Op 12 april 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 54-jarige man, die werd beschuldigd van ontucht met zijn minderjarige kind. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 maart 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, gebaseerd op de verklaringen van het slachtoffer, die gedetailleerd en consistent waren. Het slachtoffer had verklaard dat de verdachte in de periode van 23 april 2013 tot en met 23 april 2015 ontucht had gepleegd, wat bestond uit het slaan met zijn blote penis tegen haar blote vagina en het likken aan haar vagina.
De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat de verklaringen van het slachtoffer niet ondersteund werden door ander bewijs. De rechtbank oordeelde dat de betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer in twijfel getrokken moest worden, gezien de omstandigheden waaronder deze was afgelegd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende steunbewijs was voor de verklaringen van het slachtoffer, aangezien alle verklaringen in het dossier terug te voeren waren naar één bron, namelijk het slachtoffer zelf.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het tenlastegelegde feit niet bewezen kon worden en sprak de verdachte vrij. De benadeelde partij, het slachtoffer, had een schadevergoeding van € 10.000,- gevorderd, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter M.M. Beije, en de rechters C.J.M. Brands en W.H.B. Dreissen.