ECLI:NL:RBLIM:2023:3533
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn WIA-uitkering door het UWV. Eiser, die voor het laatst werkte als voorman groen, had zich op 13 mei 2015 ziekgemeld en ontving sinds 2 mei 2018 een WIA-uitkering. Het UWV beëindigde deze uitkering per 20 mei 2021, omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn, namelijk 14,41%. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij volledig arbeidsongeschikt was en dat het UWV onvoldoende medische informatie had opgevraagd om tot zijn conclusie te komen.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiser op de datum in geding niet meer recht had op een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek had verricht en dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser op overtuigende wijze had gemotiveerd. Eiser had zijn stellingen niet onderbouwd met medische informatie, waardoor de rechtbank geen aanleiding zag om te twijfelen aan de conclusies van het UWV.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg in zijn verzoek om de WIA-uitkering te herzien. De proceskosten van eiser werden niet vergoed, aangezien hij in beroep geen gelijk kreeg. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en biedt inzicht in de zorgvuldigheid van besluitvorming door het UWV in het kader van arbeidsongeschiktheid.