Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres sub 1] ,
[eiseres sub 2],
[eiseres sub 3],
[eiser sub 4],
[eiseres sub 5],
1.De procedure
- de dagvaarding en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 23,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord in reconventie en de daarbij overgelegde producties 24 tot en met 35,
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling aan de zijde van [eisers] overgelegde producties 36 tot en met 41,
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling aan de zijde van [gedaagde] overgelegde productie 14,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 18 mei 2022, waarbij de zaak is verwezen naar de rol van 8 juni 2022 voor akte uitlating over een mogelijk partiële regeling,
- de uitstelverzoeken van beide partijen op de rol van 8 juni 2022, waarbij aan de zijde van [eisers] de producties 42 en 43 zijn overgelegd en aan de zijde van [gedaagde] productie 15 is overgelegd,
- de akten van beide partijen op de rol van 6 juli 2022, waarbij uitstel is gevraagd,
- het verzoek om uitstel van [gedaagde] en de daarbij overgelegde productie 16, alsmede het verzoek voortzetting mondelinge behandeling van [eisers] met de producties 44 en 45 op de rol van 3 augustus 2022,
- de voorafgaand aan de voorzetting mondelinge behandeling overgelegde producties 46 en 47 aan de zijde van [eisers] ,
- de brief van 31 oktober 2022 met de daarbij overgelegde productie 17 aan de zijde van [gedaagde] ,
- de brief van 2 november 2022 met de daarbij overgelegde productie 18 aan de zijde van [gedaagde] ,
- de voortzetting mondelinge behandeling op 9 november 2022 en het daarvan opgemaakte proces-verbaal, de spreekaantekeningen van beide partijen en de ter zitting door [gedaagde] overgelegde beschikking van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 3 november 2022,
- de opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal van beide partijen,
- de door [eisers] op de rol van 11 januari 2023 genomen akte met de producties 48 en 49,
- de door [gedaagde] op de rol van 11 januari 2023 genomen akte,
- de brief van mr. Huppertz van 20 januari 2023, waarbij de bij brief van 31 oktober 2022 als productie 17 overgelegde brief en de verwijzingen naar die brief in de zittingsaantekeningen worden teruggenomen.
2.De feiten
3 december 1996 afgehandeld (productie 5 bij conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie). [gedaagde] heeft het legaat geaccepteerd en bij akte van 28 juni 1996 de waarde daarvan schuldig erkend aan de overige erfgenamen. De schuld uit hoofde van het legaat is in de akte van verdeling en levering vastgesteld op NLG 13.618.000,-, te vermeerderen met de schuld van [gedaagde] inzake de nalatenschap ten bedrage van NLG 256.157,- (pagina 24 van die akte). In de akte van verdeling en levering is voorts opgenomen dat [erflaatster] en [eisers] afstand hebben gedaan van hun vorderingsrecht op [gedaagde] inzake de betaling van het aan hen toekomende en dat [gedaagde] erkent de aan ieder toekomende, in de akte nader genoemde, bedragen schuldig te zijn (pagina 26 en 27 van die akte).
Bij overgang of overdracht van certificaten vindt de blokkeringsregeling, voorkomende in de statuten van de vennootschap zoals deze statuten op het desbetreffende tijdstip luiden, overeenkomstige toepassing, waarbij alle taken, in gemelde blokkeringsregeling aan de organen van de vennootschap opgedragen, worden uitgeoefend door het bestuur.”
Iedere overdracht van aandelen kan slechts plaats hebben, nadat de aandelen aan de overige aandeelhouders te koop zijn aangeboden op de wijze als hierna is bepaald.”
3.Het geschil
.Door [gedaagde] is tevens verklaard dat partijen het ook eens zijn geworden over de banksaldi, de schuld van eiseres sub 3 aan de nalatenschap en de pachtinkomsten en dat de Renault verder niet ter discussie staat (pleinaantekeningen [gedaagde] onder 2a, 2b, 2d, 2e en 2g)
.Naar aanleiding van hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling van 18 mei 2022 zijn partijen in onderhandeling getreden over een (partiële) minnelijke regeling met betrekking tot de registergoederen, de feitelijke verdeling van de inboedel en het treffen van maatregelen ten behoeve van de juridische levering van de woning van [erflaatster] .
- [eiseres sub 1] : 1000 certificaten
- [eiseres sub 2] : 1000 certificaten
- [eiseres sub 3] : 1000 certificaten
- [eiser sub 4] : 500 certificaten
- [eiseres sub 5] : 500 certificaten
- [gedaagde] 1000 certificaten
€ 280.000,- zal ontvangen. Gelet daarop dient de vordering van [gedaagde] volgens [eisers] te worden afgewezen. Ze verzoeken – zoals hiervoor in conventie reeds is opgenomen – de rechtbank de eis in de dagvaarding, gelet op de uitlating van partijen tijdens de mondelinge behandeling, zo te lezen dat [eisers] de registergoederen kopen voor
4.De beoordeling
In conventie en reconventie
€ 1.400.000,-. [gedaagde] heeft een taxatie laten opstellen door [naam rentmeester 1] . Bij de mondelinge behandeling van 9 november 2023 heeft hij toegelicht dat de percelen die hij wenst toegedeeld te krijgen op basis van de waardering van [naam rentmeester 1] samen een waarde vertegenwoordigen van € 283.636,-. Als deze percelen aan hem worden toegedeeld, dan hoeft het bedrag van € 280.000,- niet te worden ingebracht, zo heeft hij toegezegd. De taxatie van [naam rentmeester 2] kan niet worden gevolgd, omdat deze (met name) een te hoge waarde hanteert voor het wijnbouwland [naam] .
5.De beslissing
6 december 2023voor het nemen van een akte door [eisers] over hetgeen is vermeld onder 4.17 van dit vonnis,
5 juli 2023voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 4.12 van dit vonnis,