Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[belanghebbende sub 1] ,
ALLE (ON)BEKENDE (ONDER)HUURDERS,
1.De procedure
- het verzoekschrift,
- de mondelinge behandeling op 3 april 2023.
Rechtbank Limburg
Op 4 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een kort geding. Het verzoekschrift was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ö. Çolak, met als doel verlof te verkrijgen voor het inroepen van een huurbeding uit een hypotheekakte, alsook om ontruiming van de onroerende zaak door de huurders te bewerkstelligen. De zaak betreft een onroerende zaak gelegen aan [adres 2], kadastraal bekend gemeente [gemeente], sectie [sectie], nummer [perceelnummer].
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2023 zijn de belanghebbenden, waaronder de hypotheekgever [belanghebbende sub 1] en onbekende (onder)huurders, niet verschenen, ondanks dat zij deugdelijk waren opgeroepen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de wettelijke vereisten en procedurevoorschriften is voldaan. Het verzoek om de ontruiming met behulp van de sterke arm van politie en justitie werd afgewezen, omdat dit overbodig was volgens de wet.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de verzoeker machtiging verleend om de onroerende zaak in beheer te nemen, de hypotheekgever en de onbekende huurders te veroordelen tot ontruiming, en het verzoek om het huurbeding in te roepen toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn vastgesteld op € 314,00 aan griffierechten en € 697,00 aan salaris voor de advocaat, ten laste van de opbrengst. Het meer of anders verzochte is afgewezen.