3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de periode van 16 tot en met 18 februari 2016 werden er vier bedrijfsinbraken gepleegd. Op 16 februari 2016 werd er ingebroken in Tilburg (
feit 5), op 17 februari 2016 werd er ingebroken in Zwijndrecht (
feit 4), en op 18 februari 2016 werd er om 19:00 uur ingebroken in Beuningen (
feit 3) en om 21:30 uur in Horst aan de [naam 4] (
feit 1). Op 24 februari 2016 werd ten slotte een vijfde bedrijfsinbraak gepleegd in Cuijk (
feit 2).
De rechtbank zal per inbraak de vraag beantwoorden of de verdachte daarbij betrokken was.
Algemene overweging
De rechtbank zal per feit de herkenningen beoordelen. De rechtbank stelt voorop dat in beginsel behoedzaam moet worden omgegaan met herkenningen op basis van camerabeelden, zeker wanneer deze van doorslaggevend belang zijn voor het bewijs. De rechtbank zal daarbij de volgende elementen in haar beoordeling betrekken. Hoe beter men de verdachte visueel kent, hoe minder fysieke informatie nodig is voor een betrouwbare herkenning. Het is voor een herkenning echter niet per se vereist dat een herkenner persoonlijk contact met de verdachte heeft gehad. Wanneer dit wél het geval is, kan er meer waarde aan een herkenning worden toegekend. Indien dit echter niet het geval is, betekent dit dus niet dat er geen waarde aan de herkenning kan worden toegekend. Dit geldt te meer in gevallen als in casu, waarbij verbalisanten verdachten meermalen en langdurig op bewegende beelden hebben gezien. Tevens is niet vereist dat de herkenning beperkt is tot louter fysieke kenmerken, maar de gehele waarneming van postuur, kleding, gedrag, en onder omstandigheden de modus operandi en herkenning van medeverdachten, kan bij de waardering van belang zijn. De rechtbank weegt ook mee of de herkenning op basis van foto’s/stills of bewegende beelden is gedaan. Herkenningen op basis van bewegende beelden wordt – alle andere factoren gelijkblijvend – een hogere bewijskracht toegekend nu op bewegende beelden meer kenmerken van de verdachte zichtbaar worden. De rechtbank zal tevens acht slaan op het aantal in aanmerking komende herkenningen, die onafhankelijk van elkaar zijn gedaan. Hoe meer dat er zijn, hoe hoger de bewijskracht. Dit geldt ook voor eventueel ander bewijsmateriaal dan herkenningen in het dossier die de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde kunnen ondersteunen.
Bewijsmiddelenoverzicht
Feit 1: Inbraak [benadeelde 1] te Horst aan de [naam 4] op 18 februari 2016
[naam 4] heeft namens het bedrijf [benadeelde 1] , gevestigd te Horst aan de [naam 4] , aangifte gedaan van inbraak, gepleegd tussen 18 februari 2016 te 21:29 uur en 21:34 uur. Omstreeks 20:05 uur werd de zaak afgesloten en werd het alarm aangezet. Alles aan het gebouw was toen nog intact. Omstreeks 21:55 uur kreeg [naam 4] telefonisch te horen dat er was ingebroken. Ter plaatse zag hij dat de toegangsdeur aan de voorzijde van het bedrijf opengebroken was. Hij zag dat de schuifdeur uit de rails was getild. Volgens [naam 4] heeft men de lades van zijn bureau doorzocht en daar de sleutel van de kluis gevonden. Men heeft de kluis met de gevonden sleutel geopend en het aanwezige geld weggenomen. [naam 4] heeft verklaard dat men de kassa bij de balie heeft opengebroken en alleen het papiergeld eruit heeft weggenomen. Uit de kluis is een bedrag van ongeveer 5.500 euro weggenomen. Uit de balie is ongeveer 500 euro weggenomen. [naam 4] heeft verklaard dat hij op de videobeelden zag dat een jongen omstreeks 21:29 uur de schuifdeur forceerde en vervolgens naar binnenliep met drie andere jongens. Dat was omstreeks 21.30 uur. Hij zag dat drie jongens naar de trap liepen in de richting van zijn kantoor. Hij zag dat een jongen de kassa bij de balie forceerde. Hierna liepen alle vier de jongens de winkel uit, omstreeks 21.33.55 uur.
Verbalisant [naam 1] heeft gerelateerd dat zij op 13 juli 2016 de website politie.nl bekeek. In de rubriek gezochte personen zag ik dat er op 18 februari 2016 een inbraak was gepleegd in Horst, waarbij vier mannen een aanzienlijk geldbedrag hadden buitgemaakt. Bij het bekijken van de bewegende beelden herkende zij onmiddellijk NN1. Zij zag dat NN1 de verdachte was welke de glazen schuifdeur aan de onderzijde met gebruikmaking van een breekvoorwerp opende en hierdoor naar binnen ging. Zij herkende NN1 onmiddellijk en zonder enige twijfel als [verdachte] . Verbalisant [naam 1] heeft gerelateerd dat zij in het onderzoek 13 Rotte in tenminste tien zaken camerabeelden heeft bekeken waar [verdachte] is herkend als een van de verdachten. Daarom is zij goed bekend met zijn uiterlijk. Zij herkent hem aan de vorm van zijn gezicht en zijn postuur. Daarnaast draagt [verdachte] bij inbraken ook veelvuldig een pet en herkent zij de jas welke hij aan heeft ook van andere inbraken. Wat volgens [naam 1] eveneens opvalt is dat [verdachte] bij andere inbraken vaak de voortrekkersrol op zich neemt door als eerste het pand te betreden en het verbreken van de deur voor zijn rekening te nemen.
Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij op 16 juli 2016 op de site
www.politie.nlbij gezochte personen bewegende en stilstaande beelden bekeek van een bedrijfsinbraak. Een van de mannen herkende hij direct als [verdachte] . Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij werkzaam is geweest op politiebureau Lijnbaansgracht van begin 2012 tot medio 2015. Vanaf zijn start op dit politiebureau tot eind 2014 hing er een poster in de plotruimte van het politiebureau. Op deze poster stonden de foto’s van 55 notoire inbrekers die in wisselende samenwerking delicten pleegden. Verschillende personen op deze poster heeft verbalisant [naam 2] zelf staande- of aangehouden. Nadat deze poster was verwijderd uit de plotruimte heeft hij verschillende personen van deze groep nagetrokken in de politiesystemen waarbij hij hun HKS-foto’s bekeek. De foto van [verdachte] stond ook op deze poster waar hij dus elke werkdag langs liep. Verbalisant [naam 2] herkende [verdachte] aan de vorm van zijn neus, vorm van zijn gezicht, jukbeenderen, postuur en houding.
Verbalisant [naam 5] heeft gerelateerd dat hij op 12 juli 2016 meerdere camerabeelden bekeek welke waren verzameld naar aanleiding van meerdere bedrijfsinbraken. Verbalisant [naam 5] herkende de persoon na bestudering van de videobeelden. Op deze beelden zag hij een persoon die hij ambtshalve zeer goed kent. In het onderzoek 13 Rotte heeft hij tientallen camerabeelden bekeken van een zeer actieve inbrekersgroep. Deze groep werkte tijdens de inbraken waarvan hij de beelden heeft gezien vaak in dezelfde samenstelling. Aan de hand van de camerabeelden heeft verbalisant [naam 5] gezien dat er vaak dezelfde kleding werd gedragen. Verbalisant [naam 5] herkende de persoon op de afbeelding als [verdachte] . Hij herkende [verdachte] aan zijn unieke gezichtskenmerken en vooral de zijkant van zijn gezicht met daarbij zijn neus en kin. Op de bewegende camerabeelden herkende hij [verdachte] niet alleen aan zijn gezichtskenmerken, maar tevens aan zijn manier van bewegen. Verbalisant [naam 5] herkent [verdachte] ambtshalve als een zeer actieve veelpleger welke al jaren in verband wordt gebracht met diverse inbraken. Tevens is [verdachte] keer op een keer aangehouden en veroordeeld voor het plegen van bedrijfsinbraken. Verbalisant [naam 5] heeft [verdachte] verschillende keren in het echt gezien en gesproken en aangehouden.
Verbalisant [naam 3] heeft gerelateerd dat hij op 12 juli 2016 een aandachtsvestiging bekeek op www.politie.nl. Hij zag dat de identiteit van vier verdachten werd gezocht in verband met een bedrijfsinbraak in Horst. Bij het zien van de camerabeelden herkende hij NN1 als [verdachte] . Verbalisant [naam 3] herkende de verdachte aan de vorm van zijn gezicht, mond, neus, ogen, postuur en houding. Hij kent [verdachte] van aandachtsvestigingen en in verband met inbraken en bedrijven. [verdachte] is hem tevens bekend als een Amsterdamse beroepscrimineel. Verbalisant [naam 3] heeft [verdachte] in de afgelopen jaren veelvuldig herkend op camerabeelden bij bedrijfsinbraken waardoor hij zeer goed bekend ben is met [verdachte] .
Feit 2: Inbraak [benadeelde 5] te Cuijk op 24 februari 2016
[naam 6] heeft namens [benadeelde 5] , gevestigd te Cuijk, aangifte gedaan van inbraak, gepleegd tussen 24 februari 2016 te 21:00 uur en 21:30 uur. Op woensdag 24 februari 2016 verliet [naam 6] het pand omstreeks 20:00 uur. Hij sloot het pand geheel af en heeft het alarmsysteem ingeschakeld. Op donderdag 25 februari 2016 omstreeks 09:00 uur vertelde de productieleider hem dat de deur van de financiële administratie was opengebroken. De toegangsdeur van de kluisruimte was opengebroken. De kluis in deze ruimte was opengebroken en het geldkistje was daaruit weggenomen. Tevens zag [naam 6] dat er 2 VVV-bonnen met een waarde van 12,50 euro per stuk waren weggenomen. In het geldkistje zat 116,24 euro en ongeveer 100 euro aan buitenlands geld. het alarmsysteem was gedemonteerd. Het alarmsysteem was gedemonteerd. Volgens de bedrijfsgegevens is op 24 februari 2016 om 21:03 uur het alarm afgegaan.
De politie heeft gerelateerd dat [benadeelde 5] te Cuijk camerabeelden heeft verstrekt, waarop de daders van de inbraak in het bedrijf op 25 februari 2016 zichtbaar zouden zijn. De politie heeft gerelateerd dat op de camerabeelden duidelijk drie personen te zien waren. Op een gegeven moment werd de toegangsdeur geopend, waarna alle drie de personen het pand betraden. Vervolgens waren dezelfde personen, welke in eerste instantie buiten bij de toegangsdeur stonden, op een andere camera in het pand te zien. De persoon, welke duidelijk in beeld was, betrof een negroïde man, van ongeveer 30 à 35 jaar oud, en droeg een leren jas met lichtkleurige kraag en een cap. Aan collega [naam 8] is gevraagd of hij van deze persoon een afbeelding kon plaatsen op de briefing voor mogelijke herkenning. Op 18 april 2016 ontving de politie een reactie van collega [naam 3] , die deze persoon herkende als [verdachte] .
Verbalisant [naam 7] heeft gerelateerd dat in de nacht van 24 op 25 februari 2016 is ingebroken bij [benadeelde 5] te Cuijk. Zogeheten fotostills van deze camerabeelden staan op een nationale opsporingssite genaamd RI-online. Verbalisant [naam 7] heeft deze afbeelding bekeken. De persoon die een donkere jas draagt en daarbij een pet op heeft herkent hij als: [verdachte] . Verbalisant [naam 7] kent deze persoon ambtshalve. Op 22 maart 2016 heeft hij, naar aanleiding van een bedrijfsinbraak, [verdachte] gehoord als verdachte. Hij heeft een klein uur tegenover [verdachte] gezeten en heeft hem gedurende deze tijd goed kunnen observeren en continue aangekeken. Wat hem opvalt is dat [verdachte] een klein en sportief postuur heeft. Wat verder opvalt is dat [verdachte] een droevige/teleurgestelde uitstraling heeft. Verbalisant [naam 7] herkent de persoon na nadere bestudering van de afbeelding.
Verbalisant [naam 3] heeft gerelateerd dat hij op 16 april 2016 een aandachtsvestiging bekeek inzake een bedrijfsinbraak te Cuijk. Hij herkende de verdachte op de foto’s direct als [verdachte] . Hij herkende de verdachte aan de vorm van zijn gezicht, mond, neus, postuur, houding en huidskleur. Verbalisant [naam 3] kent [verdachte] van aandachtsvestigingen en in verband met inbraken in bedrijven. [verdachte] is hem tevens ambtshalve bekend als Amsterdamse beroepscrimineel. Hij heeft [verdachte] de afgelopen jaren regelmatig herkend op camerabeelden bij bedrijfsinbraken, waardoor hij zeer goed bekend is met [verdachte] .
Verbalisant [naam 1] heeft gerelateerd dat zij op 8 september 2016 in het politiecomputersysteem RI-online naar aanleiding van een bedrijfsinbraak te Cuijk de fotostills bekeek van de camerabeelden van de verdachte. De persoon op de fotostills herkende zij onmiddellijk en voor de volle honderd procent als [verdachte] . Zij herkende de bovengenoemde persoon ambtshalve. Verbalisant [naam 1] is in 2016 teamleider van het High Impact Crime team van Amsterdam Oost nauw betrokken geweest bij het onderzoek 13Rotte. Dit onderzoek richtte zich op bedrijfsinbraken, gepleegd in heel Nederland. [verdachte] was een van de verdachten in dit onderzoek. Door het onderzoek is verbalisant [naam 1] goed bekend met het uiterlijk van [verdachte] , zij heeft zijn politiefoto tientallen keren bekeken. Daarnaast was [verdachte] verdachte in tenminste tien inbraken waar hij op camerabeeld is herkend. Ook deze camerabeelden heeft zij meerdere keren gezien. Bij de inbraak te Cuijk herkende zij [verdachte] aan zijn opvallende ‘bolle’ ogen, de vorm van zijn gezicht, lippen en zijn postuur.
Verbalisant [naam 9] heeft gerelateerd dat hij op 13 september 2016, naar aanleiding van een inbraak gepleegd op 24 februari 2016 bij het bedrijf [benadeelde 5] te Cuijk, enkele stills bekeek van een verdachte van de inbraak in genoemd bedrijf. De persoon op de afbeeldingen herkende hij als [verdachte] . Verbalisant [naam 9] kent deze persoon ambtshalve. Hij heeft [verdachte] binnen een lopend onderzoek meermalen verhoord als verdachte van diverse bedrijfsinbraken. Tijdens dit verhoor heeft hij [verdachte] goed gezien. Verbalisant [naam 9] herkent [verdachte] aan de vorm van zijn gelaat, zijn ogen en zijn postuur.
Feit 3: Inbraak bij [benadeelde 6] te Cuijk op 18 februari 2016
[naam 10] heeft namens het bedrijf [benadeelde 6] , gevestigd te Beuningen, aangifte gedaan van inbraak gepleegd tussen 18 februari 2016 te 19:00 uur en 19:45 uur. Van [naam 10] heeft verklaard dat hij omstreeks 02:45 uur werd gebeld door de beveiligingsdienst. Toen hij in het bedrijf was, stonden meerdere deuren open. Op 19 februari 2016 omstreeks 07:00 uur hoorde [naam 10] van een medewerker van kantoor dat er meerdere deuren waren open gebroken. Om toegang te krijgen had men de schuifdeur geforceerd en had men meerdere deuren opengebroken.
Op vrijdag 19 februari 2016, nadat de medewerker de inbraak ontdekt had, heeft [naam 10] de camerabeelden bekeken. Volgens [naam 10] is op de camerabeelden te zien dat op 18 februari 2016 omstreeks 19.10 uur een donkere auto komt aangereden. Uit dit voertuig komen drie onbekende mannen gestapt. De schuifdeur wordt met kracht opengetrokken. Twee personen gaan vervolgens verder het pand in. Omstreeks 19:40 uur vertrekken de personen weer in hetzelfde voertuig. Volgens [naam 10] is er geld weggenomen. Er is een portemonnee weggenomen uit een opengebroken ladenkast. Hier in zat een bankpas en een bedrag van 450 euro. Tevens is er geld gestolen uit een geldkistje. Daarin zat 265 euro aan briefgeld.
Getuige [naam 11] heeft verklaard dat hij op donderdag 18 februari omstreeks 19:00 uur in zijn surveillance reed over het industrieterrein “ [naam 12] ” te Beuningen. Omstreeks 19:15 uur zag [naam 11] dat er een personenauto geparkeerd stond voor de poort van het bedrijf [benadeelde 6] . Toen hij dichterbij kwam, zag hij dat het een Opel Insignia was. [naam 11] zag dat de auto zwart of geheel donkerblauw van kleur was. Hij zag dat er een man met Noord-Afrikaans uiterlijk achter het stuur zat met een getinte huidskleur. [naam 11] zag dat de auto het kenteken [nummer 1] had. [naam 11] heeft zijn surveillance afgemaakt en na 20 of 30 minuten kwam hij weer terug op de [straat] . Hij zag dat de bovengenoemde personenauto nog steeds voor de poort stond met de man erin. [naam 11] is doorgereden en heeft het kenteken bevraagd. Hij zag dat het kenteken op naam stond van een firma uit Amsterdam.
De politie heeft gerelateerd dat zij het kenteken [nummer 1] heeft geverifieerd in het Landelijke Politie Informatie Systeem BVI-B. Voornoemd kenteken staat op naam van Autoverhuurbedrijf [naam 14] te Amsterdam. De politie heeft op de identificerende gegevens van de huurder van dit voertuig gevorderd bij firma [naam 14] en ontving via de e-mail een kopie van een paspoort en rijbewijs van: [naam 15] . De politie heeft tevens Autoverhuurbedrijf [naam 14] geverifieerd in het Landelijke Politie Informatie Systeem BVI-B. Het autobedrijf blijkt vaker auto’s te verhuren aan criminelen en is al vaker betrokken geweest bij politieonderzoeken.Uit het huurcontract volgt dat [naam 15] de Opel Insignia, gekentekend [nummer 1] , heeft gehuurd in de periode van 18 februari 2016 tot en met 25 februari 2016.
De verdachte [naam 15] heeft bij de politie verklaard dat hij in die tijd een auto voor iemand heeft gehuurd en deze aan iemand heeft uitgeleend. [naam 15] heeft deze persoon een paar dagen niet gezien en vervolgens kreeg hij de auto weer terug. Het zou volgens [naam 15] wel kunnen dat het een Opel Insignia was. [naam 15] heeft verklaard dat hij de auto heeft gehuurd voor een donkere jongen. Zijn naam is [naam 16] en zijn roepnaam is [naam 16] . Volgens [naam 15] is hij Antilliaans of Surinaams.
De politie heeft gerelateerd dat zij de beelden van de inbraak hebben bekeken. Deze begonnen op 18 februari 2016 om 19:00 uur. Op de beelden is de centrale toegangshal te zien. Vervolgens kwamen er om 19:12 uur voor het eerst drie personen in beeld. Zij komen in totaal vier keer via de ingang de centrale hal binnen. De vier keer lukt het hen om de glazenschuifdeuren open te duwen zodat zij het bedrijf in kunnen. Van de daders zijn diverse screenshots gemaakt.
De politie heeft gerelateerd dat de Opel Insignia, gekentekend [nummer 1] , op 19 februari 2016 in Amsterdam werd gecontroleerd. De betrokkene verklaarde het voertuig te lenen van iemand. In het voertuig werden de navolgende personen gecontroleerd: [verdachte] , [naam 17] , [medeverdachte] en [naam 18] .
Verbalisant [naam 5] heeft gerelateerd dat hij op 12 juli 2016 meerdere camerabeelden bekeek welke waren verzameld naar aanleiding van meerdere bedrijfsinbraken. Verbalisant [naam 5] herkende de persoon na bestudering van de videobeelden. Op deze beelden zag hij een persoon die hij ambtshalve zeer goed kent. In het onderzoek 13 Rotte heeft hij tientallen camerabeelden bekeken van een zeer actieve inbrekersgroep. Deze groep werkte tijdens de inbraken waarvan hij de beelden heeft gezien vaak in dezelfde samenstelling. Aan de hand van de camerabeelden heeft verbalisant [naam 5] gezien dat er vaak dezelfde kleding werd gedragen. Verbalisant [naam 5] herkende de persoon op de afbeelding als [verdachte] . Hij herkende [verdachte] aan zijn unieke gezichtskenmerken en vooral de zijkant van zijn gezicht met daarbij zijn neus en kin. Tevens herkent hij de jas die [verdachte] aan heeft als de jas die hij droeg op zijn aanhouding op 13 februari 2016. [verdachte] droeg deze jas tevens in een andere inbraakzaak, waarin [verdachte] ook is herkend. Op de bewegende camerabeelden herkende hij [verdachte] niet alleen aan zijn gezichtskenmerken, maar tevens aan zijn manier van bewegen. Verbalisant [naam 5] herkent [verdachte] ambtshalve als een zeer actieve veelpleger welke al jaren in verband wordt gebracht met diverse inbraken. Tevens is [verdachte] keer op keer aangehouden en veroordeeld voor het plegen van bedrijfsinbraken. Verbalisant [naam 5] heeft [verdachte] verschillende keren in het echt gezien en gesproken en aangehouden.
Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij op 8 juli 2016 via e-mail afbeeldingen van beveiligingsbeelden van een bedrijfsinbraak te Beuningen ontving. Op de afbeeldingen werden drie mannen getoond. Een van de mannen herkende hij direct als [verdachte] . Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij werkzaam is geweest op politiebureau Lijnbaansgracht van begin 2012 tot medio 2015. Vanaf zijn start op dit politiebureau tot eind 2014 hing er een poster in de plotruimte van het politiebureau. Op deze poster stonden de foto’s van 55 notoire inbrekers die in wisselende samenwerking delicten pleegden. Verschillende personen op deze poster heeft verbalisant [naam 2] zelf staande- of aangehouden. Nadat deze poster was verwijderd uit de plotruimte heeft hij verschillende personen van deze groep nagetrokken in de politiesystemen waarbij hij hun HKS-foto’s bekeek. De foto van [verdachte] stond ook op deze poster waar hij dus elke werkdaglangs liep. Verbalisant [naam 2] herkende [verdachte] aan de vorm van zijn neus, vorm van zijn gezicht, jukbeenderen, postuur en houding.
Feit 4: Inbraak bij [benadeelde 2] te Zwijndrecht op 17 februari 2016
[naam 19] heeft aangifte gedaan namens het bedrijf [benadeelde 2] , gevestigd te Zwijndrecht, van een inbraak gepleegd op 17 februari 2016 te 21:54 uur en 21:59 uur. [naam 19] heeft verklaard dat hij op 17 februari 2016 omstreeks 22:38 uur werd gebeld door de beveiliging dat er was ingebroken. [naam 19] zag dat de voordeur geforceerd was. Binnen heeft hij de camerabeelden bekeken. Op de beelden zag hij buiten vier mannen rondlopen. Vervolgens zag [naam 19] dat ze met een breekijzer de deur openbraken. Hierna gingen de mannen naar binnen en deden het licht aan. Er is niets weggenomen.
De politie heeft gerelateerd dat zij op 17 februari 2016 omstreeks 23:13 uur opdracht kregen om te gaan naar het bedrijf [benadeelde 2] aan [adres 2] te Zwijndrecht. De beveiliger verklaarde dat het alarm was afgegaan om 21:54 uur. Hij ging naar het bedrijf en zag dat de deur was opengebroken. Verbalisant zag dat er braakschade was aan de voorzijde van het pand. Vermoedelijk is deze schade ontstaan door een breekijzer of een ander breekvoorwerp. De eigenaar had camerabeelden van deze inbraak op zijn mobiele telefoon. Verbalisant zag op deze beelden vier jongens met diverse breekvoorwerpen lopen. Een van de jongens bleef op de uitkijk staan. Drie jongens betreden het pand en doen het licht aan.
De politie heeft gerelateerd dat door een medewerker van de firma [naam 20] te Dordrecht op 23 februari 2016 op eigen initiatief aan de politie werd doorgegeven dat er kort voor en kort na de gepleegde inbraak bij de firma [benadeelde 2] op de beveiligingscamera’s een personenauto, merk Ford Focus, gekentekend [nummer 2] , was gesignaleerd. Blijkens navraag binnen de landelijk bij de Nationale Politie in gebruik zijnde systemen werd vastgesteld dat het kenteken [nummer 2] was afgegeven voor een personenauto, merk Ford Focus, op naam van de [naam 14] te Amsterdam.Uit het huurcontract volgt dat [naam 15] de Ford Focus, gekentekend [nummer 2] , heeft gehuurd in de periode van 17 februari 2016 tot 18 februari 2016.
De politie heeft gerelateerd dat zij de door [benadeelde 2] verstrekte camerabeelden van de poging inbraak bekeken. De beelden waren van 17 februari 2016. Op de beelden zijn vier personen zichtbaar.
Beeld 9, start om 23:01:22 en stopt om 23:02:04: Persoon 1 en 3 lopen met een voorwerp in hun hand. Het voorwerp lijkt op een koevoet. De genoemde personen lopen in de richting van de toegangsdeur van [benadeelde 2] . Persoon 2 loopt met een voorwerp dat lijkt op een grote schroevendraaier in de hand richting de zojuist genoemde toegangsdeur. Persoon 4 staat op de uitkijk bij het elektriciteitshuisje.
Beeld 10, start om 23:02:10 en stopt om 23:03:43:Persoon 4 die op de uitkijk stond, rent in de richting van de toegangsdeur en verdwijnt onder in beeld, wat kan duiden dat hij het pand binnen gaat. Na 51 seconden komt persoon 4 weer onder in beeld gelopen en loopt naar het elektriciteitshuisje waar hij op de uitkijk gaat staan.
Beeld 11, start om 23:03:44 en stopt om 23:07:21 uur. Persoon 4 staat op de uitkijk. Persoon 1, 2 en 3 lopen onder in beeld en lopen naar de geparkeerde personenauto aan de overzijde van de weg. De vier personen stappen in de genoemde personenauto. De personen lijken niet anders dan breekvoorwerpen in de handen te hebben.
Beeld 19, start om 23:01:28 en stopt om 23:04:09 uur: Er staan personen voor de toegangsdeur van het bedrijf. Vervolgens wordt de toegangsdeur met kracht geopend. Als de deur opengebroken wordt staat persoon 3 in de deuropening. In zijn hand heeft hij een koevoet vast. Het uiteinde van de koevoet zit vast in de deurpost. Er is te zien dat hij enkele wrikbewegingen met de koevoet maakt, ,maar dat de koevoet vast blijft zitten in de deurpost. Persoon 3 laat de koevoet los en de koevoet wordt door de persoon die hem volgt uit de deurpost gehaald. Er betreden drie personen het bedrijfspand.
De politie heeft gerelateerd dat de tijd die op de beelden worden weergegeven niet overeenkomt met de tijd waarop de poging inbraak heeft plaatsgevonden. De poging inbraak heeft plaatsgevonden tussen 21:54 uur en 21:59 uur en op de camerabeelden is het tijdstip een uur later.
Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij 29 april 2016 op het systeem RI-Online een aandachtsvestiging bekeek met daarbij meerdere foto’s waarop 3 mannen waren afgebeeld. Hij herkende een van de mannen direct als [verdachte] . Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij werkzaam is geweest op politiebureau Lijnbaansgracht van begin 2012 tot medio 2015. Vanaf zijn start op dit politiebureau tot eind 2014 hing er een poster in de plotruimte van het politiebureau. Op deze poster stonden de foto’s van 55 notoire inbrekers die in wisselende samenwerking delicten pleegden. Verschillende personen op deze poster heeft verbalisant [naam 2] zelf staande- of aangehouden. Nadat deze poster was verwijderd uit de plotruimte heeft hij verschillende personen van deze groep nagetrokken in de politiesystemen waarbij hij hun HKS-foto’s bekeek. De foto van [verdachte] stond ook op deze poster waar hij dus elke werkdag langs liep. Verbalisant [naam 2] herkende [verdachte] aan de vorm van zijn neus, vorm van zijn gezicht, jukbeenderen, postuur en houding.
Verbalisant [naam 5] heeft gerelateerd dat hij op 10 mei 2016 screenshots van camerabeelden welke waren verzameld door eenheid Rotterdam. De beelden betroffen beelden van een inbraak/insluiping onder het onderzoek BVH 2016057698. Hij herkende de persoon na bestudering van de afbeeldingen. Op deze beelden zag hij een persoon die hij ambtshalve kent. Verbalisant [naam 5] herkent de man als [verdachte] . Hij herkende de verdachte van de screenshots van de camerabeelden. Hij herkende [verdachte] aan zijn unieke gezichtskenmerken en vooral de zijkant van zijn gezicht met daarbij zijn neus en kin. Tevens herkent hij de jas die [verdachte] aan heeft als de jas die hij droeg op zijn aanhouding op 13 februari 2016. Verbalisant [naam 5] herkent [verdachte] ambtshalve als een zeer actieve veelpleger welke al jaren in verband wordt gebracht met diverse inbraken. Tevens is [verdachte] keer op keer aangehouden en veroordeeld voor het plegen van bedrijfsinbraken. Verbalisant [naam 5] heeft [verdachte] verschillende keren in het echt gezien en gesproken en aangehouden.
Feit 5:Inbraak bij [benadeelde 3] te Tilburg op 16 februari 2016
[naam 21] heeft namens het bedrijf [benadeelde 3] , gevestigd te Tilburg, aangifte gedaan van inbraak, gepleegd op 16 februari 2016 te 23:24 uur. [naam 21] heeft verklaard dat hij op 16 februari 2016 om 17:30 uur als laatste is vertrokken uit het bedrijf. Hij heeft toen het alarm aangezet. Op 17 februari 2016 om 01.07 uur werd [naam 21] gebeld door beveiligingsbedrijf [naam 22] . Er was ingebroken in het bedrijf. Van een medewerker hoorde ik dat rond 23:30 uur was ingebroken. [naam 21] zag dat de daders via een zijraam van het pand toegang hebben verschaft tot de begane grond. Ze kwamen in een kantoorruimte, waar ze alle ladeblokken hebben opengemaakt en overhoopgehaald. Deze deur hebben ze met geweld open gemaakt. In deze ruimte bevond zich een grote kluis. De kluis is opengebroken. De deur van de kluis is helemaal verbogen. In de kluis lag vooral geld en autosleutels. Er lag ongeveer 450 euro aan geld in de kluis. In de goederenbijlage van de goederen heeft [naam 21] daarnaast opgave gedaan van de diefstal van 59 bonnen van Douglas ter waarde van 25 euro.
De politie heeft gerelateerd dat de beelden zijn bekeken van de inbraak in het bedrijf [benadeelde 3] , gelegen te Tilburg. Deze inbraak is op 16 februari 2016 gepleegd. Op de beelden is het erg donker. Opeens gaat het licht in de ruimte aan en zijn er twee personen zichtbaar in een kantoorruimte. Op de beelden zijn in totaal vier personen te zien die een kleine ruimte in gaan.
Verbalisant [naam 1] heeft gerelateerd dat zij op 4 oktober 2016 de website politie.nl bekeek. In de rubriek gezochte personen zag zij dat er op 18 februari 2016 in Tilburg een inbraak was gepleegd in Tilburg waarbij vier mannen een kluis openbreken. Bij het bekijken van de fotostills herkende zij onmiddellijk en zonder enige twijfel twee van de vier verdachten, waaronder [verdachte] . Verbalisant [naam 1] heeft in het onderzoek 13Rotte in tenminste tien zaken camerabeelden bekeken waar [verdachte] is herkend als een van de verdachten. Is verbalisant [naam 1] goed bekend met het uiterlijk van [verdachte] . Daarnaast draagt [verdachte] bij andere inbraken ook veelvuldig een pet en herkent zij de jas die hij aanheeft van andere inbraken.
Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij 12 oktober 2016 op de site www.politie.nl een aandachtsvestiging bekeek met daarbij meerdere foto’s waarop een aantal mannen waren afgebeeld. Hij herkende een van de mannen direct als [verdachte] . Verbalisant [naam 2] heeft gerelateerd dat hij werkzaam is geweest op politiebureau Lijnbaansgracht van begin 2012 tot medio 2015. Vanaf zijn start op dit politiebureau tot eind 2014 hing er een poster in de plotruimte van het politiebureau. Op deze poster stonden de foto’s van 55 notoire inbrekers die in wisselende samenwerking delicten pleegden. Verschillende personen op deze poster heeft verbalisant [naam 2] zelf staande- of aangehouden. Nadat deze poster was verwijderd uit de plotruimte heeft hij verschillende personen van deze groep nagetrokken in de politiesystemen waarbij hij hun HKS-foto’s bekeek. De foto van [verdachte] stond ook op deze poster waar hij dus elke werkdaglangs liep. Verbalisant [naam 2] herkende [verdachte] aan de vorm van zijn neus, vorm van zijn gezicht, jukbeenderen, postuur en houding.
Verbalisant [naam 7] heeft gerelateerd dat hij op 13 oktober 2016 op de internetsite www.politie.nl meerdere afbeeldingen heeft bekeken van een inbraak bij een groothandel in Tilburg in de nacht van 17 februari 2016 rond 01:00 uur. Op de afbeeldingen is te zien dat een aantal mannen een pand binnekomen. De persoon met zwarte lederen jas, zwarte baseball pet en schoenen met opvallende zool herkent hij als [verdachte] . Op 22 maart 2016 heeft hij naar aanleiding van een bedrijfsinbraak [verdachte] gehoord als verdachte. Hij heeft een klein uur tegenover [verdachte] gezeten en heeft hem gedurende deze tijd goed kunnen observeren en continue aangekeken. Wat hem opvalt is dat [verdachte] een klein en sportief postuur heeft.. Verbalisant [naam 7] heeft meerdere herkenningen opgemaakt op genoemde verdachte in het verleden, bij deze herkenning had [verdachte] vaak soortgelijke kleding aan (jas en schoenen). Verbalisant [naam 7] herkent de persoon na nadere bestudering van de afbeelding.
Verbalisant [naam 5] heeft gerelateerd dat hij op 12 oktober 2016 de website
www.politie.nlbekeek en aldaar een zaak zag inzake inbraak bij groothandel te Tilburg onder BVH-nummer 2016043279. Hij herkende de persoon na bestudering van de afbeeldingen. Op deze beelden zag hij een persoon die hij ambtshalve kent. Verbalisant [naam 5] herkent de man als [verdachte] . Hij herkende de verdachte van de screenshots van de camerabeelden. Hij herkende [verdachte] als verdachte uit het onderzoek 13Rotte uit 2016. In dit onderzoek heeft verbalisant [naam 5] diverse herkenningen opgemaakt tegen verdachte [verdachte] . Hij herkent de gedragen kleding als kleding die hij eerder droeg bij andere inbraken. Ook herkent hij de verdachte aan zijn unieke gezicht en zijn lichaamsbouw. Verbalisant [naam 5] herkent [verdachte] ambtshalve als een zeer actieve veelpleger welke al jaren in verband wordt gebracht met diverse inbraken. Tevens is [verdachte] keer op keer aangehouden en veroordeeld voor het plegen van bedrijfsinbraken. Verbalisant [naam 5] heeft [verdachte] verschillende keren in het echt gezien en gesproken en aangehouden. Mede hierdoor kent hij [verdachte] zeer goed van gezicht.
Overwegingen van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Op grond van het bewijsmiddelenoverzicht concludeert de rechtbank dat er op 18 februari 2016 te Horst is ingebroken in het bedrijf [benadeelde 1] door een groep van vier mannen. Deze mannen hebben zich de toegang tot het bedrijf verschaft door de toegangsdeur aan de voorzijde open te breken en de schuifdeur uit de rails te tillen. De kassa bij de balie werd opengebroken en de kluis werd met een in een lade aangetroffen sleutel geopend. Bij deze inbraak is ongeveer 6.000 euro weggenomen.
De bewegende en stilstaande beelden van de inbraak zijn bekeken door verbalisanten [naam 1] , [naam 5] , [naam 2] en [naam 3] . Zij herkenden ieder afzonderlijk de verdachte op de bewegende camerabeelden. De rechtbank is van oordeel dat zij allen uitvoerig en – bezien tegen de algemene overweging van de rechtbank omtrent de herkenning van verdachten – inzichtelijk op ambtseed/ambtsbelofte hebben gemotiveerd hoe zij tot de herkenning van de verdachte zijn gekomen.
Gelet op de aangifte en de onafhankelijke herkenning van de verdachte door drie verbalisanten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 1 heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 2
Op grond van het bewijsmiddelenoverzicht concludeert de rechtbank dat er op 24 februari 2016 te Cuijk een inbraak heeft plaatsgevonden in het bedrijf [benadeelde 5] door een groep van drie mannen. Deze mannen hebben de toegangsdeur van de kluisruimte opengebroken, waarna de kluis was opengebroken en het geldkistje eruit was weggenomen. Bij deze inbraak werden 2 VVV-bonnen, een geldbedrag van 116,24 euro en een geldbedrag van ongeveer 100 euro aan buitenlandse valuta weggenomen.
Er zijn fotostills gemaakt van de camerabeelden van de inbraak. Deze zijn bekeken door de verbalisanten [naam 7] , [naam 3] , [naam 1] en [naam 9] . De rechtbank is van oordeel dat alle verbalisanten uitvoerig en – bezien tegen de algemene overweging van de rechtbank omtrent de herkenning van verdachten – inzichtelijk op ambtseed/ambtsbelofte hebben gemotiveerd hoe zij tot de herkenning van de verdachte zijn gekomen. Verbalisanten [naam 7] en [naam 9] hebben de verdachte eerder ontmoet en verhoord, hetgeen de door hun gedane herkenningen extra gewicht toekent.
Gelet op de aangifte en de herkenning van de verdachte door vier verbalisanten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 2 heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 3
Op grond van het bewijsmiddelenoverzicht concludeert de rechtbank dat er op 18 februari 2016 te Beuningen een inbraak heeft plaatsgevonden in het bedrijf [benadeelde 6] . De schuifdeur van het bedrijf werd met kracht opengetrokken, waarna drie mannen het pand hebben betreden. Een vierde man bleef buiten in een Opel Insignia, gekentekend [nummer 1] , wachten. Bij deze inbraak is een portemonnee met een bankpas en ongeveer 465 euro weggenomen, evenals een geldbedrag van 265 euro.
De bewegende en stilstaande beelden van de inbraak zijn bekeken door verbalisanten [naam 5] en [naam 2] . Zij herkenden ieder afzonderlijk de verdachte. De rechtbank is van oordeel dat beide verbalisanten uitvoerig en – bezien tegen de algemene overweging van de rechtbank omtrent de herkenning van verdachten – inzichtelijk op ambtseed/ambtsbelofte hebben gemotiveerd hoe zij tot de herkenning van de verdachte zijn gekomen. De rechtbank acht deze herkenningen dan ook betrouwbaar. Dit geldt te meer nu op 19 februari 2016, daags na de inbraak bij bedrijf [benadeelde 6] en de inbraak bij [benadeelde 1] , de Opel Insignia, gekentekend [nummer 1] , in Amsterdam werd gecontroleerd. In het voertuig werden vier personen aangetroffen waaronder [verdachte] . Deze personenauto was gehuurd door [naam 15] bij de [naam 14] te Amsterdam en door [naam 15] aan een ander uitgeleend.
Gelet op de aangifte, de onafhankelijke herkenning van de verdachte door twee verbalisanten en het aantreffen van de verdachte in een door [naam 15] gehuurde en uitgeleende auto acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 3 heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 4
Op grond van het bewijsmiddelenoverzicht concludeert de rechtbank dat er op 17 februari 2016 te Zwijndrecht een poging tot inbraak heeft plaatsgevonden in het bedrijf [benadeelde 2] door een groep van vier mannen. De mannen hebben de voordeur met kracht geforceerd door een breekijzer. Drie mannen hebben het pand vervolgens betreden, terwijl een man op de uitkijk bleef staan. Er is niets weggenomen uit het bedrijf.
Op beveiligingscamera’s werd vlak voor en vlak na de inbraak een personenauto, merk Ford Focus, gekentekend [nummer 2] waargenomen. Deze auto bleek, net als de personenauto die werd gebruikt bij de inbraak onder feit 2, gehuurd door [naam 15] bij [naam 14] te Amsterdam.
De screenshots van de camerabeelden van de inbraak zijn bekeken door verbalisanten [naam 2] en [naam 5] . Zij herkenden ieder afzonderlijk de verdachte. De rechtbank is van oordeel dat beide verbalisanten uitvoerig en – bezien tegen de algemene overweging van de rechtbank omtrent de herkenning van verdachten – inzichtelijk op ambtseed/ambtsbelofte hebben gemotiveerd hoe zij tot de herkenning van de verdachte zijn gekomen. De rechtbank acht deze herkenningen dan ook betrouwbaar.
Gelet op de aangifte en de onafhankelijke herkenning van de verdachte door twee verbalisanten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 4 heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 5
Op grond van het bewijsmiddelenoverzicht concludeert de rechtbank dat er op 16 februari 2016 te Tilburg een inbraak heeft plaatsgevonden in het bedrijf [benadeelde 3] door een groep van vier personen. Via een zijraam hebben deze personen toegang verkregen tot het pand. Zij hebben de kluis opengebroken. In totaal hebben zij ongeveer 450 euro en 59 cadeaubonnen weggenomen.
De bewegende en stilstaande beelden van de inbraak zijn bekeken door verbalisanten [naam 1] , [naam 2] , [naam 7] en [naam 5] . Zij herkenden ieder afzonderlijk de verdachte. De rechtbank is van oordeel dat alle vier de verbalisanten uitvoerig en – bezien tegen de algemene overweging van de rechtbank omtrent de herkenning van verdachten – inzichtelijk op ambtseed/ambtsbelofte hebben gemotiveerd hoe zij tot de herkenning van de verdachte zijn gekomen. De rechtbank acht deze herkenningen dan ook betrouwbaar. Verbalisant [naam 7] heeft de verdachte eerder ontmoet en verhoord, hetgeen aan de door hem gedane herkenningen extra gewicht toekent.
Gelet op de aangifte en de onafhankelijke herkenning van de verdachte door vier verbalisanten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 5 heeft gepleegd.
Voorwaardelijk verzoek tot het toevoegen van de camerabeelden aan het dossier
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting voorwaardelijk verzocht de camerabeelden toe te voegen aan het dossier. De officier van justitie heeft aangegeven dat deze beelden niet meer beschikbaar zijn en dat dit verzoek daarom onuitvoerbaar is. Reeds om deze reden kan aan het verzoek van de raadsvrouw niet voldaan worden. Voorts acht de rechtbank zich – in het licht van het bovenstaande bewijs en de bewijsoverwegingen – voldoende geïnformeerd, al dan niet toevoeging van de camerabeelden doet daaraan niet af. Er is daarom mogelijkheid noch noodzaak de beelden aan het dossier toe te voegen De rechtbank wijst het verzoek af.