ECLI:NL:RBLIM:2023:2054

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
ZAAK: 10293279 EZ 23-20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en vaststelling van vereffeningskosten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 16 maart 2023, hebben verzoekers, in hun hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van de erflater, een verzoek ingediend tot opheffing van de vereffening en vaststelling van de vereffeningskosten. De verzoekers hebben een verzoekschrift ingediend op 19 januari 2023, waarin zij onder andere vroegen om het loon van de vereffenaar vast te stellen op € 15.750,34 inclusief BTW, en de totale vereffeningskosten op € 18.894,74. De verzoekers stelden dat de vereffeningskosten hoger zijn dan de activa van de nalatenschap, wat een grond vormt voor opheffing van de vereffening.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vereffening van de nalatenschap van de erflater is voltooid en dat de verzoeken onder A, B en D ingewilligd kunnen worden. De totale vereffeningskosten zijn vastgesteld op € 18.894,74, inclusief het vereffenaarsloon en overige kosten. Het verzoek om de vereffening op te heffen is ook ingewilligd, aangezien de kosten de activa overschrijden. De kantonrechter heeft verder bepaald dat de opheffing van de vereffening bekendgemaakt moet worden in de Nederlandse Staatscourant en dat de beschikking in het boedelregister ingeschreven moet worden.

De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij het verzoek onder C als toereikend werd geacht en geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden om proceseconomische redenen. De beschikking is afgegeven door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zaaknr: 10293279 EZ VERZ 23-30
Beschikking van 16 maart 2023
inzake
[verzoeker 1] en [verzoeker 2] ,
kantoor houdend te [vestigingsplaats] ,
verzoekers, in hun hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van
[erflater] ,
gemachtigde mr. J. van der Wende.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op 19 januari 2023 een verzoekschrift met bijlagen ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald waarvan de uitspraak is gesteld op heden.

2.Het verzoek

2.1.
Verzoekers vragen:
het loon van de vereffenaar vast te stellen op € 15.750,34 inclusief BTW, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
de vereffeningskosten vast te stellen op € 18.894,74 bestaande uit € 15.750,34 aan loon en € 3.144,40 aan kosten, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
de vereffeningskosten ten laste van de boedel te brengen en voor zover de boedel daartoe onvoldoende is, ten laste van de erfgenamen, voor zover dezen met hun hele vermogen aansprakelijk zijn;
de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de erflater te bevelen

3.De beoordeling

3.1.
Uit de processtukken blijkt het volgende:
- op [overlijdensdatum] 2016 is te [plaats 1] [erflater] (verder: de erflater) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, laatstelijk wonende te [plaats 2] , overleden
- bij beschikking van deze rechtbank van 19 oktober 2017 zijn verzoekers tot vereffenaar van de nalatenschap van de erflater benoemd
- de vereffening van de nalatenschap van de erflater is voltooid.
3.2.
Een verzoek tot opheffing van een vereffening kan - onder meer - worden ingewilligd indien de vereffeningskosten hoger zijn dan de activa van de nalatenschap. Daarvan is sprake. Dat betekent dat de verzoeken onder A, B en D kunnen worden ingewilligd. De totale vereffeningskosten zullen inclusief het vereffenaarsloon van verzoekers en hun kantoorgenoten en de overige vereffeningskosten worden vastgesteld op
€18.894,74, inclusief btw.
3.3.
Het verzoek onder C vloeit voort uit de wet en wordt toereikend geacht zodat verzoekers bij een afzonderlijke beslissing geen belang hebben. Op verzoek van verzoekers heeft om proceseconomische redenen geen mondelinge behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van
[erflater] ,
4.2.
stelt het vereffenaarsloon van verzoekers en hun kantoorgenoten vanaf
25 oktober 2017 tot en met 31 december 2022 vast op € 15.750,34, inclusief btw,
4.3.
stelt het totaal aan vereffeningskosten vast op € 18.894,74 (zijnde het vereffenaarsloon van € 15.750,34 en de overige vereffeningskosten van € 3.144,40, beide bedragen inclusief btw),
4.4.
gelast verzoekers, in hun hoedanigheid van vereffenaar van voormelde nalatenschap, om de opheffing van deze vereffening bekend te maken in de kosteloze (digitale) Nederlandse Staatscourant,
4.5.
gelast de griffier om deze beschikking in het boedelregister in te schrijven,
4.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter, en is in het aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
YT