ECLI:NL:RBLIM:2023:3116
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting van een woning in verband met drugsvondst
Op 17 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die in een woning woont die zich op hetzelfde perceel bevindt als een bedrijfspand waar eerder een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen is aangetroffen. De burgemeester van de gemeente Kerkrade had besloten om zowel het bedrijfspand als de woning te sluiten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet bevoegd was om de woning te sluiten, omdat er geen sprake was van een 'samenhangend geheel' tussen de twee bouwwerken. De voorzieningenrechter stelde vast dat in de woning zelf geen drugs waren aangetroffen en dat de meldingen over de woning onvoldoende waren om een zelfstandige bevoegdheid tot sluiting af te leiden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen voor zover het de woning betreft, en het besluit van de burgemeester tot sluiting van de woning geschorst tot twee weken na de beslissing op bezwaar. De burgemeester werd ook veroordeeld tot het betalen van het griffierecht en de proceskosten van de verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.