In deze zaak verzoekt de vader om een omgangsregeling met zijn minderjarige kind, dat 9 jaar oud is. De moeder verzet zich hiertegen, omdat zij vreest dat de minderjarige psychische klachten zal ontwikkelen en opstandig gedrag zal vertonen als hij gedwongen wordt tot contact met de vader. De rechtbank heeft op 3 mei 2023, na behandeling van de zaak op 14 april 2023, besloten om een raadsonderzoek te gelasten. De vader heeft het kind erkend, maar de moeder heeft zich vanaf de geboorte verzet tegen contact tussen de vader en het kind. De huidige partner van de moeder vervult nu de vaderrol in het leven van de minderjarige. De rechtbank oordeelt dat het recht op omgang tussen de vader en het kind bestaat, maar dat er meer informatie nodig is om een verantwoorde beslissing te nemen. De rechtbank verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor omgang en hoe deze vormgegeven kan worden in het belang van de minderjarige. De beslissing over de omgang wordt aangehouden voor de duur van zes maanden, in afwachting van het rapport van de raad.