Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 23,
- de conclusie van natwoord, tevens houdende eis in reconventie, met de producties 1 tot en met 3,
- de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op 18 april 2022 overgelegde producties 24 tot en met 31,
- de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingediende vermeerdering van eis in reconventie,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
2.De feiten
mijnbroer
de huidige echtgenote van mijn voornoemde broer:
- mijn (aandeel in een) woning en andere goederen te verkrijgen en te vervreemden;
- over te gaan tot het vestigen, wijzigen, opzeggen of afstand doen van beperkte
afstand te doen van alle zekerheden, welke dan ook, afstand te doen van privileges en
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
recht van bewoning’ dan wel van een ‘
huurrecht zonder schriftelijke huurovereenkomst’. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zijn blote stellingen niet nader onderbouwd en deze zijn door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] gemotiveerd betwist. De voorzieningenrechter overweegt dat het recht van gebruik en bewoning een vorm van vruchtgebruik is en zij moet daarom op dezelfde wijze als een recht van vruchtgebruik op een perceel worden gevestigd. Het recht van vruchtgebruik wordt op grond van artikel 3:98 BW jo. 3:89 BW gevestigd door inschrijving in de openbare registers van een voor vestiging bestemde notariële akte. Nu voorshands niet is gesteld of gebleken dat dit is gebeurd, acht de voorzieningenrechter dit ook niet aannemelijk. Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een recht van gebruik- en bewoning niet aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] kan tegenwerpen.
1.079,00
539,50(0,5 x € 1.079,00)