Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, een voormalig productiemedewerker, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een WIA-uitkering ontvangen, maar het UWV heeft deze per 22 maart 2022 beëindigd, omdat eiser op 21 juni 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen beroep aangetekend.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de medische situatie van eiser op de relevante datum. Het UWV baseerde zijn beslissing op rapporten van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige, die de medische belastbaarheid van eiser hebben vastgesteld. Eiser stelde dat niet al zijn klachten in de beoordeling waren meegenomen, maar de rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de medische beoordeling overtuigend was.
De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan de vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 25,03% te twijfelen. Eiser had geen medische onderbouwing voor zijn standpunt dat zijn klachten niet volledig waren meegenomen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de beëindiging van de WIA-uitkering door het UWV rechtmatig was. Eiser kreeg geen proceskosten vergoed, aangezien hij in het ongelijk werd gesteld.