Uitspraak
1.[eiseres sub 1] ,
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- de nagekomen producties 8 tot en met 20 van [eisers] ,
- de producties 1 tot en met 7 van ABN AMRO Bank,
- de mondelinge behandeling op 25 mei 2023, van 10.30 uur tot 12.15 uur,
- de pleitnota van [eisers] ,
- de pleitnota van ABN AMRO Bank.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[eisers] hebben niet deugdelijk onderbouwd gesteld dat niet aan de formele vereisten ter zake de parate executie is voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de desbetreffende stellingen in de dagvaarding berusten op een gebrek aan informatie aan de zijde van de advocaat van [eisers] ten tijde van het opstellen van de dagvaarding. De in die dagvaarding aangevoerde bezwaren zijn vervolgens tijdens de mondelinge behandeling niet gehandhaafd en van een deugdelijke toelichting voorzien.
Tijdens de mondelinge behandeling is nog wel aangevoerd dat de in rov. 2.6. genoemde beschikking is genomen met schending van het beginsel van hoor en wederhoor. Aan deze stelling wordt voorbijgegaan, omdat in de onderhavige procedure het recht van parate executie aan de orde is, en niet de in de genoemde beschikking behandelde kwesties (beheersbeding, huurbeding, ontruiming). Om deze reden zal de voorzieningenrechter ook niet ingaan op de stellingen van partijen over de wijze waarop de ontruiming op 29 maart 2023 heeft plaatsgevonden.
Hun stellingen komen erop neer:
(a) dat ABN AMRO Bank met [eiseres sub 1] heeft gesproken over de minnelijke verkoop van de woning, maar dat [eiseres sub 1] hiermee niet akkoord is gegaan, en dat ook niet hoefde te doen, omdat ABN AMRO Bank uitging van een veel te lage woningwaarde, onder meer omdat ABN AMRO Bank zich baseerde op onjuiste taxaties, en
(b) dat [eiser sub 2] namens [eiseres sub 1] op 6 februari 2023 met de betrokken deurwaarder als vertegenwoordiger van ABN AMRO Bank heeft afgesproken dat (en hoe) de bestaande achterstand zou worden ingelopen en dat ABN AMRO Bank in dat geval van de voorgenomen verkoop zou afzien, waarna dezelfde deurwaarder medio maart 2023 stelde geen weet te hebben van deze afspraak en tevens aanspraak maakte, ten behoeve van ABN AMRO Bank, op betaling van € 10.000,- aan (extra) kosten.
1.079,00