Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling op 20 maart 2023;
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de verhuurder in kort geding ontruiming van de woonruimte van gedaagden vanwege niet-nakoming van huurbetalingsverplichtingen en verplichtingen tot goed huurderschap. De kantonrechter heeft op 28 maart 2023 vonnis gewezen in Maastricht, waarbij de vorderingen van de verhuurder grotendeels zijn toegewezen. De procedure begon met een dagvaarding op 9 maart 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 maart 2023, waarbij verstek is verleend tegen de gedaagden die niet verschenen. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. A.J.G. Bisscheroux, stelde dat gedaagden in gebreke zijn gebleven met de huurbetalingen, met een achterstand van € 1.800,00 per 1 maart 2023. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming gegrond was, gezien de huurachterstand en de schending van de verplichtingen door gedaagden. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op twee weken na betekening van het vonnis. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van ontruimingskosten af, omdat deze kosten pas na het vonnis gemaakt worden en niet voorwaardelijk kunnen worden begroot. De gedaagden werden ook veroordeeld tot betaling van de verschuldigde huur over de maanden tot aan de ontruiming, vermeerderd met contractuele rente. De proceskosten werden vastgesteld op € 745,57, die hoofdelijk door gedaagden moesten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.