ECLI:NL:RBLIM:2023:2840

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
1 mei 2023
Zaaknummer
03.190317.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen aanwezig hebben van hennep met vrijspraak voor invoer

Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het aanwezig hebben van ongeveer 125 kilogram hennep. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging dat hij deze hennep binnen het grondgebied van Nederland had gebracht. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat de vrachtwagen met hennep uit Spanje kwam, ondanks dat deze vrachtwagen een Spaans kenteken had. De verdachte was aanwezig bij het lossen van de pallets met snijbloemen waarin de hennep was verstopt, maar de rechtbank concludeerde dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van de vracht. De rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte opzettelijk aanwezig had van de hennep, omdat hij samen met anderen had gewacht op de aankomst van de vrachtwagen en betrokken was bij het lossen van de pallets. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 12 maanden op, rekening houdend met de ernst van het feit en de rol van de verdachte in het geheel. De rechtbank weigerde het verzoek van de verdediging om de voorlopige hechtenis op te heffen, gezien het risico op herhaling.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.190317.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. W.J.J. Lunsingh Tonckens, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 april 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] met het parketnummer 03.190414.21 en medeverdachte [medeverdachte 2] met het parketnummer 03.193986.21.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte in de periode van 6 juli 2021 tot en met 21 juli 2021 te Susteren samen met een ander of anderen (ongeveer) 125 kilogram hennep binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het feit wettig en overtuigend bewezen. Op grond van artikel 1 lid 4 van de Opiumwet is als verlengde invoer elke handeling strafbaar die is gericht op het verder vervoer, de opslag, de aflevering of ontvangst van goederen die binnen het grondgebied van Nederland zijn gebracht. De verdachten waren weliswaar niet betrokken bij het transport vanuit Spanje naar Nederland, maar hebben wel handelingen verricht die moeten worden gekwalificeerd als verlengde invoer. Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 2] zijn op heterdaad aangehouden, terwijl zij bezig waren met het omzetten van dozen met snijbloemen waarin hennep was verstopt. Die partij was kort daarvoor afgeleverd door een vrachtwagen. Uit het dossier volgt dat ze die nacht urenlang op de komst van deze vrachtwagen hadden gewacht. Uit de telefoongesprekken, de aanwezigheid van de verdachten en de brieven die aan verdachte zijn gestuurd waarin wordt gespeculeerd over handel in verdovende middelen en transporten volgt het opzet op de invoer van de verdovende middelen. De verklaring van verdachte dat hij naar de loods kwam zonder vragen te stellen en dacht dat het alleen snijbloemen waren, is volgens de officier van justitie volstrekt onaannemelijk, gelet op het voorafgaande berichtenverkeer via Signal.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het medeplegen van de verlengde invoer van 124 kilogram hennep. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken van wetenschap van verdachte dat de vrachtwagen uit het buitenland kwam en daarmee is er ook geen opzet op de invoer naar Nederland. Het betrof een vrachtwagen met een Nederlandse opdruk, een Nederlands kenteken en een Nederlandse chauffeur. Tevens is uit de bevindingen over de dagen voorafgaand aan de aanhouding ook niet van opzet op het medeplegen van de verlengde invoer gebleken. Daarbij komt dat verdachte niet wist dat er hennep tussen de bloemen verstopt zat. Hem was enkel gevraagd om een vrachtwagen te lossen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aanleiding van het onderzoek Sukerbole
In een ander opsporingsonderzoek rees het vermoeden dat twee loodsen en twee voertuigen die werden gebruikt door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een rol speelden bij de distributie van grote hoeveelheden cocaïne op vroege maandagochtenden. Naar aanleiding daarvan zijn deze loodsen geobserveerd. Op 19 juli 2021 zijn de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] in één van deze loodsen aangehouden, nadat hennep was gevonden in dozen met snijbloemen die een vrachtwagen uit Spanje zojuist had afgeleverd. Vervolgens zijn de woningen van de verdachte en beide medeverdachten doorzocht. Onder alle verdachten zijn telefoons in beslag genomen en in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] is veel contant geld aangetroffen. De rechtbank zal de relevante bevindingen uit dit onderzoek chronologisch presenteren, omdat de verschillende gebeurtenissen dan een duidelijke samenhang vertonen.
Bewijsmiddelen
Op maandag 19 juli 2021 te 12:55 uur werd de woning gelegen aan het [adres 1] te [woonplaats 1] , het woonadres van verdachte, ter inbeslagneming binnengetreden. Er werd onder andere een Apple Iphone 7 aangetroffen. Een verbalisant zag dat de gebruiker van deze telefoon middels de applicatie Signal chatberichten verstuurde en ontving met de gebruikersnaam [naam 1] . [2]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij deze gebruiker was en dat hij met [naam 2] heeft geappt. [3]
In deze telefoon stond verder onder meer:
- een Telegram contactpersoon genaamd ‘ [naam 3] ’ met de Telegram user id ‘ [id-nummer] ’;
- een contact met de naam ‘ [naam 3] ’ met hieraan het gekoppelde mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Ook onder medeverdachte [medeverdachte 1] werd een telefoon in beslag genomen. Uit onderzoek aan deze telefoon bleek dat:
- het aan het toestel gekoppelde mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] betrof;
- de applicatie Telegram geïnstalleerd was met user ID ‘ [id-nummer] ’. [4]
Bewijsoverwegingen
Uit dit onderzoek concludeert de rechtbank dat het contact [naam 3] en de bijnaam [bijnaam] verwijzen naar medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit het navolgende berichtenverkeer concludeert de rechtbank bovendien dat [naam 3] en [naam 4] dezelfde persoon zijn, omdat deze persoon geld komt ophalen bij verdachte. Uit het dossier blijkt niet wie de gebruiker met naam [naam 2] is. De rechtbank stelt dus het volgende vast:
 de gebruiker [naam 4] is medeverdachte [medeverdachte 1] ;
 de gebruiker [naam 1] is verdachte;
 de gebruiker [naam 3] is medeverdachte [medeverdachte 1] .
Bewijsmiddelen
Uit de berichten in de telefoon van verdachte blijkt – zakelijk weergegeven – als volgt: [5]
[naam 4] :
Timestamp: 16-7-2021 12:33:00 (UTC+2)
Moet weten of maandag gewerkt moet worden
[naam 4] :
Timestamp: 16-7-2021 12:33:06 (UTC+2)
Ik dacht van wel
[naam 1] (owner):
Timestamp: 16-7-2021 12:33:16 (UTC+2)
Ik dacht ook
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 16-7-2021 21:06:49 (UTC+2)
Kun je morgen iets voor me doen
[naam 1] (owner):
Timestamp: 16-7-2021 21:07:03 (UTC+2)
Ja zeg maar
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 16-7-2021 21:08:16 (UTC+2)
Er komt je iemand wat papieren brengen kun je die paar dagen bewaren voor me
[naam 1] (owner):
Timestamp: 16-7-2021 21:08:46 (UTC+2)
Ja is geen probleem
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 16-7-2021 21:09:06 (UTC+2)
Zal ik hem bij [bedrijf 1] laten Komen?
[naam 1] (owner):
Timestamp: 16-7-2021 21:09:21 (UTC+2)
Ja hoe laat
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 16-7-2021 21:10:41 (UTC+2)
15:00 oke?
[naam 1] (owner):
Timestamp: 16-7-2021 21:11:00 (UTC+2)
Maak maar afspraak ik kan de heele dag
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 16-7-2021 21:11:10 (UTC+2)
Oke stuur me ff token aub
[naam 1] (owner):
Timestamp: 16-7-2021 21:13:16(UTC+2)
Attachments:
#1: [bestandsnaam] (
de rechtbank: in het proces-verbaal is een foto weergegeven van een deel van een geldbiljet met een serienummer).
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 13:23:40 (UTC+2)
Ok laat je zo nog weten wat voor auto komt
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 14:39:27 (UTC+2)
Hij is er al
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 14:39:30 (UTC+2)
Ok ik ga nu
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 14:39:41 (UTC+2)
Vergeet de token niet
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 14:40:51 (UTC+2)
Zwarte Renault
(…)
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 14:43:30 (UTC+2)
Ik ben er
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 14:44:14 (UTC+2)
Stuur foto van waar je staat
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 14:45:25(UTC+2)
Tegen over [bedrijf 2] pakeerplaats [bedrijf 1] bij ingang pakeerplaats
(…)
Door de verbalisant werd onderzoek ingesteld om de locatie te achterhalen waar de overdracht van het vermoedelijke geldbedrag had plaatsgevonden om meer zicht te krijgen op de personen die hierbij betrokken waren. Daarbij kwam de locatie van de [bedrijf 1] [locatie] naar voren. Door de verbalisant werden bewakingsbeelden gevorderd bij de [bedrijf 1] [locatie] van 17 juli 2021. Navraag bij [bedrijf 1] [locatie] over de datum en tijdsinstellingen van het camerabewakingssysteem leerde dat de tijd van het camerasysteem 4 minuten achterliep op de werkelijke tijd. De hieronder genoemde tijdstippen die betrekking hebben op camerabeelden werden door de verbalisant omgerekend naar de werkelijke tijd (cameratijd + 4 minuten).
Op de beelden is het volgende te zien:
14:42 uur: een zwarte Renault rijdt de parkeerplaats van de [bedrijf 1] op. Dit voertuig is voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] . De Renault rijdt voorlangs de camera en verdwijnt vervolgens uit het zicht.
14:43 uur: een grijze Volkswagen Combi rijdt de parkeerplaats van de [bedrijf 1] op. Dit voertuig is voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] (
de rechtbank: uit een hiernavolgend bewijsmiddel – aangeduid in voetnoot 9 - blijkt dat de verdachte dit voertuig in deze periode gebruikt). Het voertuig rijdt voorlangs de camera en verdwijnt vervolgens uit het zicht van de camera. Even later verschijnt de voorkant van het voertuig kort in beeld en parkeert deze kennelijk achteruit uit het zicht van de camera in een parkeervak op de parkeerplaats van de [bedrijf 1] Belvedère.
14:46 uur: de zwarte Renault voorzien van het kenteken [kenteken 1] rijdt wederom de parkeerplaats van de [bedrijf 1] op. Het voertuig maakt dezelfde beweging over de parkeerplaats als het deed om 14:42 uur.
14:49 uur: de zwarte Renault voorzien van het kenteken [kenteken 1] verlaat de parkeerplaats van de [bedrijf 1] .
14:50 uur: de grijze Volkswagen Combi voorzien van het kenteken [kenteken 2] verlaat de parkeerplaats van de [bedrijf 1] . [6]
Voorts blijkt uit de berichten van de applicatie Signal van de Iphone 7 – zakelijk weergegeven – als volgt: [7]
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 14:48:30 (UTC+2)
Is geroggeld
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 14:50:31 (UTC+2)
Kun je ff natellen aub moet 124,200 zijn
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 15:30:30(UTC+2)
[bijnaam] komt t rond 17.30 bij je ophalen
(…)
[naam 4] :
Timestamp: 17-7-2021 16:07:51 (UTC+2)
Er zou 124 k bij jou liggen
[naam 4] :
Timestamp: 17-7-2021 16:08:05 (UTC+2)
Zou ik komen ophalen
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 16:08:35 (UTC+2)
Ik ben nog aant tellen
(…)
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 16:21:31(UTC+2)
123.85
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 16:23:23 (UTC+2)
350 tekort Dus
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 16:23:49 (UTC+2)
[bijnaam] komt die zo halen
(…)
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 16:24:50 (UTC+2)
Pak er 2300 vanaf voor jezelf
[telefoonnummer 2] [naam 2] :
Timestamp: 17-7-2021 16:25:30 (UTC+2)
2000 voor maandag 300 voor vandaag
[naam 1] (owner):
Timestamp: 17-7-2021 16:25:51 (UTC+2)
Oke
(…)
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat met ‘2000 voor maandag’ werd bedoeld dat hij € 2.000,00 kreeg voor wat hij op maandag 19 juli 2021 in de loods aan de [adres 2] in Susteren zou gaan doen. [8]
In de ochtend van 19 juli 2021 werden de camerabeelden van de [adres 2] in Susteren live uitgekeken vanaf 01.00 uur. Daarbij werd het volgende waargenomen: [9]
3.29
uur:
Bij het pand stopt een bestelwagen, merk Volkswagen, type Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Deze auto wordt herkend als het voertuig dat in gebruik is bij de verdachte [verdachte] . Vanaf de bijrijderszijde stapt een persoon uit die vermoedelijk via de zijdeur de loods betreedt. Vervolgens wordt van binnenuit de grote poort, aan de voorzijde van de loods, geopend. De bestelbus wordt de loods ingereden. De poort bleef tot aan de latere politie-interventie geopend. Te zien is vervolgens dat er op meerdere momenten in die loods twee personen in beeld komen. Een van die personen wordt herkend als de verdachte [verdachte] . De tweede persoon blijkt een blanke jongeman van rond de 21 jaar. Deze persoon werd op dat moment nog niet herkend. Echter bleek later dit de verdachte [medeverdachte 2] te zijn. Opvallend is dat beide personen ergens op lijken te wachten. Ze hebben nagenoeg continue in de deuropening van de grote rolpoort gestaan en kijken hierbij naar de weg waarbij het erop lijkt dat ze naar het naderend verkeer staan te kijken.
4.45
uur:
Bij het pand stopt een bestelbus/vrachtwagen, merk Mercedes Sprinter, voorzien van het kenteken [kenteken 3] . Dit voertuig wordt herkend als het voertuig in gebruik bij de verdachte [medeverdachte 1] . Deze auto rijdt via de geopende poort naar binnen en stopt binnen. Er stapt een man uit die wordt herkend als de verdachte [medeverdachte 1] . De drie aanwezigen blijven in de deuropening van de poort staan waarbij de gedrieën naar de weg kijken en waarbij het er sterk op lijkt dat de verdachten ergens op staan te wachten.
6.22
uur:
De verdachte [medeverdachte 1] stapt in zijn voertuig ( [kenteken 3] ). Verdachte rijdt weg vanaf de locatie en komt niet meer terug. De verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] blijven achter in de loods. Ze verschijnen vaker in de deuropening van de grote poort en kijken daarbij naar de weg.
8.54
uur:
Een vrachtwagen met aanhanger rijdt het terrein op. Deze vrachtwagen rijdt vanaf de rolpoort het bedrijfsterrein op, rijdt direct naar links en steekt vervolgens achteruit naar de geopende rolpoort. Te zien is dat er kennelijk twee mannen uit die vrachtwagen komen. Zij openen de achterdeur van de aanhangwagen. Vervolgens is te zien dat een heftruck die wordt bestuurd door de verdachte [medeverdachte 2] naar buiten komt rijden. In totaal worden drie pallets uit de vrachtwagen gehaald. Te zien is dat op deze pallets witte langwerpige dozen zijn gestapeld. Deze pallets worden de loods ingereden. Nadat de drie pallets zijn gelost worden de deuren van de vrachtwagen gesloten en verlaat deze het terrein.
In de loods werden [medeverdachte 2] en [verdachte] aangehouden.
Op vrijdag 19 juli 2021 te 09:20 uur werd de loods gelegen aan de [adres 2] te Susteren ter inbeslagneming binnengetreden. Tijdens de doorzoeking in deze loods werd daar onder andere een Volkswagen Combi voorzien van kentekennummer [kenteken 2] aangetroffen. Bij verder onderzoek van dit voertuig werd in de middenconsole van het dashboard een digitale gegevensdrager aangetroffen en inbeslaggenomen. Het betrof een mobiele telefoon van het merk Apple, type Iphone 8. Verbalisant ziet dat er op de dag van de doorzoeking 19 juli 2021 om 07.06.24 uur een inkomend gesprek plaats heeft gevonden van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] en om 09.06.07 uur een uitgaand gesprek plaats heeft gevonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Verbalisant ziet dat beide gesprekken als status ‘Answered’ hebben. Het telefoonnummer [telefoonnummer 3] staat bij de contacten opgeslagen onder de naam ‘ [naam 5] ’. [10]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de Iphone 8 die in zijn auto lag van hem is. Hij is om 07:06 uur is gebeld door medeverdachte [medeverdachte 1] en op 09:06 uur heeft hij gebeld naar medeverdachte [medeverdachte 1] . [11]
Tijdens de aanhouding van verdachte [medeverdachte 1] droeg deze onder meer een Samsung Galaxy A51s bij zich.
Verbalisant zag het volgende toestelgegeven:
Mobiele telefoonnummer: [telefoonnummer 1] .
Verbalisant trof o.a. het volgende gebruikersaccount aan in het toestel:
[gebruikersaccount] .
Op 19 juli 2021 om 11:28 werd er een schermopname van de mobiele telefoon vastgelegd. Het betreft een screenshot van een Signal chatgesprek met het tegencontact genaamd ‘ [naam 2] ’. Hierin is het navolgende vermeld:
[naam 2] : Hallo
[naam 2] : Complete?
Gebruiker: Zijn nog bezig
[naam 2] : Ok
Gebruiker: Foute boel
[naam 2] : Wat?
Gebruiker: Kom net aan hier ..vol met politie
[naam 2] : Fuck
[naam 2] : Grote?
Gebruiker: Jawel [12]
Kort na het betreden van de loods aan de [adres 2] in Susteren werden de hiervoor genoemde drie pallets met dozen in de loods aangetroffen waarbij 1 pallet nog op de heftruck stond. Om elke pallet was een wit plastic net aangebracht, kennelijk om te voorkomen dat de dozen van de pallet konden vallen. Van de meest linker pallet was reeds een deel van het plastic net verwijderd. Dit lag op de grond naast de pallet. Op elke pallet stonden 36 witte dozen opgestapeld. De dozen werden van de pallets geladen en onderzocht. Na opening van de dozen bleek dat alle dozen voorzien waren van snijbloemen. Bij het openen van de dozen bleken 62 van de 108 dozen gevuld te zijn met pakketten met zwarte zogenaamde strijkzakken. Na opening waren in de zwarte strijkzakken elk twee afzonderlijk in doorzichtige plastic verpakte pakketten zichtbaar inhoudende een groene op hennep gelijkende substantie. De verbalisant rook de hem ambtshalve bekende geur van hennep. [13]
Uit iedere pallet werden vijf pakketten onderzocht.
Gewicht per pakket:
Het bruto gewicht betrof 2,35 kilo.
Het netto gewicht betrof 2 kilo.
Door de verbalisanten werden alle vijftien pakketten onderzocht. Ieder pakket had als inhoud: groenkleurige plantdelen zijnde toppen van hennepplanten. Ambtshalve herkenden zij deze als hennep gelet op de specifieke geur, kleur en samenstelling van de groenkleurige plantdelen. [14]
Op maandag 19 juli 2021 is de [adres 3] te [woonplaats 2] doorzocht. Tijdens een gedeelte van deze doorzoeking was eveneens in de woning de aangehouden aldaar wonende en ingeschreven verdachte [medeverdachte 1] aanwezig. [15] Tijdens deze doorzoeking werden twee partijen contant geld aangetroffen en inbeslaggenomen. Het bedrag dat in de woonkamer werd aangetroffen betrof € 39.000,00. Het bedrag dat in de kelder werd aangetroffen betrof € 81.250,00. [16]
Bewijsoverwegingen
Aan verdachte is in de primaire variant ten laste gelegd dat hij - al dan niet samen met een ander of anderen - ongeveer 125 kilo hennep binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. Uit het dossier is gebleken dat de vrachtwagen, die door verdachte en zijn zoon medeverdachte [medeverdachte 2] werd gelost, uit Spanje afkomstig was. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet vastgesteld worden dat verdachte wist dat deze vrachtwagen uit Spanje kwam. Weliswaar bevond zich een Spaans kenteken op de vrachtwagen, maar de vrachtwagen had ook een Nederlands kenteken en een Nederlandse chauffeur. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde invoer van hennep.
Aan verdachte is voorts subsidiair ten laste gelegd dat hij ongeveer 125 kilo hennep opzettelijk aanwezig heeft gehad. De rechtbank stelt voorop dat voor het opzettelijk ‘aanwezig hebben’ van drugs als bedoeld in artikel 3 onder C van de Opiumwet is vereist dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze goederen, én dat deze goederen zich binnen zijn machtssfeer bevonden. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hebben in de dagen voorafgaand aan het lossen van de vrachtwagen contact gehad over ‘werken op maandag’. Verdachte heeft op zaterdag een contant geldbedrag van € 123.850,00 opgehaald en daarbij een gedeelte van een bankbiljet gebruikt als zogeheten ‘token’. Dit is een algemeen bekende manier van ondergronds bankieren. Hij heeft dit geldbedrag die dag thuis nageteld, daarvan € 2.000 afgehaald voor het lossen van drie pallets op maandag 19 juli 2021 (en € 300,00 ‘voor vrijdag’) en het restant vervolgens later die zaterdag afgegeven aan medeverdachte [medeverdachte 1] . Bij het lossen van die pallets, waarin hennep is aangetroffen, op 19 juli 2021 waren verdachte en zijn zoon medeverdachte [medeverdachte 2] aanwezig. Zij stonden voorafgaand de aankomst van de vrachtwagen, vroeg in de ochtend, urenlang te wachten bij de loods. Hoewel medeverdachte [medeverdachte 1] niet bij het lossen van de pallets aanwezig was, was hij wel voorafgaand daaraan aanwezig in de loods van 04:45 uur tot 06:22 uur en hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] om 07:06 uur en vlak na het lossen om 09:06 uur telefonisch contact gehad. Twee uur later meldt medeverdachte [medeverdachte 1] aan de vermoedelijke opdrachtgever [naam 2] dat het ‘foute boel’ is omdat het ‘vol met politie’ staat. Die middag wordt in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] € 120.250,00 aangetroffen, op € 1.300,00 na hetzelfde bedrag als verdachte twee dagen eerder aan medeverdachte [medeverdachte 1] had moeten afgeven. Naar het oordeel van de rechtbank betreft dit geldbedrag dan ook het geldbedrag dat verdachte eerder op 17 juli 2021 heeft opgehaald en waarover hij en medeverdachte [medeverdachte 1] via Signal contact hebben gehad.
Uit de hierboven beschreven gang van zaken volgt dat verdachte deel uitmaakt van een samenwerkingsverband waarin hij in opdracht van [naam 2] een groot contant geldbedrag ophaalt en overdraagt aan [medeverdachte 1] . Van dit grote geldbedrag mag verdachte 2000 zelf houden voor ‘maandag’ zijnde de dag dat het transport aankwam in de loods aan de [adres 2] te Susteren. [medeverdachte 1] was ook een deel van de nacht aanwezig in de loods tijdens het wachten op de aankomst van de vrachtwagen. Een dergelijke beloning past niet bij de verklaring van verdachte dat hem enkel is gevraagd een vrachtwagen uit te laden. De beloning voor het uitladen van een legale vracht zou substantieel minder zijn. Gelet op deze gang van zaken, in onderling verband en samenhang bezien concludeert de rechtbank dat verdachte op zijn minst de aanmerkelijke kans dat in de dozen op de pallets hennep aanwezig was bewust heeft aanvaard. Verdachte kon gelet op zijn aanwezigheid ter plaatse ook beschikken over de hennep. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze hennep opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Medeplegen
Uit het voorgaande volgt ook dat verdachte met anderen nauw en bewust heeft samengewerkt, waardoor sprake is van medeplegen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 19 juli 2021 te Susteren, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 125 kilogram hennep, een (grote) hoeveelheid, als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet juncto artikel 1 lid 2 van het Opiumwetbesluit, zijnde hennep een middel als bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 18 maanden. De officier van justitie ziet geen reden af te wijken van de richtlijnen van het Openbaar Ministerie. Verdachte was een gewaarschuwd man, nu hij eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, en heeft niet geleerd van zijn verleden. Voorts beroept hij zich grotendeels op zijn zwijgrecht en komt hij ter terechtzitting pas met een onwaarschijnlijk scenario. Tot slot vordert de officier van justitie de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, nu er een gedegen gevaar voor herhaling bestaat.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte een gevangenisstraf op te leggen niet hoger dan het voorarrest in combinatie met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en een maximale taakstraf. Indien verdachte terug dient te keren naar de gevangenis, wordt al het verrichte werk door de reclassering teniet gedaan. Bovendien is ook de maatschappij daar niet bij gebaat. Tot slot verzoekt de raadsman het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen, nu er geen ernstige vrees voor herhaling bestaat. Verdachte heeft wel degelijk geleerd van zijn verleden en is thans bezig met de reclassering om zijn leven op te bouwen en zijn bestaan vorm te geven zonder zich door anderen voor het karretje te laten spannen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft samen met anderen ongeveer 125 kilogram hennep voorhanden gehad. Gelet op de hoeveelheid aangetroffen drugs en de wijze waarop deze drugs werden aangetroffen, moet aangenomen worden dat deze bestemd waren voor de handel. De verspreiding van en handel in deze grote hoeveelheden gaat gepaard met vele andere vormen van criminaliteit en is een gevaar voor de volksgezondheid. Daarnaast gaat de drugshandel niet zelden gepaard met geweld, waardoor die handel ook een gevaar vormt voor de veiligheid. Bovendien gaat er van de georganiseerde drugshandel in toenemende mate een ondermijnend en corrumperend effect uit. Het handelen van verdachte heeft hieraan bijgedragen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS, die in het geval van het aanwezig hebben van 25 tot 250 kilogram softdrugs een gevangenisstraf van 12 maanden geeft als beginpunt van denken.
Uit verdachtes strafblad d.d. 6 maart 2023 blijkt dat hij in 2020 voor soortgelijke feiten onherroepelijk is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Deze veroordeling heeft verdachte er blijkbaar niet van weerhouden zich wederom schuldig te maken aan een dergelijk feit.
De verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven en lijkt zijn rol zelfs te bagatelliseren. Hij heeft op geen enkele wijze blijk gegeven de onjuistheid en verwijtbaarheid van zijn handelen in te zien of daarvoor ook maar enige verantwoordelijkheid genomen. Hij heeft juist getracht zijn eigen rol zo klein mogelijk te maken door te stellen dat hij te goed van vertrouwen is geweest en dus misbruikt is door anderen. Een dergelijke naïviteit past echter niet bij het strafblad van verdachte en de inhoud van het dossier. De rechtbank hecht daar dan ook geen geloof aan.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf van 12 maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank wijst het verzoek tot opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis af, nu de recidivegrond die tot voorlopige hechtenis heeft geleid onverkort aanwezig is. Dit concludeert de rechtbank op basis van het strafblad, de rol bij het bewezen delict en de proceshouding van de verdachte.
Ook wijst de rechtbank de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis af, nu de rechtbank daarvoor geen termen aanwezig acht.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en artikel 1 van het Opiumwetbesluit, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. van de Pasch, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. L.E.M. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C.G. Taranto, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 april 2023.
Buiten staat
Mr. N.P.J. van de Pasch en mr. L.E.M. Hendriks zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 6 juli 2021 tot en met 21 juli 2021 te Susteren, in de gemeente Echt-Susteren, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen/buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 dan wel artikel 1 lid 5 Opiumwet), in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (ongeveer) 125 kilogram hennep, althans een (grote) hoeveelheid, als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet juncto artikel 1 lid 2 van het Opiumwetbesluit, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Dienst Regionale Recherche, proces-verbaalnummer LBRAA2110-77 (dossier Sukerbole), gesloten d.d. 22 september 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 408.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2021, pagina 83-93.
3.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 12 april 2023.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2021, pagina 156-157.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2021, pagina 83-93.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 september 2021, pagina 150-155.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2021, pagina 83-93.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 12 april 2023.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli 2021, pagina 48-49.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 augustus 2021, pagina 61-65.
11.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 12 april 2023.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2021, pagina 113-115.
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2021, pagina 50-54.
14.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 21 juli 2021, pagina 55-57.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 108-109.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2021, pagina 110-112.