Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 november 2022
- de akte overlegging vertaling van de uitspraak van het Oberlandesgericht te Düsseldorf van 10 november 2021 van Rhenus (productie 5)
- de akte tevens overlegging producties 6 tot en met 9 van Rhenus
- de akte tevens overlegging producties 12 en 13 van T&S
- de akte overlegging productie 14 van T&S
- antwoordakte van Rhenus
- antwoordakte van T&S.
2.De feiten
“REF. Rhenus Duisburg”stond in de ene kolom vermeld:
“Golden Cashmere”en in de andere:
“ex Luftfracht”.
€ 267.069,69 vermeerderd met rente en kosten te betalen aan Golden Cashmere. Deze uitspraak is in kracht van gewijsde gegaan.
3.Het geschil
- primair: dat Rhenus en/of Hahn in een eventuele schadevergoeding jegens haar niet ontvankelijk zijn,
- subsidiair: dat T&S niet aansprakelijk is voor de door Rhenus en/of Hahn geleden schade,
- meer subsidiair: dat T&S jegens Rhenus en/of Hahn niet verder aansprakelijk is dan tot de in artikel 23 van het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (hierna: CMR) genoemde limiet ter zake van de bewezen transportschade en dat verdere schadevergoeding niet is verschuldigd,
4.De beoordeling van de vorderingen in conventie zoals ingesteld tegen Hahn
5.De beoordeling van de aansprakelijkheid van T&S jegens Rhenus
absoluut noodzakelijk, omdat overeengekomen leveringstermijn na te komen. Het onderbrengen van de vrachtwagen op het terrein van derde, het transportbedrijf Gökbora, kwam om bovengenoemde redenen niet in aanmerking. Hierbij moet ook in aanmerking worden genomen dat het terrein vanwege de te allen tijde mogelijke toegang een veel minder veilige plek vormde dan het omheinde en afgesloten terrein van interveniënte.”
“en aldus concreet vorm te geven aan de instructie onder punt 8 van de aan interveniënte gegeven transportopdracht (…) om het vervoermiddel slechts op bewaakte parkeerplaatsen te parkeren”(pagina 12 onderaan). Op pagina 14 bovenaan overweegt het OLG:
“De algemene instructie aan interveniënte in punt 8 van de verstrekte transportopdracht (…) om alleen bewaakte parkeerplaatsen te bezoeken, was daarbij onvoldoende.”
“von 8,33 Rechnungseinheiten für jedes Kilogramm des Rohgewichts des Gutes”. Deze limiet is gelijk aan de CMR-limiet van artikel 23 lid 3 CMR.
€ 2.298,00+ (3 punten x tarief € 766,00)
€ 1.340,50+ (0,5 x 3,5 punt x tarief € 766,00)