ECLI:NL:RBLIM:2023:2090

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
03/659224-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting bij webshops door gebruik van andermans persoonsgegevens

Op 24 maart 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting. De verdachte, geboren in 1967, werd bijgestaan door advocaat mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 10 maart 2023, waarbij de verdachte en haar raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste vrijspraak voor identiteitsfraude, maar bewees het medeplegen van flessentrekkerij en oplichting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij een omvangrijk fraudecomplex, waarbij goederen werden besteld met andermans persoonsgegevens en niet betaald. De rechtbank achtte het medeplegen van identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, met schadevergoedingen variërend van 36,20 euro tot 124,79 euro. De rechtbank legde ook een schadevergoedingsmaatregel op en gelastte de bewaring van een horloge dat verband hield met de fraude.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659224-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 24 maart 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 maart 2023. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] zijn op de zitting gehoord en de rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
identiteitsfraude heeft gepleegd door met andermans persoonsgegevens goederen te bestellen bij webshops;
flessentrekkerij heeft gepleegd dan wel twee webshops, Afterpay en PostNL heeft opgelicht, door onder valse naam op krediet van Afterpay iPhones en barbecues te bestellen bij deze webshops en af te halen bij PostNL zonder daarvoor te betalen;
flessentrekkerij heeft gepleegd dan wel een webshop heeft opgelicht, door onder valse naam babyfoons te bestellen bij die webshop zonder daarvoor te betalen;
webshops, Afterpay en PostNL heeft opgelicht, door onder valse naam op krediet van Afterpay diverse goederen te bestellen bij webshops en af te halen bij PostNL zonder daarvoor te betalen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de identiteitsfraude (feit 1) en bewezenverklaring van het medeplegen van flessentrekkerij (feiten 2 primair en 3 primair) en oplichting van Afterpay (feit 4).
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het vonnis gehecht.
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs.
Uit de bewijsmiddelen blijkt van een intensieve samenwerking tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , die gericht was op het plegen van fraude bij online bestellingen. Daarbij werden bij diverse webshops goederen besteld op naam en adres van onwetende derden. De gegevens van die derden haalden de verdachten van Facebook en/of andere internetsites, waaronder Funda. Om niet (direct) te hoeven betalen, werd gebruik gemaakt van de kredietverlening van Afterpay. Dit was alleen mogelijk omdat de verdachten niet hun eigen gegevens gebruikten, maar gegevens van mensen die kredietwaardig genoeg waren. Teneinde de goederen uiteindelijk ook daadwerkelijk te kunnen bemachtigen werd het afleveradres na het plaatsen van de bestelling veranderd en werd gebruik gemaakt van afhaalpunten van PostNL. Daar werden de bestelde pakketten dan opgehaald door een van de verdachten, die zich daarbij voordeed als (bijvoorbeeld) een familielid van de geadresseerde. Op deze wijze werd de identiteit van derden misbruikt en werden zowel de webshops waar de bestellingen werden geplaatst, als Afterpay en PostNL opgelicht, hetgeen gelet op het omvangrijke karakter ook gekwalificeerd kan worden als flessentrekkerij. Naast [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waren hierbij ook [verdachte] en [medeverdachte 3] betrokken. [verdachte] had ook een rol in het plegen van alle feiten door onder meer in een schrift relevante gegevens bij te houden. [medeverdachte 3] werd enkel ingeschakeld om pakketten af te halen.
Hoewel de feiten 2, 3 en 4 afzonderlijk ten laste gelegd zijn, betreft het naar het oordeel van de rechtbank gelijksoortige feiten die gebaseerd zijn op één omvangrijk feitencomplex van fraude met online bestellingen. De rechtbank beoordeelt deze feiten dan ook in onderling verband en baseert daarop de conclusie dat de verdachten een beroep of gewoonte hebben gemaakt van deze frauduleuze werkwijze.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van identiteitsfraude (feit 1), flessentrekkerij (feiten 2 primair en 3 primair) en oplichting (feit 4).
Daartoe overweegt zij in het bijzonder als volgt.
Medeplegen.
De verdediging heeft betoogd dat de rol van de verdachte niet kan worden geduid als medepleegster. Daartoe heeft zij kort gezegd aangevoerd dat de verdachte slechts iets in een schrift heeft opgeschreven wat haar verteld is en is meegereden in de auto van haar toenmalige vriend [medeverdachte 2] , terwijl ze zelf geen pakketjes heeft opgehaald, geen namen van derden heeft ingevuld bij het plaatsen van bestellingen en geen geld heeft ontvangen.
Subsidiair heeft de verdediging bepleit dat óók geen sprake is van medeplichtigheid. Nu medeplichtigheid aan een van de feiten niet aan de verdachte ten laste is gelegd, zal de rechtbank dit verweer buiten beschouwing laten.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging inzake medeplegen en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
De verdachte heeft bij de politie, na overleg met haar advocaat, aangegeven openheid van zaken te gaan geven. Uit de verklaring die de verdachte vervolgens heeft gegeven (pagina 457 en verder) leidt de rechtbank onder meer het volgende af. De verdachte was aanwezig bij de bespreking van de plannen tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Aanvankelijk deed [medeverdachte 1] de bestellingen, maar later ook [medeverdachte 2] en de verdachte heeft zelf ook wel eens meegeholpen door iets in te vullen op een site. Dat waren verschillende dingen, voornamelijk keukenspullen. Ook heeft ze wel eens iets gekregen van de bestelde goederen, waaronder parfum en kleding. Ze wist ook dat [medeverdachte 3] 100 euro kreeg. In een schrift heeft ze onder meer genoteerd welke websites gebruik maakten van welke betaaldienst, hetgeen ze van [medeverdachte 1] had geleerd, alsmede persoonsgegevens die ze gebruikt hebben. Dat heeft ze volgens eigen zeggen gedaan omdat het dan makkelijker is. Tot slot is ze ook wel eens vaker meegegaan bij het ophalen van de bestelde pakketten, overigens zonder dat ze daarbij zelf de pakketten heeft afgehaald.
Ter terechtzitting van 10 maart 2023 verklaarde de verdachte ook nog dat ze natuurlijk in de gaten had dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] strafbaar bezig waren.
Deze verklaringen van de verdachte, in samenhang bezien met onder meer de verklaring van [medeverdachte 1] inhoudende dat hij (ook) samen met de verdachte goederen heeft besteld (pagina 447) en de verklaring van [medeverdachte 3] dat de verdachte niet alleen mee reed maar ook wist van de opbrengsten (pagina 424), leiden de rechtbank tot de conclusie dat wel degelijk sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en haar medeverdachten, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Juist voor de specifieke manier waarop deze fraude is gepleegd, was het overzicht dat de verdachte bijhield essentieel. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 maart 2023, inhoudende dat zij enkel dingen opschreef die haar werden ‘voorgezegd’ acht de rechtbank niet aannemelijk, gelet op de bij de politie afgelegde verklaringen van zowel de verdachte als de medeverdachten. Dit leidt derhalve niet tot een ander oordeel.
De rechtbank is, ander dan de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat deze conclusie niet alleen geldt voor de ten laste gelegde flessentrekkerij (de feiten 2 en 3) en oplichting (feit 4), maar tevens voor de identiteitsfraude (feit 1). De identiteitsfraude maakt immers een essentieel onderdeel uit van de werkwijze van de verdachten en heeft de flessentrekkerij en oplichting mogelijk gemaakt op de wijze zoals die in deze zaak zijn gepleegd. Dit onderdeel van de fraude moet zijn besproken in het eerste overleg waar de verdachte bij was en zij heeft de persoonsgegevens ook zelf bijgehouden en ingevoerd. Gelet hierop acht de rechtbank dus ook feit 1 wettig en overtuigend bewezen.
Partiële vrijspraken
Ten aanzien van de ten laste gelegde periodes overweegt de rechtbank dat uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat de verdachte (en [medeverdachte 2] ) vanaf medio maart 2018 betrokken zijn geraakt bij de fraude. Voor die tijd lijkt alleen [medeverdachte 1] betrokken te zijn geweest. In januari 2018 vonden immers al enkele bestellingen plaats, die vervolgens echter telkens door [medeverdachte 1] zelf werden opgehaald. Nu niet is gebleken dat de verdachte al in januari 2018 bij de fraude betrokken was, zal zij worden vrijgesproken voor zover het betreft de periode vóór medio maart 2018 en de specifieke bestellingen die in deze voorliggende periode zijn gedaan.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
Feit 1:
zij in de periode 26 maart 2018 tot en met 10 april 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam en het woonadres van [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 1] , [naam 1] , [naam 2] en [benadeelde partij 2] , heeft gebruikt door met die persoonsgegevens goederen te bestellen bij webwinkels, met het oogmerk om haar identiteit en/of de identiteit van haar mededader(s) te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
Feit 2 primair:
zij in de periode 18 maart 2018 tot en met 7 juni 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen:
  • op 17 mei 2018 een barbecue omschreven als Weber Q1400 Dark Grey - verzonden met [barcode 1] ten name van [naam 3] - van ' [webwinkel 1] ' en
  • op 6 juni 2018 een barbecue - verzonden met [barcode 2] ten name van [naam 4] - van ' [webwinkel 1] ',
Feit 3 primair:
zij in de periode 27 maart 2018 tot en met 6 april 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen van [webwinkel 2] / [winkel 1] :
op 27 maart 2018 een Ibaby Babyfoon M6S - verzonden met [barcode 3] ten name van [naam 5] , en
op 27 maart 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 4] ten name van [naam 6] , en
op 27 maart 2018 een Babymoov Babycamera - verzonden met [barcode 5] ten name van [naam 7] , en
op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 6] ten name van [naam 8] , en
op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 24] ten name van [naam 9] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 10] ten name van [naam 10] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 9] ten name van [naam] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 11] ten name van [naam 11] , en
op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 12] ten name van [naam 12] , en
op 5 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 13] ten name van [naam 13] , en
op 6 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 14] ten name van [naam 14] ,
Feit 4:zij in de periode 18 maart 2018 tot en met 16 mei 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, welke middelen tot oplichting bestonden uit het:
  • met (persoons)gegevens van anderen plaatsen van bestellingen bij webwinkels,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening van de [rechtspersoon] , handelend onder de naam 'AfterPay',
  • terwijl na de verzending van iedere bestelling het afleveradres door haar en/of haar mededader(s) werd gewijzigd naar een PostNL B.V. afhaalpunt, waar de bestelling door haar en/of haar mededader(s) werd opgehaald,
waardoor zij en/of haar mededader(s)
- de hieronder aangeduide webwinkels heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld, doordat die webwinkel zich verplicht achtte een goed te leveren, en tot de afgifte van enig goed, te weten: door het bestelde goed ter levering te verzenden,
  • en tot het teniet doen van een inschuld, te weten: door het accepteren van de kredietdienstverlening van AfterPay,
- en de [rechtspersoon] , handelend onder de naam 'AfterPay' (telkens) heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld (door zich te verplichten het aankoopbedrag aan de webwinkel te vergoeden),
  • en tot het verlenen van een dienst (door kredietdienstverlening te verlenen aan de koper),
- en PostNL B.V. heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed (door het pakket aan haar en/of haar mededader(s) af te geven),
te weten:
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 3] )
een pakket met [ordernummer 1] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 3] op 11 april 2018, verzonden met de [barcode 15] ten name van [naam 15] , en
een pakket met [ordernummer 2] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 5] op 30 maart 2018, verzonden met de [barcode 16] ten name van [naam 16] , en
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 2] )
3. een pakket met [ordernummer 3] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [winkel 2] op 18 maart 2018, verzonden met de [barcode 17] ten name van [naam 17] , en
4. een pakket met [ordernummer 4] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 3] op 16 mei 2018, verzonden met de [barcode 18] ten name van [naam 18] , en
5. een pakket met [ordernummer 5] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 4] op 5 april 2018, verzonden met de [barcode 19] ten name van [naam 19] , en
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
medeplegen van identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, meermalen gepleegd
Feit 2 primair:
medeplegen van een beroep of gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren
Feit 3 primair:
medeplegen van een beroep of gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren
Feit 4:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen:
  • een gevangenisstraf van gelijke duur als het voorarrest (dat wil zeggen 15 dagen) en;
  • een taakstraf van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen expliciet standpunt ingenomen over de op te leggen straf bij bewezenverklaring van het medeplegen van de identiteitsfraude, flessentrekkerij en oplichting, maar heeft in haar pleidooi wel betoogd dat hooguit een gevangenisstraf van gelijke duur als het voorarrest en geen taakstraf zou moeten worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In het bijzonder overweegt de rechtbank als volgt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere gevallen van identiteitsfraude en grootschalige flessentrekkerij en oplichting. Door misbruik te maken van persoonsgegevens van anderen, het gebruiken, of ook wel misbruiken, van Afterpay en bestelde goederen uiteindelijk te laten versturen naar een PostNL-afhaalpunt, wist de verdachte samen met haar mededaders vele goederen te bemachtigen zonder daarvoor te betalen. Daarbij hebben zij vooral de slachtoffers van de identiteitsfraude met een hoop ellende en Afterpay met de daadwerkelijke financiële schade achtergelaten.
Hoewel het initiatief en de grootste rol bij anderen lag, heeft ook de verdachte een kwalijke rol gehad. Gelet op de omvang en daarmee ook de complexiteit van de fraude, was een goede organisatie belangrijk. De door de verdachte bijgehouden aantekeningen van webshops, betaalmethodes en persoonsgegevens zijn dan ook niet zo onschuldig als zij ter zitting deed voorkomen. Integendeel, die waren van wezenlijk belang om alles in goede banen te kunnen leiden.
De verdachte is evenwel niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten, lijkt haar leven inmiddels op orde te hebben en is ook nadien niet meer in aanraking gekomen met politie en justitie.
Al met al zou de rechtbank een taakstraf van 180 uren in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden passend en geboden vinden.
Echter, nu sprake is van een aanzienlijke schending van de redelijke termijn, zal de rechtbank dat niet doen. De verdachte is aangehouden op 17 juli 2018. Inmiddels zijn ruim 4 jaren en 8 maanden verstreken, hetgeen betekent dat de redelijke termijn van 2 jaren is geschonden met ruim 2 jaren en 8 maanden.
Gelet hierop zal de rechtbank volstaan met een taakstraf van 120 uren met aftrek van voorarrest naar de rato van 2 uren per dag, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

7.1
De vordering van de [benadeelde partij 1]
De [benadeelde partij 1] vordert een schadevergoeding van 87,21 euro bestaande uit:
telefoonkosten: 18,79 euro;
schade door verlofuren: 54,48 euro;
reiskosten: 13,94 euro.
De benadeelde partij heeft voorts verzocht om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdedigingheeft de niet-ontvankelijkheid bepleit, gelet op het pleidooi strekkende tot integrale vrijspraak van de ten laste gelegde feiten.
De officier van justitieheeft geadviseerd tot niet-ontvankelijkheid gelet op de gerekwireerde vrijspraak van feit 1.
De rechtbankzal de vordering toewijzen tot een bedrag van 69,55 euro, bestaande uit 1,13 euro wegens telefoonkosten, 54,48 euro wegens verlofuren en 13,94 euro reiskosten. De rechtbank constateert dat enkel (0,59 en 0,54 =) 1,13 euro meerkosten voor telefonie zijn gemaakt in verband met deze strafzaak en dat de overige belminuten in de reguliere bundel vielen; die zullen worden afgewezen. De uren en reiskosten acht de rechtbank redelijk en toewijsbaar.
De rechtbank zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen, het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
7.2
De vordering van de [benadeelde partij 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert een schadevergoeding van 497,40 euro bestaande uit:
telefoonkosten: 11,20 euro;
schade door verlofuren: 27,24 euro;
reiskosten: 8,96 euro;
immateriële schade: 450 euro.
De benadeelde partij heeft voorts verzocht om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdedigingheeft de niet-ontvankelijkheid bepleit, gelet op het pleidooi strekkende tot integrale vrijspraak van de ten laste gelegde feiten.
De officier van justitieheeft geadviseerd tot niet-ontvankelijkheid gelet op de gerekwireerde vrijspraak van feit 1.
De rechtbankzal de vordering toewijzen tot een bedrag van 36,20 euro, bestaande uit 27,24 euro wegens verlofuren en 8,96 euro reiskosten. De rechtbank constateert dat de telefoonkosten niet zijn onderbouwd en daarom zal de rechtbank die niet-ontvankelijk verklaren, mede omdat dergelijke kosten in de regel binnen een vaste bundel zullen vallen. De uren en reiskosten acht de rechtbank redelijk en toewijsbaar.
De vordering zal ook niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover het betreft de immateriële schade, nu deze niet valt onder een van de in artikel 6:106 lid 1 BW genoemde gevallen. Aantasting van de eer of goede naam, zoals gesteld door de benadeelde, ontstaat in beginsel vooral bij meer publieke strafbare feiten zoals belediging, smaad en laster; niet bij identiteitsfraude die heeft geleid tot een persoonlijk verwijt van wanbetaling. De rechtbank ziet, ook nu de aangehaalde zaak niet vergelijkbaar is, zonder nadere onderbouwing geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Voor zover de benadeelde heeft bedoeld dat hij (ook) op andere wijze in de persoon is aangetast doordat een inbreuk is gemaakt op zijn persoonlijke levenssfeer, heeft de rechtbank onvoldoende gegevens om te concluderen dat de voorwaarden van deze grondslag zijn vervuld.
De rechtbank zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen, het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
7.3
De vordering van de [benadeelde partij 3]
De [benadeelde partij 3] vordert een schadevergoeding van 144,56 euro bestaande uit:
telefoonkosten: 21,36 euro;
schade door verlofuren/tijden: 123,20 euro.
De benadeelde partij heeft voorts verzocht om het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdedigingheeft de niet-ontvankelijkheid bepleit, gelet op het pleidooi strekkende tot integrale vrijspraak van de ten laste gelegde feiten.
De officier van justitieheeft geadviseerd tot niet-ontvankelijkheid gelet op de gerekwireerde vrijspraak van feit 1.
De rechtbankzal de vordering toewijzen tot een bedrag van 124,79 euro, bestaande uit 1,59 euro wegens telefoonkosten en 123,20 euro wegens verlofuren. De rechtbank constateert dat enkel telefonische contacten met de politie en een incassobureau tot extra kosten hebben geleid; de overige belminuten vielen kennelijk in de reguliere bundel; die zullen worden afgewezen. De uren acht de rechtbank redelijk en toewijsbaar.
De rechtbank zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen, het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.Het beslag

De beslaglijst vermeldt een horloge. Deze is te herleiden tot een fraudeleuze bestelling (pagina 404/236). Dat de verdachte of haar toenmalige partner toevallig een horloge van hetzelfde merk en model tweedehands via Facebook heeft gekocht, zoals verdachte stelt, acht de rechtbank zonder onderbouwing niet aannemelijk. De rechtbank zal daarom de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 231b, 326 en 326a van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart de onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
[benadeelde partij 1]
- wijst de vordering van de
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
69,55 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
10 april 2018tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst afde vordering van de benadeelde partij voor het overige;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het [benadeelde partij 1] van 69,55 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt

[benadeelde partij 2]

- wijst de vordering van de
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
36,20 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
10 april 2018tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het [benadeelde partij 2] van 36,20 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;
[benadeelde partij 3]
- wijst de vordering van de
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
124,79 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
10 april 2018tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst afde vordering van de benadeelde partij voor het overige;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] van 124,79 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Beslag
- gelast de
bewaringvan het volgende in beslag genomen voorwerp ten behoeve van de rechthebbende:
- horloge, merk/type Michael Kors ( [goednummer] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Bastiaans, voorzitter, mr. J.M.E. Kessels en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 maart 2023.
Buiten staat
Mr. N.P.J. van de Pasch is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

zij in de periode 26 maart 2018 tot en met 10 april 2018 in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam, het woonadres en/of het telefoonnummer van [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 1] , [naam 1] , [naam 2] en/of [benadeelde partij 2] , heeft gebruikt door met die persoonsgegevens goederen te bestellen bij webwinkels, met het oogmerk om haar identiteit en/of de identiteit van haar mededader(s) te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;

2.

zij in of omstreeks de periode 21 januari 2018 tot en met 7 juni 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen:
  • op 22 januari 2018 om 23:11 een refurbished iPhone 6 plus zwart 64 gb - verzonden met [barcode 20] ten name van [naam 20] - van [bedrijf 1] , en/of
  • op 22 januari 2018 om 23:32 een refurbished iPhone 6s plus goud 16 gb - verzonden met [barcode 21] ten name van [naam 21] - van [bedrijf 1] , en/of
  • op 22 januari 2018 om 23:57 een refurbished iPhone 6s plus rosegoud 64 gb - verzonden met [barcode 22] ten name van [naam 22] - van [bedrijf 1] , en/of
  • op 23 januari 2018 om 00:17 een refurbished iPhone 6s goud 64 gb - verzonden met [barcode 23] ten name van [naam 23] - van [bedrijf 1] , en/of
  • op 17 mei 2018 een barbecue omschreven als Weber Q1400 Dark Grey - verzonden met [barcode 1] ten name van [naam 3] - van [bedrijf 2] , handelend onder de naam ' [webwinkel 1] ', en/of
  • op 6 juni 2018 een barbecue - verzonden met [barcode 2] ten name van [naam 4] - van [bedrijf 2] , handelend onder de naam ' [webwinkel 1] ',
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
zij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode 21 januari 2018 tot en met 8 juni 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, welk(e) middel(en) tot oplichting bestond(en) uit het (telkens):
  • met (persoons)gegevens van (een) ander(en) plaatsen van bestelling(en) bij één of meerdere webwinkels,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening van de [rechtspersoon] , handelend onder de naam 'AfterPay',
  • terwijl na de verzending van (iedere) bestelling het afleveradres door haar en/of haar mededader(s) werd gewijzigd naar een door de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon in stand gehouden afhaalpunt, waar de bestelling door haar en/of haar mededader(s) werd opgehaald,
waardoor zij en/of haar mededader(s):
- de rechtspersoon [bedrijf 1] ( [KvK-nummer 1] ) (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten:
  • een refurbished iPhone 6 plus zwart 64 gb verzonden met [barcode 20] ten name van [naam 20] , en/of
  • een refurbished iPhone 6s plus goud 16 gb verzonden met [barcode 21] ten name van [naam 21] , en/of
  • een refurbished iPhone 6s plus rosegoud 64 gb verzonden met [barcode 22] ten name van [naam 22] , en/of
  • een refurbished iPhone 6s goud 64 gb verzonden met [barcode 23] ten name van [naam 23] ,
- en/of de rechtspersoon [bedrijf 2] , handelend onder de naam ' [webwinkel 1] ' (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten:
  • een barbecue omschreven als Weber Q1400 Dark Grey verzonden met [barcode 1] ten name van [naam 3] , en/of
  • een barbecue verzonden met [barcode 2] ten name van [naam 4] ,
- en/of de [rechtspersoon] , handelend onder de naam 'AfterPay' (telkens) heeft/hebben bewogen tot het verlenen van een dienst en/of het aangaan van een schuld, te weten:
- het aangaan van een overeenkomst waarbij wordt overeengekomen om aan de besteller krediet te verlenen en de webwinkel het aankoopbedrag uit te betalen,
- en/of de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, doordat de hierboven genoemde verzendingen aan haar en/of haar mededader(s) werden afgegeven;

3.

zij in of omstreeks de periode 27 maart 2018 tot en met 6 april 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, door met dat oogmerk de volgende goederen te kopen van [bedrijf 3] handelend onder de na(a)m(en) [webwinkel 2] en/of [winkel 1] ( [KvK-nummer 2] ):
12. op 27 maart 2018 een Ibaby Babyfoon M6S - verzonden met [barcode 3] ten name van [naam 5] , en/of
12. op 27 maart 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 4] ten name van [naam 6] , en/of
12. op 27 maart 2018 een Babymoov Babycamera - verzonden met [barcode 5] ten name van [naam 7] , en/of
12. op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 6] ten name van [naam 8] , en/of
12. op 3 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 24] ten name van [naam 9] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 10] ten name van [naam 10] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 9] ten name van [naam] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 11] ten name van [naam 11] , en/of
12. op 4 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 12] ten name van [naam 12] , en/of
12. 10.op 5 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 13] ten name van [naam 13] , en/of
12. 11.op 6 april 2018 een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 14] ten name van [naam 14] ,
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
zij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode 27 maart 2018 tot en met 15 april 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, welk(e) middel(en) tot oplichting bestond(en) uit het (telkens):
  • met (persoons)gegevens van (een) ander(en) plaatsen van bestelling(en) bij de webwinkel [webwinkel 2] ,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening,
  • terwijl na de verzending van (iedere) bestelling het afleveradres door haar en/of haar mededader(s) werd gewijzigd naar een door PostNL in stand gehouden afhaalpunt, waar de bestelling door haar en/of haar mededader(s) werd opgehaald,
waardoor zij en/of haar mededader(s) de rechtspersoon [bedrijf 3] handelend onder de na(a)m(en) [webwinkel 2] en/of [winkel 1] ( [KvK-nummer 2] ) (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten:
een Ibaby Babyfoon M6S - verzonden met [barcode 3] ten name van [naam 5] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 4] ten name van [naam 6] , en/of
een Babymoov Babycamera - verzonden met [barcode 5] ten name van [naam 7] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 6] ten name van [naam 8] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 24] ten name van [naam 9] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 10] ten name van [naam 10] , en/of
een Luvion Babyfoon Prestige Touch 2 - verzonden met [barcode 9] ten name van [naam] , en/of
een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 11] ten name van [naam 11] , en/of
een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 12] ten name van [naam 12] , en/of
een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 13] ten name van [naam 13] , en/of
een Luvion Babyfoon Supreme Connect - verzonden met [barcode 14] ten name van [naam 14] ;

4.

zij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode 25 januari 2018 2018 tot en met 16 mei 2018, in één of meerdere gemeenten in het arrondissement Limburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, welk(e) middel(en) tot oplichting bestond(en) uit het (telkens):
  • met (persoons)gegevens van (een) ander(en) plaatsen van bestelling(en) bij één of meerdere webwinkels,
  • waarbij gebruikt werd gemaakt van de kredietdienstverlening van de [rechtspersoon] , handelend onder de naam 'AfterPay',
  • terwijl na de verzending van (iedere) bestelling het afleveradres door haar en/of haar mededader(s) werd gewijzigd naar een door de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon in stand gehouden afhaalpunt, waar de bestelling door haar en/of haar mededader(s) werd opgehaald,
waardoor zij en/of haar mededader(s)
- de hieronder aangeduide webwinkel heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld, doordat die webwinkel zich verplicht achtte een goed te leveren, en/of tot de afgifte van enig goed, te weten: door het bestelde goed ter levering te verzenden,
  • en/of tot het teniet doen van een inschuld, te weten: door het accepteren van de kredietdienstverlening van AfterPay,
- en/of de [rechtspersoon] , handelend onder de naam 'AfterPay' (telkens) heeft/hebben bewogen:
  • tot het aangaan van een schuld (door zich te verplichten het aankoopbedrag aan de webwinkel te vergoeden),
  • en/of tot het verlenen van een dienst (door kredietdienstverlening te verlenen aan de koper),
- en/of de rechtspersoon Koninklijke PostNL B.V. althans enige (aan haar gelieerde en/of in haar opdracht werkende) (rechts)persoon heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed (door het pakket aan haar en/of haar mededader(s) af te geven),
te weten:
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 3] )
6. een pakket met [ordernummer 1] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 3] op 11 april 2018, verzonden met de [barcode 15] ten name van [naam 15] , en/of
7. een pakket met [ordernummer 2] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 5] op 30 maart 2018, verzonden met de [barcode 16] ten name van [naam 16] , en/of
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 2] )
8. een pakket met [ordernummer 3] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [winkel 2] op 18 maart 2018, verzonden met de [barcode 17] ten name van [naam 17] , en/of
9. een pakket met [ordernummer 4] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 3] op 16 mei 2018, verzonden met de [barcode 18] ten name van [naam 18] , en/of
10. een pakket met [ordernummer 5] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [webwinkel 4] op 5 april 2018, verzonden met de [barcode 19] ten name van [naam 19] , en/of
(pakketten opgehaald door verdachte [medeverdachte 1] )
11. een pakket met [ordernummer 6] , besteld bij de webwinkel aangeduid als Holland Watch Group B.V. op 25 januari 2018, verzonden met de [barcode 25] ten name van [naam 24] , en/of
11. een pakket met [ordernummer 7] , besteld bij de webwinkel aangeduid als [bedrijf 4] op 25 januari 2018, verzonden met de [barcode 26] ten name van [naam 24] .

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, BT Horst Peel en Maas afdeling VVC, BVH-nummer 2018065029, gesloten d.d. 21 december 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 490.