9.2.Naar het oordeel van de rechtbank leidt het geuronderzoek van Olfasense bij de locatie in Roermond niet tot de conclusie dat de opslag van PMD-afval niet geuremitterend is. Daargelaten dat het onderzoek ter plaatste dateert van 28 augustus 2019 en dus van na de door verweerder geconstateerde overtredingen die ten grondslag liggen aan de primaire besluiten, is in het onderzoek de geurbelasting (in Roermond) getoetst aan de geurnorm uit de vergunning. Gelet op wat onder 7 tot en met 7.3 is overwogen is deze geurnorm niet van toepassing op PMD-afval. Blijkens het geuronderzoek van Olfasense zijn binnen de contour van 0,5 OUe/m³ als 98-percentielwaarde geen woningen gelegen, echter dat is niet wat de vergunning voor PMD-afval qua geur toestaat. Uit het rapport (van 21 oktober 2019) onder 4 (meetresultaten) opgenomen specifieke geuremissie blijkt namelijk dat geuremissie aanwezig was. Dit betekent volgens de rechtbank dat het PMD-afval geuremitterend was, terwijl dit volgens de omgevingsvergunningen niet is toegestaan. Anders gezegd: geuroverlast / geurhinder in verband met een geurnorm is niet gelijk aan geuremitterend. De beroepsgrond slaagt niet.
10. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen onder 4 tot en met 9.2 is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er (in de inrichtingen in Roermond en Brunssum) sprake was van overtreding van artikel 2.1, eerste lid, onder e, en artikel 2.3, aanhef en onder a, van de Wabo. Verder heeft verweerder Bontrup Exploitatie B.V. als drijver van de inrichtingen terecht als overtreder van genoemde voorschriften aangemerkt.
Is er een rechtsgrondslag voor aanvullende brandveiligheidseisen?
11. Eiseressen zijn van mening dat nu de acceptatie en opslag van PMD-afval (Euralcode 15 01 06) vergund is, er geen enkele ruimte bestaat om nadere eisen te stellen op het gebied van brandveiligheid die verder gaan dan de in de vergunningen opgenomen voorschriften. Ter zitting hebben eiseressen aangegeven dat deze beroepsgrond geen zelfstandige beoordeling behoeft indien de rechtbank van oordeel is dat geuremitterend PMD-afval niet vergund is.
12. Onder verwijzing naar het gestelde onder 7 tot en met 7.3 overweegt de rechtbank dat de opslag van geuremitterend PMD-afval niet is vergund. Dit betekent dat deze beroepsgrond geen zelfstandige beoordeling behoeft.
Is sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel?
13. Voorts is er volgens eiseressen sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat ten aanzien van het elders in de provincie Limburg geaccepteerde en opgeslagen PMD-afval niet wordt opgetreden en geen andere maatregelen worden geëist. Ter illustratie wordt verwezen naar de situatie op de locatie Cido in de periode 2003-2019.
14. De rechtbank is van oordeel dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt, omdat niet gebleken is dat de andere locaties in de provincie Limburg waar ook PMD-afval wordt opgeslagen, gelijk zijn aan de inrichtingen van eiseressen. De enkele stelling dat hiervan sprake zou zijn doordat op deze locaties ook PMD-afval met Euralcode 15 01 06 wordt opgeslagen, is hiertoe onvoldoende. Verweerder heeft aangegeven dat deze locaties regelmatig gecontroleerd worden op het naleven van de vergunningvoorschriften en handhavend wordt opgetreden indien blijkt dat (brandveiligheid)voorschriften niet worden nageleefd. Het betoog slaagt niet.