3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Bewijsmiddelenoverzicht
De politie heeft gerelateerd dat er op 18 juli 2022 een informatief gesprek zeden heeft plaatsgevonden met [slachtoffer 1] (hierna: [voornaam slachtoffer 1] ). De politie heeft gerelateerd dat [voornaam slachtoffer 1] de verhoorkamer binnenkwam in een speciale rolstoel. Zij heeft zeer dunne en schijnbaar misvormde benen. Daarnaast heeft [voornaam slachtoffer 1] twee misvormde armen en handen. Volgens de politie deelt [voornaam slachtoffer 1] aan de verbalisanten mede dat zij Arthrogryposis Multiplex Congenita heeft en dat zij haar beide benen en haar rechterarm niet kan bewegen, maar hier wel nog gevoel in heeft, behalve in haar rechterbovenbeen. De linker ringvinger is de enige vinger die zij nog kan bewegen en hiermee kan zij haar rolstoel digitaal besturen en haar telefoon gebruiken. Zij geeft aan dat zij snel haar botten kan breken. [voornaam slachtoffer 1] woont bij Stichting gehandicaptenzorg Weert, een tehuis voor gehandicapten, op kamer 15. [voornaam slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in juni 2021 een relatie begon met [verdachte] . Er vonden ook enkele seksuele handelingen plaats, dat wil zeggen dat zij [verdachte] pijpte en dat vond zij niet erg om te doen. Gaande de relatie wilde [verdachte] op een gegeven moment seks met haar, het was toen juli 2021. Zij wilde dat niet. Toen begonnen de verkrachtingen. Deze verkrachtingen zijn zo doorgegaan tot januari 2022.
De politie heeft gerelateerd dat [voornaam slachtoffer 1] Whatsapp-gesprekken tussen haar en [verdachte] aan de politie digitaal heeft overhandigd, waarna de politie deze gesprekken heeft uitgeprint en bijgevoegd:
08-07-2022 13:28 - [slachtoffer 1] :
Ja dat zal, nou ben ik de boosdoener, jij moet
eens weten wat voor pijn en verdriet wat je me aangedaan heb maar dat is
natuurlijk bij jou helemaal normaal en vooral bij mij inwendig. […]
08-07-2022 13:43 - [slachtoffer 1] :
Ik heb vaak genoeg tegen dingen nee gezegd
waarop je bleef doordrammen dat ik het moest doen van jou en dat weet je goed
verdorie.
08-07-2022 13:45 - [slachtoffer 1] :
En doe maar niet of dat jij niet meer weet
[voornaam slachtoffer 1] heeft op 15 augustus 2022 aangifte gedaan van verkrachting, gepleegd door haar ex-vriend [verdachte] . [voornaam slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij vanaf juni 2021 een relatie had met [verdachte] . [verdachte] heeft vaker seks met haar gehad, terwijl zij dat niet wilde. [verdachte] wist dat zij dit niet wilde, omdat zij voorheen met iemand getrouwd was die haar heeft verkracht. De seks vond plaats op haar kamer op het bed. [voornaam slachtoffer 1] heeft verklaard dat [verdachte] haar benen omhoog pakte en een brace omdeed, omdat zij dat zelf niet kan. Hij zei “Ik leg het in mijn nek”. Zij zei daarop dat ze dat niet wilde. Hij zei dat hij zin had, waarop zij zei: “Ik niet”. Hij bleef doordrammen en deed haar benen in zijn nek en toen deed hij zijn penis in haar vagina. Als [voornaam slachtoffer 1] en [verdachte] seks hadden, lag [voornaam slachtoffer 1] op haar bed. Zij kan niet zitten op bed en zij kan niets pakken. [verdachte] pakte haar kuiten met zijn handen. Volgens [voornaam slachtoffer 1] weet [verdachte] dat hij haar niet bij haar knieën mag pakken, want het breekt. Als hij haar benen pakte zei ze “Ophouden”. Ze bleef nee zeggen maar hij dramde door. Zij kon niks doen om de seks te stoppen die zij niet wilde. Het alarm legde hij aan de kant. Ze is alleen met haar mond sterk maar met haar lichaam niet. Het is meer dan 10 keer gebeurd. De penis in de vagina vond zij niet goed.
De getuige [naam 2] heeft bij de politie verklaard, zakelijk weergegeven, dat zij de begeleidster is van [voornaam slachtoffer 1] bij [naam stichting] ( [naam stichting] ). [naam 2] heeft verklaard dat [voornaam slachtoffer 1] hele broze botten heeft en snel iets breekt. Ze zit in een rolstoel en haar lichaamsbouw is anders dan andere. [voornaam slachtoffer 1] is wilsbekwaam. Ze heeft haar beperkingen en kan maar met een vinger de rolstoel bewegen. Haar rolstoel is aangepast en ze kan niks zelfstandig. Ze kan niet zelfstandig eten, niet zelfstandig drinken, zich niet zelfstandig verzorgen en is incontinent. Zij heeft gevoel in haar hele lichaam. [naam 2] denkt dat het IQ van [voornaam slachtoffer 1] op een redelijk niveau zit. [voornaam slachtoffer 1] wordt de hele dag verzorgd. Volgens [naam 2] zetten zij haar in de rolstoel, wassen zij haar, geven zij haar eten en brengen zij haar naar bed. [voornaam slachtoffer 1] heeft [naam 2] een keer gezegd dat [verdachte] haar pijn had gedaan.
De getuige [naam 1] heeft verklaard dat zij de persoonlijk begeleidster is van [voornaam slachtoffer 1] op de [naam instantie] in Weert. Volgens [naam 1] wordt de persoonlijke verzorging van [voornaam slachtoffer 1] geheel door hen gedaan. [voornaam slachtoffer 1] zit in de rolstoel. Zij kan alleen haar handen gebruiken. Maar haar handen zijn vergroeid, ze zijn bros en klein. Verder kan ze niks met haar lichaam. Overal waar je haar aanraakt, heeft ze pijn. Ze heeft botpijn. Vooral aan haar knieën en heupen, haar grotere botten, heeft ze pijn. Als [voornaam slachtoffer 1] in bed ligt, kan ze nergens heen. Volgens [naam 2] is [voornaam slachtoffer 1] lichamelijk kwetsbaar, omdat je snel iets breekt bij haar vanwege haar botten en omdat ze in een rolstoel zit. [voornaam slachtoffer 1] verstijft in situaties als een kleine discussie. Ze kan dan niet wegrijden.
De verdachte heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Volgens de verdachte heeft [voornaam slachtoffer 1] alle beperkingen die je kan hebben, behalve verstandelijk. Ze heeft een botziekte, waardoor bij het minste of geringste haar botten breken. Volgens de verdachte had hij met [voornaam slachtoffer 1] een seksuele relatie. In het begin was er seks. Als het kon, dan bracht de verdachte zijn penis in de vagina. De seks met [voornaam slachtoffer 1] was op haar kamer.De verdachte heeft voorts bij de politie verklaard dat hij met [voornaam slachtoffer 1] heeft gesproken over haar verkrachting in het verleden.
Overwegingen van de rechtbankUit het bewijsmiddelenoverzicht volgt dat de verdachte en [voornaam slachtoffer 1] tussen juni 2021 en januari 2022 een relatie met elkaar hebben gehad. Tijdens deze relatie vonden er tussen hen seksuele handelingen plaats. Er is voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte diens penis in de vagina van [voornaam slachtoffer 1] heeft gebracht.
Op grond van de aangifte van [voornaam slachtoffer 1] en de verklaringen van haar begeleiders constateert de rechtbank dat [voornaam slachtoffer 1] in een rolstoel zit. Door een botziekte heeft zij vergroeide handen, armen en benen. Zij kan alleen haar linker ringvinger bewegen en daarmee haar rolstoel besturen en telefoon bedienen. De rest van haar lichaam kan zij niet bewegen. [voornaam slachtoffer 1] heeft hierdoor hulp nodig voor al haar persoonlijke verzorging en voor het binnenkrijgen van vocht en voeding. De rechtbank is van oordeel dat een lichamelijke toestand, zoals die van [voornaam slachtoffer 1] hiervoor omschreven, kan worden aangemerkt als ‘lichamelijke onmacht’ in de zin van artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht (hierna ook Sr). Door haar fysieke toestand is [voornaam slachtoffer 1] letterlijk weerloos. Zij heeft op geen enkele wijze weerstand kunnen bieden aan de seksuele penetratie van haar lichaam door de verdachte. Dat zij haar stem kan gebruiken doet hieraan, anders dan door de raadsman is betoogd, niets af.
Uit de verklaring van de verdachte volgt voldoende wettig en overtuigend bewijs dat hij wist dat zij in lichamelijke onmacht verkeerde. Alles overwegende acht de rechtbank feit 1 wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2
De politie heeft gerelateerd dat zij op 17 juli 2022 omstreeks 14:30 uur een melding kregen om te gaan naar de [adres 2] te Weert, alwaar een bewoonster met het verstandelijk vermogen van een 6-jarige - te weten [slachtoffer 2] (hierna: [voornaam slachtoffer 2] ) - vermist zou zijn. Zij zou zijn meegegaan met de moeder van een man genaamd [verdachte] , die een locatieverbod voor de zorginstelling heeft. De politie trof de verdachte aan
op de Emmasingel te Weert, waarna zij naar diens woning aan de [adres 3] te
Weert zijn gegaan. Dit betrof een loods vol goederen. Achter een stapel goederen stond [voornaam slachtoffer 2] in haar rolstoel verstopt.
[naam 6] heeft namens [voornaam slachtoffer 2] aangifte gedaan van seksueel misbruik. [naam 6] heeft verklaard dat zij de bewindvoerder en mentor is van [voornaam slachtoffer 2] . [voornaam slachtoffer 2] is kwetsbaar en zij woont in een zorginstelling van [naam stichting] . [naam 6] heeft verklaard dat [voornaam slachtoffer 2] een sociaal emotioneel vermogen heeft van 6-8 jaar. Ze is ook lichamelijk gehandicapt. Ze zit in een rolstoel en is spastisch. [naam 6] heeft verklaard dat zij aan [verdachte] heeft gevraagd hoe hij de relatie met [voornaam slachtoffer 2] zag en hij zei dat hij dit langzaam wilde opbouwen. Er zijn toen afspraken gemaakt om elkaar stap voor stap te leren kennen. Dinsdag 12 juli 2022 vernam [naam 6] dat [verdachte] aan de borsten en vagina van [voornaam slachtoffer 2] had gezeten. Dit is door medewerkers van SGL gezien en gerapporteerd.
Aangeefster [naam 6] heeft een gespreksverslag d.d. 5 juni 2022 overgelegd aan de politie, van een gesprek tussen [voornaam slachtoffer 2] , Pb-er [naam 7] , mentor [naam 6] en gedragsdeskundige [naam 5] , bij welk gesprek [verdachte] later aansloot. Uit het verslag volgt dat [naam 6] in dit gesprek haar zorgen heeft geuit en jegens [verdachte] de kwetsbaarheid van [voornaam slachtoffer 2] heeft benoemd. Afgesproken is dat [voornaam slachtoffer 2] en [verdachte] alleen onder toezicht contact mogen hebben in de algemene woonkamer of terras.
Getuige [naam 5] heeft bij de politie verklaard dat zij gedragskundige is bij SGL. Zij heeft verklaard dat uit een rapportage van de revalidatiearts van 28 december 2020 blijkt dat sprake is van ernstige cognitieve beperkingen bij [voornaam slachtoffer 2] en dat zij de gevolgen van een beslissing niet kan overzien. Ze weet niet wat het is om een relatie/seksuele relatie te hebben. [voornaam slachtoffer 2] is beïnvloedbaar in alles. [voornaam slachtoffer 2] is niet mobiel genoeg om zich te kunnen verweren, dus ook daar is ze kwetsbaar in. [voornaam slachtoffer 2] kan niet plannen, dat doet de begeleiding voor haar. Ze is te beperkt om problemen te doorgronden of op te lossen. [voornaam slachtoffer 2] functioneert op een niveau tussen de 6 en 8 jaar. Het is passend bij een NAH (niet aangeboren hersenletsel) dat de leeftijd waarop het letsel ontstaat ook de leeftijd blijft waarop je functioneert. [voornaam slachtoffer 2] heeft een ongeluk gehad toen ze vijf jaar oud was. [voornaam slachtoffer 2] is enorm kwetsbaar op alle gebieden. Lichamelijk omdat ze vast in de rolstoel zit, zwaar spastisch is en zich dus moeilijk kan voortbewegen. Haar communicatie is vertraagd omdat ze moeilijk kan spreken en zich moeilijk kan verwoorden. Ze heeft verminderde spraak en verstaanbaarheid. Sociaal emotioneel is [voornaam slachtoffer 2] ook erg kwetsbaar, ze is erg eenzaam, op zoek naar een luisterend oor. Ze is op zoek naar aandacht en nabijheid en daar dus erg kwetsbaar in. Het maakt haar kwetsbaar omdat ze op sociaal emotioneel gebied functioneert op
het niveau van een kind.
Uit de checklist kwetsbare getuigen, ingevuld door persoonlijk begeleider [naam 7] , volgt dat [voornaam slachtoffer 2] postanoxische encephalopathie heeft (zuurstoftekort in de hersenen ten gevolge van een near drowning accident 1991). Ten gevolge van dit hersenletsel heeft zij een ernstig spastische atactische tetraparese (verlamming van alle vier de ledematen als gevolg van een sterk verhoogde spierspanning). Mogelijke verschijnselen zijn onder meer lichte tot ernstige verstoring van de normale lichaamshouding, beweging en bewegingscoördinatie. [voornaam slachtoffer 2] heeft spasme in al haar ledematen. Ze kan niet lopen en beschikt over een handbewogen rolstoel. Ze spreekt moeizaam door haar spasme. Ze kan informatie slechts traag verwerken.
Op 10 augustus 2022 heeft een studioverhoor plaatsgevonden met [voornaam slachtoffer 2] . [voornaam slachtoffer 2] heeft tijdens dit verhoor verklaard dat [verdachte] vier keer seks met haar heeft gehad. Zij heeft seks met [verdachte] gehad in zijn bed. [verdachte] heeft zijn penis in haar vagina gedaan, met zijn handen in haar borsten geknepen. Ook heeft zij verklaard dat zijn penis in haar mond was.
Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat [voornaam slachtoffer 2] 4 of 5 keer bij hem thuis is geweest. Op enig moment heeft hij aan zijn moeder gevraagd of zij [voornaam slachtoffer 2] wilde ophalen bij SGL. Zijn moeder is de stad ingelopen en de verdachte is samen met [voornaam slachtoffer 2] bij hem thuis geweest. De verdachte heeft verklaard dat hij haar borsten over de kleding heeft aangeraakt. Ook is hij met twee vingers in haar vagina gegaan. Volgens de verdachte heeft hij zijn penis ook een paar keer in de mond van [voornaam slachtoffer 2] gedaan. Dit gebeurde volgens de verdachte in zijn woning, boven in de kamer en beneden. De verdachte heeft ook het voorste stukje van zijn penis in haar vagina gebracht. Ze was maagd. Hij verklaarde dat hij kon merken aan haar dat zij er niet veel mee te maken had gehad. Daarom wilde hij haar uitdagen. Dat ze duidelijker aan kon geven wat ze wilde en waar ze wilde. Bewindvoering had hem heel duidelijk gemaakt dat zij bepaalde dingen niet goed kon inzien.Bij de politie heeft de verdachte tenslotte ook verklaard dat hij de billen van [voornaam slachtoffer 2] heeft geaaid.Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij ongeveer 6 weken met [voornaam slachtoffer 2] is omgegaan.
Overwegingen van de rechtbankUit het bewijsmiddelenoverzicht volgt dat de verdachte en slachtoffer [voornaam slachtoffer 2] tussen 1 juni 2022 en 17 juli 2022 een relatie met elkaar hebben gehad. Tijdens deze relatie vonden er tussen hen seksuele handelingen plaats. Er is voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zijn penis in de vagina van [voornaam slachtoffer 2] heeft gebracht, zijn vingers in haar vagina heeft gebracht, zijn penis in haar mond heeft gebracht, haar borsten en billen heeft betast. Voor de overige tenlastegelegde gedragingen is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte zal daarvan partieel worden vrijgesproken.
Op grond van de verklaringen van de bewindvoerder en mentor van [voornaam slachtoffer 2] en de gedragskundige van SGL, alsook gelet op de checklist kwetsbare getuigen, constateert de rechtbank dat [voornaam slachtoffer 2] lijdt aan postanoxische encephalopathie, waardoor zij een ernstige spastische atactische tetraparese heeft (verlamming van alle vier de ledematen als gevolg van een sterk verhoogde spierspanning). [voornaam slachtoffer 2] heeft hierdoor spasmes in al haar ledematen, waardoor zij niet kan lopen en moeizaam spreekt. [voornaam slachtoffer 2] is niet mobiel genoeg om zich te verweren, aldus de gedragskundige. De rechtbank is van oordeel dat een lichamelijke toestand, zoals die van [voornaam slachtoffer 2] hiervoor omschreven, kan worden aangemerkt als ‘lichamelijke onmacht’ in de zin van artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht. Door haar fysieke toestand is [voornaam slachtoffer 2] weerloos. Zij heeft op geen enkele wijze weerstand kunnen bieden aan de seksuele handelingen van de verdachte.
Uit de verklaringen van de bewindvoerder en mentor van [voornaam slachtoffer 2] en de gedragskundige van SGL, alsook gelet op de checklist kwetsbare getuigen, constateert de rechtbank voorts dat [voornaam slachtoffer 2] een ernstig cognitieve beperking heeft en een sociaal emotioneel vermogen heeft van een kind van 6 tot 8 jaar. [voornaam slachtoffer 2] functioneert in sociaal emotionele zin op het niveau van een jong kind en kan de gevolgen van een beslissing niet overzien. Ze is te beperkt om problemen te doorgronden. Om deze reden is de rechtbank van oordeel dat de verstandelijke beperking van [voornaam slachtoffer 2] kan worden aangemerkt als een ‘zodanige verstandelijke handicap dat zij onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden’ in de zin van artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht. Gezien deze beperking was [voornaam slachtoffer 2] niet voldoende in staat om ten aanzien van de seksuele handelingen van de verdachte haar wil te bepalen, kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden.
Uit het door de bewindvoerder en mentor overgelegde gespreksverslag volgt ten slotte voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte op 5 juni 2022 nadrukkelijk door de begeleidster van [voornaam slachtoffer 2] is geïnformeerd over de kwetsbaarheden van [voornaam slachtoffer 2] en waarbij is afgesproken dat zij alleen contact mogen hebben onder toezicht. De verdachte was dus van de kwetsbaarheid van [voornaam slachtoffer 2] op de hoogte. Daarover heeft hij zelf ook bij de politie verklaard. Dat de verdachte zelf een autismespectrumstoornis heeft, staat niet in de weg aan diens wetenschap van de toestand van [voornaam slachtoffer 2] . Alles overwegende acht de rechtbank ook feit 2 wettig en overtuigend bewezen.