ECLI:NL:RBLIM:2023:2567

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
C/03/314453 / KG ZA 23-54
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen in kort geding over franchiseovereenkomst en aandelenoverdracht

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 13 april 2023 uitspraak gedaan. Eiseres, A.F. Benelux Holding B.V., heeft vorderingen ingesteld tegen de gedaagden ATF Elburg B.V. en Conquer B.V. met betrekking tot de levering van aandelen en de openheid van zaken over biedingen op deze aandelen. AFB stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de toewijzing van haar vorderingen, omdat de franchiseovereenkomst op korte termijn eindigt en zij vreest dat de aandelen in ATF Elburg aan een derde worden verkocht zonder dat zij haar voorkeursrecht kan uitoefenen.

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat AFB onvoldoende concrete toelichting heeft gegeven op haar vorderingen. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagden voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat AFB op meerdere momenten de mogelijkheid heeft gehad om de aandelen te kopen, maar dit niet heeft gedaan. Hierdoor is het belang van AFB bij de gevorderde informatie en de levering van de aandelen niet voldoende onderbouwd. De vorderingen zijn dan ook afgewezen, en AFB is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.

De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke onderbouwing van spoedeisend belang in kort geding procedures, vooral wanneer het gaat om complexe commerciële geschillen zoals die rondom franchiseovereenkomsten en aandelenoverdrachten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/314453 / KG ZA 23-54
Vonnis in kort geding van 13 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A.F. BENELUX HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Sittard-Geleen,
eiseres,
advocaten mrs. A.W. Dolphijn en K.T. op de Hoek te Rotterdam,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ATF ELBURG B.V.,

statutair gevestigd te Oldebroek en kantoorhoudende te Elburg,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONQUER B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Oldebroek,
gedaagden,
advocaat mr. R.P.C. Smit te Ermelo.
Partijen zullen hierna AFB, ATF Elburg en Conquer genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 februari 2023 met de producties 1 t/m 27
  • de conclusie van antwoord met de producties 1 t/m 11
  • de wijziging van eis
  • de mondelinge behandeling van 23 maart 2023
  • de pleitnota van AFB
  • de spreekaantekeningen van ATF Elburg en Conquer.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
AFB is rechthebbende voor de Benelux van een franchise-formule voor het exploiteren van fitnessclubs onder de naam Anytime Fitness die 24 uur per dag toegankelijk zijn voor sporters. AFB is ‘master franchisenemer’ van AF USA, de zogeheten master franchisegever. AFB is als zodanig bevoegd tot het sluiten van franchiseovereenkomsten met ondernemers in de Benelux onder strikte voorwaarden.
2.2.
AFB (franchisegever) en de heren [franchisenemer 1] en [franchisenemer 2] (franchisenemer) hebben op 20 mei 2017 een franchiseovereenkomst (hierna: “de franchiseovereenkomst”) gesloten. De franchiseovereenkomst heeft een looptijd van zes jaar. Nadat [franchisenemer 1] en [franchisenemer 2] de besloten vennootschap [naam bv] hadden opgericht, is op 8 juli 2019 door de contractspartijen bij de franchiseovereenkomst de tenaamstelling van de franchisenemer gewijzigd. In die bijlage van 8 juli 2019 (productie 1, dagvaarding) is op pagina 1 te lezen:
“Franchisenemer is vanaf heden [naam bv] en zal vanaf nu gehouden worden aan de reeds geldende franchiseovereenkomst inclusief alle aanhangende stukken / bijlagen.”
2.3.
De heren [franchisenemer 1] en [franchisenemer 2] zijn onderling in een zakelijk geschil geraakt. [franchisenemer 2] heeft daarop zijn aandelen (50%) in [naam bv] op 24 september 2021 verkocht aan (een vennootschap van) de heer [naam 1] (hierna: “ [naam 1] ”).
2.4.
De statutaire naam van [naam bv] is op diezelfde datum, 24 september 2021, gewijzigd in “
ATF Elburg” (productie 18, dagvaarding).
2.5.
[franchisenemer 2] heeft bij e-mail van 26 september 2021 AFB over de bovenstaande aandelenverkoop (rov. 2.3) bericht (productie 3, conclusie van antwoord). De algemeen directeur van AFB, de heer [naam directeur] , heeft in reactie hierop bij e-mailberichten van 27 september 2021 [franchisenemer 2] bericht dat een overdracht van een licentie enkel kan plaatsvinden nadat alle stappen conform de franchiseovereenkomst doorlopen zijn alsmede dat, doordat aan de verplichtingen in artikel 13 franchiseovereenkomst niet is voldaan, van overdracht geen sprake kan zijn, zodat [franchisenemer 2] de aandelen eerst aan AFB had moeten aanbieden.
2.6.
[naam 1] heeft bij e-mail van 15 november 2021 (productie 6, dagvaarding) AFB bericht dat zijn onderneming Archibald Holding B.V. (hierna: “Archibald”) de aandelen van [franchisenemer 2] in [naam bv] heeft overgenomen en de bestaande franchiseovereenkomst
“gewoon van kracht”blijft; voorts dat, aldus [naam 1] , op Archibald als medebestuurder van ATF Elburg niet de verplichting rust om toe te treden tot de franchiseovereenkomst.
2.7.
AFB heeft bij e-mail van 15 november 2021 en brief van 20 januari 2022 [naam 1] en Archibald meegedeeld dat AFB - kort gezegd - volhardt in haar voorkeursrecht ex artikel 17 van de franchiseovereenkomst (producties 8 en 9, dagvaarding).
2.8.
In artikel 17 franchiseovereenkomst is bepaald:
“Indien de franchisenemer gedurende de looptijd van deze Overeenkomst een aanbod tot aankoop of huur van zijn Anytime Fitness Club krijgt of tot overname van de aandelen van de vennootschap waarin de Anytime Fitness Club wordt gedreven, zal hij gehouden zijn de volledige voorwaarden van het bod en de naam van de bieder schriftelijk aan franchisegever bekend te maken. Franchisegever heeft als recht het bedrijf en de voorwaarden vermeld in het aanbod te kopen of huren. Indien franchisegever besluit het bedrijf te kopen of huren, zal hij franchisenemer binnen 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving over het schriftelijk bod schriftelijk van zijn besluit in kennis stellen, bij gebreke waarvan franchisenemer het recht heeft om op de aangeboden voorwaarden aan de aanbieder te verkopen of verhuren, met inachtneming van de bepalingen betreffende Overdracht. Indien de verkoop of verhuur niet binnen 60 dagen na afloop van de periode van 30 dagen waarbinnen franchisegever omtrent zijn besluit tot verkoop of huur dient te informeren is geëffectueerd dient daarvan opnieuw schriftelijk kennis te worden gegeven aan franchisegever en zal deze opnieuw zijn voorkeursrecht binnen 30 dagen kunnen uitoefenen, voordat een overdracht aan een derde mag worden geëffectueerd.”
De bepalingen betreffende overdracht van de franchiseovereenkomst zijn te lezen in artikel 13 van de franchiseovereenkomst. In dat artikel is onder andere onder E.2 bepaald dat de franchisenemer franchisegever alle relevante informatie met betrekking tot de voorgenomen transactie en de kandidaat-overnemer verstrekt. Verder is in E.3 bepaald dat toestemming zal worden verleend voor een overdracht als de franchisegever tot genoegen vaststelt dat de kandidaat-overnemer aan alle vereisten voor het franchisenemerschap voldoet
.
2.9.
ATF Elburg heeft bij e-mail van 4 februari 2022 AFB bericht dat Archibald de door haar in ATF Elburg gehouden aandelen zal overdragen aan [franchisenemer 1] en zal terugtreden als bestuurder van ATF Elburg (productie 10, pagina 1, voorlaatste alinea, dagvaarding).
2.10.
Met ingang van 17 maart 2022 is Conquer enig aandeelhouder en bestuurder van ATF Elburg (productie 18, dagvaarding). [franchisenemer 1] en [naam 2] hebben ieder een belang van “
groter dan 25% en kleiner dan of gelijk aan 50%” in ATF Elburg (productie 21, dagvaarding).
2.11.
ATF Elburg heeft bij e-mail van 4 juli 2022 AFB bericht dat - zoals per e-mail van 17 december 2021 is bericht - ATF Elburg de franchiseovereenkomst niet verlengt en dat de franchiseovereenkomst van rechtswege afloopt op 20 mei 2023 (productie 22, dagvaarding). Op de mondelinge behandeling in kort geding hebben de heer [franchisenemer 1] en mevrouw [naam 2] (nogmaals) meegedeeld dat de franchiseovereenkomst niet zal worden verlengd.
2.12.
ATF Elburg heeft het formulier van AFB “
Verkoop AF Elburg” ingevuld en bij e-mail van 5 december 2022 aan AFB gezonden (productie 7, conclusie van antwoord). AFT Elburg vermeldt in dat formulier voor de totale bedrijfsovername door aandelenoverdracht een overnameprijs van afgerond € 1.1000.00,00. De berekening van die overnameprijs is door ATF Elburg per e-mail van 5 december 2022 aan de algemeen directeur van AFB gezonden (productie 24, dagvaarding).
2.13.
AFB heeft ATF Elburg bij brief van 23 december 2022 gesommeerd om binnen veertien dagen (i) de volledige voorwaarden van het bod en de naam van de bieder schriftelijk bekend te maken ter zake de overgedragen aandelen aan Archibald Holding B.V. en (ii) de volledige voorwaarden van het bod en de naam van de bieder schriftelijk bekend te maken, ter zake de overgedragen aandelen aan Conquer B.V., zodat AFB kan overwegen gebruik te maken van haar voorkeursrecht tot het overnemen van die aandelen (productie 25, dagvaarding).
2.14.
Op 11 januari 2023 heeft Archibald een (nieuw) bod tot overname van de aandelen van ATF Elburg gedaan voor een bedrag van € 820.000,00 (randnr. 2.58, dagvaarding).

3.Het geschil

3.1.
AFB stelt - onder meer - dat ATF Elburg onvoldoende aan de bovenstaande sommatie (rov. 2.13) heeft voldaan en vordert, na wijziging van eis, bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
ten aanzien van ATF Elburg
I. ATF Elburg te gebieden om binnen 2 dagen na dit vonnis volledige openheid van zaken te geven ter zake van de voorwaarden van het bod van Archibald op of omstreeks 24 september 2021 en ATF Elburg te veroordelen om bij schending van het gebod een dwangsom voldoen;
II. ATF Elburg te gebieden om binnen 2 dagen na dit vonnis openheid van zaken te geven ter zake van voorwaarden van het bod van Conquer op of omstreeks 17 maart 2022 op een (van een deel) van haar - door Archibald gehouden - aandelen en ATF Elburg te veroordelen om bij schending van het gebod een dwangsom te voldoen;
III. ATF Elburg te gebieden om binnen 3 dagen na (terug)levering, zoals bedoeld in V, de aandelen voor de alsdan gebleken koopsom en voorwaarden onder I als II aan AFB aan te bieden en ATF Elburg te veroordelen om bij schending van het gebod een dwangsom te voldoen;
IV. een verbod voor ATF Elburg, om zonder schriftelijke toestemming van AFB medewerking te verlenen aan overdracht van haar aandelen en ATF Elburg te veroordelen om bij schending van het verbod een dwangsom te voldoen;
ten aanzien van Conquer
V. Conquer te gebieden om binnen 7 dagen na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, de aandelen gehouden in ATF Elburg (terug) geleverd te hebben en ATF Elburg te veroordelen om bij schending van het gebod een dwangsom te voldoen;
ten aanzien van ATF Elburg en Conquer
VI. gedaagden ieder te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2.
AFB stelt - samengevat - dat zij een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van haar vorderingen, gelet op het feit dat de franchiseovereenkomst op korte termijn eindigt. De verkoop van de aandelen in ATF Elburg aan een derde dreigt zonder dat AFB daarbij voldoende in de gelegenheid zal worden gesteld om haar voorkeursrecht uit te oefenen en voldoende in de gelegenheid zal zijn om te kunnen beoordelen of de kandidaat-overnemer aan de criteria van de franchiseovereenkomst voldoet. AFB verzet zich tegen de betrokkenheid van [naam 2] , via Conquer.
3.3.
ATF Elburg en Conquer voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen. Zij voeren onder andere aan dat de aandelen van ATF Elburg wel degelijk bij meerdere gelegenheden aan AFB te koop zijn aangeboden, waarbij steeds bleek dat AFB de fitnessclub (de aandelen) niet wilde verwerven (randnr. 6 conclusie van antwoord).
3.4.
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van AFB volgt uit de aard van de zaak.
4.2.
In deze kortgedingprocedure, die zich niet leent voor nadere bewijsvoering door partijen zoals het horen van getuigen, dient bij de huidige stand van zaken met voldoende mate van zekerheid te kunnen worden vastgesteld dat de vorderingen van AFB ook in een bodemprocedure worden toegewezen. Dienaangaande wordt het navolgende overwogen.
Vorderingen I en II
4.3.
Gedaagden hebben zich ten eerste verweerd door het volgende te zeggen. Archibald heeft de aandelen van [franchisenemer 2] in ATF Elburg (voorheen [naam bv] ) gekocht, waarna Archibald deze bij notariële akte op 24 september 2021 geleverd heeft gekregen. Gedaagden hebben naar hun zeggen door middel van de onder rechtsoverweging 2.5 vermelde e-mail onderbouwd gesteld dat [franchisenemer 2] AFB op 26 september 2021 over die verkoop heeft geïnformeerd. In de conclusie van antwoord (randnr. 11, sub a en sub c, eerste alinea) hebben gedaagden verder gesteld dat Archibald destijds € 377.000,00 voor de aandelen van [franchisenemer 2] heeft betaald. AFB, die heeft betwist dat zij door [franchisenemer 2] over die koopsom was geïnformeerd, stelt dat zij eerst bij conclusie van antwoord van gedaagden van deze koopsom kennis heeft genomen, doch heeft deze koopsom op zich verder niet betwist.
Gedaagden hebben voorts aangevoerd dat Archibald bij de (terug)levering van de door Archibald in ATF Elburg gehouden aandelen op 17 maart 2022 aan Conquer, voornoemd bedrag van € 377.000,00 ook heeft (terug) ontvangen (randnr. 19, conclusie van antwoord) (uittreksel Kamer van Koophandel van 1 april 2022, productie 18, dagvaarding).
4.3.1.
Doordat AFB is geïnformeerd over a) de verkoop van de aandelen door [franchisenemer 2] aan Archibald, en de daarvoor ontvangen koopsom, alsmede gelet op de bijzondere omstandigheid dat b) die aandelen al sinds 17 maart 2022 (zie eveneens productie 18, dagvaarding) niet meer door Archibald worden gehouden maar door Conquer, vergt het door AFB gestelde belang bij vordering I en de door haar gevorderde ‘
volledig openheid van zaken ter zake de voorwaarden van het bod van Archibald’ een concrete toelichting. De voorzieningenrechter zal immers in deze procedure, die zich niet leent voor een nadere bewijsvoering door partijen, voorshands moeten kunnen vaststellen of AFB, in het licht van de bovenstaande feiten en omstandigheden, nog immer een rechtens te respecteren belang heeft bij de door haar gevorderde aanvullende informatie. Voorshands en bij de huidige stand van zaken ziet de voorzieningenrechter dit belang niet goed. Dat de aandelen niet zijn teruggeleverd aan [franchisenemer 1] , maakt dat, mede bezien in het licht van het aanbod van Conquer om de aandelen (alsnog) aan [franchisenemer 1] (door) te leveren, niet anders. Dit klemt temeer, nu AFB ter zitting onvoldoende heeft toegelicht in hoeverre de oude situatie nog relevant is voor een eventueel beroep van AFB op haar voorkeursrecht ex artikel 17 franchiseovereenkomst. Ook al zou ATF Elburg in strijd hebben gehandeld met de franchiseovereenkomst, ook dan dient AFB duidelijk te onderbouwen dat zij nog immer een rechtens te respecteren belang heeft bij de, naast de reeds door ATF Elburg aan haar verstrekte informatie, aanvullende informatie over de (teruggedraaide) aandelenoverdracht tussen [franchisenemer 2] en Archibald en mag AFB in dit kort geding niet volstaan met het één op één overnemen in vordering I van de in artikel 17 van de franchiseovereenkomst geformuleerde, algemene bekendmakingsplicht. Gelet hierop wordt de vordering onder I afgewezen.
4.3.2.
De navolgende omstandigheden sinds die overdracht van de aandelen van Archibald op 17 maart 2022 aan Conquer maken dat AFB ook de vordering onder II tot openheid van zaken ter zake het bod van Conquer niet tot het door haar beoogde doel kan leiden, waartoe het volgende.
Gedaagden hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat AFB geen bezwaar had tegen de teruglevering van het aandelenpakket door Archibald aan [franchisenemer 1] (productie 11, dagvaarding). Gedaagden hebben voorts aangevoerd dat het bezwaar van AFB tegen terug-levering van de aandelen aan Conquer in plaats van aan [franchisenemer 1] kan worden ondervangen door het door Conquer bij notariële akte ‘doorleveren’ van alle aandelen aan [franchisenemer 1] . Bij conclusie van antwoord, de laatste alinea van randnummer 5, alsmede op de mondelinge behandeling in kort geding (randnummer 4, tweede alinea, spreekaantekeningen mr. Smit) heeft Conquer ( [franchisenemer 1] en [naam 2] voornoemd) aangeboden de door Conquer gehouden aandelen in ATF Elburg aan [franchisenemer 1] terug te leveren. De onderhandelingen met Archibald (rov. 2.14) zijn gestrand, aldus gedaagden op de mondelinge behandeling in kort geding.
Indien uitvoering zou kunnen worden gegeven aan die aandelenoverdracht zou [franchisenemer 1] alsnog 100% aandeelhouder worden in ATF Elburg. Aan de bezwaren van AFB tegen het belang van [naam 2] in ATF Elburg (rov. 2.10) zou dan tegemoet worden gekomen. De gehele fitnessclub zou in dat geval door [franchisenemer 1] als enig aandeelhouder van ATF Elburg aan AFB, dan wel indien AFB zich daarvoor bedankt, aan een derde kandidaat-overnemer ter overname kunnen worden aangeboden. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat ATB op de hoogte was van het bod van Archibald van 11 januari 2023 van
€ 820.000,00 en de door [franchisenemer 1] rekenkundig en bedrijfsmatig onderbouwde overnameprijs (rov. 2.12). AFB heeft desalniettemin niet concreet gereageerd op het - nog eens ten overstaan van de voorzieningenrechter herhaalde - aanbod van Conquer en [franchisenemer 1] om (alle) aandelen in ATF Elburg aan [franchisenemer 1] over te dragen. AFB heeft haar pijlen gericht op de omvang en voorwaarden van eerdere biedingen, die er volgens haar moeten zijn, zonder dat zij dit (door ATF Elburg betwiste) vermoeden voldoende aannemelijk heeft gemaakt en evenmin is gebleken van een (ongeschikte) kandidaat-overnemer respectievelijk een zonder haar medewerking gesloten perfecte koopovereenkomst met een derde. In het licht van al het vorenoverwogene, vergt dit vermoeden van AFB een nadere, concrete toelichting en die is binnen het bestek van dit kort geding mede in het licht van de gemotiveerde betwisting door gedaagden onvoldoende gegeven. Gelet hierop moet de vordering onder II eveneens worden afgewezen.
Vorderingen III en V
4.4.
De vorderingen onder III en V komen er in de kern op neer dat Conquer de door haar gehouden aandelen in ATF Elburg op korte termijn moet leveren aan [franchisenemer 1] / ATF Elburg en dat [franchisenemer 1] / ATF Elburg de verkregen aandelen voor een (bepaalde) koopsom moet aanbieden aan AFB. De onder III gevorderde termijn van drie dagen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands niet opportuun, alleen al omdat een dergelijke levering moet geschieden bij notariële akte en gesteld noch gebleken is dat partijen dienaangaande al concrete stappen hebben ondernomen. Daarbij komt dat de gevorderde levering van de aandelen de reikwijdte van dit kort geding te buiten gaat. Zoals ook door gedaagden is aangevoerd (randnr. 11, spreekaantekeningen) vordert AFB dat ATF Elburg haar eigen aandelen gaat houden, zonder dat AFB aantoont dat zij heeft onderzocht of dat rechtens - met gedaagden verwijst de voorzieningenrechter naar het bepaalde in artikel 2:207 BW - mogelijk is en zo ja, onder welke voorwaarden. Gedaagden hebben dan ook een punt, daar waar zij vraagtekens zetten bij deze vorderingen. Dit vergt nader onderzoek waartoe de mogelijkheden binnen het bestek van een kort geding (zeer) beperkt zijn. De vorderingen onder III en V zullen dan ook worden afgewezen.
Vordering IV
4.5.
Nog afgezien van de vraag of het gevorderde verbod niet gericht had moeten zijn tegen Conquer, acht de voorzieningenrechter een verbod niet aan de orde, nu van een op handen zijnde overdracht van aandelen in strijd met de artikelen 17 jo. 13 van de franchiseovereenkomst vooralsnog onvoldoende is gebleken. De vordering IV wordt derhalve afgewezen.
Proceskosten
4.6.
AFB zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ATF Elburg en Conquer worden begroot op:
- griffierecht € 646,00
- salaris advocaat €
1.079,00
totaal € 1.725,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt AFB in de proceskosten, aan de zijde van ATF Elburg en Conquer tot op heden begroot op € 1.725,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CM