ECLI:NL:RBLIM:2023:2165

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
03/111917-22, 96/196059-20 (tul)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling bankhelpdeskfraude met meerdere slachtoffers en medeverdachten

Op 28 maart 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een grootschalige bankhelpdeskfraude. De verdachte ontkende betrokkenheid bij een groot aantal zaaksdossiers, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was om zijn betrokkenheid bij 19 zaken van bankhelpdeskfraude te bevestigen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.W.J.H.A. Neijndorff. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 14 maart 2023, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar maakten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, op slinkse wijze slachtoffers had benaderd en hen had bewogen tot het afgeven van hun bankpassen en pincodes. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan oplichting en diefstal, en legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die zich in het strafproces hadden gevoegd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers, die vaak ouderen waren die recent hun partner hadden verloren. De verdachte werd veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan de slachtoffers, en de rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf af, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van deze veroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/111917-22, 96/196059-20 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1999,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.W.J.H.A. Neijndorff, advocaat, kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 maart 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Vier slachtoffers hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen verdachte [medeverdachte] met het parketnummer 03/099965-22.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 24 september 2021 tot en met 29 december 2021, al dan niet samen met een of meer anderen, meerdere personen (17 zaaksdossiers) heeft opgelicht door zich voor te doen als bankmedewerker en zo de pinpas en pincode van deze personen te verkrijgen;
Feit 2:in de periode van 24 september 2021 tot en met 29 december 2021, al dan niet samen met een of meer anderen, geldbedragen van meerdere personen (19 zaaksdossiers) heeft gestolen door geld te pinnen met de door oplichting verkregen pinpassen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten bewezen zoals deze ten laste zijn gelegd. De verdachte heeft zijn betrokkenheid bij vijf zaaksdossiers bekend. [medeverdachte] heeft verklaard dat de verdachte bij alle zaaksdossiers betrokken was en uit het dossier volgt dat de werkwijze bij alle zaaksdossiers gelijk was. Dit in combinatie met de telefoongegevens van de verdachte maakt dat de officier van justitie bewezen acht dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij alle ten laste gelegde zaaksdossiers.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte enkel veroordeeld kan worden voor betrokkenheid bij de vijf zaaksdossiers waarin hij een bekennende verklaring heeft afgelegd. Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat de verdachte ook bij de andere zaaksdossiers betrokken is geweest. De werkwijze die bij de verschillende zaaksdossiers is gehanteerd, komt op veel grotere schaal voor, de telefoongegevens wijzen niet op betrokkenheid van de verdachte als (mede)pleger en de verklaring van [medeverdachte] klopt niet. De verdachte moet dan ook van beide feiten partieel vrijgesproken worden.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
De aangiften van [slachtoffer 1] uit Brunssum (zaak 1) en [slachtoffer 2] uit Valkenburg (zaak 2) vormden het startpunt van een opsporingsonderzoek dat zich richtte op zogeheten bankhelpdeskfraude. Al snel bleken er op diverse plaatsen in Nederland soortgelijke feiten gepleegd te zijn en werd het onderzoek van de politie uitgebreid. De verdachte en [medeverdachte] zijn in dit onderzoek als mogelijke daders naar voren gekomen. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of bewezen kan worden dat de verdachte als (mede)dader betrokken is geweest bij in totaal 19 zaken van bankhelpdeskfraude. De rechtbank zal hierna eerst, zoveel mogelijk per zaaksdossier, de bewijsmiddelen weergeven. Vervolgens zal de rechtbank overwegen wat zij op grond van deze bewijsmiddelen bewezen acht en waarom zij dit bewezen acht. Hierbij wordt ook ingegaan op de verweren van de verdediging.
Bewijsmiddelen
Zaak 1
[slachtoffer 1] uit Brunssum heeft aangifte gedaan van fraude met betaalproducten. Zij verklaart in haar aangifte - zakelijk weergegeven:
“Op woensdag 22 december 2021, omstreeks 13:30 uur, kreeg ik een telefoontje van een voor mij onbekende man. Deze man vertelde mij dat hij een medewerker was van de ING bank, genaamd [naam 1] . (...) In een tweede telefoongesprek vertelde deze man genaamd [naam 1] mij dat hij mijn betaalrekening kon opschonen. De man gaf mij zijn naam, telefoonnummers waarop ik hem kon bereiken, te weten: [telefoonnummer 1] en [telefoonummer] en zijn dienstnummer, te weten: 074 en KR code: "277771". De man [naam 1] vertelde mij vervolgens dat een andere man, genaamd [naam 2] bij mij aan de deur zou komen. Deze man zou dan mijn bankpasjes meenemen en de reader. (...) Na ongeveer een half uur verscheen er een man aan mijn voordeur die zich voorstelde als [naam 2] . Ik zag dat de man uit zag zoals mij beschreven: normaal postuur, 170 meter, korte zwarte haren, netjes, bril dragend, licht getint. De man droeg een gewatteerde jas, beige. Ik gaf deze man vervolgens een enveloppe met de stuk geknipte bankpasjes en de readers. (...)
Ik zag later die dag dat er 1000,= Euro gepind was bij de Regiobank, 317,50 betaald bij de Lukoil, 1050,= gepind bij de ING. Ik was totaal dus 2367,50 Euro kwijt. Mijn bankgegevens zijn: [bankrekening nummer 1] Regiobank, [bankrekening nummer 2] ING bank.” [2]
Uit de ontvangen historische verkeersgegevens van [slachtoffer 1] bleek dat aangeefster op
22 december 2021 om 12.39 uur en om 13.13 uur werd gebeld door het telefoonnummer + [gsm nummer 1] (IMEI [nummer 1] ). Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat de mobiele telefoon, voorzien van het nummer [gsm nummer 1] op 22 december 2021, vanaf 10.27 uur, werd verplaatst van een locatie in 's-Hertogenbosch ( [naam en adres] ) naar Brunssum, alwaar de telefoon om 14:46 uur aanstraalde. [3]
Zaak 2
[slachtoffer 2] uit Valkenburg heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in haar aangifte:
“Op woensdag 29 december 2021 omstreeks 13.00 uur, bevond ik mij in mijn woning. Omstreeks 13.15 uur werd ik gebeld op mijn thuistelefoon door een afgeschermd nummer. Ik pakte de telefoon op en hoorde een mannenstem. Deze persoon vertelde van de bank te zijn. (...) Ik had op dat moment nog geen argwaan. Ik zou het pasje vervolgens in een envelop moeten doen en dan zou het opgehaald worden door een collega. Ik vroeg aan de persoon die belde om zijn naam te geven. Ik hoorde de persoon tegen mij zeggen; ik ben [naam 1] met dienstnummer D77. (...) Ik kreeg van deze persoon ook door wie de pas zou komen ophalen. Dit zou een zekere [naam 2] zijn. (...) Ik had ondertussen mijn bankpas van de Rabobank in de lengte doorgeknipt en in een envelop gedaan. Het betreft een bankpas van de Rabobank met nummer [bankrekening nummer 3] , pasnummer 24. Ik keek rond 14:00 uur naar buiten en zag vanaf de flat tegenover mij een man op straat lopen die in de richting van mijn woning liep. (...)Ik heb deze jongeman de envelop met de bankpas gegeven. Ik zag dat de jongeman weer wegliep en naar buiten ging. (...)
Ik had er eigenlijk geen goed gevoel over en had nu pas het idee dat ik mogelijk opgelicht ben geworden. Ik heb toen meteen de Rabobank gebeld en heb het verhaal uitgelegd. […] De medewerkster van de bank heeft vervolgens de bankpas geblokkeerd. In het gesprek gaf de medewerkster van de Rabobank aan dat er op woensdag 29 december 2021 om 14:08 uur op de Geneinderstraat in Valkenburg bij de Geldmaat een bedrag van Euro 800 is opgenomen vanaf mijn rekening [bankrekening nummer 3] . Om 14:13 uur is vanaf een andere betaalrekening van mij, [bankrekening nummer 4] een bedrag van Euro 5000 overgemaakt naar rekening [bankrekening nummer 3] . Vervolgens is om 14:20 uur tweemaal een bedrag van Euro 150 opgenomen bij de Albert Heijn in Hulsberg. Om 14.20 uur is nog een bedrag van Euro 100 opgenomen bij deze Albert Heijn.” [4]
Uit de ontvangen historische verkeersgegevens van aangeefster bleek dat aangeefster op 29 december 2021 om 13.18 uur werd gebeld door het telefoonnummer [gsm nummer 2] . [5] Het telefoonnummer [gsm nummer 2] betreft een telefoonnummer van de Rabobank. Kennelijk was sprake van spoofing. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [gsm nummer 1] (IMEI [nummer 1] ) bleek dat dit het daadwerkelijke inbellende nummer was. Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat de mobiele telefoon, voorzien van het nummer [gsm nummer 1] op 29 december 2021 vanaf 10:33 uur werd verplaatst van een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ) naar Valkenburg, waar de telefoon aanstraalde om 14.13 uur. [6]
Zaak 4
[slachtoffer 3] uit Borculo heeft aangifte gedaan. Hij verklaart in zijn aangifte:
“Ik werd op 15 oktober 2021 gebeld door een man. Ik hoorde dat de man aan de telefoon vertelde dat hij een medewerker van de ING bank was. Hij heeft verder geen naam genoemd. Ik hoorde dat hij zei dat er een virus in het betalingssysteem zat. Ik hoorde dat de man zei dat personen zo geld van mijn bankrekening konden halen. De man kwam heel overtuigend bij mij over. Ik dacht dus ook dat het daadwerkelijk een medewerker van de bank was.
Op een gegeven ogenblik hoorde ik dat de man zei dat er een ander persoon mijn bankpas zou ophalen bij mij thuis. Ik hoorde dat de man de pincode van mijn bankpas vroeg. Ik heb vervolgens mijn pincode doorgegeven aan de man. Op vrijdag 15 oktober 2021, omstreeks 16.30 uur, kwam er inderdaad een man bij mij aan de deur. Ik had de andere man nog steeds aan de telefoon. Ik heb mijn pinpas meegegeven aan deze man. Ik had de pinpas in een enveloppe gedaan. Hij wilde de pinpas vernietigen. (...)
Nu blijkt dus dat er meerdere bedragen van mijn rekening zijn afgeschreven.
De volgende bedragen zijn op vrijdag 15 oktober 2021 ten onrechte van mijn rekening afgeschreven:
- Jumbo Neede, 17.03 uur, 165,89 euro
- Jumbo Neede, 17.06 uur, 104,32 euro
- Albert Heijn Neede, FR8748, 17.17 uur, 1,34 euro
- Jumbo Patrick Hobelman Eibergen, 17.28 uur, 101,45 euro
- Jumbo Patrick Hobelman Eibergen, 17.30 uur, 215,54 euro
- Jumbo Groenlo, den Koem, 17.47 uur, 1,69 euro
- Jumbo Groenlo, den Koem, 17.49 uur, 3,50 euro
- Jumbo Bennink Lichtenvoorde, 18.06 uur, 1,69 euro
- Jumbo Aalten, 18.20 uur, 1,23 euro
- Jumbo Aalten, 18.21 uur, 150 euro
- Jumbo Aalten 18.22 uur, 150 euro
- Jumbo Aalten, 18.23 uur, 150 euro
- Jumbo Arentz Dinxperlo, 18.41 uur, 150 euro
In totaal is er dus een bedrag van 1196,65 euro ten onrechte van mijn rekening afgeschreven.” [7]
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat [slachtoffer 3] op 15 oktober 2022 om 15.55 uur, 16.36 uur en om 16.36 uur werd gebeld door het telefoonnummer [gsm nummer 3] . [8] Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 15 oktober 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was. De mobiele telefoon straalde die dag tussen 12.15 uur en 15.55 uur op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Vervolgens werd het toestel verplaatst in de richting van Borculo, waar het toestel om 16.31 uur aanstraalde. [9]
[slachtoffer 4] uit Wervershoof (gemeente Medemblik) heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in haar aangifte:
“Vandaag 18 november 2021 aan het eind van de middag, rond 15.00 a 16.00 uur ben ik gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van de Rabobank. Ik weet niet meer precies hoe laat ik gebeld ben. Ik ben gebeld op de huistelefoon: [telefoonnummer 2] . Ik werd gebeld door een man. De man vertelde mij dat hij medewerker van de Rabobank was en dat hij belde omdat er een verdachte transactie is geweest. Die transactie zou van een groot bedrag zijn en zou overgemaakt zijn naar Spanje. De bankpas zou ongeldig zijn gemaakt. Ik wist dat niet niet zou kloppen dus ik ben het gesprek aangegaan met de medewerker. De man vertelde mij dat er iemand langs zou komen om mijn pinpas op te komen halen. Ik had een controle code gekregen die ik moest vragen aan de persoon die langs kwam zodat ik wist dat het veilig was. (...) Even later kwam er een jonge jongen aan de deur. Ik vroeg hem naar de controle code. Hij gaf de juiste code af die ik ook aan de telefoon hoorde. Ik heb hem mijn pinpas en pincode gegeven. Dit vroeg de man mij namelijk. De jongen zei ook tegen mij dat er vanavond weer iemand langs zou komen om een nieuwe pinpas af te geven. (...)
Ik heb de bank in de avond gebeld omdat ik het toch niet vertrouwde. De bank vertelde mij nog het volgende: Er is voor 1250 euro gepind bij automaatnummer 911855 bij het Raadhuisplein om 16.13 uur. Er is voor 20 euro betaald bij een OV chip apparaat nr 00S306 Er is voor 7,60 euro gepind bij de Jumbo in Zwaagdijk om 16.30 uur en hierna is er nog voor 300.20 euro gepind bij de Jumbo. Totaal: 1.577,80”. [10]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 18 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en op die dag voor het eerst aanstraalde op een locatie in
’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Wervershoof, waar het toestel om 16.45 uur voor het eerst aanstraalde. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 4]. [11]
Zaak 5
[slachtoffer 5] uit Waalre heeft aangifte gedaan. In de aangifte verklaart zij:
“Op maandag 18 oktober 2021, tussen 11 en 12 uur, werd ik gebeld door een anoniem nummer op mijn huistelefoonnummer: [telefoonnummer 3] . Ik hoorde dat er een man tegen mij sprak. Ik hoorde dat de man mij vertelde dat er fraude was gepleegd met mijn bankrekeningen. De man vertelde mij dat hij mij ging helpen zodat ik mijn bankrekeningen weer kon gebruiken. Hij vertelde mij dat ze dit met spoed gingen doen. De man vertelde mij dat ik mijn bankpassen en bijbehorende pincodes in een envelop moest doen. Ik moest op de envelop het volgende adres schrijven: [adres 2] . De man vertelde mij dat er een koerier genaamd [naam 2] , de envelop zou komen ophalen. (...) Ongeveer 10 minuten later, rond 12.27 uur, werd ik gebeld dat de koerier voor mijn deur stond. Ik hoorde dat de bel ging. Ik zag op de monitor dat er een man voor de centrale ingang stond. (...) Ik gaf de man de envelop met daarin de bankpassen en de pincodes. (...) Ongeveer 90 minuten later kreeg ik een slecht gevoel. Ik had namelijk nog steeds geen nieuwe pincodes en bankpassen ontvangen. (…). Hierna heb ik mijn dochter gebeld.
Samen met mijn dochter nam ik telefonisch contact op met de banken Rabobank, ABN
Ambro en de TNG om mijn bankpassen te laten blokkeren.
De medewerkster van de Rabobank, vertelde mij dat zij de rekening voorzien van het rekeningnummer: [bankrekening nummer 5] , had geblokkeerd. Ze vertelde mij dat er met mijn bankpas en pincode de volgende betalingen waren gedaan op maandag 18 oktober 2021. Om 12.45 uur zou er een contant geldbedrag van 1200,- euro zijn opgenomen bij de Geldmaat gelegen aan de Aalsterweg 92 te Eindhoven. Om 13.36 uur, zou er een betaling zijn gedaan bij het bedrijf Mediamarkt te Ekkersrijt. Hierbij was er voor een bedrag van 1099,- euro gepind. Om 13.49 uur, zou er een betaling zijn gedaan bij de Jumbo. De Rabobank kon mij geen adres van de Jumbo geven. Bij de Jumbo zou er voor een bedrag van 112.70 euro, contactloos gepind zijn. Om 13.54 uur, zou er nog een betaling zijn gedaan bij de Jumbo. De Rabobank vertelde mij dat er bij de betaling het woord Biar stond. Ze konden mij het adres van de Jumbo niet vertellen. Bij de Jumbo was er voor een bedrag van 150.20 euro, contactloos betaald. Om 14.09 uur, zou er een betaling zijn gedaan bij de Jumbo Nederland Eindhoven. De Rabobank vertelde mij dat er bij de betaling geen adres stond. Er zou bij deze Jumbo tweemaal contactloos gepind zijn. Eenmaal voor een bedrag van 20.93 euro, en eenmaal voor een bedrag van 23.50 euro. (...) In totaal is er een bedrag van 3.606,33 euro van mijn drie bankrekeningen afgehaald.” [12]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 18 oktober 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was. Diezelfde dag straalde de mobiele telefoon vanaf 10.39 uur tot 11.13 uur aan op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Vervolgens verplaatste het toestel naar Waalre, waar het aanstraalde om 12:29 uur. Het toestel verplaatste vervolgens weer naar de locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Met het toestel met voornoemd IMEI-nummer werd diezelfde dag ook gebeld naar het telefoonnummer van [slachtoffer 5] . [13]
Zaak 6
[slachtoffer 6] uit Esch heeft aangifte gedaan. In zijn aangifte verklaart hij:
“Op dinsdag 19 oktober 2021 omstreeks 10.53 uur was ik samen met mijn vrouw thuis. De vaste telefoon ging en mijn vrouw nam deze op. Zij kreeg een man aan de lijn die een zware stem had. Deze man stelde zich voor als medewerker van de Rabobank Vught. De medewerker zei dat een bedrag van 2.100,00 euro was afgeschreven van onze Rabobankrekening met rekeningnummer [bankrekening nummer 6] . (...) Hier schrok mijn vrouw heel erg van. De medewerker zei dat mijn vrouw een enveloppe, pen, schaar, plakband moest klaarleggen. (...) De medewerker zei dat mijn vrouw de pinpas in een enveloppe moest stoppen en deze moest dichtplakken. Tevens vroeg de medewerker om de pincode. Die heeft mijn vrouw telefonisch doorgegeven. De medewerker zei dat [naam 2] de enveloppe met daarin de pinpas zou komen ophalen, diezelfde dag nog. Hij zou binnen een half uur bij ons zijn omdat ze meteen zouden aanrijden. (...) In de verte zag ik een man lopen. Later bleek dat hij de man was die de pinpas had opgehaald. (...)
Mijn zoon nam om 12.45 uur meteen telefonisch contact op met de bank. Zij vertelden dat om 12.46 uur een bedrag van 1.150,00 euro was opgenomen bij: Geldmaat Raadhuisstraat Vught Geldautomaat 12.46 pasnr. 025 verwerkingsdatum 19-10-2021. (...) We kregen het rekeningafschrift van de Rabobank waarop te zien is dat het bedrag van 1.150,00 euro was gepind. Toen zag ik pas dat er nog een bedrag van 300,00 euro was gepind: Bruna Vught Vught Betaalautomaat 12.51 pasnr. 025 Verwerkingsdatum 19-10-2021”. [14]
Op 19 oktober 2021 omstreeks 11.40 uur werd op de Runsdijk vanuit Esch richting Boxtel. een Hyundai Getz personenauto met kenteken [nummer 2] staande gehouden. De bestuurder van de auto betrof de verdachte. De bijrijder bleek [medeverdachte] te zijn. [15]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 19 oktober 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en vanaf 10.53 uur voor het eerst die dag aanstraalde een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Vervolgens verplaatste het toestel naar Vught, waar het toestel om 12.48 uur aanstraalde. Vanaf 13.33 uur straalde het toestel voor de rest van de dag aan op de locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 6] . [16]
Zaak 8
[naam 3] heeft namens het slachtoffer [slachtoffer 7] uit Oudorp, gemeente Alkmaar, aangifte gedaan. In de aangifte wordt verklaard:
“Op woensdag 3 november 2021 belde mijn moeder mij op omstreeks 16.00 uur dat zij een raar telefoontje had gekregen van de bank die dag. Ik was aan het werk waardoor ik deze informatie aan mijn broer [naam 5] heb doorgegeven zodat hij hier actie op kon ondernemen.
[naam 5] heeft toen met mijn moeder gebeld tussen 17.00 en 18.00 uur en mijn moeder vertelde mijn broer dat er een medewerker van de bank aangebeld had die dag. Die medewerker had tegen mijn moeder gezegd dat er codes aangepast moesten worden. Mijn moeder is toen tijdens het telefoongesprek op verzoek van mijn broer haar portemonnee gaan bekijken en toen zag zij dat haar pinpas niet meer in haar portemonnee zat.
Het signalement wat mijn moeder doorgaf was een licht getinte manspersoon en deze jongeman had donkere krullen. (...) Op 5 november 2021 had ik een medewerker aan de telefoon van de Rabobank en daarvan hoorde ik dat er op 3 november 2021 om 14:06 uur een pintransactie van de lopende rekening [bankrekening nummer 7] had plaatsgevonden van 1050 euro. Deze pintransactie was bij een Geldmaat aan de Langestraat 5 te Alkmaar.” [17]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 3 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en op die dag werd verplaatst op de route 's-Hertogenbosch – Alkmaar. In Alkmaar straalde het toestel aan om 14.29 uur. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 7] . [18]
Zaak 9
[slachtoffer 8] uit Aalsmeer heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in de aangifte:
“Maandag 08 november omstreeks 11:30 uur werd ik gebeld op mijn huistelefoon. Ik nam op en ik hoorde dat aan de andere kant van de lijn een man mij toesprak. Deze man vertelde te zijn van de ABN/Amro bank en vroeg mij of ik een bedrag van 2100 euro had overgeschreven. Ik vertelde de man dat ik dat niet had gedaan. Hierop vertelde de man mij dat ik was opgelicht zoals bij meerdere banken. De man vertelde mij dat er een collega van hem langs zou komen voor het ophalen van mijn pasje. De man vertelde mij dat de man die langs zou komen [naam 6] zou heten. Ik kreeg ook een code van deze man en die code zou [naam 6] mij opgeven zodat ik wist dat dit die [naam 6] was. Ook vroeg de man aan de telefoon of ik in het bezit was van een ABN/AMRO enveloppe. Ik vertelde hem dat ik dit had, waarop de man mij vroeg om mijn betaalpasje hierin te doen en dan af te geven aan [naam 6] . Na ongeveer een klein uurtje werd er bij mij thuis aangebeld. Ik opende de toegangsdeur en ik zag een jongeman staan. Deze man stelde zich direct voor als [naam 6] . (...) Ik gaf hem de envelop met daarin mijn betaalpasje. [naam 6] gaf aam dat hij naar de bank zou gaan om dit betaalpasje om te ruilen voor een nieuwe en deze zou hij om de middag komen brengen. Deze [naam 6] is echter nooit meer verschenen. (...)
Later die dag bleken er diverse bedragen afgeschreven te zijn van mijn rekening te weten:
13:25 geldautomaat Praamplein Aalsmeer 500 euro
13:35 Geldopname Jumbo Ophelialaan Aalsmeer 167,20 euro
13:38 Betaalautomaat Jumbo Ophelialaan Aalsmeer 153,33 euro
13:51 Bruna Zijdstraat Aalsmeer Diverse Mediamarkt kaarten 303,50 euro. Totaal = 1124,03 euro.” [19]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 08 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en vanaf 10.06 uur voor het eerst die dag aanstraalde op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Aalsmeer, waar het aanstraalde om 13.59 uur. Vervolgens verplaatste het toestel zich weer naar ’s-Hertogenbosch. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 8] . [20]
Zaak 10
[slachtoffer 9] uit Bemmel heeft aangifte gedaan. Hij verklaart in de aangifte:
“Op vrijdag 12 november 2021, omstreeks 13:45 uur werd ik gebeld op mijn vaste telefoon, via telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Ik nam de hoorn aan en ik hoorde een mannenstem tegen mij zeggen: ' Goedemiddag, ik ben van de ING Bank. Wist u dat u een transactie had klaarstaan van 2100,- euro om over te maken naar een rekening in Spanje". Ik gaf aan, dat ik hier niets van wist en op dat moment gaf de man van de ING bank aan, dat ik twee keuzes had. Hij gaf aan, dat ik een code op moest schrijven. Dit bleek een koppelcode te zijn. Hij las mij het volgende nummer op: KR137771. Tevens gaf hij mij een naam, [naam 1] . Deze persoon zou bij mij thuis langs komen om mijn pinpas op te halen. Hierna vroeg de man of ik mijn pinpas en pincode in een enveloppe wilde doen. De man die mijn enveloppe kwam ophalen, zou mij een nieuwe bankpas geven en nadat de oude vernietigd zou zijn, kon ik de nieuwe bankpas gebruiken. Omstreeks 15:00 uur werd er aangebeld bij mijn voordeur en ik zag een jongeman staan (...) Nadat deze jongen zich geïdentificeerd had door middel van de koppelcode en zijn naam, heb ik hem de enveloppe overhandigd en daarna is hij weggelopen. (...)
dat de dader of daders gepind hadden bij de pinautomaat, aan de Dorpsstraat te Bemmel. Hier is een bedrag van 500,- euro gepind. Dit bedrag is om 15:03 uur gepind. Op de afschrijving is te zien dat de transactie is verlopen via de Geldmaat. Hierna hoorde ik dat er voor de tweede keer was gepind, bij de Jumbo te Bemmel. Hier is omstreeks 15:10 uur ene bedrag van 263,60 euro gepind. Achteraf bleek ook, dat er geprobeerd was om te pinnen bij de GAMMA in Arnhem, maar dit kon niet, omdat de pinpas inmiddels geblokkeerd was. Er was geprobeerd om een bedrag van 1014,- euro te besteden bij de GAMMA Totaal = 763,60 euro”. [21]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 12 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en vanaf 10.00 uur voor het eerst die dag aanstraalde op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Bemmel, waar het om 14.56 uur aanstraalde. Vervolgens verplaatste het toestel zich terug naar 's-Hertogenbosch. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 9] . [22]
Zaak 11
[slachtoffer 10] uit Apeldoorn heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in haar aangifte:
“Op maandag 15 november 2021, werd ik gebeld op mijn vaste telefoon voorzien van het nummer [telefoonnummer 5] . Ik hoorde een mannenstem aan de andere kant van de lijn. Ik hoorde de man zeggen dat ik niet moest schrikken, maar dat er criminelen 2100,00 euro van mijn bankrekening hadden gehaald. Ik schrok er erg van en ik vertelde dat tegen de man. Ik hoorde de man zeggen dat ze mijn pinpas kwamen ophalen zodat mijn pinpas versnipperd zou worden. Ik vroeg de man of ik daar wel op aan kon en ik hoorde de man zeggen dat alles geregeld zou worden. Ik hoorde de man vragen of ik mijn pincode kon geven, want dan kon hij de rest regelen. Ik gaf vervolgens mijn pincode door. Ik hoorde de man zeggen dat er iemand aan mijn deur zou komen om het pasje op te halen en dat de persoon [naam 2] heette, ook hoorde ik de man een viercijferige code doorgeven ter controle voor als de persoon aan de deur zou komen. Ongeveer een uur later hoorde ik de bel gaan. Ik deed de deur open en ik zag een Nederlandse uitziende man, van ongeveer 1 meter 60, met een zwarte wollen muts, zwarte jas en een bril voor mijn deur staan. Ik vroeg of de man zich kon legitimeren. Ik zag de man zijn telefoon pakken en ik hoorde de man de vier cijfers opnoemen die ik doorgekregen had aan de telefoon en ik hoorde de man zeggen dat hij [naam 2] heette. Ik vroeg de man om binnen te komen. Ik pakte mijn pinpas die in een envelop zat en gaf het aan de meneer mee. Vervolgens is de man weg gegaan. (...) Ze hebben op 15 november, rond 15.30 uur een bedrag van 1250,00 euro van mijn bankrekening opgenomen”. [23]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 15 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en op die dag vanaf 09.48 uur voor het eerst aanstraalde op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Apeldoorn, waar het toestel om 15.42 uur aanstraalde. Vervolgens verplaatste het toestel zich weer naar ’s-Hertogenbosch. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 10] . [24]
Zaak 12
[naam 7] heeft namens het slachtoffer [slachtoffer 11] uit Nijmegen aangifte gedaan. Zij verklaart in haar aangifte:
“Mijn moeder vertelde mij toen dat zij dezelfde middag, dus op woensdag 17 november 2021, is gebeld door een man die zich [naam 1] noemde en zei dat hij van de Bank Fraude Helpdesk was. Wij weten niet met welk nummer hij heeft gebeld, dit was afgeschermd bleek later. Deze man heeft mijn moeder verteld dat er een verdachte transactie bezig was op haar bankrekening bij de SNS-bank, hij vroeg haar of zij zelf deze transactie had gedaan. Toen mijn moeder zei dat dat niet zo was heeft hij haar advies gegeven. (...) Wat mijn moeder mij wel vertelde is dat deze man haar zei dat er iemand van het dichtst bij gelegen kantoor bij haar aan de deur zou komen die spullen op zou halen. (...) De man die langs zou komen zou [naam 8] heten, hij zou een code, 377771 noemen zodat zij wist dat dit de man van de fraudehelpdesk was. Zij vertelde mij dat op 17 november 2021 omstreeks 16.00 uur inderdaad een man bij haar binnen is geweest. Deze man is maar kort bij mijn moeder in huis geweest. Mijn moeder vertelde dat hij de bankpassen van mijn moeder en vader, en ook de digipassen, maar ook de telefoon en de tablet van mijn vader heeft meegenomen. Mijn moeder heeft ook de pincode gegeven, althans drie cijfers die zij wist. (...) Wij hebben van de SNS-bank een mail gekregen waarop de uitgaande transacties staan. De criminelen hebben eerst in internetbankieren de dag limiet verhoogd, vanaf het IP-adres [nummer 3] , daarna zijn er vier pintransacties gedaan in Nijmegen. Het rekeningnummer van mijn moeder is [bankrekening nummer 8] .
De pintransacties zijn:
17/11/2021, 17:27:59 Jumbo Nijmegen Hatert, KV009 OVF3Z6, MCC:5199, bedrag 326,31 euro
- 17/11/2021, 17:05:19 Jumbo Nijmegen Jacob, KV009 XZ4601, MCC:5199, bedrag 571,10 euro
- 17/11/2021, 16:46:52 Geldmaat Hatertseweg Nijmegen, KV009 810325, bedrag 3.000,= euro
- 17/11/2021, 16:38:32 Geldmaat Hatertseweg Nijmegen, KV009 810325, bedrag 1.000,= euro
Totaal = 4897,41 euro”. [25]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 17 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en op die dag vanaf 09.33 uur voor het eerst aanstraalde op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Nijmegen, waar het toestel om 16.55 uur aanstraalde. Vervolgens verplaatste het toestel zich terug naar ’s-Hertogenbosch. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [naam 7] . [26]
Zaak 16
[slachtoffer 12] heeft namens zichzelf en namens haar partner [slachtoffer 13] , beiden wonende te Mierlo, aangifte gedaan. Zij verklaart in de aangifte:
“Op woensdag 24 november 2021 was ik thuis in onze woning gelegen aan [adres 3] te Mierlo en werd ik gebeld op ons vaste telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Ik hoorde een man die zich voordeed als een medewerker van de 'Helpdesk bankfraude' en hij stelde zich voor als ene [naam 1] . (...) Ik hoorde hem zeggen dat hij wel mijn bankrekening moest herstellen na verdachte activiteiten. (...) Ik hoorde hem ook zeggen dat mijn bankpas opgehaald zou worden door de koerier. Mijn bankpas zou vernietigd worden in Eindhoven en ik zou dan een kwartier later een nieuwe bankpas en pincode krijgen. De koerier zou [naam 2] heten en ik kreeg een koppelcode welke de koerier ook moest zeggen aan de deur. Ik moest van de bankmedewerker mijn bankpas in een enveloppe doen. Ik kan me niet meer herinneren of ik iets op de enveloppe moest schrijven. Gedurende het telefoongesprek ontfutselde de bankmedewerker mijn pincode. Ik kan me herinneren dat hij niet letterlijk zei 'wat is uw pincode?', maar dat hij dit op slinkse wijze gedaan had en ik het gegeven heb. Ik hoorde de bel en zag een jonge jongen staan. Ik hoorde dat hij zei dat hij [naam 2] was en noemde de koppelcode. (...) Ik heb de bankpas in de enveloppe meegegeven aan de koerier. (...)
Ondertussen besloot ik zelf een in te loggen op mijn internetbankieren op mijn telefoon. Ik zag tot mijn grote schrik dat er bedragen afgeschreven waren. Ik zag dat er Euro 1250,00 en Euro 119,50 afgeschreven waren deze dag terwijl ik dat zelf dus niet had gedaan. Totaal: 4254,49 euro”. [27]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 24 november 2021 het nummer [gsm nummer 3] actief was en op die dag voor het eerst aanstraalde op een locatie in
’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Mierlo, waar het toestel om 15.43 uur aanstraalde. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 12] . [28]
Zaak 17
[slachtoffer 14] uit Deventer heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in de aangifte:
Op 6 december 2021 werd ik gebeld door een medewerker van de ING bank. De medewerker stelde zich voor als [naam 1] . Hij vertelde van de fraudedesk van de ING bank te zijn. Deze man vroeg mij of ik familie in Spanje heb. Ik zei dat ik dat dit niet het geval was. De man zei dat er dan nu door criminelen 2000 euro van mijn bankrekening dreigde te worden opgenomen. Om dit te voorkomen moest de man de bankpassen van mijn man en mij hebben met de pincodes erbij. Hij kon dan de rekening blokkeren. De man vroeg of ik een enveloppe in huis had. Daar moest ik dan de passen en pincodes instoppen. (...) De man zei dat [naam 2] zijn collega was (...)Omstreeks 14:15 uur kwam er een jongen aan de deur om de pinpassen op te halen. Ik gaf de jongen de enveloppe en hij liet mij op zijn telefoon de code zien die ik op de enveloppe moest schrijven. (...) Om ongeveer 14:45 uur zou er wederom iemand aan de deur komen om nieuwe passen en pincodes te brengen. Toen de man niet terug kwam met de nieuwe passen kreeg ik argwaan. (...)
De bank zag dat er al gepind was met de passen bij de Jumbo Dijkman te Deventer en op Keizerslanden bij de Primera. Er zou al voor diverse bedragen gepind zijn, 2000 euro, 477,70 euro, 197,30 euro en 368,80 euro. Totaal: 3043,80 euro”. [29]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 06 december 2021 het nummer [gsm nummer 4] actief was en op die dag werd verplaatst op de route 's-Hertogenbosch - Nijmegen - Apeldoorn – Deventer. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar [slachtoffer 14] .
Zaak 18
[slachtoffer 15] uit Dieren heeft aangifte gedaan. Hij verklaart in de aangifte:
“Vandaag 10 december 2021 omstreeks 11.00 uur, ben ik gebeld door een privé nummer op mijn huistelefoon. Aan de andere kant van de lijn hoorde ik een mannelijke stem. Ik hoorde de man zeggen dat hij van de SNS-bank was en dat hij bij ons langs moest komen om "geld af te nemen." (...) Ik hoorde de man aan de telefoon zeggen dat hij onderweg was en rond half twaalf bij ons aan de deur zou staan. Ik hoorde de man zeggen dat hij mijn bankpas en identifier kwam ophalen. (...) Toen de man aan de deur verscheen stelde hij zichzelf voor als [naam 9] . Ik had het idee dat de man dezelfde stem had als de man die ik aan de telefoon had gesproken. (...) Ik hoorde dat [naam 9] naar mijn pinpas en identifier vroeg. Ik heb mijn identifier en pinpas gepakt en op de salontafel neergelegd. Ik hoorde [naam 9] zeggen dat ik mijn pinpas kon weg gooien en de identifier aan hem mee moest geven. Omdat ik het niet helemaal vertrouwde zei ik tegen [naam 9] dat ik mijn pinpas wel kapot wilde knippen. (...) Ik heb de pinpas gepakt en heb deze zelf in meerdere stukjes kapot geknipt. Ik heb de stukjes van de pinpas in een plasticzak gedaan en buiten in de container gegooid. Ik hoorde [naam 9] zeggen dat hij de identifier mee nam. (...)
Tot mijn schrik en grote verdriet kreeg ik te horen dat er elf (11) keer is gepind en dat er een totaal bedrag van boven de 2.000,- euro was afgeschreven. Zo is er onder meer bij een Geldmaat in Eerbeek 1.000,- euro gepind. Vervolgens is er meerdere keren bij de Primera, Albert Heijn en Jumbo gepind in Eerbeek en later ook nog in Dieren bij de Albert Heijn en Coop”. [30]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het Imei nummer [nummer 1] op 10 december 2021 het nummer [gsm nummer 4] actief was en op die dag voor het eerst aanstraalde op een locatie in
’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Dieren, waar het toestel om 13.27 uur aanstraalde. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 15] . [31]
Zaak 19
[slachtoffer 16] uit Haaksbergen heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in de aangifte:
“Vandaag 17 december 2021, omstreeks 12.15 uur, werd ik gebeld, door een man die zei dat hij van de Rabobank was. Hij zei tegen mij dat mijn pinpas vervangen moest worden. Ik wist niet dat dit nodig was en ben hier akkoord mee gegaan. De man zei tegen mij dat iemand de pinpas kwam ophalen. (...) Omstreeks 13.00 uur, werd er aangebeld. Er stond een man voor de deur die aangaf dat hij mijn pinpas kwam ophalen van de Rabobank. Ik vroeg hem of hij een pasje of iets anders om te laten zien dat hij van de Rabobank was. (...) Ik heb de man binnen gelaten. Ik heb de man mijn pinpas gegeven. Ik heb mijn pincode niet afgegeven. Er werd ook niet gevraagd om mijn pincode. (...)
Omstreeks 17.00 uur, werd ik gebeld door de Rabobank over transacties die gemaakt waren. Er was 2100 euro in korte tijd afgeschreven. Volgens de medewerker van de Rabobank was er gepind bij de Albert Heijn, Jumbo in Haaksbergen. Ook is er gepind bij een winkel in Enschede.” [32]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 17 december 2021 het nummer [gsm nummer 1] actief was en op die dag voor het eerst aanstraalde op een locatie in ’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Haaksbergen, waar het toestel om 14.01 uur aanstraalde. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 16] . [33]
Zaak 20
[naam] uit Zwolle heeft namens zijn ouders [slachtoffer 17] aangifte gedaan.
Hij verklaart in de aangifte:
“Op maandag 20 december rond 15.00 zijn mijn ouders gebeld op hun vaste telefoonnummer [telefoonnummer 7] door een man die zich voorstelde als [naam 1] , medewerker van de Helpdesk van de Rabobank. (...) Mijn vader gaf toen aan zelf ook de bank hiervoor te kunnen bellen. (...) Mijn vader stond deze man telefonisch te woord. De man vertelde dat hij belde vanwege een uitzonderlijke situatie: er zou een frauduleuze betaling vanaf de bankrekening van mijn ouders naar of in het buitenland zijn gedaan. Het betrof een bedrag van 2.100 euro. (...) Mijn vader verbrak daarop de verbinding maar werd onmiddellijk weer gebeld door de man die hem vertelde dat er tevens een vermoeden was dat er ook iets met de pinpas aan de hand was. De man vroeg toen wanneer en bij welke winkels er voor het laatst was gepind. Mijn moeder heeft hem dat toen verteld. (...) De man raadde mijn moeder aan om de bankpas van de gezamenlijke bankrekening door midden te knippen omdat daarmee ook iets fout was. Hij gaf haar toen instructies om dit te doen, zodat de pas niet meer bruikbaar zou zijn. Er zou ook een koerier langs komen om de pas op te halen voor vernietiging en een andere medewerker zou een nieuwe pas komen brengen. (...) De man vertelde toen dat het nodig was om de pincode in een computer in te spreken, zodat de bankpas geblokkeerd kon worden. De pincode moest twee maal heel duidelijk worden ingesproken. In eerste instantie weigerde mijn moeder, maar de man was overtuigend en haalde haar toch over, waarop zij de pincode insprak. (...) Op genoemde datum rond 16.00 uur belde de koerier aan in de hal van het appartementencomplex. Mijn moeder heeft de man binnen gelaten en heeft hem de doorgeknipte pas overhandigd. De enveloppe moest worden dichtgeplakt en daar moest zij de volgende code opschrijven: KR 37771. Daarop heeft de koerier de enveloppe meegenomen en is vertrokken. Mijn ouders moesten echter aan de telefoon blijven totdat de andere man zou komen met hun nieuwe bankpas. (...)
Mijn vader heeft daarna ook met de echte Rabobank gebeld en het bleek toen dat de dader(s) een bedrag van 2.365,53 euro van hun gezamenlijke bankrekening [bankrekening nummer 9] , wederrechtelijk hadden weggenomen. Ik overhandig u hierbij de bankafschriften van de betreffende transacties:
20 december 2021, 16.24 uur, EUR 1.250,00, Geldmaat Bachplein 16 Zwolle
20 december 2021, 16.28 uur, EUR 234.50, Jumbo Groeneveld Zwolle
20 december 2021, 16.34 uur, EUR 300,00, Jumbo Groeneveld Zwolle
20 december 2021, 16.45 uur, EUR 150,00, Albert Heijn 1355 Zwolle
20 december 2021, 16.46 uur, EUR 107,83, Albert Heijn 1355 Zwolle
20 december 2021, 16.47 uur, EUR 10,00, Opladen OV-Chipkaart Amersfoort
20 december 2021, 16.49 uur, EUR 98,70, Albert Heijn 1355 Zwolle
20 december 2021, 16.58 uur, EUR 121,00, DE HAAN ZWOLLE
20 december 2021, 17.01 uur, EUR 93,50, DE HAAN ZWOLLE
Totaal: 2365,53”. [34]
Uit de, door KPN verstrekte, historische verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon, voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] op 20 december 2021 het nummer [gsm nummer 1] actief was en op die dag voor het eerst aanstraalde op een locatie in
’s-Hertogenbosch ( [naam en adres] ). Later die dag verplaatste het toestel zich naar Zwolle, waar het toestel aanstraalde om 17.04 uur. Ook is er gebeld met de telefoon met voornoemd IMEI-nummer naar het telefoonnummer van [slachtoffer 17] . [35]
Zaak 21
[slachtoffer 18] uit Wijhe heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in haar aangifte:
“Op woensdag 8 december 2021 werd ik omstreeks 10.00 uur gebeld door iemand die zich voordeed als een medewerker van de ING bank. Deze persoon noemde zich [naam 10] . Er zou iets niet goed zijn met mijn bankrekening, er was geld van mijn bankrekening afgehaald. (...) Omstreeks 12.30 uur diezelfde middag kwam er iemand aan de deur om mijn bankpasje op te halen. (...) Ik heb in de spanning mijn pincode ook gegeven aan deze man. Ik had het idee dat ik een black-out had. (...)
Er is 403.50 euro van mijn rekening gepind bij Brinks, 8102hg 1. En er is 500 euro van mijn rekening gepind bij geldautomaat Oranjelaan 10 in Wijhe.
Totaal: 903,50 euro”. [36]
Zaak 24
[slachtoffer 19] uit Randwijk heeft aangifte gedaan. Zij verklaart in de aangifte:
“Op dinsdag 1 februari 2022, omstreeks 12:30 uur werd ik gebeld op mijn vaste telefoonaansluiting met telefoonnummer [telefoonnummer 8] door een mevrouw, die mij vroeg "spreek ik met mevrouw [slachtoffer 19] "? Ik bevestigde dit, omdat ik in de veronderstelling was, dat die mevrouw van [naam 11] was, omdat ik van hen een telefoontje verwachtte. (...) Deze mevrouw vertelde mij, dat ze van de ABNO-Amrobank was en ze zei gelijk, "ik verbind u even door met een collega van de afdeling Fraude". Ik kreeg toen een man aan de telefoon die zich voorstelde als [naam 12] . (...) Er zou iemand aan de deur komen met de verzekeringspapieren en ik kreeg een document, code, zijnde KR55202. De man die bij mij aan de deur kwam, zou mij deze code geven ter verificatie. Ik moest ook mijn bankpas in een envelop doen en dichtplakken. [naam 12] zei mij door de telefoon, "ik heb wel uw pincode nodig, maar dat gaat via een robot, dus ik hoor daar niets van". Ik kreeg van hem door de telefoon een nieuwe pincode, 2510. Ik gaf hem mijn "oude" pincode. (...) Om 14:00 uur kwam er een man bij mij aan de deur die mij deze code noemde. Hij stelde zich voor als [naam 13] (fonetisch). (...) [naam 13] vroeg de envelop met mijn bankpas en deze heb ik aan hem gegeven.(...)
Toen ik thuis kwam heb ik gelijk de politie gebeld, maar ik zag ook dat het lichtje knipperde van het antwoordapparaat. Dit bleek de "echte ABN-Amro te zijn". (...) De medewerker van de ABN-Amro bank, had mij verteld, dat er 2000.00 euro was opgenomen en dat er iets niet klopte aan mijn bankrekening en dat er ook 1000.00 euro was overgeschreven van mijn spaarrekening met rekeningnummer [bankrekening nummer 10] naar mijn lopende rekening met bankrekeningnummer [bankrekening nummer 11] . Zij hebben mijn bankrekening gelijk geblokkeerd en een "echte" afspraak gemaakt. Op mijn bankafschrift zag ik dat de oplichter op 1 februari 2022 om 14:19 bij de Geldmaat op de Dorpsstraat 3, met pas 223 Renkum, 2000.00 euro hadden opgenomen.” [37]
De telefoon met IMEI-nummer [nummer 1]
De historische verkeersgegevens van het IMEI-nummer [nummer 1] werden gevorderd over de periode 1 september 2021 te 00:00 uur tot en met 8 februari 2022 te 23:59 uur. Uit deze verkeersgegevens bleek dat in de mobiele telefoon voorzien van dit IMEI-nummer meerdere telefoonnummers actief zijn geweest. [38]
Uit het onderzoek bleek tevens dat de telefoon voorzien van het IMEI-nummer [nummer 1] in de opgevraagde periode van 1 september 2021 tot en met 8 februari 2022
- vaak actief was in de nachtelijke uren in het bereik van een zendcel, te weten [naam en adres] , met de beste condities om vanaf het adres [adres 4] te den Bosch een verbinding op te bouwen;
- de eerste activiteit per dag plaats vond in het bereik van een zendcel met de beste condities om vanaf het adres [adres 4] te den Bosch een verbinding op te bouwen;
- op meerdere data, na verplaatsingen, actief was in het bereik van een zendcel met de beste condities om vanaf het adres [adres 4] te den Bosch een verbinding op te bouwen. [39]
Het adres [adres 4] was ten in de ten laste gelegde periode het adres van de vriendin van de verdachte. [40] De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij daar toen ook wel eens verbleef.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij betrokken is bij de zaken die gepleegd zijn in Esch (zaaksdossier 6), in Dieren (zaaksdossier 18), in Bemmel (zaaksdossier 10), in Nijmegen (zaaksdossier 12) en in Randwijk (zaaksdossier 24). De rol van de verdachte was hierbij dat hij geld ging pinnen met de weggenomen pinpassen of dat hij producten ging kopen met de weggenomen pinpassen. Soms haalde hij ook de envelop op bij de slachtoffers of bestuurde hij de auto. De verdachte is steeds samen met [medeverdachte] op pad gegaan. [41]
Verder heeft de verdachte verklaard dat hij de iPhone 6 met IMEI-nummer [nummer 1] in zijn bezit heeft gehad. [42]
De verklaring van [medeverdachte]
heeft - zakelijk weergegeven - verklaard dat hij alle feiten die aan hem ten laste zijn gelegd, heeft gepleegd samen met de verdachte. [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij vanwege aan zijn adres geuite bedreigingen verzeild is geraakt in deze helpdeskfraude en dat hij ook wel eens een andere auto heeft gezien op de momenten dat hij samen met verdachte onderweg was naar de adressen van de aangevers. De verdachte haalde [medeverdachte] dan met de auto op om naar de betreffende plaats van het slachtoffer te gaan. Er werd vanuit de auto gebeld naar de slachtoffers. Tijdens het rijden werd soms ook gebeld. Soms reed de verdachte en soms reed [medeverdachte] naar de plaats toe waar de adressen lagen. [medeverdachte] moest soms een pas bij mensen ophalen. Soms moest hij aankopen doen of pinnen. [43]
Bewijsoverwegingen
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat in een periode van enkele maanden op verschillende plekken in Nederland soortgelijke gevallen van zogenoemde bankhelpdeskfraude hebben plaatsgevonden. De verdachte heeft bekend dat hij bij vijf van deze gevallen van bankhelpdeskfraude betrokken is geweest. Dit zijn de feiten waarbij hij ook op camerabeelden is herkend. De verdachte ontkent zijn betrokkenheid bij de andere feiten.
De rechtbank stelt voorop dat in onderhavige zaak onder andere de verklaringen van [medeverdachte] van belang zijn voor de beoordeling van het ten laste gelegde. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verklaringen van [medeverdachte] betrouwbaar kunnen worden geacht en bruikbaar zijn als bewijs voor de tenlastegelegde feiten in de zaak van verdachte. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
[medeverdachte] bekent alle hem ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd. In alle gevallen is [medeverdachte] op (camera)beelden vastgelegd en door verbalisanten herkend. Verdachte bekent vijf van de aan hem ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd. Ook verdachte is in die vijf gevallen op (camera)beelden vastgelegd en door verbalisanten herkend. Dat wekt op zijn minst de indruk dat beide verdachten enkel de feiten bekennen, waarbij ontkennen weinig zin heeft. [medeverdachte] bekent echter niet alleen de aan hem ten laste gelegde feiten, maar verklaart daarnaast ook dat verdachte betrokken is bij alle door hem gepleegde feiten, ook de feiten waarbij verdachte niet op beeld is vastgelegd en waarvan verdachte ontkent daarbij betrokken te zijn geweest. Sterker nog, het zou verdachte zijn geweest die in alle gevallen de aangevers heeft gebeld. [medeverdachte] blijft ook bij deze verklaring, na te zijn geconfronteerd met de ontkenning van verdachte en na daartoe te zijn gehoord door de verdediging bij de rechter-commissaris. [medeverdachte] verklaart over de gehanteerde werkwijze. Die details, zoals de namen die gebruikt werden bij het bellen naar de aangevers en bij het ophalen van de bankzaken bij aangevers, het doorgeven van identificatiecodes en het gebruik van de telefoon, vinden steun in de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen. Dat maakt dat de rechtbank de verklaringen van [medeverdachte] , geloofwaardig en betrouwbaar acht, zodat de rechtbank deze verklaringen zal gebruiken voor het bewijs en de verdere beoordeling van de zaak.
De verklaring van verdachte dat hij bij de andere feiten, buiten de feiten die de verdachte bekent, niet betrokken was, acht de rechtbank niet aannemelijk en wel om de volgende redenen. De modus operandi in de door verdachte bekende zaken stemt overeen met de zaken waarbij hij zijn betrokkenheid ontkent. De rechtbank betrekt daarbij ook de bevindingen ten aanzien van de bij alle feiten gebruikte telefoon met IMEI-nummer [nummer 1] . Die telefoon is gebruikt bij alle ten laste gelegde feiten, ook bij de feiten die verdachte ontkent. Op de dagen waarop de feiten gepleegd zijn, is deze telefoon steeds actief onder het bereik van de directe omgeving van het adres [adres 4] . Verdachte stond in die periode weliswaar niet ingeschreven op dat adres, maar het betreft het adres van zijn partner, die verdachte ook ten tijde van de ten laste gelegde feiten had en waar hij thans ook officieel mee samenwoont. Verdachte verklaart ook dat hij in die periode ook verbleef aan het adres [adres 4] . Verdachte heeft op de vraag hoe het kan dat de telefoon zo vaak vanaf dat adres uitstraalt, geantwoord dat hij de telefoon vaker voor een ander in bewaring had. De vraag voor wie hij die telefoon in bewaring had, heeft verdachte echter niet beantwoord.
De rechtbank acht het, mede in het licht van de verklaringen van [medeverdachte] , die de rechtbank als betrouwbaar aanmerkt, niet geloofwaardig dat de telefoon telkens en direct (nog vallend onder het bereik van de zendmast die het verblijfsadres van verdachte bestrijkt) door een ander wordt gebruikt dan verdachte bij de door hem ontkende feiten. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle aan hem tenlastegelegde zaken.
Heeft de verdachte zich dan, zoals ten laste is gelegd, zich samen met anderen aan de feiten schuldig gemaakt? De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en wel op basis van hetgeen de verdachte ter zitting heeft verklaard en hetgeen [medeverdachte] bij de politie en de rechter-commissaris heeft verklaard. [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij vanwege aan zijn adres geuite bedreigingen verzeild is geraakt in deze helpdeskfraude en dat hij ook wel eens een andere auto heeft gezien op de momenten dat hij samen met verdachte onderweg was naar de adressen van de aangevers. Verdachte verklaart ter zitting dat het om een groep van vijf tot zes mensen gaat, die in wisselende samenstelling werkt. Hij verklaart verder dat hij niet wist wie belde, maar dat dat door anderen gebeurde. Soms was dat [medeverdachte] , maar soms waren dat ook andere personen. Bovendien is bij een van de zaken die de verdachte bekent (zaak 24) een vrouw betrokken geweest, die naar aangeefster belde.
Is het dan zo dat [medeverdachte] een of meer van deze onbekende anderen buiten schot probeert te houden door (ten onrechte) te verklaren dat hij de feiten samen met verdachte heeft gepleegd? De rechtbank vindt, in de afgelegde verklaringen van [medeverdachte] en de overige onderzoeksbevindingen, onvoldoende aanleiding om zulks aannemelijk te achten. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan alle aan hem tenlastegelegde zaken.
De rechtbank merkt hierbij ten slotte op dat zij de verdachte wel zal vrijspreken van de diefstal die ten laste is gelegd ten aanzien van zaaksdossier 13, aangezien dit een diefstal betreft die reeds ten laste is gelegd onder zaaksdossier 4 (de diefstal in Wervershoof, gepleegd bij [slachtoffer 4] ).
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
t.a.v. feit 1:
in de periode van 24 september 2021 tot en met 29 december 2021 te
- Brunssum (zaak 1) en/of
- Valkenburg (gemeente Valkenburg aan de Geul) (zaak 2) en/of
- Borculo (gemeente Berkelland) (zaak 4) en/of
- Wervershoof (gemeente Medemblik) (zaak 4) en/of
- Waalre (zaak 5) en/of - Esch (gemeente Boxtel) (zaak 6) en/of
- Oudorp (gemeente Alkmaar) (zaak 8) en/of
- Aalsmeer (zaak 9) en/of
- Bemmel (zaak 10) en/of
- Apeldoorn (zaak 11) en/of
- Nijmegen (zaak 12) en/of
- Mierlo (gemeente Geldrop-Mierlo) (zaak 16) en/of
- Deventer (zaak 17) en/of
- Dieren (gemeente Rheden) (zaak 18) en/of
- Haaksbergen (gemeente Bemmel) (zaak 19) en/of
- Zwolle (zaak 20) en/of
- Wijhe (gemeente Olst-Wijhe) (zaak 21),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een of meer bankpas(sen), cardreader(s)/identifier(s), digipas(sen) en/of pincode(s), toebehorend aan:
- [slachtoffer 1] (zaak 1) en/of
- [slachtoffer 2] (zaak 2) en/of
- [slachtoffer 3] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 4] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 5] (zaak 5) en/of
- [slachtoffer 6] en/of [echtgenote slachtoffer 6] (zaak 6) en/of
- [slachtoffer 7] (zaak 8) en/of
- [slachtoffer 8] (zaak 9) en/of
- [slachtoffer 9] (zaak 10) en/of
- [slachtoffer 10] (zaak 11) en/of
- [slachtoffer 11] (zaak 12) en/of
- [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 12] (zaak 16) en/of
- [slachtoffer 14] (zaak 17) en/of
- [slachtoffer 15] (zaak 18) en/of
- [slachtoffer 16] (zaak 19) en/of
- [naam] en/of [slachtoffer 17] (zaak 20) en/of
- [slachtoffer 18] (zaak 21)
door telkens
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde aangevers en zich daarbij voor te doen als (een medewerker van) de ING bank, de RABO bank, ABN Amro, de SNS bank en/of de Bank Fraude Helpdesk, althans van een bank, waardoor die aangevers werden bewogen tot afgifte van diens bankpas(sen), cardreader(s)/identifier(s), digipas(sen) en/of pincode(s) en
- naar de woning van voornoemde aangevers te gaan en zich daarbij voor te doen als (een medewerker van) de ING bank en/of de RABO bank en/of de SNS bank en/of de Bank Fraude Helpdesk, althans van een bank, die de bankpas(sen), cardreader(s) en/of identifier(s) komt ophalen;
t.a.v. feit 2:
in de periode van 24 september 2021 tot en met 1 februari 2022 te
- Brunssum (zaak 1) en/of
- Valkenburg (gemeente Valkenburg aan de Geul) (zaak 2) en/of
- Borculo (gemeente Berkelland) (zaak 4)
- Wervershoof (gemeente Medemblik), Amersfoort, Zwaagdijk (zaak 4) en/of
- Waalre (zaak 5) en/of
- Esch (gemeente Boxtel) (zaak 6) en/of
- Vught (zaak 6) en/of
- Oudorp (gemeente Alkmaar) (zaak 8) en/of
- Aalsmeer (zaak 9) en/of
- Lingewaard (zaak 10) (gemeente Bemmel) en/of
- Apeldoorn (zaak 11) en/of
- Nijmegen (zaak 12) en/of
- Mierlo (gemeente Geldrop-Mierlo) (zaak 16) en/of
- Deventer (zaak 17) en/of
- Dieren (gemeente Rheden) (zaak 18) en/of
- Eerbeek (gemeente Brummen) (zaak 18) en/of
-Haaksbergen (zaak 19) en/of - Enschede (zaak 19) en/of
- Zwolle (zaak 20) en/of
- Wijhe (gemeente Olst-Wijhe) (zaak 21)
- Randwijk (gemeente Overbetuwe),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen, die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 1] (zaak 1) en/of
– [slachtoffer 2] (zaak 2) en/of
- [slachtoffer 3] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 4] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 5] (zaak 5) en/of
- [slachtoffer 6] en/of [echtgenote slachtoffer 6] (zaak 6) en/of
- [slachtoffer 7] (zaak 8) en/of
- [slachtoffer 8] (zaak 9) en/of
- [slachtoffer 9] (zaak 10) en/of
- [slachtoffer 10] (zaak 11) en/of
- [slachtoffer 11] (zaak 12) en/of
- [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 12] (zaak 16) en/of
- [slachtoffer 14] (zaak 17) en/of
- [slachtoffer 15] (zaak 18) en/of
- [slachtoffer 16] (zaak 19) en/of
- [naam] en/of [slachtoffer 17] (zaak 20) en/of
- [slachtoffer 18] (zaak 21) en/of
- [slachtoffer 19] ,
toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door middel van een onrechtmatig verkregen pinpas en/of pincode, althans door onbevoegd gebruik te maken van voornoemde pinpas en/of pincode.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. de feiten 1 en 2 (zaaksdossiers 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 16, 17, 18, 19, 20 en 21):
de voortgezette handeling van:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
en
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd
en
t.a.v. feit 2 (zaaksdossier 24):
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bij een bewezenverklaring volstaan moet worden met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, gecombineerd met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur en eventueel een taakstraf. De verdachte heeft zijn leven op de rit en hem terugsturen naar de gevangenis zou ervoor zorgen dat hij alles wat hij heeft opgebouwd, weer verliest.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich in een periode van enkele maanden op grote schaal samen met anderen schuldig gemaakt aan zogenoemde bankhelpdeskfraude.
Verdachte en/of een van zijn mededaders heeft telefonisch contact gezocht met de beoogde slachtoffers. Aan de slachtoffers werd telkens voorgehouden dat de bank had ontdekt dat er mogelijk fraude werd gepleegd met de bankrekening van de slachtoffers en aan hen werd de helpende hand geboden. Zo hebben verdachte en zijn mededaders het vertrouwen van de slachtoffers gewonnen. Door leugens en verzinsels hebben de daders de slachtoffers ertoe gezet om hun bankpassen en bijbehorende pincodes af te staan.
Met de aldus verkregen bankpassen en pincodes werd er vervolgens in rap tempo geld gepind en goederen aangeschaft. Tegen de tijd dat de slachtoffers erachter kwamen dat er iets niet in orde was, was het leed al geschied.
De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij, samen met anderen, op zulke doortrapte en slinkse wijze geld afhandig heeft gemaakt van vele slachtoffers. Slachtoffers die overigens niet willekeurig werden uitgekozen. Integendeel. Zij werden gekozen op basis van overlijdensadvertenties. Het ging dan om mensen op hoge leeftijd, die kort daarvoor hun partner verloren waren. Hun (verdere) gegevens werden erbij gezocht en benaderd.
De rechtbank neemt het de verdachten zeer kwalijk dat zij welbewust kozen voor deze kwetsbare slachtoffers. Verdachte en zijn mededaders waren kennelijk maar uit op één ding: snel, veel geld verdienen, waarbij op geen enkele wijze oog is geweest voor de kwetsbaarheid en de belangen van de slachtoffers.
Door hun geraffineerde wijze van oplichting hebben verdachte en zijn mededaders niet alleen geld van de slachtoffers afgenomen, maar ook hun gevoel van vertrouwen en veiligheid, zoals ook blijkt uit de aangiftes van de slachtoffers.
Gelet op de ernst van de feiten die de verdachte heeft gepleegd, het aantal slachtoffers en de slinkse wijze van handelen, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere straf dan een vrijheidsbenemende straf die de duur van het reeds ondergane voorarrest overschrijdt.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar het soort straffen dat doorgaans wordt opgelegd voor de gepleegde feiten. Ook heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van de verdachte. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsrapport dat op 31 januari 2023 over de verdachte is opgesteld. De reclassering adviseert om bij een veroordeling een voorwaardelijke straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. De verdachte lijkt oprecht spijt te hebben, er zijn veel beschermende factoren en er zijn geen doelen waaraan nog gewerkt dient te worden om het recidiverisico te verlagen.
Dat verdachte zijn leven op orde heeft, is een pluspunt, maar dit pluspunt is niet dermate groot dat dit de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf zou rechtvaardigen. Daarvoor zijn de feiten te ernstig. De rechtbank vindt de gepleegde feiten zelfs zo ernstig dat alleen de oplegging van een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.. De verdachte moet dus terug naar de gevangenis.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, passend. Aan het voorwaardelijk strafdeel verbindt de rechtbank een proeftijd van 3 jaren. Door een deels voorwaardelijke straf op te leggen, wil de rechtbank de ernst van het door de verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en de verdachte ervan weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan het voorwaardelijk strafdeel worden geen bijzondere voorwaarden verbonden, omdat de reclassering toezicht niet nodig acht. De rechtbank ziet geen aanleiding om naast voornoemde gevangenisstraf ook nog een taakstraf aan de verdachte op te leggen, zodat de rechtbank volstaat met de oplegging van de gevangenisstraf.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
Vier slachtoffers hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] (zaak 1) vordert een bedrag van € 1.317,50 ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van € 500,00 ter vergoeding van immateriële schade.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] (zaak 5) vordert een bedrag van € 2.606,33 ter vergoeding van materiële schade.
De benadeelde partij [naam] (zaak 20) vordert een bedrag van € 500,00 ter vergoeding van immateriële schade.
De benadeelde partij [slachtoffer 17] (zaak 20) vordert een bedrag van € 1.000,00 ter vergoeding van immateriële schade.
De benadeelden vorderen allen tevens vergoeding van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 17] en [slachtoffer 17] geheel toegewezen dienen te worden, inclusief de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering ter vergoeding van materiële schade van [slachtoffer 1] is volgens de officier van justitie ook volledig toewijsbaar. [slachtoffer 1] dient wel niet-ontvankelijk verklaard te worden ten aanzien van de vordering ter vergoeding van immateriële schade, aangezien er geen sprake is van een situatie waarbij aanspraak gemaakt kan worden op immateriële schadevergoeding.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 17] niet-ontvankelijkverklaring of afwijzing van de vordering dient te volgen, nu onvoldoende is onderbouwd dat zij aanspraak kan maken op immateriële schadevergoeding.
Ten aanzien van de immateriële schadevordering van [slachtoffer 1] dient volgens de verdediging niet-ontvankelijkverklaring of afwijzing van de vordering te volgen, omdat onvoldoende is onderbouwd dat er een causaal verband bestaat tussen de door haar geleden schade en de ten laste gelegde feiten
De raadsman heeft ten aanzien van de materiële schadevordering van [slachtoffer 1] aangevoerd dat niet gebleken is of [slachtoffer 1] aanspraak heeft kunnen maken op de coulanceregeling van de bank van € 1.000,00, zodat de vordering met dit bedrag verminderd dient te worden en slechts voor € 317,50 toewijsbaar is. De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 17] en van [slachtoffer 5] .
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [slachtoffer 1]
vordert vergoeding van materiële schade als gevolg van het handelen van de verdachte als bedoeld in zaaksdossier 1. De materiële schade is voldoende onderbouwd met een uitdraai van het rekeningoverzicht van [slachtoffer 1] en vormt op grond van het dossier een rechtstreeks gevolg van de door de verdachte gepleegde feiten. De materiële schade is door de verdediging onvoldoende weersproken: het enkele feit dat [slachtoffer 1] niet duidelijk heeft omschreven of zij vanuit de bank aanspraak kon maken op een coulanceregeling, vormt immers een onvoldoende betwisting van de vordering die voldoende onderbouwd is. Dit betekent dat de rechtbank de stellingen van [slachtoffer 1] volgt en dat de vordering tot vergoeding van materiële schade geheel wordt toegewezen. De rechtbank zal de verdachte en zijn mededader [medeverdachte] hoofdelijk veroordelen tot vergoeding van dit bedrag, nu zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [slachtoffer 1] geleden schade.
[slachtoffer 1] vordert daarnaast vergoeding van immateriële schade (smartengeld). Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin de wet recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen. Een van die gevallen is wanneer er sprake is van aantasting van de persoon op andere wijze (artikel 6:106 sub b BW). Hiervan is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in art. 6:106, aanhef en onder b, BW is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht. [44]
Gesteld noch gebleken is dat [slachtoffer 1] als gevolg van het feit geestelijk letsel heeft opgelopen. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt dat zij de praktijkondersteuner van de huisarts heeft bezocht omdat zij in een korte tijd veel te verduren heeft gehad. Dit vormt, zonder nadere onderbouwing, hoe vervelend ook, onvoldoende grond om in aanmerking te komen voor smartengeld. Immers kan met deze onderbouwing niet vastgesteld worden dat zij geestelijk letsel heeft opgelopen. De aard en de ernst van het handelen van de verdachte is, hoe kwalijk zijn handelen ook was, ook niet dusdanig dat de nadelige gevolgen zo voor de hand liggen dat hieruit een aantasting in de persoon kan worden afgeleid. Dit betekent dat in de onderhavige zaak niet sprake is van een geval als bedoeld in artikel 6:106 BW, zodat [slachtoffer 1] geen aanspraak kan maken op immateriële schadevergoeding en haar vordering wordt afgewezen.
De vordering van [slachtoffer 5]
vordert vergoeding van materiële schade als gevolg van het handelen van de verdachte als bedoeld in zaaksdossier 5. De materiële schade is op grond van het dossier voldoende onderbouwd en vormt een rechtstreeks gevolg van de door de verdachte gepleegde feiten. De materiële schade is door de verdediging onvoldoende gemotiveerd weersproken: de enkele opmerking van de verdediging dat niet vaststaat of de benadeelde gebruik heeft gemaakt van de coulanceregeling vormt immers geen gemotiveerde betwisting van de onderbouwde stellingen van [slachtoffer 5] . Dit betekent dat de rechtbank de stellingen van [slachtoffer 5] volgt en dat de vordering tot vergoeding van materiële schade geheel wordt toegewezen. De rechtbank zal de verdachte en zijn mededader [medeverdachte] hoofdelijk veroordelen tot vergoeding van dit bedrag, nu zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [slachtoffer 5] geleden schade.
De vordering van [naam]
[slachtoffer 17] vordert vergoeding van immateriële schade (smartengeld) als gevolg van het handelen van de verdachte als bedoeld in zaaksdossier 20. Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin de wet recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen. De rechtbank heeft het juridisch kader hierboven, bij de beoordeling van de vordering van [slachtoffer 1] , reeds uiteen gezet.
Gesteld noch gebleken is dat [slachtoffer 17] als gevolg van het feit geestelijk letsel heeft opgelopen. Het enkele feit dat zij sinds het voorval angstig en wantrouwend is geworden maakt immers nog niet dat sprake is van geestelijk letsel. De aard en de ernst van het handelen van de verdachte is ook, hoe kwalijk zijn handelen ook was, niet dusdanig dat de nadelige gevolgen zo voor de hand liggen dat hieruit een aantasting in de persoon kan worden afgeleid. De rechtbank zal de vordering van [slachtoffer 17] daarom afwijzen.
De vordering van [slachtoffer 17]
vordert vergoeding van immateriële schade (smartengeld) als gevolg van het handelen van de verdachte als bedoeld in zaaksdossier 20. Hoewel de verdediging ten aanzien van deze vordering geen verweer heeft gevoerd, heeft de rechtbank ambtshalve te beoordelen of de vordering haar niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin de wet recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen. Zo kan aanspraak gemaakt worden op immateriële schadevergoeding als sprake is van lichamelijk letsel en wanneer sprake is van aantasting van de persoon op andere wijze (artikel 6:106 sub b BW). De rechtbank heeft het juridisch kader omtrent de aantasting van de persoon op andere wijze, hiervoor bij de bespreking van de vordering van [slachtoffer 1] reeds uiteengezet. [slachtoffer 17] stelt dat hij als gevolg van het handelen van de verdachte lichamelijk letsel heeft opgelopen in de vorm van het zogeheten ‘gebroken hart syndroom’. Hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat er een verband bestaat tussen het handelen van de verdachte en het letsel van [slachtoffer 17] , is de rechtbank van oordeel dat dit verband niet voldoende is om op basis daarvan te kunnen vaststellen dat sprake is van een rechtstreeks verband, zodat ‘lichamelijk letsel’ geen grondslag kan vormen voor immateriële schadevergoeding.
Dat [slachtoffer 17] geestelijk letsel heeft opgelopen of dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze, staat naar het oordeel van de rechtbank ook onvoldoende vast. Hoewel het handelen van de verdachte kennelijk een zwaardere impact heeft gehad op [slachtoffer 17] , is het zo dat de aard en ernst van de normschending van de verdachte, in deze zaak hetzelfde is ten aanzien van de overige slachtoffers. En zoals de rechtbank reeds hiervoor heeft overwogen is de aard en de ernst van het handelen van de verdachte, hoe kwalijk zijn handelen ook was, niet dusdanig dat de nadelige gevolgen zo voor de hand liggen dat hieruit een aantasting in de persoon kan worden afgeleid. De rechtbank zal de vordering van [slachtoffer 17] daarom volledig afwijzen.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf aanhangig gemaakt. De vordering met parketnummer 99/196059-20 betreft een veroordeling van de kantonrechter te Enschede van 8 april 2021 waarbij de verdachte is veroordeeld tot een week hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de afwijzing van de vordering gevorderd, omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van deze voorwaardelijke veroordeling. De raadsman heeft eveneens verzocht om de vordering af te wijzen.
De rechtbank zal de vordering afwijzen, nu op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de veroordeling van 8 april 2021.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 56, 57, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Gevangenisstraf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Benadeelde partij [slachtoffer 1] en de schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte mitsdien hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.317,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening. Voornoemd bedrag betreft vergoeding van materiële schade;
  • wijst de vordering ter vergoeding van immateriële schade af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.317,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening.
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 23 dagen. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door mededader Yildirim is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag te betalen;
Benadeelde partij [slachtoffer 5] en de schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] volledig toe en veroordeelt de verdachte mitsdien hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] van een bedrag van € 2.606,33 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening. Voornoemd bedrag betreft vergoeding van materiële schade;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] van een bedrag van € 2.606,33, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening.
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 36 dagen. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door mededader Yildirim is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag te betalen;
Benadeelde partij [slachtoffer 17]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [naam] af;
  • veroordeelt [slachtoffer 17] in de kosten door de verdachte in het kader van deze procedure gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 17]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] af;
  • veroordeelt [slachtoffer 17] in de kosten door de verdachte in het kader van deze procedure gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
De vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 96/196059-20
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 96/196059-20.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.J. Noelmans-Verbong, voorzitter, mr. M.B. Bax en
mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.H.J. Muijlkens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 maart 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
t.a.v. feit 1:
hij, op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 september 2021 tot en met 29 december 2021 te
- Brunssum (zaak 1) en/of
- Valkenburg (gemeente Valkenburg aan de Geul) (zaak 2) en/of
- Borculo (gemeente Berkelland) (zaak 4) en/of
- Wervershoof (gemeente Medemblik) (zaak 4) en/of
- Waalre (zaak 5) en/of - Esch (gemeente Boxtel) (zaak 6) en/of
- Oudorp (gemeente Alkmaar) (zaak 8) en/of
- Aalsmeer (zaak 9) en/of
- Bemmel (zaak 10) en/of
- Apeldoorn (zaak 11) en/of
- Nijmegen (zaak 12) en/of
- Mierlo (gemeente Geldrop-Mierlo) (zaak 16) en/of
- Deventer (zaak 17) en/of
- Dieren (gemeente Rheden) (zaak 18) en/of
- Haaksbergen (gemeente Bemmel) (zaak 19) en/of
- Zwolle (zaak 20) en/of
- Wijhe (gemeente Olst-Wijhe) (zaak 21), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meerdere personen heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een of meer bankpas(sen), cardreader(s)/identifier(s), digipas(sen) en/of pincode(s), toebehorend aan:
- [slachtoffer 1] (zaak 1) en/of
- [slachtoffer 2] (zaak 2) en/of
- [slachtoffer 3] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 4] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 5] (zaak 5) en/of
- [slachtoffer 6] en/of [echtgenote slachtoffer 6] (zaak 6) en/of
- [slachtoffer 7] (zaak 8) en/of
- [slachtoffer 8] (zaak 9) en/of
- [slachtoffer 9] (zaak 10) en/of
- [slachtoffer 10] (zaak 11) en/of
- [slachtoffer 11] (zaak 12) en/of
- [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 12] (zaak 16) en/of
- [slachtoffer 14] (zaak 17) en/of
- [slachtoffer 15] (zaak 18) en/of
- [slachtoffer 16] (zaak 19) en/of
- [naam] en/of [slachtoffer 17] (zaak 20) en/of
- [slachtoffer 18] (zaak 21) e
door (telkens):
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde aangevers en zich daarbij voor te doen als (een medewerker van) de ING bank, de RABO bank, ABN Amro, de SNS bank en/of de Bank Fraude Helpdesk, althans van een bank, waardoor die aangevers werden bewogen tot afgifte van diens bankpas(sen), cardreader(s)/identifier(s), digipas(sen) en/of pincode(s) en/of
- naar de woning van voornoemde aangever(s) te gaan en zich daarbij voor te doen als (een medewerker van) de ING bank en/of de RABO bank en/of de SNS bank en/of de Bank Fraude Helpdesk, althans van een bank, die de bankpas(sen), cardreader(s) en/of identifier(s) komt ophalen;
t.a.v. feit 2:
hij, op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 september 2021 tot en met 1 februari 2022 te
- Brunssum (zaak 1) en/of
- Valkenburg (gemeente Valkenburg aan de Geul) (zaak 2) en/of
- Borculo (gemeente Berkelland) (zaak 4)
- Wervershoof (gemeente Medemblik), Amersfoort, Zwaagdijk (zaak 4) en/of
- Waalre (zaak 5) en/of
- Esch (gemeente Boxtel) (zaak 6) en/of
- Vught (zaak 6) en/of
- Oudorp (gemeente Alkmaar) (zaak 8) en/of
- Aalsmeer (zaak 9) en/of
- Lingewaard (zaak 10) (gemeente Bemmel) en/of
- Apeldoorn (zaak 11) en/of
- Nijmegen (zaak 12) en/of
- Wervershoof (gemeente Medemblik) (zaak 13) en/of
- Mierlo (gemeente Geldrop-Mierlo) (zaak 16) en/of
- Deventer (zaak 17) en/of
- Dieren (gemeente Rheden) (zaak 18) en/of
- Eerbeek (gemeente Brummen) (zaak 18) en/of
-Haaksbergen (zaak 19) en/of - Enschede (zaak 19) en/of
- Zwolle (zaak 20) en/of
- Wijhe (gemeente Olst-Wijhe) (zaak 21)
- Randwijk (gemeente Overbetuwe), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedragen, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 1] (zaak 1) en/of
– [slachtoffer 2] (zaak 2) en/of
- [slachtoffer 3] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 4] (zaak 4) en/of
- [slachtoffer 5] (zaak 5) en/of
- [slachtoffer 6] en/of [echtgenote slachtoffer 6] (zaak 6) en/of
- [slachtoffer 7] (zaak 8) en/of
- [slachtoffer 8] (zaak 9) en/of
- [slachtoffer 9] (zaak 10) en/of
- [slachtoffer 10] (zaak 11) en/of
- [slachtoffer 11] (zaak 12) en/of
- [slachtoffer 4] (zaak 13) en/of
- [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 12] (zaak 16) en/of
- [slachtoffer 14] (zaak 17) en/of
- [slachtoffer 15] (zaak 18) en/of
- [slachtoffer 16] (zaak 19) en/of
- [naam] en/of [slachtoffer 17] (zaak 20) en/of
- [slachtoffer 18] (zaak 21) en/of
- [slachtoffer 19] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door middel van een onrechtmatig verkregen pinpas en/of pincode, althans door onbevoegd gebruik te maken van voornoemde pinpas en/of pincode.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie regionale eenheid Limburg, district Zuid-West-Limburg, basisteam Heuvelland, team opsporing, proces-verbaalnummer PL2300-2022006987, gesloten d.d. 12 juli 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 994.
2.Het process-verbaal van aangifte, pagina 173-174, met bijlagen op pagina 175 en 176.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 837-838.
4.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 212-213.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 220.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 839-840.
7.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 275-276, met bijlagen op pagina 278 tot en met 290.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 336.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, 843-845.
10.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 342-343.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 875-877.
12.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 397-399
13.Het proces-verbaal van bevindingen 847-848.
14.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 436-437.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 444-445.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 849-850.
17.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 457-458.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 856-857.
19.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 473-474.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 858-863.
21.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 512-513.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 864-868.
23.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 537-538.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 869-871.
25.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 548-550.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 872-874.
27.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 592-594, met bijlage op pagina 596.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 885-888.
29.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 629-630, met bijlage pagina 632-633.
30.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 651-653, met bijlage op pagina 654.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 893-899.
32.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 689-690, met bijlage op pagina 692.
33.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 900-903.
34.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 721-723.
35.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 904-910.
36.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 730-731.
37.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 767-769.
38.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 833.
39.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 958-978.
40.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 171-172.
41.De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2023, alsmede het proces-verbaal van verhoor van de verdachte, pagina 166-168.
42.De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2023.
43.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] , pagina 86-105, alsmede het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] door de rechter-commissaris d.d. 15 december 2022, blad 2 en 3.