ECLI:NL:RBLIM:2023:2357

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
C/03/313786 KG RK 23-43
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot machtiging beheers- en ontruimingsbeding hypotheekakte

Op 4 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een kort geding. Het verzoekschrift was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ö. Çolak, met als doel verlof te verkrijgen voor het inroepen van een huurbeding uit een hypotheekakte, alsook om ontruiming van de onroerende zaak door de huurders te bewerkstelligen. De zaak betreft een onroerende zaak gelegen aan [adres 2], kadastraal bekend gemeente [gemeente], sectie [sectie], nummer [perceelnummer].

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2023 zijn de belanghebbenden, waaronder de hypotheekgever [belanghebbende sub 1] en onbekende (onder)huurders, niet verschenen, ondanks dat zij deugdelijk waren opgeroepen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de wettelijke vereisten en procedurevoorschriften is voldaan. Het verzoek om de ontruiming met behulp van de sterke arm van politie en justitie werd afgewezen, omdat dit overbodig was volgens de wet.

De voorzieningenrechter heeft vervolgens de verzoeker machtiging verleend om de onroerende zaak in beheer te nemen, de hypotheekgever en de onbekende huurders te veroordelen tot ontruiming, en het verzoek om het huurbeding in te roepen toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn vastgesteld op € 314,00 aan griffierechten en € 697,00 aan salaris voor de advocaat, ten laste van de opbrengst. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rekestnummer: C/03/313786 / KG RK 23-43
Beschikking van de voorzieningenrechter van 4 april 2023
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. Ö. Çolak te Zwolle
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [adres 1] , ( [land] )
2.
ALLE (ON)BEKENDE (ONDER)HUURDERS,
wonende te [woonplaats] ,
belanghebbenden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift,
  • de mondelinge behandeling op 3 april 2023.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van verlof tot het inroepen van het in de op 26 februari 2021 verleden hypotheekakte opgenomen huurbeding als bedoeld in artikel 3:264 BW, alsmede tot ontruiming door de huurder(s) binnen een door de voorzieningenrechter aan te geven termijn met betrekking tot de hierna vermelde onroerende zaak. Het verzoek strekt tevens tot het verkrijgen van machtiging tot het inroepen van het in die akte opgenomen beheersbeding en het beding om de aan de hypotheek onderworpen zaak onder zich te nemen (ontruimingsbeding) en de hypotheekgever en de zijnen te veroordelen tot ontruiming als bedoeld in artikel 3:267 BW. Het aanvankelijk in het verzoekschrift opgenomen verzoek tot het verkrijgen van verlof om een beroep te doen op het in de hypotheekakte opgenomen bezichtigingsrecht als bedoeld in artikel 3:267a BW, is door verzoeker ter zitting ingetrokken.
2.2.
Het verzoek richt zich tegen [belanghebbende sub 1] als hypotheekgever en alle (onbekende) (onder)huurders wonende aan de [adres 2] te [postcode] [plaatsnaam] .
2.3.
De belanghebbenden bij dit verzoek zijn voor de behandeling daarvan opgeroepen.
2.4.
Namens verzoeker is ter mondelinge behandeling verschenen mr. Ö. Çolak. [belanghebbende sub 1] en de onbekende (onder)huurders zijn, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen.
2.5.
Bij de mondelinge behandeling is gebleken dat aan de wettelijke vereisten en de procedurevoorschriften is voldaan.
2.6.
De verzochte machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie en justitie zal worden afgewezen, omdat het ingevolge artikel 556 lid 1 en 557 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering overbodig is.
2.7.
Het verzoek kan derhalve voor het overige worden toegewezen op de wijze zoals hierna is aangegeven.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verzoeker machtiging om de onroerende zaak, plaatselijk bekend [postcode] [plaatsnaam] aan de [adres 2] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] , sectie [sectie] ,
nummer [perceelnummer] , groot 19.409 m2, in beheer en onder zich te nemen,
3.2.
veroordeelt de hypotheekgever met al de zijnen en al het zijne deze onroerende zaak te ontruimen en met afgifte van de sleutels aan verzoeker ter vrije beschikking te stellen,
3.3.
verleent verlof om het in het verzoekschrift vermelde huurbeding in te roepen tegen de hiervoor genoemde onbekende (onder)huurders,
3.4.
veroordeelt deze onbekende (onder)huurders om voormelde onroerende zaak te ontruimen met al de zijnen en al het zijne om die zaak met afgifte van de sleutels aan verzoeker ter vrije beschikking te stellen,
3.5.
bepaalt dat gedurende een termijn van 5 dagen na de betekening van deze beschikking aan de onbekende (onder)huurders niet ontruimd mag worden,
3.6.
stelt de proceskosten vast op een bedrag van € 314,00 aan griffierechten en op € 697,00 aan salaris ten behoeve van de advocaat en bepaalt dat deze ten laste van de opbrengst worden gebracht,
3.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
3.8.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2023.