Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 juni 2023 in de zaak tussen
[naam 2] , [naam 3] en [naam 4], allen uit [woonplaats 1] , verzoekers
Rechtbank Limburg
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers afgewezen. Verzoekers, bewoners van een woonwagenstandplaats, hadden een betoging aangekondigd op deze locatie, maar de burgemeester van Kerkrade verbood deze betoging op basis van artikel 5 van de Wet openbare manifestaties (Wom). De burgemeester stelde dat de woonwagen op de standplaats asbest bevatte, wat een acuut gevaar voor de gezondheid van de verzoekers met zich meebracht. Verzoekers maakten bezwaar tegen dit verbod en vroegen om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester de betoging niet op grond van artikel 5 van de Wom had mogen verbieden, omdat de locatie geen openbare plaats is. Echter, de voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester op basis van artikel 8 van de Wom de betoging wel mocht beëindigen ter voorkoming van wanordelijkheden. De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoekers tegen die van de burgemeester en komt tot de conclusie dat de belangen van de burgemeester zwaarder wegen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat verzoekers niet op de locatie mogen betogen. De uitspraak werd gedaan op 20 juni 2023.