In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 11 mei 2023, betreft het een tussenuitspraak in een echtscheidingsprocedure waarin de verdeling van aandelen van RoPaGa B.V. centraal staat. De man en de vrouw, beiden vertegenwoordigd door hun advocaten, zijn in een juridische strijd verwikkeld over de waarde van de aandelen en de bijbehorende goodwill. De rechtbank heeft eerder op 24 november 2022 een deskundige benoemd, de heer H.J.W.M. Kuijpers RA RV, om de waarde van de aandelen te bepalen, inclusief de overdraagbare goodwill. De deskundige heeft vastgesteld dat de intrinsieke waarde van de aandelen per 31 december 2020 € 288.907,- bedraagt, met een extra waarde van de goodwill van € 53.048,-, wat de totale waarde op € 341.955,- brengt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de aandelen van RoPaGa B.V. zal ontvangen, waarbij hij de helft van de waarde, oftewel € 170.977,-, aan de vrouw moet betalen. Na aftrek van een aanmerkelijk belang belastingclaim van € 29.852,-, komt de netto betaling aan de vrouw uit op € 141.125,-. De rechtbank heeft ook overwogen dat beide partijen voor de lening van RoPaGa B.V. aan de gemeenschap en de rekening-courantschuld ieder voor 50% draagplichtig zijn. De kosten van de deskundige, die in totaal € 9.075,- bedragen, worden ook door beide partijen gedeeld.
De rechtbank heeft in haar beschikking bepaald dat de aandelen aan de man worden toebedeeld en dat hij de financiële verplichtingen aan de vrouw moet voldoen. Tevens is er een duidelijke richtlijn gegeven over de afwikkeling van de schulden en de kosten, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, wat de transparantie van de procedure waarborgt.