In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 8 maart 2023 een vonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiseres] en [gedaagden]. De zaak betreft een verzoek tot verhoging van het voorschot voor de deskundige, ir. P.P.J. Lahaye, die eerder was benoemd in een tussenvonnis van 27 oktober 2021. De deskundige heeft aangegeven dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en heeft verzocht om een aanvullend voorschot van € 3.916,14, inclusief btw, en om een verlenging van de termijn voor het indienen van het definitieve rapport met zes weken.
Beide partijen, [eiseres] en [gedaagden], hebben ingestemd met de verhoging van het voorschot. [Eiseres] heeft haar teleurstelling over de vertraging van het onderzoek geuit, maar heeft aangegeven akkoord te gaan met het aanvullende voorschot, mits het definitieve rapport binnen de gestelde termijn wordt afgerond. De rechtbank heeft het verzoek om verhoging van het voorschot beoordeeld en is van oordeel dat het door de deskundige begrote bedrag redelijk is.
De rechtbank heeft besloten dat het aanvullend voorschot door [eiseres] moet worden voldaan en dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht een nota zal verzenden, die uiterlijk twee weken na de uitspraak moet zijn voldaan. De deskundige is opgedragen om het aanvullend onderzoek pas voort te zetten na bericht van de griffier over de betaling van het voorschot. Tevens moet de deskundige uiterlijk zes weken na de betaling een schriftelijk en ondertekend rapport indienen bij de rechtbank, vergezeld van een gespecificeerde declaratie.