Op 14 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het vervangen van een dak. De vergunninghouder had op 21 november 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd, die was verleend voor het vervangen van het dak van een pand in Maastricht. Verzoekster, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, vroeg de voorzieningenrechter om de uitvoering van de vergunning te schorsen, omdat zij zich zorgen maakte over de vergroting van het dak, mogelijke asbestverspreiding en de constructieve veiligheid.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vergroting van het dak beperkt was en expliciet vergund. Er waren geen aanwijzingen dat er risico's waren voor asbestverspreiding tijdens de werkzaamheden, en de vergunning was vanuit bouwtechnisch oogpunt correct verleend. De voorzieningenrechter benadrukte dat de beoordeling in deze fase beperkt was tot de vraag of er reden was om de omgevingsvergunning te schorsen. De hoorzitting in bezwaar was gepland op 13 april 2023, en de voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was om de vergunning te schorsen.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Snijders, in aanwezigheid van griffier mr. A.E.M. Genders, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.