgelaten over de aanvaarding of de verwerping van de nalatenschap, heeft verzoekster reeds enkele daden van beheer en onderhoud verricht die geen uitstel konden lijden. Zij heeft de uitvaartonderneming betaald (voorgeschoten uit haar eigen vermogen omdat zij nog geen toegang had tot de bankrekening van erflater), de huur van het appartement van erflater opgezegd en de woning ontruimd, de inboedelgoederen van erflater opgeslagen, de auto apk laten keuren, op naam gezet en geschorst, de scooter laten schorsen en gestald, contact opgenomen met de belastingdienst, de autoverzekeraar etc. Uit de door verzoekster opgemaakte voorlopige boedelbeschrijving blijkt dat de nalatenschap hoogstwaarschijnlijk negatief of nèt positief is. Dat hangt ervan af hoeveel de opgeslagen goederen waard zijn.
4.4.
Verweerster sub 1 en [rechthebbende] erkennen dat de relatie tussen partijen niet goed is. Zij betwisten dat zij niet zouden willen meewerken aan de vereffening. Alles is ‘blijven hangen’ bij de herhaalde vraag van de advocate van verzoekster welke keuze [rechthebbende] zou doen: verwerpen, aanvaarden of beneficiair aanvaarden. De eerste vereffeningshandelingen zijn door verzoekster gedaan. [rechthebbende] weet niet waaruit de inboedel en de (persoonlijke) eigendommen van erflater bestaan en waar die goederen zijn opgeslagen; dat wil verzoekster niet vertellen. [rechthebbende] wil de inboedel graag bekijken. Hij mist sowieso een aantal zaken, waaronder een horloge van € 1.500,00, een schilderij van ongeveer
€ 10.000,00 en een bronzen beeld waar in het verleden f 25.000,00 voor betaald is.
Het is erg onpraktisch dat verzoekster niet meer bij de vereffening betrokken zal zijn.
De communicatie over de vereffening zou heel goed via de advocaten van partijen en de bewindvoerder kunnen lopen. Verweerster sub 1 concludeert dan ook tot afwijzing van het verzoek.
4.5.
Verweerder sub 2 heeft in zijn e-mailbericht aan de rechtbank van 6 juli 2023 aangegeven dat hij al 13 jaar geen contact heeft gehad met zijn vader en verdere familie en dat hij dit graag zo wil houden. Hij geeft aan alles te verwerpen en dat de rest van de familie ‘het maar lekker uitzoekt’.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de drie erfgenamen niet in staat zijn om de nalatenschap gezamenlijk te vereffenen. Tijdens de mondelinge behandeling is dit eens te meer duidelijk geworden.
Verzoekster is zelf niet verschenen omdat zij het mentaal niet aan kon en zij heeft zich laten vertegenwoordigen door haar advocate. Zij heeft zich bereid verklaard alle goederen en administratie van de nalatenschap af te geven aan verweerders. [rechthebbende] heeft tijdens de zitting in niet mis te verstane, soms ongepaste, bewoordingen kenbaar gemaakt dat hij verzoekster niet vertrouwt. Verweerder sub 2 is niet verschenen en heeft schriftelijk te kennen gegeven dat de familie het maar lekker uit moet zoeken.
4.7.
De kantonrechter overweegt dat art. 4:198 BW feitelijk niet is bedoeld om onenigheid tussen de erfgenamen over de afwikkeling van de nalatenschap op te lossen en levert dus ook geen grond op om aan een of meer erfgenamen zijn/hun vereffenaarsbevoegdheden te ontnemen. De wet heeft hier een andere mogelijkheid voor, namelijk de benoeming van een (professionele) vereffenaar. In dit geval is het echter verzoekster zelf die van haar vereffenaarsbevoegdheden af wil en is er dus geen sprake van het afnemen van bevoegdheden. Bovendien heeft verzoekster al heel veel gedaan en is de vereffening grotendeels gereed. Het enige wat verzoekster niet heeft gedaan is het verkopen van goederen van de nalatenschap om de schulden van de nalatenschap te voldoen. Zij had hier de medewerking van verweerders voor nodig, die zij niet kreeg, althans niet zonder dat daar een heel scala aan voorwaarden aan werd verbonden. In deze situatie zou het afwijzen van het verzoek er voorts toe leiden dat om uit de impasse te komen een verzoek tot het benoemen van een professionele vereffenaar moet worden ingediend, wat in dit geval naar het oordeel van de kantonrechter zal leiden tot een onevenredige belasting van de toch al zeer geringe nalatenschap. Gelet op het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat gezien de bijzondere omstandigheden het de voorkeur heeft dat de vereffening door de erfgenamen zelf wordt afgewikkeld. Nu verzoekster heeft aangegeven niet meer in staat te zijn om een en ander verder af te wikkelen en verweerder sub 2 nergens iets mee te maken wil hebben zal de kantonrechter het verzoek toewijzen, in die zin dat zal worden bepaald dat verweerster sub 1 de bevoegdheden als vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap alleen uit mag oefenen, zonder medewerking van verzoekster en verweerder sub 2.
4.8.
De kantonrechter stelt vast dat op dit moment in ieder geval de volgende zaken nog moeten worden afgewikkeld:
  • verkoop van de auto, de scooter, de inboedel met waarde en de marktspullen in de loods met waarde;
  • betaling van de reeds geïnventariseerde schulden.
Daarnaast wijst de kantonrechter verweerster sub 1 erop dat zij ingevolge artikel 4:211 lid 3 BW verplicht is om een boedelbeschrijving ter griffie van de rechtbank (afdeling kanton) in te dienen.
4.9.
Nu het vermogen van [rechthebbende] onder bewind staat, is zijn bewindvoerder degene die de vereffening namens hem ter hand zal moeten nemen. Een professional op vermogensrechtelijk gebied moet geacht worden hiertoe in staat te zijn, temeer nu de werkzaamheden beperkt zijn, omdat de vereffening grotendeels reeds is voltooid. Mocht dit niet lukken, dan is het aan de meest gerede partij om de rechtbank te verzoeken een professioneel vereffenaar te benoemen. Wanneer het niet lukt om zelf een vereffenaar voor te dragen, zal de rechtbank deze aanzoeken.
4.10.
In de omstandigheid dat partijen in een familierechtelijke relatie tot elkaar staan, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.11.
De beschikking zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat verweerster sub 1 de bevoegdheden als vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap alleen uit mag oefenen, zonder medewerking van verzoekster en verweerder sub 2,
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. Y.J.C.A. Roeffen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: em
coll: