ECLI:NL:RBLIM:2023:2119

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
C/03/259537 / HA ZA 19-43
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging voorschot deskundige in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 8 maart 2023 een vonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiseres] en [gedaagden]. De zaak betreft een verzoek tot verhoging van het voorschot voor de deskundige, ir. P.P.J. Lahaye, die eerder was benoemd in een tussenvonnis van 27 oktober 2021. De deskundige heeft aangegeven dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en heeft verzocht om een aanvullend voorschot van € 3.916,14, inclusief btw, en om een verlenging van de termijn voor het indienen van het definitieve rapport met zes weken.

Beide partijen, [eiseres] en [gedaagden], hebben ingestemd met de verhoging van het voorschot. [Eiseres] heeft haar teleurstelling over de vertraging van het onderzoek geuit, maar heeft aangegeven akkoord te gaan met het aanvullende voorschot, mits het definitieve rapport binnen de gestelde termijn wordt afgerond. De rechtbank heeft het verzoek om verhoging van het voorschot beoordeeld en is van oordeel dat het door de deskundige begrote bedrag redelijk is.

De rechtbank heeft besloten dat het aanvullend voorschot door [eiseres] moet worden voldaan en dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht een nota zal verzenden, die uiterlijk twee weken na de uitspraak moet zijn voldaan. De deskundige is opgedragen om het aanvullend onderzoek pas voort te zetten na bericht van de griffier over de betaling van het voorschot. Tevens moet de deskundige uiterlijk zes weken na de betaling een schriftelijk en ondertekend rapport indienen bij de rechtbank, vergezeld van een gespecificeerde declaratie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/259537 / HA ZA 19-43
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonend te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. R.W. Janssen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1] .,
gevestigd te Schin op Geul, gemeente Valkenburg aan de Geul,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
beiden wonend te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. C.S.B.E. Reinders.
Partijen worden hierna [eiseres] , [gedaagde sub 1] ., de heer [gedaagde sub 2] en mevrouw [gedaagde sub 3] genoemd. [gedaagde sub 1] , de heer [gedaagde sub 2] en mevrouw [gedaagde sub 3] worden gezamenlijk [gedaagden] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 oktober 2021,
  • de brief van ir. P.P.J. Lahaye van 17 januari 2023 met als bijlage de 1e conceptrapportage,
  • de akte uitlating aan de zijde van [eiseres] , genomen op de rol van 15 februari 2023,
  • de akte uitlating aan de zijde van [gedaagden] , genomen op de rol van 15 februari 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Bij vonnis van 27 oktober 2021 is ir. P.P.J. Lahaye, verbonden aan de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen te Utrecht, benoemd tot deskundige in onderhavige zaak. De heer Lahaye heeft de rechtbank bericht dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en hij verzoekt om een aanvullend voorschot van € 3.916,14 (inclusief btw). Tevens is verzocht de termijn waarbinnen het definitieve rapport moet zijn ingediend met zes weken te verlengen.
2.2.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun mening te geven over de aanvulling van het voorschot.
2.3.
Namens [eiseres] is aangevoerd dat zij, hoewel zij teleurgesteld is over het verzoek en de vertraging van het onderzoek, kan instemmen met het aanvullend voorschot. [eiseres] dringt daarbij aan om het definitieve rapport binnen de te stellen termijn af te ronden.
2.4.
Ook [gedaagden] stemmen in met eenmalige verhoging van het voorschot.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat het begrote bedrag redelijk is. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen. De rechtbank is van oordeel dat het (aanvullend) voorschot op de kosten van de deskundige door [eiseres] moet worden gedeponeerd.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
stelt de hoogte van het aanvullend voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 3.916,14,00 inclusief btw,
3.2.
bepaalt dat dit aanvullend voorschot door [eiseres] dient te worden voldaan,
3.3.
voor het voldoen van het voorschot zal het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht op korte termijn een nota verzenden, welke nota uiterlijk twee weken na deze uitspraak dient te zijn voldaan,
3.4.
wijst de deskundige er op dat:
- hij het aanvullend onderzoek pas na bericht van de griffier omtrent betaling van het aanvullend voorschot dient voort te zetten.
3.5.
draagt de deskundige op om uiterlijk zes weken na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH