ECLI:NL:RBLIM:2023:3270
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending van de waarheidsplicht in een geschil over de eigendom van een Mercedes C 180
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 31 mei 2023, staat de eigendom van een Mercedes C 180 centraal. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R.R.F.J. Palmen, stelt dat zij de auto heeft gekocht van gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C.R.T.M. van Ninhuijs, en dat zij hiervoor € 20.000,00 heeft betaald. Gedaagde betwist deze claim en stelt dat de auto slechts is uitgeleend. De kantonrechter heeft eerder een deskundige benoemd om de echtheid van een handgeschreven overeenkomst te onderzoeken, die door eiser als bewijs voor de koopovereenkomst is ingebracht. De deskundige concludeert dat het zeer waarschijnlijk is dat de handtekening niet van gedaagde is, wat leidt tot de conclusie dat de overeenkomst vals is.
De kantonrechter oordeelt dat eiser in strijd heeft gehandeld met de waarheidsplicht zoals vastgelegd in artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechter wijst de vorderingen van eiser af en kent gedaagde het recht toe om de auto terug te vorderen, met een dwangsom van € 1.000,00 per dag bij niet-naleving. Eiser wordt ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, inclusief de kosten van het deskundigenonderzoek. De rechter benadrukt de ernst van de schending van de waarheidsplicht en de gevolgen daarvan voor de uitkomst van de procedure.