ECLI:NL:RBLIM:2023:4058

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
03/095034-22, 03/005759-22 (ttz.gev.), 03/017285-22 (ttz.gev.) en 03/069692-22 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag en andere strafbare feiten tegen ex-partner

Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag en andere strafbare feiten. De verdachte heeft op 14 april 2022 in Sittard, in dronken toestand, het slachtoffer met een fles op het hoofd geslagen en meermalen tegen het hoofd getrapt, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer bewust heeft aanvaard. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan stalking en smaadschrift jegens zijn ex-partner. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 36 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is onderworpen aan voorwaarden die door de reclassering zijn voorgesteld, waaronder een contact- en locatieverbod ten behoeve van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in het openbaar zeer gewelddadig heeft gedragen, wat een ernstige schok voor de rechtsorde heeft betekend. De rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven en de verbeurdverklaring van de gebruikte fles bevolen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers : 03/095034-22, 03/005759-22 (ttz.gev.), 03/017285-22 (ttz.gev.) en 03/069692-22 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 juli 2023
in de strafzaak tegen
[Verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1989, hierna: (de) verdachte,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 28 juni 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Slachtoffer [slachtoffer 1] is verschenen ter terechtzitting, bijgestaan door mr. C. Mohr, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

2.De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
03/095034-22
op 14 april 2022 in Sittard
primair: heeft gepoogd [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven;
subsidiair: heeft gepoogd die [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
03/005759-22
in de periode van 24 november 2021 tot en met 6 januari 2022 in de gemeente Sittard-Geleen wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
03/017285-22
op 19 januari 2022 in Sittard opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing inhoudende dat hij zich niet op zal houden in de [straat 1] en zich zal onthouden van contact met [slachtoffer 1] ;
03/069692-22
op 5 februari 2022 in Sittard opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit met het kennelijke doel daaraan ruchtbaarheid te geven, door het verspreiden of openlijk tentoonstellen van geschriften en/of afbeeldingen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
03/095034-22
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de primair tenlastegelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend kan worden bewezen. Zij heeft daartoe verwezen naar diverse getuigenverklaringen waaruit onder meer naar voren komt dat de verdachte het slachtoffer heeft geslagen met een fles en dat hij meermalen heeft getrapt tegen het hoofd van het slachtoffer. Uit de getuigenverklaringen blijkt ook dat de verdachte heeft getrapt met enorme kracht, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag. Het hoofd kan als kwetsbaar deel van het lichaam worden aangemerkt. Door met grof geweld meerdere keren tegen het hoofd van het slachtoffer te trappen en hierop te slaan met een fles is de aanmerkelijke kans ontstaan op de dood van het slachtoffer en de verdachte heeft die kans bewust aanvaard.
03/005759-22, 03/017285-22 en 03/069692-22
Deze feiten hebben alle hetzelfde slachtoffer, namelijk [slachtoffer 1] , de ex-partner van verdachte. De officier van justitie acht alle drie de feiten wettig en overtuigend bewezen. Zij heeft daartoe verwezen naar de aangiftes en naar de bekennende verklaring van de verdachte.
3.2
Het standpunt van de verdediging
03/095034-22
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van de primair tenlastegelegde poging tot doodslag dient te worden vrijgesproken.
De verdediging acht van belang of voldoende bewijs aanwezig is voor het slaan met een fles op het hoofd van het slachtoffer. Van de zes getuigen die de vechtpartij tussen de verdachte en het slachtoffer hebben gezien, verklaren slechts twee getuigen dat de verdachte het slachtoffer met een fles heeft geslagen. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat het slachtoffer met de fles in het gezicht is geslagen, terwijl getuige [getuige 2] heeft verklaard dat het slachtoffer met de fles tegen de boven- of achterkant van het hoofd is geslagen. Voorts is van belang dat de verwondingen van het slachtoffer, die vermeld staan in de geneeskundige verklaring, geen klap tegen het hoofd met een fles doen vermoeden.
De verdachte heeft toegegeven dat hij het slachtoffer onder meer tegen het hoofd heeft geschopt. Er is echter onvoldoende vast komen te staan dat met veel kracht tegen het hoofd is geschopt. De geneeskundige verklaring geeft hier evenmin een indicatie voor.
Met betrekking tot de subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling heeft de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
03/005759-22, 03/017285-22 en 03/069692-22
De verdediging heeft zich voor wat betreft de stalking, overtreding van de gedragsaanwijzing en het smaadschrift eveneens aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
03/095034-22
Bewijsmiddelen
Verbalisant [verbalissant 1] heeft verklaard dat op 14 april 2022 omstreeks 21.00 uur bij de politie melding is gemaakt, dat diverse personen zich vervelend zouden gedragen bij de bushaltes gelegen tegenover het [organisatie] aan de [adres 3] . [verbalissant 1] is samen met collega’s ter plaatse gegaan en heeft twee personen, de verdachte en het slachtoffer, herkend. Hij is met beiden in gesprek gegaan en heeft geconstateerd dat zij onvast ter been waren en met een dubbele tong spraken. Nadat hij enige tijd had bemiddeld en het slachtoffer op een bankje in de bushalte in slaap was gevallen, is hij vertrokken.
Een half uur later is melding van een vechtpartij op de [adres 3] doorgegeven door een chauffeur van een lijnbus, op grond waarvan [verbalissant 1] direct ter plaatse is gegaan. [verbalissant 1] zag het slachtoffer op zijn knieën zitten, op de stoep voor de bushaltes. Op ongeveer een halve meter voor het slachtoffer stond de verdachte. [verbalissant 1] zag dat de verdachte zijn rechtervoet naar achteren bewoog en deze vervolgens met snelheid en kracht naar voren bewoog. De rechtervoet van verdachte kwam tegen de linkerzijde van het hoofd van het slachtoffer. [verbalissant 1] heeft deze trap omschreven als een zogenoemde 'karatetrap'. Vervolgens is het slachtoffer direct plat op straat gevallen, waarbij zijn hoofd de grond raakte. Het slachtoffer is bewegingsloos blijven liggen. [verbalissant 1] zag dat het slachtoffer plat op zijn rug lag en een bloedende hoofdwond had aan de linkerzijde van zijn gelaat. Het slachtoffer had zijn ogen geopend, maar reageerde in het geheel niet op vragen. Het slachtoffer is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. [2]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 14 april 2022 omstreeks 21.30 uur samen met een collega achter de poort stond van [organisatie] , gelegen aan de [adres 3] . Zij hadden beiden goed zicht op de bushalte en zagen dat de verdachte in een conflict belandde met het slachtoffer, wat uitmondde in een worsteling over de motorkap van de Arrivabus die er op dat moment stond. Op enig moment ging het slachtoffer op het muurtje links van de bushaltes zitten en keek laveloos voor zich uit, met zijn hoofd op zijn linkerhand leunend. Toen liep de verdachte naar het slachtoffer toe, haalde met zijn rechterbeen uit en raakte met grote kracht met zijn voet het slachtoffer aan de linkerkant van zijn hoofd. Zij zagen dat het slachtoffer direct tegen de grond ging, niet meer opstond en bewegingloos bleef liggen op de grond. [3]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat zij op donderdag 14 april 2022, omstreeks 21.30 uur, in een Veolia-bus zat als passagier. Bij de bushalte op de [adres 3] hoorde ze buiten een hoop geschreeuw en zag dat er een man hevig geslagen en geschopt werd. Getuige zag dat de verdachte ineens het slachtoffer sloeg, waardoor het slachtoffer op de grond viel. Vervolgens trapte verdachte meermaals keihard tegen het slachtoffer aan. Het leek alsof hij tegen voetbal trapte maar dan harder. Het slachtoffer bleef op de grond liggen en stond niet meer op. De verdachte is aangehouden door de politie. [4]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op donderdag 14 april 2022, omstreeks 21:30 uur, bezig was aan zijn ronde als buschauffeur en gestopt is bij de bushalte aan de [adres 3] . Getuige heeft gezien dat de verdachte het slachtoffer tegen zijn bus aan gooide, dat het slachtoffer tegen de bus aan viel en vervolgens op de grond viel. De verdachte begon tegen het hoofd van het slachtoffer te trappen.
Op enig moment strompelde het slachtoffer van de bus weg. De verdachte liep weer in de richting van het slachtoffer en sloeg hem met een glazen fles tegen zijn hoofd aan. Het betrof een grotere fles die later door de politie is aangetroffen en gefotografeerd.
Daardoor kwam het slachtoffer weer op de grond terecht en de verdachte trapte wederom zeker vier keer tegen het hoofd van het slachtoffer. Het slachtoffer bewoog helemaal niet meer. De verdachte trapte heel hard tegen het hoofd van het slachtoffer aan.
Hierop is de politie gekomen en heeft de verdachte aangehouden. [5]
Getuige [getuige 5] heeft verklaard dat hij op 14 april 2022 omstreeks 21.40 uur in een busje zat op de [adres 3] . Toen de bus stopte bij de bushalte, heeft getuige gezien dat verdachte zeker tien keer op het slachtoffer intrapte. Het slachtoffer lag op de grond, probeerde op te krabbelen, waarop hij weer getrapt werd. Het slachtoffer viel neer en bleef bewegingsloos liggen. De verdachte bleef alsnog door trappen met kracht in de buik van het op de grond liggende slachtoffer. De verdachte stond later bij de politie in het bushokje. Waarschijnlijk was hij toen al aangehouden. [6]
Getuige [getuige 1] heeft op 14 april 2022 omstreeks 21.40 uur in Sittard verbalisant [verbalissant 2] benaderd en hem verteld dat hij het incident heeft gezien.
Getuige heeft verklaard dat hij van een afstand heeft gezien dat er een vechtpartij was ter hoogte van de bushalte op de [adres 3] . Hij heeft gezien dat de verdachte het slachtoffer met een fles in het gezicht sloeg
.Het slachtoffer is vervolgens op de knieën gaan zitten en door de verdachte een aantal keren in de buik en in het gezicht getrapt en vervolgens op de grond gevallen. Terwijl het slachtoffer op de grond lag, werd er door de verdachte nog een aantal keren in de buik en het gezicht getrapt terwijl deze al buiten bewustzijn was. De getuige is tussen het slachtoffer en de verdachte in gesprongen om hen uit elkaar te halen. Toen is de politie ter plaatse gekomen. [7]
Op donderdag 14 april 2022 omstreeks 22.00 uur hebben verbalisanten [verbalissant 3] en [verbalissant 4] gehoord dat getuigen [getuige 1] en [getuige 2] naar aanleiding van het incident op de [adres 3] spraken over een grote doorzichtige fles waarmee het slachtoffer in zijn gezicht was geslagen.
Verbalisanten zagen dat de dop en een stuk hals van een doorzichtige fles uit de prullenbak op de plek van het incident staken. Dit betrof een rechthoekige (lege) fles Jack Daniels met een groen etiket. Zij hoorden beide getuigen afzonderlijk van elkaar zeggen dat dit inderdaad de fles was waarmee het slachtoffer mishandeld was. [8]
Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij was opgenomen op de gesloten afdeling in het Zuyderland Ziekenhuis in Geleen. Op 14 april 2022 is hij naar buiten geweest en dronken op de afdeling teruggekomen. Om die reden is hij geschorst en voor één nacht naar de nachtopvang van [organisatie] op de [adres 3] gegaan. Aangever is rond 19.00 uur bij de bushalte bij de opvang gaan wachten totdat de deuren werden geopend. Ze stonden met een groepje en aangever was onder invloed van alcohol.
Aangever is drie dagen na het incident wakker geworden in het ziekenhuis in Heerlen en wist niet meer wat er gebeurd was. Hij had pijn aan zijn hoofd, vooral aan de linker zijkant. Ook kon hij moeilijk zien met zijn linker oog. Aangever is meteen opgestapt en teruggegaan naar de gesloten afdeling in het ziekenhuis in Geleen. Op die afdeling hebben ze hem verteld dat hij was mishandeld. [9]
In de geneeskundige verklaring van het letsel dat bij het slachtoffer op 15 april 2022 is onderzocht, staat als uitwendig waargenomen letsel opgesomd: wonden linker voorhoofd en rechter kin, bloed uit linker oor. De geschatte duur van genezing wordt ingeschat op enkele dagen tot maximaal enkele weken, afhankelijk van de definitie van genezing. [10]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het slachtoffer heeft getrapt en geslagen. Hij ontkent het slachtoffer met een fles tegen het hoofd te hebben geslagen. Hij heeft in eerste instantie uit zelfverdediging gehandeld. Omdat hij van achteren werd aangevallen, heeft hij teruggeslagen. Omdat hij gedronken had en boos was, is hij misschien te ver gegaan. Hij heeft er spijt van dat het zo is gelopen. [11]
Verweer en bewijsoverwegingen
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat uit de bewijsmiddelen wel degelijk het bewijs voortvloeit dat de verdachte het slachtoffer met een glazen fles tegen het gezicht of hoofd heeft geslagen, dat hij het slachtoffer een karatetrap tegen zijn gezicht heeft gegeven en dat hij hem met volle kracht meerdere keren tegen zijn hoofd en in zijn buik heeft getrapt.
Uit hetgeen de getuigen hebben verklaard, blijkt evident dat de verdachte in razende woede tegen het slachtoffer tekeer is gegaan. Dat het letsel van het slachtoffer is meegevallen, is een gelukkige bijkomstigheid. Het hoofd is immers een kwetsbaar onderdeel van het lichaam en de verdachte heeft het slachtoffer kennelijk met kracht tegen het hoofd getrapt waar hij hem kon raken, ook nadat het slachtoffer buiten bewustzijn was geraakt en totdat een getuige [getuige 1] tussenbeide kwam. Hiermee heeft de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer bewust aanvaard. De rechtbank acht derhalve de primair tenlastegelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.
03/005759-22, 03/017285-22 en 03/069692-22
Aangezien de verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
03/005759-22 [12] :
  • proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 11 januari 2022, pagina’s 3 tot en met 5;
  • proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 11 januari 2022, pagina’s 25 tot en met 27;
  • afdrukken van berichten die door de verdachte aan aangeefster zijn gestuurd, weergegeven op de pagina’s 6, 10, 18, 29, 32, 48, 67 en 68;
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 juni 2023.
03/017285-22 [13] :
  • de gedragsaanwijzing d.d. 9 januari 2022, opgenomen in het digitale dossier onder parketnummer 03/005759-22;
  • de wijziging gedragsaanwijzing d.d. 19 januari 2022, opgenomen in het digitale dossier onder parketnummer 03/005759-22;
  • proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 20 januari 2022, pagina’s 4 tot en met 6;
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 juni 2023.
03/069692-22 [14] :
  • proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 februari 2022, pagina’s 4 en 5 met bijlagen op pagina’s 7, 9 en 10;
  • proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 14 februari 2022, pagina’s 11 en 12;
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 juni 2023.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
03/095034-22, primair
op 14 april 2022 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven,
- die [slachtoffer 2] met een (glazen)fles op/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen en
- ( vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) meermalen
met geschoeide voet tegen/in/op het gezicht/hoofd en/of buik, althans het lichaam
van die [slachtoffer 2] , heeft getrapt en
- ( vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 2] op zijn knieën zat) met geschoeide voet
tegen/in/op het gezicht/hoofd van die [slachtoffer 2] heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
03/005759-22
in de periode van 24 november 2021 tot en met 6 januari 2022 in de
gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door voornoemde [slachtoffer 1]
veelvuldig email-berichten en/of whatsapp-berichten en/of sms-berichten te sturen,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
03/017285-22
op 19 januari 2022 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen
opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens
artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten
de gedragsaanwijzing d.d. 9 januari 2022, gewijzigd op 19 januari 2022, gegeven
door de officier van justitie te Limburg kort weergegeven inhoudende dat hij,
verdachte, zich niet op zal houden in de [straat 1] en zich zal
onthouden van contact met [slachtoffer 1] , door voornoemde [slachtoffer 1] berichten te sturen
via whatsapp;
03/069692-22
op 5 februari 2022 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid en openlijk tentoongesteld,
door
- naaktfoto's, althans seksueel getinte foto's, te plaatsen (op Whatsapp)
en
- ( hierbij) de teksten de plaatsen: 'Zie je ook wat hoer en dat noemt zich moeder'
en 'Zoon liefde bang dat het andere neukertje het ziet' en 'Of zzp hoertje voor
bajes haha' en 'Wat vetzak en zo duike ze bed in' en 'Hero hoertje' en
'Junkie hoertje hoef zowizo niet meer over paar jaar ook aan de folie' en 'Mss zijn
die 2 ook van hem' en 'Vettig wijf haha maar eens hoer altijd hoer hoe je eraan
komt raak je er ook vanaf haha'.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
03/095034-22, primair
Poging tot doodslag
03/005759-22
Belaging
03/017285-22
Opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering
03/069692-22
Smaadschrift
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf van 36 maanden op te leggen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de periode die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Aan de proeftijd dienen de voorwaarden te worden verbonden die de reclassering in het reclasseringsadvies van 14 juni 2023 heeft geadviseerd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de periode die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank kan de verdachte - als het opportuun wordt geacht hem toch een straf te laten voelen - ook afstraffen in de vorm van een taakstraf. Voorts bestaat er de mogelijkheid de verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen. Ondanks het feit dat de verdachte de door de reclassering voorgestelde voorwaarden niet nodig acht, is hij bereid zich hieraan te houden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag. In dronken toestand heeft hij zijn razernij botgevierd op [slachtoffer 2] , zelfs toen deze al weerloos op de grond lag. Hij moest door een omstander weg worden gehaald bij het slachtoffer. Een aantal personen is ongewild getuige geweest van de enorme agressie van de verdachte jegens de stomdronken [slachtoffer 2] . De verdachte heeft door zijn gedrag in het openbaar de rechtsorde ernstig geschokt.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een aantal strafbare feiten jegens zijn ex-partner [slachtoffer 1] . Dat de verdachte zijn ex-partner bleef lastig vallen, heeft een grote inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer gemaakt. Hij is daarbij zelfs zover gegaan dat zij zich in haar eer en goede naam voelt aangetast. Namens [slachtoffer 1] is ter terechtzitting van 28 juni 2023 de wens uitgesproken dat de verdachte haar met rust laat en een goede vader voor zijn kinderen zal zijn. Er is uitdrukkelijk verzocht om de verdachte een contact- en locatieverbod (voor het nieuwe adres van [slachtoffer 1] ) op te leggen.
In het reclasseringsadvies van 14 juni 2023 worden een aantal bijzondere voorwaarden geadviseerd, waaronder een contactverbod met [slachtoffer 1] . Ondanks het feit dat de verdachte de oplegging van die voorwaarden niet noodzakelijk vindt, moet in zijn voordeel worden meegewogen dat hij zich gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis, weliswaar onder de dreiging van opheffing van de schorsing bij schending, aan de aan het toezicht verbonden voorwaarden, waaronder het contactverbod, heeft weten te houden.
Met de officier van justitie is de rechtbank - mede gelet op het strafblad van de verdachte - van oordeel dat niet kan worden volstaan met minder dan oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal een deel van de straf voorwaardelijk opleggen teneinde daaraan tijdens een proeftijd van drie jaren de voorwaarden te kunnen verbinden die door de reclassering zijn geadviseerd. Nadat de verdachte het onvoorwaardelijk gedeelte van de gevangenisstraf heeft uitgezeten, moet er ruim tijd zijn voor ambulante behandeling en voor toezicht op - onder meer - een drugs- en alcoholverbod. Daarnaast zal in het belang van slachtoffer [slachtoffer 1] een contact- en locatieverbod worden opgelegd.
Alles afwegende zal de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf van 36 maanden opleggen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de periode die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan de proeftijd zullen de voorwaarden worden verbonden die door de reclassering zijn voorgesteld.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank zal de schorsing van de voorlopige hechtenis opheffen.

7.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen fles is vatbaar voor verbeurdverklaring omdat het een voorwerp betreft met behulp van welk het feit is begaan.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 57, 184a, 261, 285b en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van drie jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
a.
Meldplicht bij reclassering
Verdachte blijft zich melden op de afspraken bij de SVG Reclassering Mondriaan zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen en richtlijnen van de reclassering.
Ambulante behandeling
Indien geïndiceerd en haalbaar laat verdachte zich behandelen door een ambulante (forensische) zorgaanbieder te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Drugsverbod
Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
Alcoholverbod
Verdachte gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
Contactverbod
Er geldt voor verdachte een verbod op elke vorm van contact, waaronder telefonisch en digitaal contact voor [slachtoffer 1] ( [geboortedatum 2] ). Uitzondering hierop betreft contact omtrent de kinderen. Dit contact mag uitsluitend worden gelegd door tussenkomst van ieders advocaat en/of de instantie(s) die betrokken zijn bij een (begeleide) omgangsregeling.
Locatieverbod (zonder elektronische monitoring)
Verdachte bevindt zich niet op de [adres 2] zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
  • geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft aan de politie de opdracht om toezicht te houden op het locatieverbod;
Beslag
- verklaart verbeurd het volgende in beslag genomen voorwerp:
1. Fles (omschrijving: PL2300-2022055279-1501112);
Voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van de voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C.A.M. Philippart, voorzitter,
mr. V.P. van Deventer en mr. A.M. Schutte, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. L. Eroktay, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 juli 2023.
Buiten staat
Mr. Van Deventer is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlasteleggingen
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
03/095034-22
hij op of omstreeks 14 april 2022 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven,
- die [slachtoffer 2] met een (glazen)fles op/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen en/of
- ( vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal
met geschoeide voet tegen/in/op het gezicht/hoofd en/of buik, althans het lichaam
van die [slachtoffer 2] , heeft getrapt en/of
- ( vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 2] op zijn knieën zat) met geschoeide voet
tegen/in/op het gezicht/hoofd van die [slachtoffer 2] heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 april 2022 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer 2] tegen een bus aan te gooien en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 2] met een (glazen)fles op/tegen het gezicht/hoofd heeft
geslagen en/of
- ( vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal
met geschoeide voet tegen/in/op het gezicht/hoofd en/of buik, althans het lichaam
van die [slachtoffer 2] heeft getrapt en/of
- ( vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 2] op zijn knieën zat) met geschoeide voet
tegen/in/op het gezicht/hoofd van die [slachtoffer 2] heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
03/005759-22
hij, in of omstreeks de periode van 24 november 2021 tot en met 6 januari 2022 in de
gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door voornoemde [slachtoffer 1]
veelvuldig, althans één- of meerdere malen, email-berichten en/of
whatsapp-berichten en/of sms-berichten te sturen, met het oogmerk
die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
03/017285-22
hij, op of omstreeks 19 januari 2022 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen
opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens
artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten
de gedragsaanwijzing d.d. 9 januari 2022, gewijzigd op 19 januari 2022, gegeven
door de officier van justitie te Limburg kort weergegeven inhoudende dat hij,
verdachte, zich niet op zal houden in de straat [straat 1] en zich zal
onthouden van contact met [slachtoffer 1] , door voornoemde [slachtoffer 1] berichten te sturen
via whatsapp;
( art 184a lid 1 Wetboek van Strafrecht )
03/069692-22
hij, op of omstreeks 5 februari 2022 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld
of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,
door
- naaktfoto's, althans seksueel getinte foto's, van die te plaatsen (op Whatsapp)
en/of
- ( hierbij) de teksten de plaatsen: 'Zie je ook wat hoer en dat noemt zich moeder'
en/of 'Zoon liefde bang dat het andere neukertje het ziet' en/of 'Of zzp hoertje voor
bajes haha' en/of 'Wat vetzak en zo duike ze bed in' en/of 'Hero hoertje' en/of
'Junkie hoertje hoef zowizo niet meer over paar jaar ook aan de folie' en/of 'Mss zijn
die 2 ook van hem' en/of 'Vettig wijf haha maar eens hoer altijd hoer hoe je eraan
komt raak je er ook vanaf haha';
( art 261 lid 2 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, proces-verbaalnummer LB3R022037, gesloten d.d. 22 april 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 94.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2022, pag. 10.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] d.d. 14 april 2022, pag. 12.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] d.d. 14 april 2022, pag. 14.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 14 april 2022, pag. 16.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] d.d. 14 april 2022, pag. 18.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2022, pag. 20.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2022, pag. 30.
9.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 april 2022, pag. 34 tot en met 36.
10.Geneeskundige verklaring N. Zonneveld d.d. 24 mei 2022, pag. 82.
11.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 28 juni 2023.
12.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, registratienummer PL2300-2022002535, gesloten d.d. 11 januari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 101.
13.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, registratienummer PL2300-2022010100, gesloten d.d. 20 januari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 44.
14.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, registratienummer PL2300-2022036205, gesloten d.d. 12 maart 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 37.