ECLI:NL:RBLIM:2023:2099

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
03/702620-18 en 03/721215-18 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting bij webshops, Afterpay en PostNL door online goederen te bestellen zonder betaling en bijstandsfraude door inkomsten niet op te geven

Op 24 maart 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting. De verdachte, geboren in 1969, werd bijgestaan door advocaat mr. S.M. Kurvers. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 10 maart 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten gepresenteerd. Meerdere benadeelde partijen hebben zich gevoegd in het proces en hun vorderingen tot schadevergoeding zijn behandeld.

De tenlastelegging omvatte onder andere het plegen van uitkeringsfraude door het verzwijgen van inkomsten en werkzaamheden, alsook identiteitsfraude door met andermans persoonsgegevens goederen te bestellen bij webshops. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met anderen goederen had besteld op naam van onwetende derden, gebruikmakend van de kredietdienstverlening van Afterpay, en deze goederen had opgehaald bij PostNL afhaalpunten.

De rechtbank legde een taakstraf op van 180 uren, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden en een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de schending van de redelijke termijn, aangezien de verdachte al meer dan 4 jaar in voorarrest had gezeten. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij schadevergoedingen werden vastgesteld en de verdachte werd verplicht deze te betalen. De rechtbank verklaarde ook enkele in beslag genomen voorwerpen verbeurd, die gebruikt waren bij de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers: 03/702620-18 en 03/721215-18 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 24 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. S.M. Kurvers, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 maart 2023. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn op de zitting gehoord en de rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
in de zaak 03/702620-18:
identiteitsfraude heeft gepleegd door met andermans persoonsgegevens goederen te bestellen bij webshops;
flessentrekkerij heeft gepleegd dan wel twee webshops, Afterpay en PostNL heeft opgelicht, door onder valse naam op krediet van Afterpay iPhones en barbecues te bestellen bij deze webshops en af te halen bij PostNL zonder daarvoor te betalen;
flessentrekkerij heeft gepleegd dan wel een webshop heeft opgelicht, door onder valse naam babyfoons te bestellen bij die webshop zonder daarvoor te betalen;
webshops, Afterpay en PostNL heeft opgelicht, door onder valse naam op krediet van Afterpay diverse goederen te bestellen bij webshops en af te halen bij PostNL zonder daarvoor te betalen;
in de zaak 03/721215-18:
- uitkeringsfraude heeft gepleegd door de werkzaamheden en inkomsten van de hiervoor tenlastegelegde feiten en van verkopen via Markplaats en Facebook en het bezit van een auto te verzwijgen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten 1, 2 primair, 3 primair en 4 voor wat betreft Afterpay in de zaak 03/702620-18 alsmede tot bewezenverklaring van de uitkeringsfraude (met uitzondering van het bezit van de auto) in de zaak 03/721215-18.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring van alle feiten, met dien verstande dat zij partiële vrijspraak heeft bepleit:
  • van de periode voorafgaand aan maart 2018 (bij feiten 2 en 3 in de zaak 03/702620-18), nu het dossier geen aanwijzingen bevat voor de stelling dat de verdachte toen al betrokken was;
  • van het verzwijgen van het bezit van een auto (bij de uitkeringsfraude).
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het vonnis gehecht.
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs.
In de zaak 03/702620-18.
Uit de bewijsmiddelen blijkt van een intensieve samenwerking tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] , die gericht was op het plegen van fraude bij online bestellingen. Daarbij werden bij diverse webshops goederen besteld op naam en adres van onwetende derden. De gegevens van die derden haalden de verdachten van Facebook en/of andere internetsites, waaronder Funda. Om niet (direct) te hoeven betalen, werd gebruik gemaakt van de kredietverlening van Afterpay. Dit was alleen mogelijk omdat de verdachten niet hun eigen gegevens gebruikten, maar gegevens van mensen die kredietwaardig genoeg waren. Teneinde de goederen uiteindelijk ook daadwerkelijk te kunnen bemachtigen werd het afleveradres na het plaatsen van de bestelling veranderd en werd gebruik gemaakt van afhaalpunten van PostNL. Daar werden de bestelde pakketten dan opgehaald door een van de verdachten, die zich daarbij voordeed als (bijvoorbeeld) een familielid van de geadresseerde. Op deze wijze werd de identiteit van derden misbruikt en werden zowel de webshops waar de bestellingen werden geplaatst, als Afterpay en PostNL opgelicht, hetgeen gelet op het omvangrijke karakter ook gekwalificeerd kan worden als flessentrekkerij. Naast [medeverdachte 1] en [verdachte] waren hierbij ook [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] betrokken. [medeverdachte 2] had ook een rol in het plegen van alle feiten door onder meer in een schrift relevante gegevens bij te houden. [medeverdachte 3] werd enkel ingeschakeld om pakketten af te halen.
Hoewel de feiten 2, 3 en 4 afzonderlijk ten laste gelegd zijn, betreft het naar het oordeel van de rechtbank gelijksoortige feiten die gebaseerd zijn op één omvangrijk feitencomplex van fraude met online bestellingen. De rechtbank beoordeelt deze feiten dan ook in onderling verband en baseert daarop de conclusie dat de verdachten een beroep of gewoonte hebben gemaakt van deze frauduleuze werkwijze.
De rechtbank acht dus bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van identiteitsfraude (feit 1), flessentrekkerij (feiten 2 primair en 3 primair) en oplichting (feit 4).
Partiële vrijspraken
Ten aanzien van de ten laste gelegde periodes overweegt de rechtbank dat uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat de verdachte (en [medeverdachte 2] ) vanaf medio maart 2018 betrokken zijn geraakt bij de fraude. Voor die tijd lijkt alleen [medeverdachte 1] betrokken te zijn geweest. In januari 2018 vonden immers al enkele bestellingen plaats, die vervolgens echter telkens door [medeverdachte 1] zelf werden opgehaald. Nu niet is gebleken dat de verdachte al in januari 2018 bij de fraude betrokken was, zal hij worden vrijgesproken voor zover het betreft de periode vóór medio maart 2018 en de specifieke bestellingen die in deze voorliggende periode zijn gedaan.
In de zaak 03/721215-18
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan uitkeringsfraude door inkomsten en werkzaamheden te verzwijgen.
Net als de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank niet bewezen dat hij ook het bezit van een auto heeft verzwegen. De rechtbank zal de verdachte dus partieel vrijspreken van dat onderdeel.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
in de zaak 03/702620-18:
Feit 1:
hij in de periode 26 maart 2018 tot en met 10 april 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam en het woonadres van [benadeelde 3] , [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] en [benadeelde 2] , heeft gebruikt door met die persoonsgegevens goederen te bestellen bij webwinkels, met het oogmerk om zijn identiteit en/of de identiteit van zijn mededader(s) te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
Feit 2 primair:
hij in de periode 18 maart 2018 tot en met 7 juni 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen:
  • op 17 mei 2018 een barbecue omschreven als Weber Q1400 Dark Grey - verzonden met barcode [barcode 1] ten name van [naam 1] - van ' [internetsite 1] ' en
  • op 6 juni 2018 een barbecue - verzonden met barcode [barcode 2] ten name van [naam 2] - van ' [internetsite 1] ',
Feit 3 primair:
hij in de periode 27 maart 2018 tot en met 6 april 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen van [internetsite 2] / [naam bedrijf 1] :
op 27 maart 2018 een Ibaby Babyfoon M6S - verzonden met barcode [barcode 3] ten name van [naam 3] , en
op 27 maart 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 4] ten name van [naam 4] , en
op 27 maart 2018 een Babymoov Babycamera - verzonden met barcode [barcode 5] ten name van [naam 5] , en
op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 6] ten name van [naam 6] , en
op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 7] ten name van [naam 7] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 8] ten name van [naam 8] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 9] ten name van [naam 9] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 10] ten name van [naam 10] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 11] ten name van [naam 11] , en
op 5 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 12] ten name van [naam 12] , en
op 6 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 13] ten name van [naam 13] ,
Feit 4:hij in de periode 18 maart 2018 tot en met 16 mei 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, welke middelen tot oplichting bestonden uit het:
  • met (persoons)gegevens van anderen plaatsen van bestellingen bij webwinkels,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening van de rechtspersoon [naam bedrijf 2] (KvK-nummer: [KVK-nummer 1] ), handelend onder de naam 'AfterPay',
  • terwijl na de verzending van iedere bestelling het afleveradres door hem en/of zijn mededader(s) werd gewijzigd naar een PostNL B.V. afhaalpunt, waar de bestelling door hem en/of zijn mededader(s) werd opgehaald,
waardoor hij en/of zijn mededader(s)
- de hieronder aangeduide webwinkels heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld, doordat die webwinkel zich verplicht achtte een goed te leveren, en tot de afgifte van enig goed, te weten: door het bestelde goed ter levering te verzenden,
  • en tot het teniet doen van een inschuld, te weten: door het accepteren van de kredietdienstverlening van AfterPay,
- en de rechtspersoon [naam bedrijf 2] (KvK-nummer: [KVK-nummer 1] ), handelend onder de naam 'AfterPay' (telkens) heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld (door zich te verplichten het aankoopbedrag aan de webwinkel te vergoeden),
  • en tot het verlenen van een dienst (door kredietdienstverlening te verlenen aan de koper),
- en PostNL B.V. heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed (door het pakket aan hem en/of zijn mededader(s) af te geven),
te weten:
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 3] )
een pakket met ordernummer [ordernummer 1] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 3] op 11 april 2018, verzonden met de barcode [barcode 14] ten name van [naam 14] , en
een pakket met ordernummer [ordernummer 2] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 4] op 30 maart 2018, verzonden met de barcode [barcode 15] ten name van [naam 15] , en
(pakketten opgehaald door verdachte [verdachte] )
3. een pakket met ordernummer [ordernummer 3] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 5] op 18 maart 2018, verzonden met de barcode [barcode 16] ten name van [naam 16] , en
4. een pakket met ordernummer [ordernummer 4] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 3] op 16 mei 2018, verzonden met de barcode [barcode 17] ten name van [naam 17] , en
5. een pakket met ordernummer [ordernummer 5] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [naam bedrijf 3] op 5 april 2018, verzonden met de barcode [barcode 18] ten name van [naam 18] , en
in de zaak 03/721215-18:
hij in de periode van 28 februari 2018 tot en met 31 juli 2018 in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens een wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de inlichtingenverplichting op grond van artikel 17 van de Participatiewet, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de gemeente Roermond,
immers heeft verdachte verzuimd aan de gemeente Roermond te melden dat hij werkzaamheden heeft verricht (ophalen van pakketten) en (aldus uit dien hoofde) inkomsten heeft genoten en hij inkomsten heeft genoten uit de verkoop van goederen via Marktplaats en/of Facebook, zulks terwijl dat toen wel het geval was,
terwijl hij wist of redelijkerwijze had moeten vermoeden dat deze gegevens van belang waren voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten zijn recht op een (voorschot) uitkering op grond van de Participatiewet, dan wel voor de hoogte of de duur van de voornoemde verstrekking of tegemoetkoming,
zulks terwijl dit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
in de zaak 03/702620-18:
Feit 1:
medeplegen van identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, meermalen gepleegd
Feit 2 primair:
medeplegen van een beroep of gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren
Feit 3 primair:
medeplegen van een beroep of gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren
Feit 4:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
in de zaak 03/721215-18:
in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl dat kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen van langere duur dan de voorlopige hechtenis, en heeft bepleit om daarnaast eventueel een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstaf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In het bijzonder overweegt de rechtbank als volgt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere gevallen van identiteitsfraude en grootschalige flessentrekkerij en oplichting. Door misbruik te maken van persoonsgegevens van anderen, het gebruiken, of ook wel misbruiken, van Afterpay en bestelde goederen uiteindelijk te laten versturen naar een PostNL-afhaalpunt wist de verdachte samen met zijn mededaders vele goederen te bemachtigen zonder daarvoor te betalen. Daarbij hebben zij vooral de slachtoffers van de identiteitsfraude met een hoop ellende en Afterpay met de daadwerkelijke financiële schade achtergelaten.
Anders dan de verdachte doet voorkomen, ziet de rechtbank zijn rol wel degelijk als medeorganisator. Hoewel [medeverdachte 1] kennelijk eerder al zelfstandig soortgelijke feiten had gepleegd, ontstond vanaf de samenwerking tussen beide (vanaf medio maart 2018) wel een gelijkwaardige rolverdeling. Dat de rol van de verdachte slechts bestond uit het afhalen van pakketten tegen een vaste vergoeding, zoals hij zelf stelt, acht de rechtbank niet aannemelijk, gelet op de inhoud van het dossier.
Daarnaast heeft de verdachte het geld dat hij heeft verdiend met de gepleegde flessentrekkerij en oplichting, alsmede overige inkomsten verzwegen voor de gemeente, waardoor hij bijstandsfraude heeft gepleegd. Bijstandsuitkeringen zijn sociale vangnetten voor personen die zelf om welke reden dan ook niet in hun onderhoud kunnen voorzien. Kennelijk kon de verdachte dat tot op enige hoogte toch, waardoor hij tevens misbruik van dit sociaal stelsel heeft gemaakt.
De rechtbank is van oordeel dat een fikse, ook onvoorwaardelijke, gevangenisstraf, bij voortvarende berechting, passend zou zijn geweest. Gelet op de omvang van de fraudes zou de rechtbank in dat geval een gevangenisstraf van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk hebben opgelegd.
Echter, nu sprake is van een aanzienlijke schending van de redelijke termijn, zal de rechtbank dat niet doen. De verdachte is aangehouden op 11 juli 2018. Inmiddels zijn ruim 4 jaren en 8 maanden verstreken, hetgeen betekent dat de redelijke termijn van 2 jaren is geschonden met ruim 2 jaren en 8 maanden.
Gelet hierop zal de rechtbank volstaan met een taakstraf van 180 uren met aftrek van voorarrest naar de rato van 2 uren per dag, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

7.1
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van 87,21 euro bestaande uit:
telefoonkosten: 18,79 euro;
schade door verlofuren: 54,48 euro;
reiskosten: 13,94 euro.
De benadeelde partij heeft voorts verzocht om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdedigingheeft zich op het standpunt gesteld dat:
  • de telefoonkosten slechts toewijsbaar zijn voor 76 en 54 cent, aangezien het overige telefoongebruik binnen de bundel viel;
  • de schade door verlofuren onvoldoende is onderbouwd;
  • zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de reiskosten.
De officier van justitieheeft geadviseerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering, met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbankzal de vordering toewijzen tot een bedrag van 69,55 euro, bestaande uit 1,13 euro wegens telefoonkosten, 54,48 euro wegens verlofuren en 13,94 euro reiskosten. De rechtbank constateert dat enkel (0,59 en 0,54 =) 1,13 euro meerkosten voor telefonie zijn gemaakt in verband met deze strafzaak en dat de overige belminuten in de reguliere bundel vielen; die zullen worden afgewezen. De uren en reiskosten acht de rechtbank redelijk en toewijsbaar.
De rechtbank zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen, het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
7.2
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert een schadevergoeding van 497,40 euro bestaande uit:
telefoonkosten: 11,20 euro;
schade door verlofuren: 27,24 euro;
reiskosten: 8,96 euro;
immateriële schade: 450 euro.
De benadeelde partij heeft voorts verzocht om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdedigingheeft de niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing bepleit omdat de telefoonkosten en verlofuren onvoldoende onderbouwd zijn en er geen wettelijke grondslag is voor toewijzing van immateriële schade in dit geval.
De officier van justitieheeft geadviseerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering, met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbankzal de vordering toewijzen tot een bedrag van 36,20 euro, bestaande uit 27,24 euro wegens verlofuren en 8,96 euro reiskosten. De rechtbank constateert dat de telefoonkosten niet zijn onderbouwd en daarom zal de rechtbank die niet-ontvankelijk verklaren, mede omdat dergelijke kosten in de regel binnen een vaste bundel zullen vallen. De uren en reiskosten acht de rechtbank redelijk en toewijsbaar.
De vordering zal ook niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover het betreft de immateriële schade, nu deze niet valt onder een van de in artikel 6:106 lid 1 BW genoemde gevallen. Aantasting van de eer of goede naam, zoals gesteld door de benadeelde, ontstaat in beginsel vooral bij meer publieke strafbare feiten zoals belediging, smaad en laster; niet bij identiteitsfraude die heeft geleid tot een persoonlijk verwijt van wanbetaling. De rechtbank ziet, ook nu de aangehaalde zaak niet vergelijkbaar is, zonder nadere onderbouwing geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Voor zover de benadeelde heeft bedoeld dat hij (ook) op andere wijze in de persoon is aangetast doordat een inbreuk is gemaakt op zijn persoonlijke levenssfeer, heeft de rechtbank onvoldoende gegevens om te concluderen dat de voorwaarden van deze grondslag zijn vervuld.
De rechtbank zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen, het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
7.3
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij [benadeelde 3] vordert een schadevergoeding van 144,56 euro bestaande uit:
telefoonkosten: 21,36 euro;
schade door verlofuren/tijden: 123,20 euro.
De benadeelde partij heeft voorts verzocht om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdedigingheeft de niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing bepleit omdat de telefoonkosten en kosten van de verlofuren onvoldoende onderbouwd zijn.
De officier van justitieheeft geadviseerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering, met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbankzal de vordering toewijzen tot een bedrag van 124,79 euro, bestaande uit 1,59 euro wegens telefoonkosten en 123,20 euro wegens verlofuren. De rechtbank constateert dat enkel telefonische contacten met de politie en een incassobureau tot extra kosten hebben geleid; de overige belminuten vielen kennelijk in de reguliere bundel; die zullen worden afgewezen. De uren acht de rechtbank redelijk en toewijsbaar.
De rechtbank zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen, het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.Het beslag

De beslaglijst vermeldt een schrift, losse papieren en documenten. Nu met behulp van deze voorwerpen de identiteitsfraudes, flessentrekkerij en/op oplichting zijn begaan of voorbereid, zal de rechtbank de verbeurdverklaring van die voorwerpen uitspreken.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 47, 57, 63, 227b, 231b, 326 en 326a van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart de in de zaak 03/702620-18 onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten en het in de zaak 03/721215-18 ten laste gelegde feit bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- wijst de vordering van de
benadeelde partij [benadeelde 1] gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
69,55 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
10 april 2018tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst afde vordering van de benadeelde partij voor het overige;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] van 69,55 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt

Benadeelde partij [benadeelde 2]

- wijst de vordering van de
benadeelde partij [benadeelde 2] gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
36,20 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
10 april 2018tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] van 36,20 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;
Benadeelde partij [benadeelde 3]
- wijst de vordering van de
benadeelde partij [benadeelde 3] gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
124,79 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
10 april 2018tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst afde vordering van de benadeelde partij voor het overige;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3] van 124,79 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 1 schrift, 2 losse papieren (goednummer PL2300-2018065029-1090269);
  • documenten met personalia bestellingen (goednummer PL2300-2018065029-1090270).
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Bastiaans, voorzitter, mr. J.M.E. Kessels en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 maart 2023.
Buiten staat
Mr. N.P.J. van de Pasch is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer 03/702620-18:

1.

hij in de periode 26 maart 2018 tot en met 10 april 2018 in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam, het woonadres en/of het telefoonnummer van [benadeelde 3] , [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] en/of [benadeelde 2] , heeft gebruikt door met die persoonsgegevens goederen te bestellen bij webwinkels, met het oogmerk om zijn identiteit en/of de identiteit van zijn mededader(s) te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;

2.

hij in of omstreeks de periode 21 januari 2018 tot en met 7 juni 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen:
  • op 22 januari 2018 om 23:11 een refurbished iPhone 6 plus zwart 64 gb - verzonden met barcode [barcode 19] ten name van [naam 19] - van [naam bedrijf 4] ., en/of
  • op 22 januari 2018 om 23:32 een refurbished iPhone 6s plus goud 16 gb - verzonden met barcode [barcode 20] ten name van [naam 20] - van [naam bedrijf 4] ., en/of
  • op 22 januari 2018 om 23:57 een refurbished iPhone 6s plus rosegoud 64 gb - verzonden met barcode [barcode 21] ten name van [naam 21] - van [naam bedrijf 4] ., en/of
  • op 23 januari 2018 om 00:17 een refurbished iPhone 6s goud 64 gb - verzonden met barcode [barcode 22] ten name van [naam 22] - van [naam bedrijf 4] ., en/of
  • op 17 mei 2018 een barbecue omschreven als Weber Q1400 Dark Grey - verzonden met barcode [barcode 1] ten name van [naam 1] - van [naam bedrijf 5] ., handelend onder de naam ' [internetsite 1] ', en/of
  • op 6 juni 2018 een barbecue - verzonden met barcode [barcode 2] ten name van [naam 2] - van [naam bedrijf 5] ., handelend onder de naam ' [internetsite 1] ',
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode 21 januari 2018 tot en met 8 juni 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, welk(e) middel(en) tot oplichting bestond(en) uit het (telkens):
  • met (persoons)gegevens van (een) ander(en) plaatsen van bestelling(en) bij één of meerdere webwinkels,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening van de rechtspersoon [naam bedrijf 2] (KvK-nummer: [KVK-nummer 1] ), handelend onder de naam 'AfterPay',
  • terwijl na de verzending van (iedere) bestelling het afleveradres door hem en/of zijn mededader(s) werd gewijzigd naar een door de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon in stand gehouden afhaalpunt, waar de bestelling door hem en/of zijn mededader(s) werd opgehaald,
waardoor hij en/of zijn mededader(s):
- de rechtspersoon [naam bedrijf 4] . (KvK-nummer: [KVK-nummer 2] ) (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten:
  • een refurbished iPhone 6 plus zwart 64 gb verzonden met barcode [barcode 19] ten name van [naam 19] , en/of
  • een refurbished iPhone 6s plus goud 16 gb verzonden met barcode [barcode 20] ten name van [naam 20] , en/of
  • een refurbished iPhone 6s plus rosegoud 64 gb verzonden met barcode [barcode 21] ten name van [naam 21] , en/of
  • een refurbished iPhone 6s goud 64 gb verzonden met barcode [barcode 22] ten name van [naam 22] ,
- en/of de rechtspersoon [naam bedrijf 5] ., handelend onder de naam ' [internetsite 1] ' (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten:
  • een barbecue omschreven als Weber Q1400 Dark Grey verzonden met barcode [barcode 1] ten name van [naam 1] , en/of
  • een barbecue verzonden met barcode [barcode 2] ten name van [naam 2] ,
- en/of de rechtspersoon [naam bedrijf 2] (KvK-nummer: [KVK-nummer 1] ), handelend onder de naam 'AfterPay' (telkens) heeft/hebben bewogen tot het verlenen van een dienst en/of het aangaan van een schuld, te weten:
- het aangaan van een overeenkomst waarbij wordt overeengekomen om aan de besteller krediet te verlenen en de webwinkel het aankoopbedrag uit te betalen,
- en/of de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, doordat de hierboven genoemde verzendingen aan hem en/of zijn mededader(s) werden afgegeven;

3.

hij in of omstreeks de periode 27 maart 2018 tot en met 6 april 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen van [naam bedrijf 6] handelend onder de na(a)m(en) [internetsite 2] en/of [naam bedrijf 1] (KvK-nummer: [KVK-nummer 3] ):
12. op 27 maart 2018 een Ibaby Babyfoon M6S - verzonden met barcode [barcode 3] ten name van [naam 3] , en/of
12. op 27 maart 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 4] ten name van [naam 4] , en/of
12. op 27 maart 2018 een Babymoov Babycamera - verzonden met barcode [barcode 5] ten name van [naam 5] , en/of
12. op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 6] ten name van [naam 6] , en/of
12. op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 7] ten name van [naam 7] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 8] ten name van [naam 8] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 9] ten name van [naam 9] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 10] ten name van [naam 10] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 11] ten name van [naam 11] , en/of
12. op 5 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 12] ten name van [naam 12] , en/of
12. op 6 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 13] ten name van [naam 13] ,
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode 27 maart 2018 tot en met 15 april 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, welk(e) middel(en) tot oplichting bestond(en) uit het (telkens):
  • met (persoons)gegevens van (een) ander(en) plaatsen van bestelling(en) bij de webwinkel [internetsite 2] ,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening,
  • terwijl na de verzending van (iedere) bestelling het afleveradres door hem en/of zijn mededader(s) werd gewijzigd naar een door PostNL in stand gehouden afhaalpunt, waar de bestelling door hem en/of zijn mededader(s) werd opgehaald,
waardoor hij en/of zijn mededader(s) de rechtspersoon [naam bedrijf 6] handelend onder de na(a)m(en) [internetsite 2] en/of [naam bedrijf 1] (KvK-nummer: [KVK-nummer 3] ) (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten:
een Ibaby Babyfoon M6S - verzonden met barcode [barcode 3] ten name van [naam 3] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 4] ten name van [naam 4] , en/of
een Babymoov Babycamera - verzonden met barcode [barcode 5] ten name van [naam 5] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 6] ten name van [naam 6] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 7] ten name van [naam 7] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 8] ten name van [naam 8] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met barcode [barcode 9] ten name van [naam 9] , en/of
een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 10] ten name van [naam 10] , en/of
een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 11] ten name van [naam 11] , en/of
10.een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 12] ten name van [naam 12] , en/of
11.een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met barcode [barcode 13] ten name van [naam 13] ;

4.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode 25 januari 2018 2018 tot en met 16 mei 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, welk(e) middel(en) tot oplichting bestond(en) uit het (telkens):
  • met (persoons)gegevens van (een) ander(en) plaatsen van bestelling(en) bij één of meerdere webwinkels,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening van de rechtspersoon [naam bedrijf 2] (KvK-nummer: [KVK-nummer 1] ), handelend onder de naam 'AfterPay',
  • terwijl na de verzending van (iedere) bestelling het afleveradres door hem en/of zijn mededader(s) werd gewijzigd naar een door de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon in stand gehouden afhaalpunt, waar de bestelling door hem en/of zijn mededader(s) werd opgehaald,
waardoor hij en/of zijn mededader(s)
- de hieronder aangeduide webwinkel heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld, doordat die webwinkel zich verplicht achtte een goed te leveren, en/of tot de afgifte van enig goed, te weten: door het bestelde goed ter levering te verzenden,
  • en/of tot het teniet doen van een inschuld, te weten: door het accepteren van de kredietdienstverlening van AfterPay,
- en/of de rechtspersoon [naam bedrijf 2] (KvK-nummer: [KVK-nummer 1] ), handelend onder de naam 'AfterPay' (telkens) heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld (door zich te verplichten het aankoopbedrag aan de webwinkel te vergoeden),
  • en/of tot het verlenen van een dienst (door kredietdienstverlening te verlenen aan de koper),
- en/of de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed (door het pakket aan hem en/of zijn mededader(s) af te geven),
te weten:
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 3] )
6. een pakket met ordernummer [ordernummer 1] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 3] op 11 april 2018, verzonden met de barcode [barcode 14] ten name van [naam 14] , en/of
7. een pakket met ordernummer [ordernummer 2] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 4] op 30 maart 2018, verzonden met de barcode [barcode 15] ten name van [naam 15] , en/of
(pakketten opgehaald door verdachte [verdachte] )
8. een pakket met ordernummer [ordernummer 3] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 5] op 18 maart 2018, verzonden met de barcode [barcode 16] ten name van [naam 16] , en/of
9. een pakket met ordernummer [ordernummer 4] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [internetsite 3] op 16 mei 2018, verzonden met de barcode [barcode 17] ten name van [naam 17] , en/of
10. een pakket met ordernummer [ordernummer 5] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [naam bedrijf 3] op 5 april 2018, verzonden met de barcode [barcode 18] ten name van [naam 18] , en/of
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 1] )
11. een pakket met ordernummer [ordernummer 6] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [naam bedrijf 7] op 25 januari 2018, verzonden met de barcode [barcode 23] ten name van [naam 23] , en/of
11. een pakket met ordernummer [ordernummer 7] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [naam bedrijf 8] op 25 januari 2018, verzonden met de barcode [barcode 24] ten name van [naam 23] .
In de zaak met parketnummer 03/721215-18
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 februari 2018 tot en met 31 juli 2018 te Roermond en/of elders in Nederland,
in strijd met een hem bij of krachtens een wettelijk voorschrift opgelegde verplichting,
te weten de inlichtingenverplichting op grond van artikel 17 van de Participatiewet,
(telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de gemeente Roermond,
immers heeft verdachte (telkens) verzuimd aan de gemeente Roermond te melden dat hij, verdachte, werkzaamheden heeft verricht (ophalen van pakketten) en/of (aldus uit dien hoofde) inkomsten en/of tegoeden had en/of inkomsten heeft genoten uit de verkoop van (een) goed(eren) via marktplaats en/of facebook althans dat zijn vermogen was gewijzigd en/of (een) bijstorting(en) op de bankrekening(en) van verdachte plaats heeft/ hebben gevonden althans dat hij inkomsten en/of giften had ontvangen en/of in het bezit was van een auto, zulks terwijl dat toen (telkens) wel het geval was,
terwijl hij wist of redelijkerwijze had moeten vermoeden dat deze gegevens van belang waren voor de vaststelling van zijn of een anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten zijn recht op een (voorschot) uitkering op grond van de Participatiewet, dan wel voor de hoogte of de duur van de voornoemde verstrekking of tegemoetkoming,
zulks terwijl dit/deze feit(en) kon(den) strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander.