ECLI:NL:RBLIM:2023:3639
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ontslag op staande voet wegens roken op de werkvloer in strijd met het rookbeleid
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van een ontslag op staande voet. De werknemer, die sinds 1 april 2015 in dienst was bij MGG Netherlands B.V., verzocht om het ontslag te vernietigen, tewerkstelling en doorbetaling van loon. Het ontslag was gegeven na een incident op 14 maart 2023, waarbij de werknemer op een risicovolle plek had gerookt, in strijd met het rookbeleid van de werkgever. De werkgever voerde aan dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was vanwege de overtreding van het rookverbod.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voldoende bewijs had geleverd dat de werknemer daadwerkelijk aan het roken was, onder andere door camerabeelden. De rechter overwoog dat het rookverbod niet alleen wettelijk was, maar ook door de werkgever was vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad. De persoonlijke omstandigheden van de werknemer werden ook in overweging genomen, maar de rechter concludeerde dat deze niet opwogen tegen de ernst van de gedraging. Het verzoek van de werknemer werd afgewezen, evenals de verzoeken om een billijke vergoeding en transitievergoeding, omdat het ontslag rechtsgeldig was gegeven. Het zelfstandig verzoek van de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd eveneens afgewezen, omdat het ontslag op staande voet in stand bleef.