ECLI:NL:RBLIM:2023:2920

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
03.013960.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor beschadigen van meerdere auto’s in Kessel na onvoldoende bewijs

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962 en wonende in Kessel, heeft de rechtbank Limburg op 3 mei 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk beschadigen van meerdere auto’s in Kessel tussen 27 december 2020 en 16 januari 2021. De tenlastelegging omvatte drie feiten, waarbij de verdachte onder andere beschuldigd werd van het beschadigen van een Nissan Note, een Renault Kangoo en meerdere andere voertuigen. Tijdens de zitting op 19 april 2023 zijn de verdachte en haar advocaat verschenen, en zijn ook 51 benadeelde partijen gehoord. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor een veroordeling, verwijzend naar camerabeelden en aangiftes van de benadeelden. De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was en dat de aangiftes niet betrouwbaar waren.

De rechtbank heeft de zaak grondig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de bezwarende omstandigheden niet voldoende onderscheidend vermogen hadden om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank oordeelde dat de vele beschadigingen aan auto’s in Kessel niet specifiek aan de verdachte konden worden toegeschreven, gezien het feit dat Kessel een klein dorp is en de vernielingen op diverse plekken zijn gepleegd. De rechtbank volgde de officier van justitie niet in het betoog dat de verdachte ook verantwoordelijk kon worden gehouden voor beschadigingen die vóór haar aanhouding plaatsvonden, omdat de beschadigingen onderling verschillend waren en niet specifiek aan één dader konden worden toegeschreven.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de beschadigingen. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, en de rechtbank bepaalde dat de proceskosten voor de verdachte door de benadeelde partijen vergoed moesten worden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.013960.21
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 mei 2023
in de strafzaak tegen
[Verdachte] ,
geboren te [Geboortedatum] 1962,
wonende te [Adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B.M.R. te Baerts, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 april 2023. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun
standpunten kenbaar gemaakt.
Van de 51 benadeelde partijen zijn de volgende ter terechtzitting aanwezig:
- Dhr. [Slachtoffer 1]
- Dhr. [Slachtoffer 2]
- Dhr. [Slachtoffer 3]
- Mevr. [Slachtoffer 4] .
- Mevr. [Slachtoffer 5]
- Dhr. [Slachtoffer 6]
- Dhr. [Slachtoffer 7]
- Dhr. [Slachtoffer 8] en mevr. [Slachtoffer 9]
- Mevr. [Slachtoffer 10]
- Dhr. [Slachtoffer 11]
- Dhr. [Slachtoffer 12]
- Namens dhr. [Slachtoffer 13] : mevr. [Slachtoffer 14]
De verschenen benadeelde partijen zijn op de zitting gehoord. De rechtbank heeft alle vorderingen tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 27 december 2020 in Kessel een personenauto toebehorende aan [Slachtoffer 15] heeft beschadigd;
Feit 2:tussen 3 januari 2021 en 15 januari 2021 in Kessel 11 personenauto’s heeft beschadigd;
Feit 3:tussen 11 januari 2020 en 16 januari 2021 in Kessel 68 personenauto’s heeft beschadigd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, 2 en 3 tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie daartoe verwezen naar de aangifte, de camerabeelden en de herkenning van de verdachte op deze beelden.
Met betrekking tot de Skoda Fabia van [Slachtoffer 16] , de Daihatsu Cuore van [Slachtoffer 17] , de Renault Megane Scenic van [Slachtoffer 18] en de Mazda 2 van [Slachtoffer 6] van feit 2 verwijst de officier van justitie hiertoe naar de aangiftes, de vaststelling dat het snijvlak van verdachtes mes past in de krasschade van deze voertuigen en de omstandigheid dat verbalisanten meermaals een krassend geluid horen op het moment dat verdachte langs geparkeerde auto’s loopt.
Met betrekking tot de Renault Kangoo toebehorende aan [Slachtoffer 19] als genoemd onder feit 3 verwijst de officier van justitie naar de aangifte en de omstandigheid dat verbalisanten verse krasschade aantreffen op het voertuig nadat de verdachte langs dit voertuig is gelopen. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak met betrekking tot de Kia Carens van [Slachtoffer 20] (feit 3) nu er in het dossier geen aangifte van beschadiging van dit voertuig voorhanden is.
Ten aanzien van de overige tenlastegelegde onderdelen onder feiten 2 en 3 is door de officier van justitie aangevoerd dat enkel een aangifte voorhanden is, maar dat deze onderdelen alsnog bewezen kunnen worden verklaard door middel van schakelbewijs. Deze beschadigingen stemmen op essentiële punten overeen met de beschadiging van feit 1 en de overige beschadigingen van feit 2 die bewezen verklaard kunnen worden. Hiertoe verwijst zij naar de tijdstippen waarop en periodes waarin de beschadigingen plaatsvonden, waarbij er geen nieuwe beschadigingen zijn ontstaan in de periode dat de verdachte op vakantie was en nadat zij is aangehouden, de manier waarop de beschadigingen plaatsvonden, de omgeving waarin de beschadigingen plaatsvonden en het feit dat er op geen enkel moment gedurende het onderzoek een andere verdachte naar voren is gekomen. Bovendien was de modus operandi in essentie telkens hetzelfde.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit een integrale vrijspraak.
Ten aanzien van feit 1 heeft de verdediging aangevoerd dat op de camerabeelden geen vernieling is waar te nemen. Er is aldus onvoldoende bewijs voor een bewezenverklaring.
Ook ten aanzien van feit 2 dient vrijspraak te volgen nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. De waarnemingen van verbalisanten [Naam 1] en [Naam 2] mogen niet voor het bewijs gebezigd worden nu deze niet betrouwbaar zijn. Bovendien kan de conclusie van de verbalisanten dat bepaalde schade verse krasschade zou zijn niet worden meegenomen als bewijs, nu in meerdere gevallen is gebleken dat dit geen verse krasschade was. Ook het onderzoek aan de krasschade in relatie tot het onder verdachte in beslaggenomen mesje kan niet als bewijs worden gebruikt aangezien dit geen betrouwbaar onderzoek is.
Met betrekking tot feit 2 en 3 voert de raadsvrouw aan dat er geen sprake is van schakelbewijs. Ten aanzien van het voertuig waarvan de stoffen kap van het cabriodak is ingesneden en de voertuigen waarvan de ruitenwissers zijn afgebroken, de krassen niet rechtlijnig zijn of waarbij niet concreet is aangegeven waar de krasschade uit bestaat komt de wijze waarop de voertuigen zijn vernield op essentiële punten niet overeen met de overige vernielingen. Ten aanzien van de overige krassen geldt dat enkel het rechtlijnig bekrassen van voertuigen, wat geen unieke modus operandi is, onvoldoende is om toepassing van een schakelbewijsconstructie te rechtvaardigen. Ook zijn de feiten niet gepleegd binnen een beperkt gebied en een beperkte periode. Verdachte is in 2020 aantoonbaar veel korter op vakantie geweest dan in het dossier verwoord, zodat de stelling dat tijdens de afwezigheid van verdachte er geen auto’s zijn beschadigd, niet op gaat. Voorts zijn er ook na de aanhouding van verdachte opnieuw auto’s bekrast in Kessel. Een bewezenverklaring op grond van schakelbewijs is aldus niet mogelijk.
3.3
Vrijspraakoverweging
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit het dossier volgt dat het dorp Kessel al ongeveer een jaar lang voor de aanhouding van verdachte geteisterd werd door beschadigingen aan geparkeerde auto’s. Het dossier bevat meer dan 80 aangiftes. Deze beschadigingen betroffen doorgaans krassen in de lak, een aantal keren werden ruitenwissers vernield en een keer werd een snee gemaakt in een cabriodak. Lange tijd tastte de politie in het duister wie mogelijk verantwoordelijk was voor dit vandalisme. Daar kwam verandering in toen op camerabeelden te zien was dat een persoon met twee witte hondjes op 27 december 2020 ongeveer 10 seconden stilstond bij een auto waarvan later de achterruitenwisser bleek te zijn vernield. De persoon op die beelden was verdachte. Als dan op 14 januari 2021 weer nieuwe aangiftes binnenstromen en op camerabeelden te zien is dat verdachte op 13 januari 2021 (de vermoedelijke pleegdatum van voormelde aangiftes) met haar hondjes een woning passeert gelegen in een straat waar vernielingen zijn gepleegd, besluit de politie verdachte op 15 en 16 januari 2021 te volgen en te observeren tijdens haar avondwandeling met de hondjes. Verdachte loopt op 15 januari 2021 door straten waar later ook bekraste auto’s blijken te staan. Verdachte is op 16 januari 2021 aangehouden nadat de politie verdachte dicht langs geparkeerde auto’s had zien lopen, een reikende beweging met haar arm had zien maken en een krassend geluid had gehoord, bij een auto die later beschadigd bleek te zijn. Bij haar aanhouding had verdachte een breekmesje in haar jaszak, waarvan de punt een klein stukje was uitgeschoven, en het is heel wel mogelijk om met een dergelijk mesje lakschade te veroorzaken.
Voormelde omstandigheden kunnen in beginsel bezwarende omstandigheden zijn, al dan niet in onderling verband en samenhang bezien. De vraag is echter of deze bezwarende omstandigheden op de keper beschouwd wel bezwarend zijn, nu deze geen onderscheidend vermogen hebben om bij te dragen aan een eventuele bewezenverklaring.
Zo is de omstandigheid dat de vele beschadigingen van auto’s in de buurt van de woning van verdachte zijn gepleegd, zoals door de officier van justitie aangevoerd, nietszeggend. Kessel is een klein dorp. De vernielingen zijn gepleegd op diverse plekken in het dorp. Dat maakt dat het voor vrijwel iedere bewoner van Kessel geldt dat er in de buurt van zijn of haar woning auto’s zijn beschadigd.
Dit geldt ook voor het aantreffen van beschadigde auto’s op de wandelroute van verdachte. Kessel werd in die tijd al ruim een jaar geteisterd door deze vorm van vandalisme en uit het dossier komt naar voren dat vele benadeelden de ontstane schade aan de lak van hun auto niet laten herstellen. Het is dan heel goed mogelijk dat er op welke route door Kessel dan ook beschadigde auto’s worden aangetroffen. Dit alles zegt niets over de betrokkenheid van verdachte bij het ontstaan van de schade.
De rechtbank volgt de officier van justitie niet in haar betoog dat door middel van schakelbewijs ook de auto’s die vóór 15 januari 2021 beschadigd zijn aan verdachte kunnen worden toegerekend. Het bekrassen van auto’s is helaas een veel voorkomende vorm van vandalisme. De bekrassingen in dit dossier zijn onderling verschillend (rechte krassen en krassen gemaakt in een cirkelbeweging) en niet zodanig specifiek van aard dat zij alleen daarom aan slechts één dader toegeschreven kunnen worden.
Meer specifiek inzoomend op de bevindingen van 27 december 2020 overweegt de rechtbank het volgende.
Volgens de aangifte is de schade ontstaan tussen 27 december 2020 en 5 januari 2021. [1] Kort daarna meldt de aangever zich bij de politie en stelt dat de vernieling te zien is op de beelden van de bewakingscamera van de overbuurman van 27 december 2020. Uit het dossier blijkt niet of aangever de beelden heeft bekeken over de gehele periode waarin de vernieling gepleegd zou kunnen zijn (dus van 27 december tot en met 5 januari) of dat hij na het zien van de eerste verdachte omstandigheid is opgehouden met kijken. Uit het dossier blijkt ook niet of de politie daar navraag naar heeft gedaan of zelf de beelden over de gehele periode heeft bekeken.
Op de beelden van 27 december 2020 is te zien dat verdachte ongeveer 10 seconden stilstaat op de stoep voor een parkeerplaats waar de Nissan Note in kwestie staat geparkeerd. Verdachte staat met haar rug naar de camera voor de achterzijde van de Nissan Note. Niet te zien is dat verdachte de ruitenwisser vernielt of de afgebroken ruitenwisser in handen heeft of in de tuin gooit, waar hij later is aangetroffen. Niet uit te sluiten is dat zij wel de ruitenwisser afbreekt, maar dat maakt niet dat het feit wettig en overtuigend bewezen is nu de rechtbank op basis van het dossier niet kan vaststellen dat verdachte ook daadwerkelijk de ruitenwisser afbreekt. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank dat tevens niet is vast te stellen dat de vernieling op 27 december 2020 is gepleegd nu de mogelijke pleegperiode veel ruimer is en onduidelijk is of de aanwezigheid van verdachte bij de auto de enige verdachte omstandigheid in die gehele pleegperiode is geweest.
Meer specifiek inzoomend op de bevindingen van de politie van 15 en 16 januari 2021 overweegt de rechtbank het volgende.
Op 15 januari 2021 [2] wordt verdachte gevolgd als ze na het avondeten haar hondjes uitlaat. Er worden geen concrete verdachte gedragingen waargenomen. Wel wordt gezien dat verdachte erg langzaam loopt en dat het lijkt dat ze korte momenten stilstaat. Verdachte houdt zich zo’n 10 seconden op ter hoogte van de linkerzijde en de voorzijde van een Mitsubishi Colt die geparkeerd staat op de Keverbergstraat. Haar afstand tot de auto is minder dan een meter. Op een parkeerplaats aan de Koninginnelaan staat een Nissan Note geparkeerd. Gezien wordt dat verdachte ongeveer 5 seconden stilstaat bij deze auto. Niet gezien wordt wat zij daar doet.
Als verdachte weer thuis is, loopt de politie de wandelroute nog eens na. Langs de route worden dan een aantal bekraste auto’s aangetroffen, de hierboven reeds genoemde Mitsubishi Colt, een Renault Kangoo, de hierboven reeds genoemde Nissan Note, een Renault Scenic, een Daihatsu Cuore en een Skoda Fabia.
Mitsubishi ColtTer hoogte van de Keverbergstraat staat een Mitsubishi Colt (kenteken [nummer 1] ). Deze auto is rondom bekrast. Ook is er een kras op de motorkap. Deze kras is volgens de verbalisanten vers, vanwege de geconstateerde braampjes, zijnde een ophoping van weggekraste lak.
[Slachtoffer 3] doet aangifte van beschadiging van deze auto. [3] Hij geeft aan dat zijn auto 2 keer beschadigd is. De eerste keer van 3 op 4 januari 2021 en de tweede keer van 5 op 6 januari 2021. Die laatste keer zijn ook diepe krassen in een ronde beweging gezet op de motorkap. Hij zag dat de schilfers er nog zaten.
Renault KangooOp de Oeverbergstraat staat een Renault Kangoo. Aan de trottoirzijde zit een kras ter hoogte van het bijrijdersportier. Volgens de verbalisanten is het een verse kras, omdat er braampjes aan het einde van de kras te zien zijn, zijnde een ophoping van weggekraste lak.
[Slachtoffer 19] heeft aangifte gedaan van de beschadiging van deze Kangoo. Volgens de aangever moet deze schade ontstaan zijn tussen vrijdag 15 januari 2021 te 0.00 uur en zaterdag 16 januari 2021 te 14.00 uur. [4]
Nissan NoteVerbalisant [Naam 1] ziet een kras op de rechterbovenzijde van de kentekenplaat van de Nissan Note is. Deze kras is volgens [Naam 1] vers, omdat er nog braampjes (opgehoopte lak) aan het uiteinde van de kras zaten.
[Slachtoffer 15] doet rond 19.15 uur die avond (15 januari 2021) aangifte van de beschadiging van deze Nissan Note en zegt zeker te weten dat die kras er die middag nog niet was. [5]
Renault ScenicOp de Koninginnelaan treffen de verbalisanten ook een Renault Scenic aan met volgens de politie verse krassen (braampjes). [Slachtoffer 18] heeft aangifte gedaan. [6] Hij verklaart dat zijn auto tussen 4 januari 2021 te 17.50 uur en 5 januari 2021 te 08.45 uur is bekrast.
Daihatsu CuoreOp de Sint Ursulahof staat een Daihatsu Cuore met krassen aan de rechterzijde. Ook die krassen zijn volgens de verbalisanten vers, omdat ze braampjes zien. [Slachtoffer 17] heeft hiervan op 17 januari 2021 aangifte gedaan. Zij stelt dat de beschadiging heeft plaatsgevonden tussen 12 en 17 januari 2021. [7] Nu de schade door de politie op 15 januari 2021 geconstateerd is, moet deze dus veroorzaakt zijn in de periode van 12 tot en met 15 januari 2021.
Skoda Fabia
Op de Sint Ursulahof staat een Skoda Fabia met krassen op de motorkap en de zijkanten. Aan de linkerzijde zien de verbalisanten een verse kras. Er zaten braampjes aan het einde van de kras. [Slachtoffer 16] heeft van deze kras aangifte gedaan. Hij stelt dat de beschadiging moet hebben plaatsgevonden tussen 15 januari 2021 18.30 uur en 16 januari 9.30 uur. [8]
Uit de aangiftes met betrekking tot de Mitsubishi Colt en de Renault Scenic volgt dat de schade niet is veroorzaakt op 15 januari 2021, maar al ruim een week eerder. De rechtbank trekt hieruit de conclusie dat aan de interpretatie van de verbalisanten dat de op 15 januari 2021 door hen geconstateerde schade vers is, niet zonder meer gewicht kan worden toegekend.
De beschadigingen aan de Renault Kangoo, de Daihatsu Cuore en de Skoda Fabia zijn gelet op de data genoemd in de aangiftes mogelijk wel vers. De verbalisanten hebben echter geen verdacht gedrag van verdachte waargenomen (zoals even stilstaan of zeer dicht langs lopen), zodat niet vastgesteld kan worden dat verdachte deze beschadigingen heeft veroorzaakt.
Dit is anders bij de Nissan Note. Volgens aangever betreft dit zeer recente schade en gezien is dat verdachte enige tijd heeft stilgestaan bij deze auto. Nu echter niet is waargenomen dat verdachte daar enige handelingen heeft verricht op basis waarvan vastgesteld kan worden dat zij een kras op of naast de kentekenplaat heeft gezet, is ook hier geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden dat verdachte dit feit heeft gepleegd.
Op 16 januari 2021 [9] wordt verdachte wederom gevolgd als zij ’s avonds haar hondjes uitlaat. Uit het dossier volgt dat de politie minder afstand houdt dan bij de observatie van de dag ervoor.
[Naam 1] relateert dat zij ziet dat verdachte op de Keverbergstraat ter hoogte van de eerst geparkeerde auto haar pas inhoudt en hier zeer dicht langs loopt. Dit is een auto met kenteken [nummer 2] .
[Naam 2] relateert dat hij ziet dat verdachte een stuk verderop op de Keverbergstraat ter hoogte van een geparkeerde auto (ter hoogte van huisnummer 9) stil blijft staan. Hij ziet dat verdachte met een van haar armen richting de geparkeerde auto reikt. Op datzelfde moment hoort hij een krassend geluid. Ditzelfde herhaalt zich bij een andere aldaar geparkeerde auto met kenteken [nummer 3] .
[Naam 1] relateert dat verdachte ter hoogte van de [Adres 2] op minder dan een meter afstand voorbij liep langs een auto met kenteken [nummer 4] . Zij hoort op dat moment een krassend geluid.
Na deze constateringen wordt verdachte aangehouden. In haar jaszak zit een breekmesje. De punt van dit mesje is een klein stukje uitgeschoven.
De politie past de volgende dag dit mesje in de krassporen van de in het proces-verbaal van bevindingen van [Naam 2] en [Naam 1] genoemde auto’s, de Mercedes met kenteken [nummer 2] (in het dossier bevindt zich geen aangifte met betrekking tot deze auto), de Mazda 2 met kenteken [nummer 3] (van [Slachtoffer 6] ) en de Mazda 2 met kenteken [nummer 4] (van [Slachtoffer 22] ). Tevens wordt dit mesje gepast in de beschadigingen van de Skoda Fabia (van [Slachtoffer 16] ) en de Daihatsu Cuore (van [Slachtoffer 17] ) (waar de beschadiging gelet op de aangiftes en de constatering van de politie de dag ervoor op 15 januari 2021 heeft plaatsgevonden).
Uit de foto’s blijkt dat de krassporen lijken te matchen met het mesje. Aan dit gegeven kan in de visie van de rechtbank echter op zichzelf gezien geen doorslaggevende betekenis worden gehecht nu dit breekmesje een zeer generiek product is. Enkel kan op basis van de foto’s worden vastgesteld dat de krassen zijn veroorzaakt door een scherp voorwerp, met eenzelfde breedte/snijvlak als het mesje dat verdachte in haar jaszak had.
Mercedes [nummer 2]Met betrekking tot deze auto bevindt zich geen aangifte in het dossier. Daardoor is niet vast te stellen of de aangetroffen schade zeer recente schade is of al wat ouder. Dit betekent dat uit het door verdachte inhouden van de pas en zeer dicht langs de geparkeerde auto lopen niet de conclusie getrokken kan worden dat verdachte iets met het veroorzaken van deze schade van doen heeft.
Mazda 2 met kenteken [nummer 3][Slachtoffer 6] heeft aangifte gedaan van bekrassing van deze auto. [10] Hij heeft de kras voor het eerst gezien op 13 januari 2021. Hij kan niet met zekerheid zeggen of er nieuwe schade bij zit.
Dit is de auto waar verbalisant [Naam 2] op 16 januari 2021 over relateert dat hij ziet dat verdachte met een van de armen naar de auto reikt terwijl hij op datzelfde moment een krassend geluid hoort. Nu aangever echter verklaart dat deze kras al op 13 januari 2021 aanwezig was en hij niet met zekerheid kan zeggen of er nieuwe schade bij zit, kan niet vastgesteld worden dat verdachte op het moment dat [Naam 2] beschrijft, de auto heeft beschadigd.
Mazda 2 met kenteken [nummer 4][Slachtoffer 22] heeft aangifte gedaan van bekrassing van deze auto. [11] Deze kras moet gezet zijn tussen vrijdagmiddag 15 januari en zaterdag 16 januari 2021 te 19.11 uur. Dit is de auto waarover [Naam 2] relateert dat hij ziet dat verdachte met een van haar armen richting de auto reikt en hij op datzelfde moment een krassend geluid hoort. [Naam 1] relateert hierover dat zij ziet dat verdachte vlak langs deze auto loopt en dat zij op dat moment een krassend geluid hoort. Op basis van deze bewijsmiddelen kan geconcludeerd worden dat er voldoende wettig bewijs is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Bij de rechtbank ontbreekt echter - tegen de achtergrond van al hetgeen hiervoren al is overwogen - de overtuiging dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze beschadiging. Bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs zal verdachte ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Conclusie.
Uit voorgaande bewijsoverwegingen volgt dat de rechtbank bij geen van de aan verdachte ten laste gelegde beschadigingen aan auto’s de daadwerkelijke betrokkenheid van verdachte bij die beschadigingen kan vaststellen zodat de rechtbank de verdachte bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs van alle aan haar ten laste gelegde feiten zal vrijspreken.

4.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

In het strafproces hebben zich 51 benadeelde partijen gevoegd. Zij vorderen de volgende bedragen, bestaande uit materiële schade en te vermeerderen met de wettelijke rente:
1. [Slachtoffer 23] vordert een bedrag van € 986,15;
2. [Slachtoffer 24] vordert een bedrag van € 1.192,23;
3. [Slachtoffer 25] vordert een bedrag van € 538,45;
4. [Slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 1.074,12;
5. [Slachtoffer 26] vordert (na aanpassing) een bedrag van € 500;
6. [Slachtoffer 2] vordert (na aanpassing) een bedrag van € 275,65;
7. [Slachtoffer 27] vordert een bedrag van € 535,00;
8. [Slachtoffer 29] vordert een bedrag van € 0,00;
9. [Slachtoffer 28] vordert een bedrag van € 598,95;
10. [Slachtoffer 30] vordert (na aanpassing) een bedrag van € 210,00;
11. [Slachtoffer 31] vordert een bedrag van € 250,00;
12. [Slachtoffer 32] vordert een bedrag van € 698,78;
13. [Slachtoffer 19] vordert een bedrag van € 1.500,00;
14. [Slachtoffer 33] vordert een bedrag van € 1.624,06;
15. [Slachtoffer 3] vordert een bedrag van € 1.555,00;
16. [Slachtoffer 15] vordert een bedrag van € 643,38;
17. [Slachtoffer 34] vordert een bedrag van € 1.825,00;
18. [Slachtoffer 4] vordert (ter terechtzitting) een bedrag van € 2.009,40;
19. [Slachtoffer 35] vordert een bedrag van € 538,45;
20. [Slachtoffer 5] vordert een bedrag van € 1.167,65;
21. [Slachtoffer 36] vordert een bedrag van € 2.178,00;
22. [Slachtoffer 37] vordert een bedrag van € 0,00;
23. [Slachtoffer 38] vordert een bedrag van € 635,25;
24. [Slachtoffer 39] vordert een bedrag van € 1.496,77;
25. [Slachtoffer 40] vordert een bedrag van € 671,55;
26. [Slachtoffer 41] vordert een bedrag van € 592,90;
27. [Slachtoffer 42] vordert (na aanpassing) het eigen risico van € 250,00; ;
28. [Slachtoffer 43] vordert (na aanpassing) de nog nader te onderbouwen premieverhoging;
29. [Slachtoffer 6] vordert een bedrag van € 1.258,40;
30. [Slachtoffer 44] vordert een nog nader te onderbouwen schadebedrag;
31. [Slachtoffer 45] vordert een bedrag van € 0,00;
32. [Slachtoffer 46] vordert een bedrag van € 1.210,00;
33. [Slachtoffer 16] vordert een bedrag van € 1.500,00;
34. [Slachtoffer 47] vordert een bedrag van € 800,00;
35. [Slachtoffer 48] vordert een bedrag van € 417,64;
36. [Slachtoffer 49] vordert een bedrag van € 1.246,30;
37. [Slachtoffer 50] vordert een bedrag van € 300,00;
38. [Slachtoffer 51] vordert een bedrag van € 1.548,80;
39. [Slachtoffer 10] vordert een bedrag van € 1.162,21;
40. [Slachtoffer 52] vordert een bedrag van € 1.000,00;
41. [Slachtoffer 11] vordert een bedrag van € 1.090,00;
42. [Slachtoffer 53] vordert een bedrag van € 500,00.
43. [Slachtoffer 54] vordert een bedrag van € 768,35;
44. [Slachtoffer 55] vordert een bedrag van € 780,45;
45. [Slachtoffer 56] vordert een bedrag van € 2.398,00;
46. [Slachtoffer 57] vordert een bedrag van € 2.604,48;
47. [Slachtoffer 58] vordert een bedrag van € 671,55;
48. [Slachtoffer 59] vordert een bedrag van € 438,63;
49. [Slachtoffer 12] vordert een bedrag van € 980,10;
50. [Slachtoffer 13] vordert een bedrag van € 953,44;
51. [Slachtoffer 60] vordert een bedrag van € 250,00.
4.1
Het oordeel van de rechtbank
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde zullen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen zullen worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • bepaalt dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zijn;
  • veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. H.E.G. Peters en mr. G.H. Hermanides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.L.L. Ruijters, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 3 mei 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Ten aanzien van feit 1:
zij op of omstreeks 27 december 2020 te Kessel, gemeente Peel en Maas
opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (merk Nissan Note), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [Slachtoffer 15] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Ten aanzien van feit 2:
zij in of omstreeks de periode van 3 januari 2021 tot en met 15 januari 2021 te Kessel, gemeente Peel en Maas opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere auto's heeft vernield, te weten
- een Audi Q5, toebehorende aan [Slachtoffer 26] (blz. 382)
- een Honda Jazz, toebehorende aan [Slachtoffer 2] (blz. 392)
- een Renault Modus, toebehorende aan [Slachtoffer 61] (blz. 378 + 380)
- een Volkswagen Polo, toebehorende aan [Slachtoffer 38] (blz. 373)
- een Skoda Fabia, toebehorende aan [Slachtoffer 16] (blz. 438)
- een Daihatsu Cuore, toebehorende aan [Slachtoffer 17] (blz. 369)
- een Mitsubishi Colt, toebehorende aan [Slachtoffer 3] (blz. 341)
- een Renault Megane Scenic, toebehorende aan [Slachtoffer 18] (blz. 343)
- een Mazda 2, toebehorende aan [Slachtoffer 6] (blz. 367)
- een personenauto (Nissan Note), toebehorende aan [Slachtoffer 15] (blz. 315 + 440)
- een Mazda 2, toebehorende aan [Slachtoffer 22] (blz. 430)
, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Ten aanzien van feit 3:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 januari 2020 tot en met 16 januari 2021 te Kessel, gemeente Peel en Maas (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk meerdere auto's, te weten
- een Renault Kangoo, toebehorende aan [Slachtoffer 19] (blz. 445)
- een Hyundai Tucson, toebehorende aan [Slachtoffer 40] (blz. 428)
- een Ford S-Max, toebehorende aan [Slachtoffer 24] (blz. 426)
- een Mazda Cx-3, toebehorende aan [Slachtoffer 45] (blz. 412)
- een BMW 428i Xdrive en/of een Volkswagen Golf, toebehorende aan [Slachtoffer 4] (blz. 403 + 408)
- een Opel Astra-G-Cc x1, toebehorende aan [Slachtoffer 8] (blz. 401)
- een Kia Carens 2.0, toebehorende aan [Slachtoffer 20]
- een Kia Picanto, toebehorende aan [Slachtoffer 48] (blz. 365)
- een Suzuki Swift, toebehorende aan [Slachtoffer 1] (blz. 360)
- een Opel Astra, toebehorende aan [Slachtoffer 62] (blz. 356)
- een Seat Ibiza, toebehorende aan [Slachtoffer 63] (blz. 353)
- een Hyundai Kona, toebehorende aan [Slachtoffer 50] (blz. 349)
- een Volvo V40, toebehorende aan [Slachtoffer 58] (nr. 345)
- een Alfa Romei Giulietta, toebehorende aan [Slachtoffer 37] (blz. 337)
- een Skoda Rapid, toebehorende aan [Slachtoffer 47] (blz. 332)
- een Toyota Yaris, toebehorende aan [Slachtoffer 34] (blz. 334)
- een Seat Ibiza, toebehorende aan [Slachtoffer 30] (blz. 323)
- een Chevrolet Corvette Conver, toebehorende aan [Slachtoffer 64] (blz. 318)
- een Opel Astra Gtc, toebehorende aan [Slachtoffer 41] (blz. 311)
- een Kia Rio, toebehorende aan [Slachtoffer 65] (blz. 303)
- een Volvo S60, toebehorende aan [Slachtoffer 12] (blz. 301)
- een Mercedes Benz E 220 Cdi, toebehorende aan [Slachtoffer 57] (blz. 286)
- een Opel Astra, toebehorende aan [Slachtoffer 53] (blz. 280)
- een Seat Ibiza, toebehorende aan [Slachtoffer 10] (blz. 276)
- een Opel Corsa-E, toebehorende aan [Slachtoffer 66] (blz. 274)
- een Toyota Aygo en/of Mazda 2, toebehorende aan [Slachtoffer 5] (blz. 269)
- een Audi Q5, toebehorende aan [Slachtoffer 26] (blz. 266)
- een Renault Clio, toebehorende aan [Slachtoffer 43] (blz. 257)
- een Renault Twingo, toebehorende aan [Slachtoffer 32] (blz. 253)
- een Ford Fiesta, toebehorende aan [Slachtoffer 28] (blz. 249)
- een Skoda Fabia, toebehorende aan [Slachtoffer 16] (blz. 242)
- een Honda Civic, toebehorende aan [Slachtoffer 54] (blz. 238)
- een Toyota Aygo, toebehorende aan [Slachtoffer 59] (blz. 234)
- een Hyundai Ix35, toebehorende aan [Slachtoffer 42] (blz. 230)
- een Volkswagen Polo, toebehorende aan [Slachtoffer 67] (blz. 227)
- een Volvo v60, toebehorende aan [Slachtoffer 68] (blz. 224)
- een Opel Astra Gtc, toebehorende aan [Slachtoffer 69] (blz. 220)
- een Opel Corsa-C, toebehorende aan [Slachtoffer 70] (blz. 216)
- een Mercedes-Benz 316 Dci Sprinter en/of een Volkswagen Golf Plus, toebehorende aan [Slachtoffer 71] (blz. 63 + + 75 + 213)
- een Peugeot 307, toebehorende aan [Slachtoffer 7] (blz. 305)
- een Mini Cooper, toebehorende aan [Slachtoffer 36] (blz. 208)
- een Mazda 323f, toebehorende aan [Slachtoffer 44] (blz. 206)
- een Volvo S60, toebehorende aan [Slachtoffer 33] (blz. 202)
- een Mitsubishi Colt, toebehorende aan [Slachtoffer 72] (blz. 198)
- een Hyundai Tucson, toebehorende aan [Slachtoffer 27] (blz. 188)
- een Toyota Aygo, toebehorende aan [Slachtoffer 73] (blz. 193)
- een Seat Ibiza, toebehorende aan [Slachtoffer 74] (blz. 184)
- een Volkswagen Caddy Tdi, toebehorende aan [Slachtoffer 11] (blz. 447)
- een Toyota Yaris en/of een BMW X6 Xdrive35i, toebehorende aan [Slachtoffer 52] (blz. 140 + 170)
- een Ford Fiesta, toebehorende aan [Slachtoffer 35] (blz. 166)
- een Volkswagen Polo, toebehorende aan [Slachtoffer 56] (blz. 156)
- een Peugeot 208, toebehorende aan [Slachtoffer 75] (blz. 130)
- een Volkswagen Tiguan, toebehorende aan [Slachtoffer 60] (blz. 133)
- een Peugeot 206, toebehorende aan [Slachtoffer 49] (blz. 124)
- een Citroën Berlingo, toebehorende aan [Slachtoffer 25] (blz. 119)
- een Fiat 500, toebehorende aan [Slachtoffer 31] (blz. 112)
- een Citroën Xsara Picasso, toebehorende aan [Slachtoffer 51] (blz. 105)
- een Opel Corsa, toebehorende aan [Slachtoffer 76] (blz. 100)
- een Tesla model 3, toebehorende aan [Slachtoffer 77] (blz. 92)
- een Ford Fiësta, toebehorende aan [Slachtoffer 78] (blz. 95)
- een Opel Corsa, toebehorende aan [Slachtoffer 39] (blz. 85)
- een Kia Venga, toebehorende aan [Slachtoffer 79] (blz. 82)
- een Citroën Xsara Picasso, toebehorende aan [Slachtoffer 80] (blz. 78)
- een Hyundai Ix35, toebehorende aan [Slachtoffer 81] (blz. 71)
- een Peugeot 206, toebehorende aan [Slachtoffer 23] (blz. 67)
- een Peugeot 206, toebehorende aan [Slachtoffer 13] (blz. 60)
- een Jaguar Land Rover Range Rover Evo, toebehorende aan [Slachtoffer 29] (blz. 54)
- een Audi A1 Sportback, toebehorende aan [Slachtoffer 82] (blz. 39)
, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

Voetnoten

1.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 15] d.d. 15 januari 2021, pg. 315.
2.P.v. van bevindingen van verbalisanten [Naam 1] , [Naam 4] , [Naam 2] en [Naam 3] d.d. 16 januari 2021, pg. 500-503.
3.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 3] d.d. 3 januari 2021, pg. 341.
4.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 19] d.d. 21 januari 2021, pg. 445.
5.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 15] d.d. 15 januari 2021, pg. 440.
6.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 18] d.d. 17 januari 2021, pg. 343.
7.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 17] d.d. 17 januari 2021, pg. 369.
8.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 16] d.d. 17 januari 2021, pg. 438.
9.P.v. van bevindingen van verbalisanten [Naam 2] , [Naam 4] en [Naam 1] d.d. 16 januari 2021, pg. 522-524.
10.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 6] d.d. 17 januari 2021, pg. 367.
11.P.v. van aangifte van [Slachtoffer 22] d.d. 16 januari 2021, pg. 430.