ECLI:NL:RBLIM:2023:3720

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
C/03/314790 / HA ZA 23-88-2
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident betreffende oproeping in vrijwaring en proceskostenveroordeling

Op 7 juni 2023 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis in incident gewezen in de zaak tussen [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] en de gemeente Heerlen, alsook [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak]. De eiseres stelt dat de gemeente Heerlen en de andere gedaagden onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld en vordert schadevergoeding. De gemeente Heerlen heeft op haar beurt verzocht om [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] in vrijwaring op te roepen, omdat zij ervan uitging dat deze partijen hun werkzaamheden naar behoren zouden uitvoeren. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor de oproeping in vrijwaring en heeft deze vordering toegewezen. Tevens is besloten dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak zal op 19 juli 2023 opnieuw op de rol komen voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/314790 / HA ZA 23-88
Vonnis in incident van 7 juni 2023
in de zaak van
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.R.P.M. Scheepers te Roermond,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE HEERLEN,
zetelend te Heerlen,
gedaagde sub 1 in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. R.D. Lubach te Arnhem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2 in de hoofdzaak],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
gedaagde sub 2 in de hoofdzaak,
advocaat mr. S.L. Smits-Emons te Echt,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 3 in de hoofdzaak],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde sub 3 in de hoofdzaak,
advocaat mr. J.M.H.W. Bindels te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] , gemeente Heerlen, [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de exploten van dagvaarding met producties 1 t/m 18,
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] ,
  • de antwoordconclusie in incident (tot oproeping in vrijwaring) aan de zijde van [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil

in de hoofdzaak

2.1.
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt dat gemeente Heerlen, [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld. Gemeente Heerlen wordt daarnaast nog verweten te kort te zijn geschoten in de nakoming van de gemaakte afspraken. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] vordert uit dien hoofde dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
  • gedaagden sub 1 t/m 3, ieder hoofdelijk, zal veroordelen aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 465.764,- + P.M., te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de schadegebeurtenis(sen), dan wel vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening,
  • gedaagden sub 1 t/m 3, ieder hoofdelijk, zal veroordelen tot vergoeding aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] van de (overige) door haar geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van ontstaan van de onrechtmatige gebeurtenis(sen), dan wel vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening,
subsidiair:
- gedaagden sub 1 t/m 3, ieder hoofdelijk, zal veroordelen tot vergoeding aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] van de (volledige) door haar geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van ontstaan van de onrechtmatige gebeurtenis(sen), dan wel vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening,
primair en subsidiair:
zal verklaren voor recht:
  • dat gemeente Heerlen toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en/of gedane toezeggingen jegens [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] , en/of onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en daarvoor jegens [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] aansprakelijk is voor de door haar geleden en eventueel te lijden schade als gevolg daarvan;
  • dat [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] jegens [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] onrechtmatig heeft gehandeld en derhalve jegens haar aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te lijden schade als gevolg daarvan;
  • dat [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] (de rechtbank: bedoeld en begrepen is [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] ) jegens [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] onrechtmatig heeft gehandeld en derhalve jegens haar aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te lijden schade als gevolg daarvan,
en gedaagden sub 1 t/m 3 zal veroordelen tot betaling van de proceskosten.
in het incident
2.2.
Gemeente Heerlen vordert dat het haar wordt toegestaan [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] in vrijwaring op te roepen. Zij stelt daartoe dat zij erop mocht rekenen dat [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en/of de door haar ingeschakelde onderaannemer [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] de werkzaamheden kundig en naar behoren zou uitvoeren en dat, nu dat niet is gebeurd, [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en/of [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] contractueel en/of buitencontractueel aansprakelijk zijn tegenover de gemeente.
2.3.
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Gelet op de door gemeente Heerlen aangevoerde gronden voor de oproeping in vrijwaring van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] , is naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat de rechtsverhouding tussen gemeente Heerlen enerzijds en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en/of [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] anderzijds met zich mee kan brengen dat [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en/of [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] gehouden zal of zullen zijn om gemeente Heerlen vrij te houden van de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling in de(ze) (hoofd)zaak. Dat is voor toewijzing van het verzoek voldoende.
3.2.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
3.3.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
staat toe dat [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] en [gedaagde sub 3 in de hoofdzaak] door gemeente Heerlen worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 19 juli 2023 teneinde op de eis tot vrijwaring te antwoorden en voort te procederen,
4.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
19 juli 2023voor conclusie van antwoord aan de zijde van gemeente Heerlen, alsmede voor opgave verhinderdata aan de zijde van alle partijen voor een mondelinge behandeling in de periode 1 augustus 2023 tot en met januari 2024,
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Driever en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023. [1]

Voetnoten

1.type: RJ