ECLI:NL:RBLIM:2023:2934
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor het oprichten van een bedrijfshal en gebruik ten behoeve van een hoveniers- en grondverzetbedrijf
Op 8 mei 2023 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bedrijfshal en het gebruik van een perceel voor een hoveniers- en grondverzetbedrijf. De eisers, wonend te [woonplaats], hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, dat op 28 september 2021 een omgevingsvergunning heeft verleend aan [naam vergunninghoudster]. De rechtbank oordeelt dat de ruimtelijke onderbouwing van de vergunning onjuist is, omdat deze uitgaat van een onjuiste beginsituatie. De ruimtelijke onderbouwing stelt dat de oppervlakte van het perceel waar de huidige bedrijfsactiviteiten plaatsvinden met 30% zal afnemen, maar de rechtbank concludeert dat de realisering van de aangevraagde activiteiten leidt tot een substantiële vermeerdering van de bedrijfsoppervlakte. Hierdoor is het bestreden besluit in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en komt het voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank draagt verweerder op om opnieuw op de aanvraag van vergunninghoudster te beslissen en veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan de eisers.