ECLI:NL:RBLIM:2023:2722

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
03.338019.22, 03.300387.22, 03.283563.22 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens diefstal en oplichting met diverse modus operandi

In deze strafzaak heeft de rechtbank Limburg op 25 april 2023 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan drie diefstallen, vier oplichtingen en een poging tot oplichting. De verdachte hanteerde daarbij twee verschillende modus operandi. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten, de hardnekkige recidive en het feit dat de verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 11 april 2023, waar de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie heeft de verdachte beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het oplichten van medewerkers van verschillende horecagelegenheden en supermarkten door zich voor te doen als een vaste klant of een medewerker van een restaurant. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 november 2022 een medewerkster van restaurant '[restaurant 1]' heeft opgelicht en de fooienpot heeft gestolen. Daarnaast heeft hij op 21 november 2022 een papierversnipperaar gestolen bij [supermarkt 1] en op 29 november 2022 een medewerker van [winkel] opgelicht. De verdachte heeft ook geprobeerd een airfryer te retourneren zonder bon bij [supermarkt 1] en heeft op 4 december 2022 een opbergbankje geprobeerd te retourneren bij [supermarkt 1] te Nuth. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle tenlastegelegde feiten en heeft de vordering van de benadeelde partij [medewerker 2] tot schadevergoeding van € 50,00 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers : 03.338019.22, 03.300387.22, 03.283563.22 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen te [adres 1] ,
gedetineerd in P.I. [naam] , locatie [plaats] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. C. Mohr, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 11 april 2023. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlasteleggingen

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
03.338019.22
feit 1, feit 4 en feit 5:telkens een persoon heeft opgelicht;
feit 2 en feit 3:(winkel)diefstal heeft gepleegd;
feit 6:heeft geprobeerd een persoon op te lichten;
03.300387.22
een persoon heeft opgelicht;
03-283563-22
winkeldiefstal heeft gepleegd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
03.338019.22
De officier van justitie acht bewezen dat de verdachte op 20 november 2022 een medewerkster van het restaurant ‘ [restaurant 1] ’, [medewerker 1] , heeft opgelicht en de fooienpot van dit restaurant heeft gestolen, zoals ten laste is gelegd onder de feiten 1 en 2. Voor het bewijs heeft de officier van justitie verwezen naar de aangifte van [medewerker 1] en de herkenning van de verdachte op de camerabeelden, waarop de diefstal van de fooienpot duidelijk is te zien. Voorts wijst de officier van justitie op de
modus operandi, omdat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde vrijwel dezelfde werkwijze heeft gehanteerd als de werkwijze die hij heeft gehanteerd bij het onder parketnummer 03-300387-22 ten laste gelegde.
De officier van justitie acht ook de feiten 3 tot en met 6 bewezen. Voor het bewijs heeft de officier van justitie verwezen naar de aangiftes, de herkenning van de verdachte op de camerabeelden door diverse verbalisanten en de door de verdachte gehanteerde
modus operandi, omdat de verdachte bij het plegen van de feiten 3 tot en met 6 nagenoeg dezelfde werkwijze heeft gehanteerd.
03-300387-22
De officier van justitie acht bewezen dat de verdachte op 13 november 2022 [medewerker 2] heeft opgelicht en heeft daarbij verwezen naar de aangifte, de herkenning van de verdachte op de camerabeelden en de eerdergenoemde
modus operandi.
03-283563-22
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. De verdachte is weliswaar langs de kassa gelopen zonder zijn boodschappen af te rekenen, maar het kan niet worden uitgesloten dat de verdachte zijn boodschappen alsnog bij de servicebalie wilde afrekenen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle feiten. Daartoe heeft zij aangevoerd dat, voor zover het dossier al camerabeelden van de ten laste gelegde feiten bevat, die camerabeelden onduidelijk zijn en de verdachte daarop niet kan worden herkend. De verdachte heeft verklaard dat hij zich niet herkent op de camerabeelden. Meer in het bijzonder heeft de raadsvrouw over de feiten het volgende aangevoerd.
03.338019.22
Over feit 1:; Op de camerabeelden is niet te zien dat [medewerker 1] daadwerkelijk € 15,00 aan de verdachte heeft overhandigd.
Ten aanzien van feit 2: Het procesdossier bevat geen bewijsmiddel waaruit blijkt dat € 50,00 in de fooienpot zat.
Ten aanzien van feit 4: De verdachte is niet kaal , terwijl op het screenshot van de camerabeelden een kale man is te zien.
03-300387-22
Er kan niet worden bewezen dat de verdachte daadwerkelijk het briefgeld in ontvangst heeft genomen.
03-283563-22
Het procesdossier bevat onvoldoende bewijsmiddelen om tot een bewezenverklaring te komen nu de verdachte de winkel niet heeft verlaten zonder de boodschappen af te rekenen. De verdachte wilde zijn boodschappen afrekenen bij de servicebalie, waar hij ook tabak wilde kopen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
03.338019.22 [1]
Feiten 1 en 2
[eigenaar] , eigenaar van het restaurant ‘ [restaurant 1] ’ te Heerlen, heeft aangifte gedaan van oplichting. Eén van zijn medewerkers werd op 20 november 2022 gebeld door een man met de vraag of zij de voordeur kon opendoen, omdat hij een ongeluk had gehad en hulp nodig had. De medewerkster opende hierop de deur. De man vroeg om geld om de schade als gevolg van het ongeluk snel af te handelen. Op de camerabeelden die aangever heeft bekeken, heeft hij gezien dat de man de fooienpot pakte en onder zijn jas stopte. In de fooienpot zat ongeveer € 50,00. Vervolgens kreeg de man ook nog € 15,00 van de medewerkster en verliet hij het pand. [2]
De medewerkster die op 20 november 2022 in het voornoemde restaurant werkzaam was, [medewerker 1] , verklaarde bij de politie dat de man zei dat hij een vaste klant was en een Grieks restaurant had. De man vroeg of hij in het restaurant met haar telefoon zijn broer mocht bellen, omdat hij een ongeluk had gehad en zijn broer mogelijk geld kon komen brengen. De man toonde een visitekaartje van een Grieks restaurant. Hij belde zijn broer en zei daarna dat het te lang zou duren voordat zijn broer kwam. De man bleef aandringen om hem geld te geven, waarop [medewerker 1] hem € 15,00 heeft gegeven. [3]
Verbalisant [verbalisant 1] bekeek op 3 december 2022 een screenshot van de camerabeelden van het restaurant ‘ [restaurant 1] ’ en herkende [verdachte] (de verdachte). [4]
Verbalisant [verbalisant 2] bekeek de camerabeelden met geluid van het restaurant ‘ [restaurant 1] ’ en herkende onmiddellijk de verdachte. Hij zag dat achter de bar een vrouw stond en dat de verdachte een telefoon bij zijn linkeroor hield. De verdachte pakte een gele pot en stopte die onder zijn jas. De verdachte gaf de telefoon terug aan de vrouw en sprak nog even met haar. De verdachte zei tegen haar: “kijkt u maar wat u kunt missen”. [5]
Feit 3
[medewerker 3] , werkzaam bij de [supermarkt 1] gelegen aan de [adres 2] in Heerlen, heeft aangifte gedaan van diefstal van een papierversnipperaar. Op 21 november 2022 was zij werkzaam in de [supermarkt 1] toen er een man bij haar aan de kassa kwam. Hij zei dat hij een ‘surpriseavond’ had gehad en dat zijn dochter voor hem een papierversnipperaar had gekocht. Hij wilde deze papierversnipperaar terugbrengen maar hij had geen bon. Aangeefster zei dat ze hem geen geld terug kon geven zonder bon. De man liep met de papierversnipperaar de winkel uit. Aangeefster bekeek vervolgens de camerabeelden en zag daarop de man zonder de papierversnipperaar de winkel inlopen. Van de camerabeelden waarop de man is te zien, is een foto gemaakt die zij bij de aangifte heeft gevoegd. [6]
Verbalisant [verbalisant 3] bekeek op 29 november 2022 voornoemde foto en herkende de verdachte aan zijn haardracht, baard en postuur. Ook herkende de verbalisant de gebezigde
modus operandi. [7]
Feit 4
[medewerker 4] was op 5 december 2022 werkzaam bij [winkel] te Heerlen. Er kwam een man binnen. De man liep naar een hoekje achter in de winkel. Vervolgens sprak hij [medewerker 4] aan. Hij zei dat hij werkzaam was bij restaurant ‘ [restaurant 2] ’ te Heerlen en dat hij afgelopen vrijdag op een ‘surpriseavond’ dagcrème van het merk [merk 1] ’ ter waarde van € 36,92 had gekregen. De man zei dat hij dit product niet gebruikte en vroeg of hij voornoemd product zonder bon terug mocht geven. Hij liep naar zijn auto om het te gaan halen. Even later kwam hij terug, toonde het product en kreeg het geld terug. [8]
Verbalisant [verbalisant 1] bekeek op 5 december 2022 een screenshot van de camerabeelden aangeleverd door aangever, en herkende de verdachte hierop aan zijn wenkbrauwen en haardracht. Ook herkende de verbalisant de
modus operandi. [9]
Verbalisant [verbalisant 4] bekeek op 8 december 2022 de camerabeelden van [winkel] en zag dat een man een product uit een schap pakt. De man verwijderde de beveiliging van het product en stopte het product in zijn rechterbroekzak. [10]
Feit 5
[medewerker 5] was op 2 december 2022 werkzaam bij de [supermarkt 1] aan de [adres 3] te Heerlen. Zij werd benaderd door een man die zei dat hij werkzaam was bij ‘ [restaurant 3] ’ te Heerlen. De man gaf haar een visitekaartje van dit restaurant. De man zei dat [medewerker 5] een gratis pizza zou krijgen wanneer zij bij de pizzeria zou komen. De man vertelde verder dat hij een ‘surpriseavond’ had gehad en daar een airfryer had gekregen ter waarde van € 59,99. Hij had geen bon meer en wilde de airfryer retourneren. [medewerker 5] overhandigde € 60,00 aan de man en de man verliet de winkel. [medewerker 5] bekeek de camerabeelden en zag dat de man zonder de airfryer de winkel binnen was gekomen. [11]
Verbalisant [verbalisant 5] bekeek op 5 december 2022 een screenshot van de camerabeelden van de [supermarkt 1] en herkende de verdachte hierop aan zijn grote inhammen op zijn hoofd, zijn donkere en dikke wenkbrauwen en aan zijn grote en spitse neus. [12]
Verbalisant [verbalisant 2] bekeek de camerabeelden van de [supermarkt 1] aan de [adres 3] te Heerlen van 2 december 2022. Hij zag dat een persoon die bij hem ambtshalve bekend is als de verdachte zonder goederen de winkel inliep. Vervolgens zag hij de verdachte met een doos in zijn handen naar de kassa lopen. Een medewerker van de [supermarkt 1] ging achter de kassa zitten, een klep sprong open, vermoedelijk de kassalade, de medewerker gaf iets aan de verdachte en de verdachte verliet de winkel. [13]
Feit 6
[medewerker 6] is werkzaam bij de [supermarkt 1] te Nuth. Op 4 december 2022 kwam een man binnen. De man wilde bij de kassa zonder bon een opbergbankje ter waarde van € 64,99 retourneren. De kassamedewerkster vertrouwde het niet en heeft daarom geen geld uitgekeerd, waarna de man het opbergbankje heeft achtergelaten en de winkel uit is gelopen. [14]
Verbalisant [verbalisant 3] bekeek de camerabeelden van de [supermarkt 1] te Nuth van
4 december 2022. Hij zag dat een man kwam aanlopen met een groot wit voorwerp in zijn handen. De man zette het voorwerp op de grond en liep naar een medewerker. Vervolgens liep de man naar de kassa en voerde een gesprek met de kassamedewerker. Kort daarna verdween de man uit beeld en liep hij de winkel uit. [15] Verbalisant [verbalisant 3] herkende de verdachte op voornoemde camerabeelden aan zijn gezicht en lichaamstaal. [16]
03-300387-22 [17]
Op 13 november 2022 was [medewerker 2] aan het werk in café [café] te Heerlen. Er klopte een man op de deur en [medewerker 2] deed de deur open. De man zei dat er was ingebroken in de brillenzaak. Het slot was opengebroken. De man had slotenmaker [slotenmaker] gebeld om een nieuw slot te laten zetten en kwam € 50,00 tekort om de slotenmaker te betalen. De man vroeg om de telefoon van [medewerker 2] om zijn baas te melden dat hij te weinig geld had. De man belde zijn baas en zei in het gesprek dat hij [medewerker 2] zou vragen om het geld te lenen. De baas zou cadeaubonnen en het geleende geld voor [medewerker 2] meenemen. Hij heeft geen gesprek gevoerd, want [medewerker 2] zag later op haar telefoon in het scherm geen vermelding van de gespreksduur. Zij gaf de man vervolgens 1 briefje van € 20,00 en 3 briefjes van € 10,00.
Verbalisant [verbalisant 6] ontving van de uitbater van de [café] camerabeelden. [verbalisant 6] zag op de beelden dat [medewerker 2] in gesprek was met een man. [medewerker 2] pakte iets met een rode verpakking en overhandigde dit aan de man. [verbalisant 6] zag dat de man briefgeld of iets dat daarop op leek in zijn linkerhand had. [medewerker 2] verklaarde later in een gesprek met [verbalisant 6] dat hetgeen [verbalisant 6] in de linkerhand van de man had gezien haar briefgeld moet zijn geweest. [verbalisant 6] herkende de man op de camerabeelden als de verdachte. [18] Ook de verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 2] herkenden de verdachte op de camerabeelden van de [café] . [19]
03-283563-22 [20]
[medewerker 7] , werkzaam bij [supermarkt 2] te Landgraaf zag op 2 november 2022 een man die een tas gevuld had met goederen uit de winkel. De tas hing aan de haak aan de voorzijde van de winkelwagen. De man betaalde enkele goederen en liep vervolgens door naar de servicebalie. De man had de tas met goederen niet afgerekend bij de balie. De verkoopwaarde van de goederen in de tas was in totaal € 77,62. [21]
Ter terechtzitting van 11 april 2023 heeft de verdachte verklaard dat hij op 2 november 2022 in de [supermarkt 2] te Landgraaf was om boodschappen te doen voor zichzelf en zijn buurman. Hij had alleen de boodschappen voor de buurman bij de kassa afgerekend.
Bewijsoverwegingen
Modus operandi
De rechtbank stelt voorop dat uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat voor het bewijs dat verdachte een bepaald feit heeft begaan, het gebruik van aan andere ten opzichte van verdachte bewezen verklaarde en soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen, als ondersteunend schakelbewijs is toegelaten. Daarbij is vereist dat (i) de wijze waarop het feit is begaan (‘
modus operandi’) op essentiële punten overeenkomt met de wijze waarop het feit waar de bewijsmiddelen als schakelbewijs worden gebruikt, is begaan en (ii) de betrokkenheid van de verdachte bij beide feiten voldoende aannemelijk is.
In deze zaak is de rechtbank van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat bij de ten late gelegde feiten twee
modus operandidoor de verdachte zijn gebruikt.
De verdachte heeft bij twee feiten (feiten 1 en 2 van parketnummer 03.338019.22 en het onder parketnummer 03-300387-22 ten laste gelegde) aangebeld bij een restaurant/café dat op dat moment was gesloten. De medewerkers hebben de deur voor de verdachte opengedaan. De verdachte heeft in beide gevallen tegen een medewerker gezegd dat er een spoedgeval was, te weten respectievelijk een ongeval en een inbraak, en dat hij met spoed geld nodig had. Vervolgens heeft de verdachte gedaan alsof hij belde met respectievelijk zijn broer en zijn baas. De verdachte heeft vervolgens aan de medewerkers gevraagd geld voor te schieten om respectievelijk de schade te betalen en de slotenmaker te betalen, en beloofde hen een tegenprestatie.
Bij de overige feiten is de verdachte naar winkels gegaan en heeft hij gevraagd of hij producten zonder bon mocht retourneren, hetgeen bij de feiten 4 en 5 van parketnummer 03.338019.22 is gelukten bij de feiten 3, 6 van parketnummer 03.338019.22 en bij het feit onder parketnummer 03-283563-22 niet is gelukt. De verdachte heeft in de winkel steeds verteld dat hij eigenaar was van een horecazaak en dat hij tijdens een ‘surprise avond’ een product had gekregen. Vervolgens heeft hij telkens gevraagd of hij het product kon retourneren zonder bon (feiten 3 tot en met 5). De verdachte heeft verder tegen de medewerkers van de winkels gezegd dat hij gratis broodjes zou leveren dan wel dat de medewerkers gratis pizza mochten komen halen (feiten 4 en 5).
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de hiervoor genoemde
modus operandivoldoende herkenbaar, specifiek, soortgelijk, uniek zijn om de conclusie te rechtvaardigen dat zij op essentiële punten overeenkomen, en dat voldoende aannemelijk is dat de verdachte hierbij was betrokken.
Hieronder wordt per feit beschreven hoe de rechtbank tot een bewezenverklaring van dat feit komt.
03.338019.22
Feiten 1 en 2
Uit de bewijsmiddelen blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte op 20 november 2022 heeft aangebeld bij het restaurant ‘ [restaurant 1] ’. De verdachte heeft zich voorgedaan als vaste klant en eigenaar van een restaurant door middel van het tonen van een visitekaartje van een Grieks restaurant. Gelet op de
gehanteerde modus operandi, zoals hiervoor beschreven acht de rechtbank ook bewezen dat de verdachte in strijd met de waarheid tegen [medewerker 1] heeft gezegd dat hij een ongeluk heeft gehad. Vervolgens heeft hij een fictief telefoongesprek gevoerd met zijn broer. [medewerker 1] , de medewerker van voornoemd restaurant, heeft de verdachte vervolgens € 15,00 gegeven. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan oplichting van [medewerker 1] , zoals ten laste gelegd onder feit 1. Nu op de camerabeelden, blijkens de beschrijving daarvan, duidelijk is te zien dat de verdachte een pot onder zijn jas heeft gestopt, acht de rechtbank voorts bewezen dat de verdachte de fooienpot van voornoemd restaurant heeft gestolen, zoals onder feit 2 ten laste is gelegd. De rechtbank twijfelt niet aan de verklaring van de aangever dat in de fooienpot rond de € 50 zat. Een tweede bewijsmiddel is voor een bewezenverklaring hiervan niet vereist.
Feit 3
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 29 november 2022 een papierversnipperaar bij de [supermarkt 1] te Heerlen heeft gestolen. De verdachte wordt door verbalisant [verbalisant 3] herkend op een screenshot van de camerabeelden van de [supermarkt 1] . De verdachte is, blijkens de aangifte, zonder papierversnipperaar de winkel binnengelopen en heeft met een papierversnipperaar in zijn handen de winkel verlaten. De door de verdachte gehanteerde
modus operandikomt overeen met de door de verdachte gehanteerde
modus operandibij de feiten 4, 5, 6 en het onder parketnummer 03-283563-22 ten laste gelegde, te weten dat de verdachte producten probeert te retourneren (die hij zou hebben gekregen op een ‘surpriseavond’), terwijl hij die producten, blijkens de camerabeelden, eerder uit de winkel heeft gepakt zonder die te betalen.
Feit 4
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 29 november 2022 [medewerker 4] , medewerker bij de [winkel] , heeft opgelicht. Blijkens de camerabeelden en de aangifte heeft een man een product uit het schap gepakt en in zijn jas gedaan en heeft hij vervolgens geprobeerd dit product zonder bon te retourneren. Hoewel de foto waarop de verdachte door verbalisant [verbalisant 1] wordt herkend vaag is, acht de rechtbank, gelet op de gehanteerde
modus operandi, bewezen dat de verdachte de man is die [medewerker 4] heeft opgelicht. Evenals bij de feiten 3 en 5 heeft de verdachte bij [winkel] verteld dat hij werkzaam was bij een horecazaak, te weten het restaurant ‘ [restaurant 2] ’, op een ‘surpriseavond’ een product had gekregen, te weten een dagcrème, en dat hij dit product zonder bon wenste te retourneren. Hij heeft de medewerkers gratis eten, te weten broodjes, beloofd.
Feit 5
De rechtbank acht voorts bewezen dat de verdachte op 2 december 2022 [medewerker 5] , werkzaam bij de [supermarkt 1] te Heerlen, heeft opgelicht.. De verdachte wordt door meerdere verbalisanten herkend op de camerabeelden, waarop ook te zien is dat de verdachte zonder de airfryer de winkel binnen kwam. Vervolgens is de verdachte naar [medewerker 5] gegaan en heeft hij gevraagd of hij de airfryer mocht retourneren zonder bon. Daarbij heeft hij in strijd met de waarheid verteld dat hij dit product tijdens een ‘surpriseavond heeft gekregen en dat hij werkzaam is bij [restaurant 3] . Ook heeft hij een visitekaartje getoond van dit restaurant. Hij heeft [medewerker 5] gratis pizza beloofd als hij naar de pizzeria zou komen. [medewerker 5] heeft de verdachte vervolgens € 60,00 gegeven. Deze handelswijze komt overeen met de door de verdachte gehanteerde
modus operandibij de feiten 3, 4, 6 en het feit onder parketnummer 03-283563-22.
Feit 6
De verdachte wordt door verbalisant [verbalisant 3] herkend op de camerabeelden van de [supermarkt 1] te Nuth van 4 december 2022. Blijkens de aangifte wilde de verdachte een opbergbankje ter waarde van € 64,99 retourneren zonder bon. De winkelmedewerker van de [supermarkt 1] weigerde dit en de verdachte heeft de winkel zonder opbergbankje verlaten. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 4 december 2022 winkelmedewerker van de [supermarkt 1] in Nuth heeft geprobeerd op te lichten, zoals ten laste is gelegd onder feit 6. Uit het procesdossier is weliswaar niet gebleken dat de verdachte zonder opbergbankje de winkel binnen is gekomen, maar de rechtbank acht, gelet op de gehanteerde
modus operandibij de feiten 3 tot en met 5, bewezen dat de verdachte het opbergbankje in de winkel heeft gepakt. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in de omstandigheid dat de verdachte het opbergbankje heeft achtergelaten in de winkel toen hij merkte dat hij het opbergbankje niet kon retourneren.
03.300387.22
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 13 november 2022 te Heerlen [medewerker 2] heeft opgelicht. De verdachte wordt door meerdere verbalisanten herkend op de camerabeelden. Uit de aangifte blijkt dat de verdachte tegen [medewerker 2] heeft gezegd dat er was ingebroken in zijn brillenzaak en dat hij 50,00 te kort kwam om de slotenmaker te betalen. Vervolgens heeft de verdachte een fictief telefoongesprek gevoerd en heeft [medewerker 2] hem € 50,00 gegeven. De verdachte heeft haar beloofd het geld terug te geven en haar tegoedbonnen te geven. Deze handelswijze komt overeen met de door verdachte gehanteerde
modus operandibij feit 1 onder parketnummer 03.338019.22.
03-283563-22
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte op 2 november 2022 in de [supermarkt 2] te Landgraaf boodschappen heeft gedaan en dat hij slechts een deel van de boodschappen ter betaling aan de kassa heeft aangeboden. De producten in de tas die aan de voorzijde van de winkelwagen hing, heeft de verdachte niet ter betaling aangeboden. Vervolgens is de verdachte doorgelopen naar de servicebalie.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het oogmerk had de goederen in de tas zich wederrechtelijk toe te eigenen, als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De verklaring van de verdachte dat hij de boodschappen van zijn buurman en hemzelf gescheiden wilde houden en dat hij daarom zijn eigen boodschappen bij de servicebalie wilde betalen, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Bij de kassa kunnen boodschappen immers eenvoudig worden gescheiden door een zogeheten ‘beurtbalkje’. Voorts heeft de verdachte verklaard dat hij is doorgelopen naar de servicebalie omdat hij wilde vragen of hij ‘ [merk 2] Pods ’ kon ruilen. Ook deze verklaring acht de rechtbank ongeloofwaardig, nu de verdachte de te ruilen [merk 2] Pods niet heeft meegenomen naar de winkel, maar ‘nieuwe’ ‘ [merk 2] Pods ’ heeft gepakt uit de winkel. Dit past bij de eerdergenoemde
modus operandi, waarbij de verdachte producten uit de winkel pakt zonder te betalen en die vervolgens zonder bon probeert te retourneren. Eerst ter terechtzitting heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat de verdachte bij de servicebalie sigaretten wilde kopen en deze samen met zijn eigen boodschappen wilde afrekenen. De rechtbank merkt op dat de verdachte zelf hierover niets heeft verklaard en juist met een andere verklaring was gekomen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte op 2 november 2022 levensmiddelen heeft gestolen bij [supermarkt 2] te Landgraaf.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
03.338019.22
1.
op 20 november 2022 te Heerlen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker ( [medewerker 1] ) bij Restaurant ' [restaurant 1] ' heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van EUR 15,-, door met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid bij het restaurant ' [restaurant 1] ' aan te bellen en zich aan die medewerker ( [medewerker 1] ) bij ' [restaurant 1] ' voor te doen als een vaste klant en een eigenaar van een Grieks restaurant en een man die een ongeluk heeft gehad en hulp nodig heeft en een visitekaartje van een Grieks restaurant te tonen en te doen alsof hij telefoneerde met iemand die hem geld zou kunnen brengen en vervolgens aan die medewerker ( [medewerker 1] ) meermalen geld te vragen om de schade van het ongeval snel af te handelen omdat hij zelf niet voldoende geld bij de hand heeft, waardoor deze medewerker ( [medewerker 1] ) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
op 20 november 2022 te Heerlen, een fooienpot inhoudende ongeveer EUR 50,-, die aan [eigenaar] , eigenaar restaurant ' [restaurant 1] ', toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
op 21 november 2022 te Heerlen een papierversnipperaar die aan [supermarkt 1] ( [adres 2] te Heerlen) toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
op 29 november 2022 te Heerlen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker ( [medewerker 4] ) van de [winkel]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag te weten EUR 36,92 door met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid
- in de winkel een toiletartikel ((merk: [merk 1] ) uit het schap te pakken en zonder betaling in zijn jaszak te stoppen
en
- vervolgens in de winkel ten overstaande van een medewerker zich voor te stellen als een medewerker van restaurant ' [restaurant 2] ' en
- tegen die medewerker ( [medewerker 4] ) te vertellen dat hij, verdachte, afgelopen vrijdag bij een surpriseavond een product heeft gekregen dat hij niet gebruikt en
- aan die medewerker ( [medewerker 4] ) te vragen of hij het product kon retourneren en
- aan te geven dat hij het product uit de auto zal gaan halen en vervolgens de winkel te verlaten en kort daarop terug te komen en
- zich als rechtmatige eigenaar van het eerder genoemde toiletartikel voor te doen en dit toiletartikel ter retournering aan te bieden aan die medewerker, waardoor deze medewerker ( [medewerker 4] ) van de [winkel] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
5.
op 2 december 2022 te Heerlen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker 5] , medewerker van de [supermarkt 1] ( [adres 3] te Heerlen) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag te weten EUR 60,-, door met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid
- in de winkel een airfryer uit het schap te pakken en hiermee naar die medewerker [medewerker 5] te gaan en
- vervolgens ten overstaande van die [medewerker 5] zich voor te stellen als een medewerker van [restaurant 3] en
- tegen die [medewerker 5] te vertellen dat hij, verdachte, bij een surpriseavond een airfryer heeft gekregen die hij niet wilde en
- aan die [medewerker 5] te geven dat hij geen kassabon had, maar de airfryer graag wilderetourneren en
- een visitekaartje te overhandigen van [restaurant 3] met de toezegging dat [medewerker 5] een gratis pizza zou worden aangeboden als deze bij de pizzeria zou komen en
- zich als rechtmatige eigenaar voor te doen van eerder genoemde airfryer en
- vervolgens de airfryer ter retournering aan te bieden aan [medewerker 5] ,
waardoor die [medewerker 5] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
6.
op 4 december 2022 te Nuth, gemeente Beekdaelen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van
verdichtsels, een winkelmedewerker van de [supermarkt 1] te Nuth te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag ter hoogte van 64,99 euro, met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid
- in de winkel een opbergbankje uit een schap heeft gepakt en naar de winkelmedewerker is gegaan en
- vervolgens, zich als rechtmatige eigenaar heeft voorgedaan van genoemd opbergbankje en
- ten overstaande van winkelmedewerker genoemd opbergbankje heeft aangeboden en daarbij heeft aangegeven dat hij geen kassabon had, maar het opbergbankje graag wilde retourneren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
03.300387.22
Op 13 november 2022 te Heerlen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 50 euro, door met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid:
- tegen die [medewerker 2] te zeggen dat er was ingebroken in de brillenzaak en dat het slot was opengebroken, en
- tegen die [medewerker 2] te zeggen dat hij, verdachte, een slotenmaker ( [slotenmaker] ) had gebeld om een nieuw slot te laten zetten en dat hij, verdachte, 50 euro tekortkwam om voornoemde slotenmaker te betalen, en
- die [medewerker 2] te vragen of hij, verdachte, kon bellen met zijn, verdachtes, baas en vervolgens een fictief telefoongesprek te voeren met zijn, verdachtes, werkgever omtrent voorgenoemd voorval, en
- die [medewerker 2] te vragen om een geldbedrag van 50 euro teneinde voornoemde slotenmaker te kunnen betalen, en
-tegen die [medewerker 2] te zeggen dat zijn, verdachtes, baas tegoedbonnen en het geld zou meenemen en dat hij, verdachte, terug zou komen om haar, [medewerker 2] , terug te betalen;
03-283563-22
op 2 november 2022 te Landgraaf, diverse levensmiddelen, die aan de [supermarkt 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Kennelijke taal- en of schrijffouten in de tenlastelegging zijn in de bewezwenverklaring verbeterd.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
03.338019.22
1.
oplichting;
2.
diefstal;
3.
diefstal;
4.
oplichting;
5.
oplichting;
6.
poging tot oplichting;
03.300387.22
oplichting;
03-283563-22
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 14 maanden met aftrek van het reeds ondergane voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft oplegging van een voorwaardelijke ISD maatregel bepleit, met bijzondere voorwaarden waarmee het recidivegevaar kan worden beteugeld. De door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf acht de raadsvrouw te hoog, nu de verdachte alle medewerking aan het onderzoek heeft verleend.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich in een periode van twee maanden schuldig gemaakt aan drie diefstallen, vier oplichtingen en een poging tot oplichting. Met zijn leugens krijgt hij het voor elkaar om producten zonder bon te retourneren die hij eerder uit de winkel heeft gepakt zonder die te betalen. Of om geld te ontvangen van medewerkers, omdat zij - door toedoen van de verdachte - ten onrechte in de veronderstelling zijn dat de verdachte met spoed geld nodig heeft in verband met een ongeluk of een inbraak. De slachtoffers worden door de verdachte financieel benadeeld en blijven met een gevoel achter dat er misbruik van hen is gemaakt. Daarnaast hebben de gedragingen van de verdachte ook nadelige gevolgen voor de samenleving, omdat het vertrouwen van mensen in elkaar door dergelijke gedragingen afneemt en zij daardoor minder snel bereid zijn om elkaar te helpen. Ter terechtzitting heeft de verdachte geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedragingen. De rechtbank rekent de verdachte dit aan.
Zoals blijkt uit verdachtes strafblad van 16 maart 2023 is hij in de afgelopen vijf jaren twee keer eerder onherroepelijk veroordeeld wegens oplichtingen. Ook voor die tijd is de verdachte veelvuldig voor oplichting veroordeeld.
De rechtbank heeft acht geslagen op het advies van de reclassering, waarin het opleggen van de ISD-maatregel aan de verdachte wordt geadviseerd. De rechtbank stelt echter vast dat de verdachte niet voldoet aan de voorwaarden als neergelegd in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht, zodat het opleggen van de ISD-maatregel niet tot de mogelijkheden behoort. De reclassering heeft in het advies toegelicht dat het de verdachte ondanks diverse pogingen daartoe niet is gelukt om in een voorwaardelijk kader tot gedragswijziging te komen. De reclassering verwacht niet dat een nieuwe voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden wel tot gedragswijziging zal leiden.
Bij het bepalen van de strafmaat zal de rechtbank, gelet op de ernst van de feiten, de hardnekkige recidive en de omstandigheid dat de verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen, uitgaan van twee maanden gevangenisstraf per feit. Voor de poging tot oplichting gaat de rechtbank uit van één maand gevangenisstraf.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 15 maanden met aftrek van het reeds ondergane voorarrest. De rechtbank gaat daarbij uit boven de eis van de officier van justitie omdat zij meer feiten bewezen acht. De rechtbank zal, gelet op het advies van de reclassering, geen voorwaardelijke straf of maatregel met bijzondere voorwaarden, opleggen, zoals door de raadsvrouw is verzocht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [medewerker 2] vordert een schadevergoeding van € 50,00 ter zake van het onder 03-300387-22 ten laste gelegde.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel voor toewijzing in aanmerking komt, inclusief wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot schadevergoeding, gelet op de bepleite vrijspraak moet worden afgewezen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat door de benadeelde partij rechtstreeks materiële schade is geleden als gevolg van het onder parketnummer 03-300387-22 bewezenverklaarde. De gevorderde € 50,00 komt voor vergoeding in aanmerking, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 57, 310 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4. is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor tot een gevangenisstraf van 15 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [medewerker 2] ten aanzien van het onder parketnummer 03-300387-22 bewezenverklaarde toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 50,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 13 november 2022 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van [medewerker 2] van € 50,00 te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 13 november 2022 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op 1 dag; verstaat dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, in zoverre daarmee de verplichting tot betaling aan [medewerker 2] komt te vervallen en andersom dat voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan [medewerker 2] , in zoverre daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G. Witteman, voorzitter, mr. R.C.A.M. Philippart en mr. M. Beije, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A.J. Wenders, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 april 2023.
BIJLAGE I: De tenlasteleggingen
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging - onder parketnummer 03.338019.22 ten laste gelegd dat
1.
hij, op of omstreeks 20 november 2022 te Heerlen, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker ( [medewerker 1] ) bij Restaurant ' [restaurant 1] ' heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van EUR 15,-, in elk geval van enig goed, door
met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bij het restaurant ' [restaurant 1] ' (aan) te bellen en/of zich aan die medewerker ( [medewerker 1] ) bij ' [restaurant 1] ' voorgedaan als een vaste klant en/of een eigenaar van een Grieks restaurant en/of een man die een ongeluk heeft gehad en/of hulp nodig heeft en/of een visitekaartje van een Grieks restaurant heeft getoond en/of heeft gedaan alsof hij telefoneerde met iemand die hem geld zou kunnen brengen en/of (vervolgens) aan die medewerker ( [medewerker 1] ) meermalen geld heeft gevraagd om de schade van het ongeval snel af te handelen omdat hij zelf niet voldoende geld bij de hand heeft, waardoor deze medewerker ( [medewerker 1] ) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij, op of omstreeks 20 november 2022 te Heerlen, een fooienpot inhoudende ongeveer EUR 50,-, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [eigenaar] , eigenaar restaurant ' [restaurant 1] ', in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij, op of omstreeks 21 november 2022 te Heerlen een papierversnipperaar, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [supermarkt 1] ( [adres 2] te Heerlen), in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij, op of omstreeks 29 november 2022 te Heerlen, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker ( [medewerker 4] ) van de [winkel]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag te weten EUR 36,92, in elk geval enig goed, door met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in de winkel een toiletartikel ((merk: [merk 1] ) uit het schap heeft gepakt en/of zonder betaling in zijn jaszak heeft gestopt
en/of
- vervolgens in de winkel ten overstaande van een medewerker zich heeft voorgesteld als een medewerker/leidinggevende van restaurant ' [restaurant 2] ' en/of
- tegen die medewerker ( [medewerker 4] ) heeft verteld dat hij, verdachte, afgelopen vrijdag bij een surpriseavond een product heeft gekregen dat hij niet gebruikt en/of
- aan die medewerker ( [medewerker 4] ) vraagt of hij het product kan retourneren en/of
- aangeeft dat hij het product uit de auto zal gaan halen en hij vervolgens de winkel verlaat en kort daarop terugkomt en/of
- hij zich als rechtmatige eigenaar van het eerder genoemde toiletartikel heeft voorgedaan en dit toiletartikel ter retournering heeft aangeboden aan die medewerker, waardoor deze medewerker ( [medewerker 4] ) van de [winkel] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
5.
hij, op of omstreeks 2 december 2022 te Heerlen, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker 5] , medewerker van de [supermarkt 1] ( [adres 3] te Heerlen) heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag te weten EUR 60,-, in elk geval enig goed, door met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in de winkel een airfryer uit het schap heeft gepakt en is hiermee naar die medewerker [medewerker 5] gegaan en/of
- vervolgens ten overstaande van die [medewerker 5] zich heeft voorgesteld als een medewerker van [restaurant 3] en/of
- tegen die [medewerker 5] heeft verteld dat hij, verdachte, bij een surpriseavond een airfryer heeft gekregen die hij niet wilde en/of
- aan die [medewerker 5] aangeeft dat hij geen kassabon heeft, maar de airfryer graag wilt retourneren en/of
- een visitekaartje overhandigt van [restaurant 3] met de toezegging dat [medewerker 5] een gratis pizza zou worden aangeboden als deze bij de pizzeria zou komen en/of
- hij zich als rechtmatige eigenaar heeft voorgedaan van eerder genoemde airfryer en/of
- vervolgens de airfryer ter retournering heeft aangeboden aan [medewerker 5] ,
waardoor die [medewerker 5] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
6.
hij, op of omstreeks 4 december 2022 te Nuth, gemeente Beekdaelen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, een winkelmedewerker van de [supermarkt 1] te Nuth te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag ter hoogte van 64,99 euro, althans enig goed, met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in de winkel een opbergbankje uit een schap heeft gepakt en naar de winkelmedewerker is gegaan en/of
- vervolgens, heeft hij zich als rechtmatige eigenaar voorgedaan van genoemd opbergbankje en/of
- ten overstaande van winkelmedewerker genoemd opbergbankje heeft aangeboden en daarbij heeft aangegeven dat hij geen kassabon heeft, maar het opbergbankje graag wilt retourneren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Aan de verdachte is onder parketnummer 03-300387-22 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 13 november 2022 te Heerlen, althans in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[medewerker 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag
van (ongeveer) 50 euro, althans een hoeveelheid geld, hebbende verdachte toen
aldaar met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid??:
- tegen die [medewerker 2] gezegd dat er was ingebroken in de brillenzaak en/of dat het slot was opengebroken, en/of
- tegen die [medewerker 2] gezegd dat hij, verdachte, een slotenmaker ( [slotenmaker] ) hadgebeld om een nieuw slot te laten zetten en/of dat hij, verdachte, 50 euro te kortkwam om voornoemde slotenmaker te betalen, en/of
- die [medewerker 2] gevraagd of hij, verdachte, kon bellen met zijn, verdachtes, baas
en/of (vervolgens) een (fictief) telefoongesprek gevoerd met zijn, verdachtes,
werkgever omtrent voorgenoemd voorval, en/of
- die [medewerker 2] gevraagd om een geldbedrag van (ongeveer) 50 euro teneinde
voornoemde slotenmaker te kunnen betalen, en/of
- tegen die [medewerker 2] gezegd dat zijn, verdachtes, baas tegoedbonnen en het geld zou meenemen en/of dat hij, verdachte, terug zou komen om haar, [medewerker 2] , terug te betalen;
Aan de verdachte is onder parketnummer 03-283563-22 ten laste gelegd dat
hij, op 2 november 2022 te Landgraaf, diverse levensmiddelen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [supermarkt 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, Basisteam Heerlen, proces-verbaalnummer PL2300-2022189990, gesloten d.d. 29 december 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 69.
2.Het proces-verbaal van aangifte [eigenaar] d.d. 2 december 2022, doorgenummerde dossierpagina’s 13 en 14.
3.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [medewerker 1] d.d. 2 januari 2023, doorgenummerde dossierpagina’s 27 tot en met 29.
4.Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar [verbalisant 1] d.d. 3 december 2022, doorgenummerde dossierpagina’s 17 tot en met 19.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 december 2022, doorgenummerde dossierpagina’s 25 en 26.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [medewerker 3] d.d. 5 december 2022, doorgenummerde dossierpagina’s 32 en 34.
7.Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar [verbalisant 3] d.d. 29 november 2022 met bijgevoegde foto’s, doorgenummerde dossierpagina’s 35 tot en met 39.
8.Het proces-verbaal van verhoor getuige [medewerker 4] , doorgenummerde dossierpagina’s 53 en 54.
9.Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerde dossierpagina’s 42 tot en met 44.
10.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden, doorgenummerde dossierpagina’s 46 tot en met 52.
11.Het proces-verbaal van aangifte [medewerker 5] d.d. 5 december 2022, doorgenummerde dossierpagina’s
12.Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar [verbalisant 5] d.d. 5 december 2022 met bijgevoegde foto, doorgenummerde dossierpagina 62 en 63.
13.Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 66 en 67.
14.Het proces-verbaal van aangifte [medewerker 6] d.d. 4 december 2022, doorgenummerde dossierpagina’s 68 en 69.
15.Het proces-verbaal van bevindingen met bijgevoegde foto’s, doorgenummerde dossierpagina’s 71 tot en met 75.
16.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 december 2022 van [verbalisant 3] , doorgenummerde dossierpagina 76.
17.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, Basisteam Heerlen, proces-verbaalnummer PL2300- 2022177783, gesloten d.d. 19 november 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 33.
18.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2022, doorgenummerde dossierpagina’s 7 en 8.
19.Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , doorgenummerde dossierpagina 11 en het proces-verbaal van bevindingen herkenning persoon door opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde dossierpagina 16.
20.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2022171416, gesloten d.d. 3 november 2022, ongenummerde pagina’s.
21.Het proces-verbaal van aangifte van [medewerker 7] d.d. 2 november 2022, ongenummerde pagina.