ECLI:NL:RBLIM:2023:2761

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
10412392 CV EXPL 23-1118
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot tijdelijke ontruiming en medewerking aan renovatiewerkzaamheden in kort geding

In deze zaak heeft de verhuurder, Stichting Woonpunt, in kort geding gevorderd dat de gedaagde partij medewerking verleent aan dringende onderhoudswerkzaamheden en renovatiewerkzaamheden aan de gehuurde woning. De procedure vond plaats op 26 april 2023, waarbij partijen een regeling troffen. De gedaagde partij verleent medewerking aan het renovatievoorstel, maar kiest ervoor om niet mee te werken aan de renovatie van de badkamer, het toilet en de keuken. De werkzaamheden die Woonpunt zal uitvoeren omvatten de vervanging van kozijnen, de meterkast en het aanbrengen van mechanische ventilatie. Deze werkzaamheden zullen binnen een periode van maximaal vijftien aaneengeschakelde werkdagen worden uitgevoerd, waarbij de werkzaamheden niet voor 09:30 uur beginnen. Indien de gedaagde niet voldoet aan de afspraken, zal zij het gehuurde tijdelijk moeten ontruimen. De kantonrechter heeft de vordering tot tijdelijke ontruiming voorwaardelijk toegewezen, aangezien de gedaagde zich niet verzet tegen de gewijzigde vordering van Woonpunt. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde gehouden is medewerking te verlenen op basis van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10412392 \ CV EXPL 23-1118
Vonnis in kort geding van 26 april 2023
in de zaak van
STICHTING WOONPUNT,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: Woonpunt,
gemachtigde: mr. M.P.H. van Wezel,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. S.E.G.N. Schnabel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 3 april 2023 met producties 1 tot en met 8;
- het hieronder weergegeven proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 17 april 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling

2.1.
Verschenen zijn:
  • namens Woonpunt [naam] , aldaar werkzaam als jurist, bijgestaan door haar gemachtigde mr. Van Wezel;
  • [gedaagde] in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde mr. Schnabel.
Partijen hebben ermee ingestemd dat van hun verklaringen geen door hen ondertekend proces-verbaal wordt opgemaakt en dat deze in het vonnis worden opgenomen.
2.2.
Na bespreking van de zaak verklaren partijen het eens te zijn geworden over het volgende:
[gedaagde] verleent medewerking aan het renovatievoorstel van Woonpunt zoals opgenomen in productie 3 bij de dagvaarding.
[gedaagde] kiest niet voor renovatie van de badkamer, het toilet en de keuken van het gehuurde.
Woonpunt zal de volgende werkzaamheden verrichten aan het gehuurde: vervanging van de kozijnen, vervanging van de meterkast en het aanbrengen van de mechanische ventilatie.
De werkzaamheden onder 3 nemen vijf werkdagen in beslag en worden uitgevoerd binnen een periode van maximaal vijftien aaneengesloten werkdagen. De werkzaamheden vangen niet aan vóór 09:30 uur.
Woonpunt communiceert aan [gedaagde] de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen.
Als [gedaagde] niet voldoet aan hetgeen dat is vermeld onder 1, dan zal zij het gehuurde tijdelijk ontruimen met al degenen die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden en al hetgeen zich daarin vanwege [gedaagde] bevindt, zodat Woonpunt de werkzaamheden kan uitvoeren die genoemd zijn onder 3. Tijdelijk wil zeggen voor de duur van de uitvoering van de werkzaamheden, welke duur in beginsel een periode betreft van vijftien werkdagen en voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden.
Iedere partij draagt haar eigen proceskosten.
2.3.
Woonpunt wijzigt haar vordering tot hetgeen [gedaagde] krachtens deze afspraken verschuldigd is en verzoekt de gevorderde ontruiming voorwaardelijk uit te spreken. [gedaagde] verzet zich niet tegen toewijzing van de gewijzigde vordering.
2.4.
Partijen verklaren ermee in te stemmen dat vonnis wordt gewezen.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] huurt van Woonpunt de woning aan de [adres] te [plaats] (hiervoor en hierna: het gehuurde).
3.2.
Woonpunt vordert – samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
[gedaagde] zal veroordelen:
om medewerking te verlenen aan alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn in verband met de werkzaamheden als beschreven in de folder “Renovatie 105 woningen Caberg” en als beschreven in de dagvaarding, deze te gehengen en gedogen en daartoe gelegenheid en toegang tot de woning te geven, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
om het gehuurde onmiddellijk na betekening van dit vonnis, tijdelijk, dat wil zeggen voor de duur van de uitvoering van de werkzaamheden (welke duur in beginsel een periode betreft van vijftien werkdagen en voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden), te ontruimen met al degenen die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden en al hetgeen zich daarin vanwege [gedaagde] bevindt, zodat Woonpunt alle werkzaamheden kan uitvoeren die noodzakelijk zijn om de in de hiervoor genoemde brief en dagvaarding vermelde werkzaamheden te verwezenlijken.
Subsidiair
een zodanige beslissing zal nemen als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren.
Primair en subsidiair
[gedaagde] zal veroordelen in de proces- en nakosten.
3.3.
Woonpunt legt aan haar vorderingen de stelling ten grondslag dat [gedaagde] is gehouden medewerking te verlenen aan de uitvoering van de dringende onderhoudswerkzaamheden op grond van artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De verplichting om medewerking te verlenen aan de renovatiewerkzaamheden volgt uit artikel 7:220 lid 2 en lid 3 BW.
3.4.
Gehoord de standpunten van partijen, overweegt de kantonrechter als volgt. Woonpunt heeft geen belang meer bij haar vordering tot hetgeen [gedaagde] krachtens de gemaakte afspraken verschuldigd is nu partijen daarover tijdens de mondelinge behandeling overeenstemming hebben bereikt. De vordering om de gevorderde ontruiming voorwaardelijk uit te spreken, zal worden toegewezen nu [gedaagde] zich daartegen niet heeft verzet.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] de woning aan de [adres] te [plaats] te ontruimen zoals bedoeld onder 6 van 2.2., indien en zodra [gedaagde] niet voldoet aan hetgeen onder 1 van 2.2. is opgenomen,
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.
CL