ECLI:NL:RBLIM:2023:3368

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
C/03/317521
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen buren over bouwwerkzaamheden en tijdelijke gebruik van onroerende zaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 2 juni 2023, betreft het een kort geding tussen buren over bouwwerkzaamheden. De eisende partijen, [eisers in conventie, verweerders in reconventie], hebben een verbod gevorderd tegen de voortzetting van de bouwwerkzaamheden door de gedaagden, [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]. De gedaagden zijn bezig met de verbouwing van hun woning, waarbij een garage wordt vervangen door een kelder en woonruimte. De eisers hebben aanvankelijk toestemming gegeven voor het gebruik van hun tuin, maar deze toestemming is ingetrokken, wat heeft geleid tot een geschil over de voortgang van de werkzaamheden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 mei 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de gedaagden om de werkzaamheden voort te zetten, en dat de vorderingen van de eisers niet toewijsbaar zijn. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de bouwwerkzaamheden niet op een andere manier kunnen worden uitgevoerd en dat de zorgen van de eisers over de stabiliteit van de nieuwbouw niet voldoende onderbouwd zijn.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eisers afgewezen en de vorderingen van de gedaagden toegewezen, met inbegrip van een verbod voor de eisers om de toegang tot het erf van de gedaagden te blokkeren. Tevens zijn de eisers hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van goede burenrelaties en de noodzaak om bouwwerkzaamheden op een veilige en verantwoorde manier te voltooien.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/317521 / KG ZA 23-173
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak in kort geding van 2 juni 2023
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie 1] ,

te [woonplaats 1] ,
2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie 2],
te [woonplaats 2] ,
eisende partijen in conventie,
verweerders in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en afzonderlijk [eiser in conventie, verweerder in reconventie 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie 2] ,
advocaat: mr. M. Koolen-Ummels te Heerlen,
tegen:

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

te [woonplaats 3] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
te [woonplaats 4] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ,
advocaat: mr. B.A.L.H. Robijns te Heerlen.
De mondelinge behandeling wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter (voortgezette) behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn:
- mr. M. Driever, voorzieningenrechter, en
- mr. J.P.H. Welie, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie 1] , bijgestaan door mr. Koolen-Ummels ( [eiseres in conventie, verweerster in reconventie 2] heeft ter zitting van 30 mei 2023 aangegeven vandaag niet aanwezig te kunnen zijn, maar haar echtgenoot te machtigen voor de mondelinge uitspraak, welke machtiging ter zitting van 2 juni 2023 schriftelijk is overgelegd),
- [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , bijgestaan door mr. Robijns.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling van 30 mei 2023 hun standpunten toegelicht. Zij hebben ook gereageerd op elkaars standpunten. De griffier heeft aantekeningen gemaakt die zich in het dossier bevinden. De mondelinge behandeling is geschorst om te kijken of partijen een regeling konden treffen. Dat bleek niet het geval te zijn.
De voorzieningenrechter heeft de mondelinge behandeling van 30 mei 2023 gesloten en partijen aangezegd dat ter zitting van 2 juni 2023 mondeling uitspraak gedaan zou worden. Deze uitspraak wordt gedaan op het griffiedossier, dat bestaat uit:
- de dagvaarding met producties 1-7,
- de producties 8-10 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
- de eis in reconventie en producties 1-13 van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ,
- de mondelinge behandeling van 30 mei 2023, waarbij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vorderingen (deels) hebben ingetrokken,
- de spreekaantekeningen van mr. Robijns.
Ter zitting van 2 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter de volgende mondelinge uitspraak gedaan met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt.

1.Waar gaat de zaak over?

1.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn buren van elkaar. Op het perceel van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stond tegen de erfgrens met het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een garage. Achter de garage van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] lag nog ongeveer 6 meter tuin. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn begonnen met een verbouwing/aanbouw aan hun bestaande woning. Het plan is dat op de plek van de garage een kelder wordt gebouwd met daar bovenop woonruimte. In dezelfde lijn, in het verlengde van de voormalige garage, wordt een muur opgetrokken die dient als wand voor een overkapping bij de tuin van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Voor de verbouwing hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een deel van de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] afgegraven. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hadden aanvankelijk toestemming gegeven voor het (tijdelijk) gebruik maken van hun tuin voor de bouwwerkzaamheden. Die toestemming is op enig moment ingetrokken. De bouw ligt nu stil. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] willen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] verboden wordt om zonder overeenstemming over de (rand)voorwaarden de bouwwerkzaamheden te hervatten. Ook willen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden veroordeeld om de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te herstellen binnen 14 dagen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] willen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden veroordeeld tot het verlenen van medewerking aan de bouwwerkzaamheden en dat hen - kort gezegd - wordt verboden om die werkzaamheden te hinderen.

2.De gronden van de beslissing

in conventie en in reconventie
2.1.
Het gaat hier om in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in conventie en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in reconventie ten tijde van deze uitspraak bij de gevorderde voorzieningen een spoedeisend belang hebben. Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
2.2.
Artikel 5:56 BW bepaalt dat als het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is van een andere onroerende zaak tijdelijk gebruik te maken, de eigenaar van deze zaak gehouden is dit na behoorlijk kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor deze eigenaar gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen. Anders dan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] lijken te veronderstellen is in dit toetsingskader het al dan niet hebben van toestemming niet doorslaggevend.
2.3.
Van een noodzaak om van het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gebruik te maken is in deze zaak sprake. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat de bouwwerkzaamheden op geen andere wijze kunnen worden uitgevoerd dan gepland en dus door afgraving van een stuk tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , zelfs nog verder en dieper dan de situatie op 30 mei 2023 was. De stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat het plaatsen van een zogenoemde berlinerwand op ongeveer een meter van de erfgrens afdoende zou zijn (productie 7 bij dagvaarding), is door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gemotiveerd weersproken. Gelet op de lange lengte waarover de bouwwerkzaamheden zullen plaatsvinden, zou een berlinerwand onvoldoende stabiel zijn. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben al een dergelijke wand op een korter stuk (naar de achtererfgrens toe) laten plaatsen en die wand heeft het niet gehouden. Niet aannemelijk is dus gemaakt dat er een minder belastend en ingrijpend alternatief is.
2.4.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben verder zorgen over de stabiliteit van de te realiseren nieuwbouw van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Ter onderbouwing daarvan hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een rapport in het geding gebracht, maar dat rapport gaat uit van de verkeerde uitgangspunten, namelijk uitsluitend de visie van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] over de hoogte van de terug te brengen grond tegen de erfgrens. De terug te brengen grond is de grond zoals die was voordat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] begon met afgraven. In deze kort gedingprocedure is geen ruimte voor bewijslevering. De voorzieningenrechter zal daarom uitgaan van de op de foto’s van de erfgrens vlak voor en tijdens de eerste afgraving zichtbare hoogtes (producties 3 en 4 [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ), omdat die passen bij de gemeten hoogteverschillen (productie 5 [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ). Daaruit wordt aannemelijk dat de grond op het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bij de erfgrens daar waar de garage van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] begon, niet hoger lag dan het 0-peil van de (inmiddels gesloopte) garage van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zijnde 157,75 meter boven N.A.P. De hoogte van 157,75 meter boven N.A.P. loopt min of meer horizontaal door tot de stenen bloembak/einde van het gazon van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , op een korte afstand van de achtererfgrens (zie foto 3 van productie 1 [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ). Pas daar wordt de hoogte van het perceel van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] 158,30 en 158,59 meter boven N.A.P en het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] 158,77 boven N.A.P. Het is aannemelijk dat dit de hoogtes zijn die moeten worden hersteld, zodat niet aannemelijk is geworden dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aanspraak kunnen maken op een grotere hoogte jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . De hoogtes die in de verkoopstukken en op de tekening van de architect van (de woning van) [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zichtbaar zijn, regarderen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet. Als de verkoper een andere hoogte heeft opgeleverd aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dan overeengekomen, is dat een kwestie tussen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en hun contractuele wederpartij. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn daarbij geen partij. De zorgen over de stabiliteit zijn dus onvoldoende aannemelijk gemaakt en vormen geen gewichtige reden.
2.5.
Het afgraven van de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is verder een tijdelijke maatregel. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben gegarandeerd dat zij de grond in de tuin van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] terug zullen brengen en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] schadeloos zullen stellen. Tot meer dan dat kunnen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bij de huidige stand van zaken niet verplicht worden. Voor het aanbrengen van een goed verdichte zandlaag met een laag teelaarde bestaat geen (rechts)grond, nu de afgegraven grond kleigrond was en geen zand met teelaarde. Voor eventuele verzakkingen als gevolg van het afgraven door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en het terugbrengen van de afgegraven (klei)grond is [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in beginsel aansprakelijk, maar die kwestie ligt nu (nog) niet voor. Een en ander laat natuurlijk onverlet dat partijen wel onderling kunnen afspreken dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een verdichte zandlaag met een laag teelaarde zal aanbrengen in plaats van kleigrond om het risico op het inklinken van de terug te brengen kleigrond te verkleinen of uit te sluiten.
2.6.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] verwijten [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat de kennisgeving niet behoorlijk is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er echter geen harde termijn waarbinnen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] [eisers in conventie, verweerders in reconventie] moeten informeren. Evenmin is er een op alle zaken toepasselijke eis die voorschrijft hoe gedetailleerd de kennisgeving moet zijn. Uit de in het geding gebrachte schriftelijke communicatie tussen partijen blijkt dat al in februari en maart 2022 is gesproken over de hoogte rondom de erfgrens (productie 7 [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ). [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben aannemelijk gemaakt dat de verbouwplannen destijds met [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn besproken. Niet aannemelijk is gemaakt dat in dat stadium ook tekeningen met [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn gedeeld. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben aangevoerd dat zij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] steeds informeren als de volgende stap of werkzaamheden uitgevoerd gaan worden, ook als dat pas op het laatste moment aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] wordt doorgegeven. Meer dan dat kan van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet verlangd worden in het kader van artikel 5:56 BW. Het kan zo zijn dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] graag uitvoeriger of van iedere planning op de hoogte willen worden gebracht, maar dat is een wens die verder reikt dan de strekking van artikel 5:56 BW, namelijk voorkomen dat buren overvallen worden door bouwwerkzaamheden die op hun eigendom worden uitgevoerd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] wisten dat er gebouwd ging worden, dat de destijds nog bestaande garage bij de erfgrens onderkelderd zou worden en daaruit hadden zij zelf de conclusie kunnen trekken dat een aanzienlijk deel van hun tuin tijdelijk afgegraven zou moeten worden. Dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] achteraf te goed van vertrouwen zijn geweest, zoals zij zelf zeggen, kan kloppen, maar is geen omstandigheid die nu in de weg staat aan uitvoering van de plannen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Daar komt nog bij dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] inmiddels, door het opvragen van stukken bij de gemeente, van de hoed en de rand weten. Het was voor de burenrelatie ongetwijfeld beter geweest als [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de tekeningen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hadden gekregen, maar een juridisch relevant verwijt valt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] daarvan voorshands niet te maken.
2.7.
Aan uitvoering van de dus inmiddels bekende plannen staat ook niet in de weg dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hun tuin spoedig willen aanleggen. Ongeacht aan wie het te wijten is dat de bouw van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is komen stil te liggen, hebben beide partijen belang bij spoedige afronding van de bouwwerkzaamheden. Het in conventie gevorderde verbod om de werkzaamheden af te ronden voordat er overeenstemming over de randvoorwaarden bestaat, verdraagt zich niet met het gestelde spoedeisende belang. En zonder afronding van de bouwwerkzaamheden kan in redelijkheid niet van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden verwacht dat de afgegraven grond van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot een afstand van een meter tot de erfgrens wordt teruggebracht.
2.8.
Ook de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aangevoerde in het geding zijnde veiligheid (instortings-, verzakkings- en valgevaar) noopt juist tot het spoedig voltooien van de bouwwerkzaamheden op een voldoende veilige en verantwoorde manier en vormt geen gewichtige reden als bedoeld in artikel 5:56 BW. Met de gestelde in het geding zijnde veiligheid is ook het spoedeisend belang van de vorderingen in reconventie gegeven. Het belang van partijen is in die zin gelijk. Aan de kant van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] komt daar nog bij dat het aannemelijk is dat (onder)aannemers liever makkelijke klussen zonder conflicten met buren aannemen, dan hun vingers branden aan een burengeschil waar zij werkzaamheden gevraagd worden uit te voeren. Het door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gevorderde verbod om aannemers en onderaannemers van hun erf weg te sturen, de toegang tot hun erf te blokkeren en direct te contacteren zal dan ook worden toegewezen. De overige gevorderde verboden zijn onvoldoende bepaalbaar en zullen daarom worden afgewezen.
2.9.
Dit alles maakt dat het belang van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zwaarder weegt dan het belang van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . De vorderingen in conventie zullen worden afgewezen. De vorderingen in reconventie zullen worden toegewezen op de in het dictum bepaalde wijze. Omdat ter zitting duidelijk is geworden dat het vertrouwen tussen partijen is gedaald en het wantrouwen gegroeid, zal aan de veroordeling tot medewerking een dwangsom worden verbonden, ook ten aanzien van het gevorderde verbod. Ten aanzien van dat verbod is bij eis in reconventie een boete gevorderd, maar uit hetgeen daarover tijdens de mondelinge behandeling is aangevoerd, is voor de voorzieningenrechter duidelijk geworden dat daarmee een dwangsom was bedoeld. Daar is ook door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verweer tegen gevoerd. Daarmee is niet gezegd dat duidelijk is dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zich niet aan deze veroordeling zullen houden, maar alleen dat gelet op de ontstane situatie tussen partijen een extra prikkel tot nakoming passend en geboden is. De gevorderde dwangsommen zijn, gelet op het gemoeide belang bij nakoming van deze veroordeling, niet buitensporig en zullen daarom worden toegewezen zoals gevorderd en gemaximeerd op een bedrag van € 50.000,00 per veroordeling.
in conventie
2.10.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn de partijen die ongelijk krijgen en zij zullen daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
314,00
- salaris advocaat
1.079,00
- overige kosten
0,00
Totaal
1.393,00
in reconventie
2.11.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn de partijen die ongelijk krijgen en zij zullen daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] als volgt vastgesteld:
- salaris advocaat
539,50
(factor 0,5 × 1.079,00)
- overige kosten
0,00
Totaal
539,50
in conventie en in reconventie
2.12.
De proceskostenveroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
3.1.
wijst de vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] af,
3.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie 2] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.393,00,
in reconventie
3.3.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot medewerking aan de verbouwingswerkzaamheden aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en daarmee tot het tijdelijk dulden ex artikel 5:56 BW van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , diens aannemers en onderaannemers op hun onroerende zaak, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, waarbij een dagdeel eveneens geldt als een volledige dag, met een maximum van € 50.000,00,
3.4.
verbiedt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om aannemers en onderaannemers van hun erf weg te sturen, de toegang tot hun erf te blokkeren en direct te contacteren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding van dit verbod, met een maximum van € 50.000,00,
3.5.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie 2] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 539,50,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Driever en uitgesproken ter zitting van 2 juni 2023.
Waarvan dit proces-verbaal,
de griffier de voorzieningenrechter