ECLI:NL:RBLIM:2023:3158

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
C/03/313729 / HA ZA 23-42
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident tussen Rogon Europe B.V. en gedaagde in de hoofdzaak

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Limburg, is er een bevoegdheidsincident aan de orde. De eiseres, Rogon Europe B.V., gevestigd in Maastricht, heeft de rechtbank verzocht om kennis te nemen van haar vorderingen. De gedaagde in de hoofdzaak, die tevens eiser in het incident is, heeft betoogd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren, omdat er volgens hem sprake is van een geschil tussen twee Duitse partijen. Hij stelt dat hij woonachtig en werkzaam is in Duitsland en dat de vertegenwoordigers van Rogon Europe B.V. ook in Duitsland zijn gevestigd. De gedaagde beroept zich op de Duitse conflictregels en stelt dat het geschil voor de Duitse rechtbank of de geschillencommissie van de Duitse voetbalbond (DFB) moet worden behandeld.

Rogon Europe B.V. heeft hiertegen verweer gevoerd en betoogd dat zij een in Nederland ingeschreven vennootschap is en dat de conflictregels van de DFB niet van toepassing zijn. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen een forumkeuzebeding bevat, waaruit blijkt dat de rechtbank bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van de gedaagde in het incident moet worden afgewezen, omdat de bevoegdheid van de rechtbank is vastgelegd in de overeenkomst en de geldigheid van het forumkeuzebeding niet is betwist.

De rechtbank heeft de gedaagde in het incident veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Rogon Europe B.V. zijn begroot op € 1.183,00. De beslissing is openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/313729 / HA ZA 23-42
Vonnis in incident van 17 mei 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROGON EUROPE B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. R. Klein te Zwolle,
tegen
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. J. Blakborn te Amsterdam.
Partijen zullen hierna “Rogon Europe B.V.” en “ [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] ” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 t/m 6,
  • de conclusie van antwoord voor alle weren tevens bevoegdheidsincident houdende exceptie van onbevoegdheid met de producties 1 t/m 13,
  • de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] vordert in het incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het geschil kennis te nemen met veroordeling van Rogon Europe B.V. in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] legt hieraan – samengevat– het volgende ten grondslag. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] stelt dat sprake is van een geschil tussen twee Duitse partijen. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] is woonachtig en werkzaam in Duitsland en de vertegenwoordigers van Rogon Europe B.V., het Duitse Rogon Sportmanagement, waarmee [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] te maken heeft gehad, zijn ook gevestigd in Duitsland. Naar Duits recht is, zo betoogt [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] de Duitse rechtbank van de woonplaats van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] bevoegd. Subsidiair stelt [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] dat de conflictregels van de Duitse voetbalbond (DFB) van toepassing zijn in geval van conflicten tussen Duitse intermediairs en Duitse profvoetballers. Uit deze regels moet volgens [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] worden afgeleid dat een geschil voor de geschillencommissie van de Duitse voetbalbond (en dus in Duitsland) aanhangig moet worden gemaakt. Meer subsidiair stelt [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] dat Rogon Sportmanagement en/of Rogon Europe B.V. in Nederland ingeschreven zou moeten zijn bij de Nederlandse voetbalbond (KNVB) en dat uit toepasselijke regelgeving dan volgt dat een geschil aan de KNVB Arbitragecommissie moet worden voorgelegd.
2.3.
Rogon Europe B.V. voert verweer. Rogon Europe B.V. voert daartoe –samengevat – het volgende aan. Rogon Europe B.V. is een in Nederland ingeschreven vennootschap, die gevestigd is in Maastricht. Rogon Europe B.V. is geen Duitse intermediair en daarom niet gebonden aan de conflictregels van de DFB. Ook de regels van de KNVB zijn niet van toepassing. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] is geen bij de KNVB geregistreerde speler en er is bij dit geschil geen Nederlandse club betrokken. Rogon Europe B.V. baseert de bevoegdheid van deze rechtbank op artikel 7 sub 5 van de door partijen gesloten overeenkomst, getiteld ”Management and Agency Agreement” (hierna: “de Overeenkomst”) (productie 1 bij dagvaarding). In dat artikel zijn partijen een forumkeuzebeding overeengekomen, waaruit volgt dat deze rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van geschillen tussen partijen. Rogon Europe B.V. concludeert dan ook tot afwijzing van de vordering in het incident, met veroordeling van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] in de kosten van het incident.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
De rechtbank verwerpt allereerst de stelling van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] dat sprake is van een geschil tussen twee Duitse partijen. Uit de Overeenkomst blijkt immers dat Rogon Europe B.V. als contractspartij heeft te gelden en dat is een Nederlandse vennootschap. Weliswaar voert [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] aan dat hij steeds contact heeft gehad met Duitse vertegenwoordigers van Rogon Europe B.V. en/of het Duitse Rogon Sportmanagement, maar dat – ongeacht of deze stelling juist is of niet – kan Rogon Europe B.V. niet ‘promoveren’ tot een Duitse entiteit. Het gevolg daarvan is ook dat de conflictregels van de Duitse voetbalbond toepassing missen, nu het geen geschil betreft tussen een Duitse intermediair en een Duitse profvoetballer, nog daargelaten waartoe die regels – zoals Rogon Europe B.V. terecht stelt – dan zouden moeten leiden.
3.2.
De rechtbank overweegt dat de onderhavige kwestie een internationale burgerlijke- of handelszaak betreft, waarbij beide partijen zijn gevestigd en woonplaats hebben op het grondgebied van een Europese lidstaat, terwijl er sprake is van een rechtsvordering die na 10 januari 2015 is ingesteld. Dit betekent dat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter moet worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (hierna: “de herschikte EEX-Vo”) Artikel 25 van de herschikte EEX-Vo bepaalt dat een door partijen aangewezen gerecht van een lidstaat bevoegd is om kennis te nemen van een geschil dat tussen partijen is ontstaan, ongeacht de woonplaats van partijen. Uit artikel 7 sub 5 van de Overeenkomst blijkt dat partijen een exclusieve forumkeuze voor deze rechtbank hebben gemaakt. Rogon Europe B.V. beroept zich op deze bepaling, terwijl de geldigheid van dit beding niet door [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] is betwist. Het forumkeuzebeding maakt deel uit van de Overeenkomst zelf, die zowel in de Engelse als in de Duitse taal is opgesteld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het forumkeuzebeding daarmee voldoet aan de vereisten die de herschikte EEX-Vo daaraan stelt. Op grond daarvan is deze rechtbank bevoegd om van de vorderingen van Rogon Europe B.V. kennis te nemen.
3.3.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] heeft nog aangevoerd dat de arbitragecommissie van de KNVB bevoegd zou zijn om kennis te nemen van het geschil. Ook aan die stelling gaat de rechtbank voorbij. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] heeft die stelling, mede in het licht van de gemotiveerde betwisting van Rogon Europe B.V., die onder meer inhoudt dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] geen bij de KNVB geregistreerde speler is, onvoldoende onderbouwd.
3.4.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van dit incident worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Rogon Europe B.V. worden begroot op € 1.183,00 inzake het salaris van de advocaat (1,0 punt × tarief € 1.183,00).

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
wijst de vordering in het bevoegdheidsincident af,
4.2.
veroordeelt [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het inciident] in de kosten van dit incident, aan de zijde van Rogon Europe B.V. tot op heden begroot op € 1.183,00,
4.3.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 4.2 uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
4.4.
bepaalt dat de zaak naar de rol van
31 mei 2023wordt verwezen voor opgave
verhinderdata zijdens beide partijen over de maanden
augustus 2023 tot en met december
2023, waarna een datum voor de mondelinge behandeling in de hoofdzaak zal worden
bepaald,
4.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: DS