ECLI:NL:RBLIM:2023:3602
Rechtbank Limburg
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag geslachtsnaamswijziging van minderjarige dochter na bezwaar van derde-partij
Op 19 juni 2023 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de minister voor Rechtsbescherming, waarbij de aanvraag van eiseres om de geslachtsnaam van haar minderjarige dochter te wijzigen, is afgewezen. De minister had de aanvraag eerder ingewilligd, maar na bezwaar van derde-partij, die aannemelijk maakte dat de gegevens in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) onjuist waren, werd de aanvraag afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de minister op basis van de beschikbare informatie van de BRP mocht afwijken en dat de aanvraag niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 3, vierde lid, onder d van het Besluit geslachtsnaamswijziging. Hierdoor ontbrak de juridische grondslag voor de geslachtsnaamswijziging en was er geen aanleiding voor een belangenafweging. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat de minister het verzoek kon afwijzen en eiseres geen griffierecht terugkreeg. De rechtbank heeft de uitspraak onmiddellijk na de zitting gedaan, waarbij alle betrokken partijen aanwezig waren. De rechtbank heeft ook gewezen op de mogelijkheid van hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal kan worden ingesteld.