ECLI:NL:RBLIM:2023:2054
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en vaststelling van vereffeningskosten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 16 maart 2023, hebben verzoekers, in hun hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van de erflater, een verzoek ingediend tot opheffing van de vereffening en vaststelling van de vereffeningskosten. De verzoekers hebben een verzoekschrift ingediend op 19 januari 2023, waarin zij onder andere vroegen om het loon van de vereffenaar vast te stellen op € 15.750,34 inclusief BTW, en de totale vereffeningskosten op € 18.894,74. De verzoekers stelden dat de vereffeningskosten hoger zijn dan de activa van de nalatenschap, wat een grond vormt voor opheffing van de vereffening.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vereffening van de nalatenschap van de erflater is voltooid en dat de verzoeken onder A, B en D ingewilligd kunnen worden. De totale vereffeningskosten zijn vastgesteld op € 18.894,74, inclusief het vereffenaarsloon en overige kosten. Het verzoek om de vereffening op te heffen is ook ingewilligd, aangezien de kosten de activa overschrijden. De kantonrechter heeft verder bepaald dat de opheffing van de vereffening bekendgemaakt moet worden in de Nederlandse Staatscourant en dat de beschikking in het boedelregister ingeschreven moet worden.
De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij het verzoek onder C als toereikend werd geacht en geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden om proceseconomische redenen. De beschikking is afgegeven door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter.