ECLI:NL:RBLIM:2023:3039

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
C/03/287661 / HA ZA 21-48
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige na tussenvonnis in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door RDR Beheer B.V. tegen BAS-Bouw B.V., heeft de Rechtbank Limburg op 26 april 2023 een tussenvonnis uitgesproken. De zaak betreft de benoeming van een deskundige na eerdere tussenvonnissen, waaronder die van 5 oktober 2022. De rechtbank heeft ing. N. Loonen van ABT Velp benoemd als deskundige, na het ontvangen van offertes van verschillende deskundigen. Beide partijen hebben ingestemd met de offerte van Loonen.

De rechtbank heeft de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 12.087,90, dat door BAS-Bouw B.V. moet worden overgemaakt na ontvangst van de nota met betaalinstructies. De rechtbank benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij de deskundige toegang moeten verlenen tot noodzakelijke plaatsen voor het onderzoek.

De deskundige is opgedragen om binnen vier maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport in te dienen, waarin ook de reacties van partijen op een concept-rapport moeten worden verwerkt. De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak op de rol moet worden geplaatst voor verdere procedurele stappen, afhankelijk van de ontvangst van het voorschot of het deskundigenbericht. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/287661 / HA ZA 21-48
Vonnis van 26 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RDR BEHEER B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Eijsden, gemeente Eijsden-Margraten,
eiseres,
advocaat mr. R.H.J.G. Borger,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAS-BOUW B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Maastricht-Airport, gemeente Beek,
gedaagde,
advocaat mr. H.M. Kruitwagen.
Partijen zullen hierna RDR en Bas-Bouw worden genoemd.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 oktober 2022,
  • de aktes uitlaten deskundige en offerte van RDR van 21 december 2022 respectievelijk 8 maart 2022,
  • de aktes uitlaten deskundige en begroting/offertes van Bas-Bouw van 21 december 2022 respectievelijk 22 maart 2022.
1.2.
Naar aanleiding van hetgeen is bepaald in het vonnis van 5 oktober 2022 hebben achtereenvolgens [naam deskundige 1] (Arcadis Nederland B.V.), [naam deskundige 2] (EBMC Nederland B.V.) en ing. N. Loonen (ABT Velp) op verzoek van de rechtbank een offerte uitgebracht.
1.3.
Beide partijen zijn in de gelegenheid gesteld op deze offertes en de persoon van de deskundige te reageren.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank zal gelet op de reacties van beide partijen over gaan tot benoeming van ing. N. Loonen (ABT Velp) tot deskundige in deze zaak. Partijen hebben bij akte ingestemd met de door de deskundige uitgebrachte offerte.
2.2.
De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.
2.3.
In haar vonnis van 5 oktober 2022 heeft de rechtbank reeds geoordeeld dat het voorschot op de kosten van de deskundige door Bas-Bouw moet worden gedeponeerd.
2.4.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.5.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.6.
Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van de vragen zoals opgenomen in
rov. 3.1. van het vonnis van 5 oktober 2022:
ing. N. Loonen,
correspondentieadres: ABT Velp,
Postbus 82,
6800 AB Arnhem,
tel. 026-368 3111,
mail. info@abt.eu,
het voorschot
3.2.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 12.087,90,
3.3.
bepaalt dat Bas-Bouw B.V. het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.4.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.5.
bepaalt dat Bas-Bouw B.V. haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.7.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.8.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.9.
draagt de deskundige op om uiterlijk vier maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.10.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.11.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.12.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen:
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen gelijktijdig op een termijn van vier weken,
3.13.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH