Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
d.
18 april 2023
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- De bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting op 4 april 2023;
- De kennisgevingen van inbeslagneming;
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
in beginselde eis van de officier van justitie alleszins kan begrijpen, is zij van oordeel dat een andere modaliteit meer recht doet aan de merites van het onderhavige geval. Aan de ene kant dient de verdachte te voelen dat hetgeen hij gedaan heeft niet mag. Aan de andere kant dient niet uit het oog te worden verloren dat de verdachte nochtans een respectabele leeftijd heeft bereikt en dat hij, gelet daarop, feitelijk zo snel mogelijk dient te worden behandeld aan zijn stoornis. De rechtbank zal daarom aan de verdachte opleggen een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van de straf zal de rechtbank bijzondere voorwaarden verbinden, zoals geadviseerd door de gedragsdeskundigen en de reclassering.
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de bewezen verklaarde feiten tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de hierna te noemen
- stelt de volgende bijzondere voorwaarde(n), waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Controle digitale gegevensdragers
dadelijk uitvoerbaar zijn;