6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Op zes gegevensdragers van de verdachte zijn op 1 maart 2022 55 foto’s en 9 video’s aangetroffen met kinderporno. Dat vormt een sluitstuk van een langere periode van bekijken van kinderporno. Bij de bestanden hoorden drie foto’s die de verdachte gemaakt heeft van zijn kleinkind, dat ten tijde van het maken van de foto’s ongeveer 2 jaar oud was. Die foto’s, die een seksuele strekking hadden, kinderporno dus, heeft de verdachte verspreid en ze zijn vervolgens verder verspreid.
Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Dat was niet anders bij de aangetroffen kinderporno op de gegevensdragers van de verdachte. De slachtoffers, die niet ingestemd kunnen hebben met het misbruik, lijden vervolgens langdurig onder de gevolgen van het misbruik. Zij moeten er ook nog eens mee leven dat de foto’s en filmpjes van het misbruik eindeloos blijven circuleren op internet.
De verdachte heeft er niet bij stilgestaan dat dit nu mogelijk ook het geval is met de foto’s die hij van zijn kleindochter heeft gemaakt en waarop zij nota bene ook nog eens herkenbaar is. De moeder van [slachtoffer] heeft ter terechtzitting met het voorlezen van haar slachtofferverklaring verwoord hoe emotioneel ontwrichtend het handelen van de verdachte is geweest en nog altijd is, onder andere als gevolg van het geschonden vertrouwen dat zij, haar man en kinderen in de verdachte hadden.
De verdachte heeft zijn kleinkind gebruikt om een ander seksueel te behagen, met name zijn contact [medeverdachte] , die pedofiel was en met wie de verdachte homoseksuele contacten had. In hun chat hebben zij over een weer intensief gefantaseerd over seksueel misbruik van jonge kinderen. Daarbij werden de (klein)kinderen voortdurend “hoertjes” en “sletjes” genoemd.De bij de verdachte aangetroffen en door hem bekeken bestanden betroffen onder meer het verkrachten van zeer jonge kinderen.
Alles gebeurde volgens de verdachte louter om [medeverdachte] op te winden en te behagen. Niet de kinderporno was wat de verdachte opwond, maar de opwinding van [medeverdachte] . Als [medeverdachte] en met hem de verdachte niet tegen de lamp gelopen waren, valt niet in te zien hoe aan deze contacten en het uitwisselen van kinderporno een einde was gekomen. De verdachte zag het kwalijke van zijn handelen niet in en dacht alleen aan zijn eigen seksuele behoefte.
De rechtbank wil met het voorgaande niet zeggen dat zij bij het bepalen van de straf betrekt dat verdachte perverse en gewelddadige fantasieën uitwisselde met [medeverdachte] – dat is immers niet strafbaar - maar zij vindt de aard en de duur van de contacten die de verdachte onderhield met [medeverdachte] wel van belang, omdat het de onverschillige houding schetst van de verdachte ten opzichte van wat zijn gedrag betekent voor kinderen, inclusief zijn eigen kleinkinderen. De verdachte heeft zich namelijk jarenlang telkens bij zijn volle verstand ingelaten met [medeverdachte] om zijn eigen seksuele behoeften te kunnen bevredigen zonder zich te bekommeren om de schade die dit aan kinderen, zijn (inmiddels ex-) vrouw en eigen kinderen en kleinkind zou kunnen toebrengen en zonder zich rekenschap te geven van het reële gevaar waarin hij zijn kleinkind bracht.
Die onverschillige houding wordt ook beschreven door een gedragsdeskundige die psychologisch onderzoek heeft verricht. Het Pro Justitiarapport van 26 mei 2022 vermeldt dat er geen sprake is geweest van enige psychische stoornis die van invloed kan zijn geweest op het handelen van de verdachte. Wel is er duidelijk een anti-sociale houding bij hem geconstateerd, gericht op het eigenbelang en bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften die ten koste van de veiligheid van zijn kleinkind ging en dat onderstreept voor de rechtbank de ernst van de feiten.
Als gevolg van het justitieel optreden, de detentie en de begeleiding van de reclassering tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft de verdachte wel het inzicht gekregen dat zijn gedrag onaanvaardbaar is. De verdachte heeft spijt, maar de rechtbank heeft ter terechtzitting zelf kunnen waarnemen dat de verdachte nog steeds niet de volledige verantwoordelijkheid neemt. Meermaals daarnaar gevraagd kon de verdachte niet uitleggen waar hij nou exact spijt van had. Volgens de gedragsdeskundige is hij ook maar beperkt beïnvloedbaar. Dat maakt ook dat de rechtbank twijfels heeft bij de oprechtheid van de plichtmatig lijkende spijtbetuiging van de verdachte en er niet van overtuigd is dat er weinig gevaar voor herhaling bestaat, ook al schatten de gedragsdeskundige en de reclassering dat risico niet hoog in.
De rechtbank wordt verder in haar oordeel gesterkt door het feit dat de verdachte op enig moment het -op dat moment langdurige- contact met [medeverdachte] had verbroken om dit contact na geruime tijd weer te hervatten en verder te gaan met perverse uitwisselingen en conversaties. De verdachte kon ter terechtzitting niet uitleggen waarom hij zo had gehandeld en [medeverdachte] weer in zijn leven had toegelaten. Het voorgaande levert een beeld op van iemand die geen inzicht heeft in eigen handelen en onvoldoende kan benoemen waarom hij na een tijd wederom in de fout was gegaan. Dit gebrek aan zelfinzicht en regulerend vermogen van zijn handelen kan niet tot een andere conclusie leiden dan dat het recidiverisico als hoog dient te worden bestempeld.
In deze zaak kan, alles afwegend, niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die van aanzienlijk langere duur is dan de 46 dagen die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft bij de toemeting van de straf acht geslagen op de oriëntatiepunten van het LOVS, die voor het vervaardigen van kinderporno als uitgangspunt vermelden een gevangenisstraf van 2 jaren en voor het gewoonte maken van het bezit van kinderporno een uitgangspunt vermelden van een gevangenisstraf van 1 jaar. De rechtbank sluit echter haar ogen niet voor het gegeven dat de door verdachte vervaardigde kinderporno - de drie foto’s van zijn kleinkind - hoewel buitengewoon ernstig en verwerpelijk, van een andere, mindere zware aard zijn dan hetgeen zij doorgaans in andere, soortgelijke zaken ziet.
De rechtbank zal dan ook aan de verdachte een minder hoge gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van de straf zal de rechtbank een contactverbod met [slachtoffer] verbinden.
De rechtbank is tot slot van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij wederom een misdrijf begaat waar gevaar van uitgaat voor de onaantastbaarheid van het lichaam van kinderen, gelet op de beperkte beïnvloedbaarheid van de verdachte, diens gebrek aan zelfinzicht en anti-sociale attitude. Het bewezenverklaarde vervaardigen van kinderporno waarbij zijn eigen kleinkind is betrokken beschouwt de rechtbank als een dergelijk delict. Zij zal daarom bevelen dat het contactverbod dadelijk uitvoerbaar is.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.