3.3Het oordeel van de rechtbank
Juridisch kader
Aan de verdachte zijn zedendelicten tenlastegelegd. Een kenmerk van dit soort delicten is dat bij de seksuele handelingen vaak maar twee personen aanwezig zijn: de veronderstelde dader en het veronderstelde slachtoffer. Ook in de onderhavige zaak is dit het geval.
Dat betekent dat als de verdachte ontkent iets strafbaars te hebben gedaan, hetgeen hier voor wat betreft het onder 1 tenlastegelegde seksueel binnendringen het geval is, er vaak alleen de verklaring van het slachtoffer als bewijsmateriaal is. In artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, staat dat het bewijs dat een verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet mag worden aangenomen op basis van één (getuigen)verklaring. Dit wettelijke voorschrift moet ervoor zorgen dat de rechter een goed gemotiveerde beslissing neemt, door hem te verbieden om tot een bewezenverklaring te komen op de verklaring van één enkele getuige, als die verklaring niet wordt ondersteund wordt door andere bewijsmiddelen. Ook al is de verklaring van een aangever waar, er zal altijd meer bewijs moeten zijn om tot een bewezenverklaring te komen.
Bewijsmiddelen feit 1
Op 16 juni 2022 heeft verdachte bij de politie gemeld dat hij meerdere malen seks heeft gehad met [slachtoffer] , een meisje van 14 jaar oud. Hij heeft de verhouding nu gestopt, waarop [slachtoffer] dit onder andere aan zijn ex heeft verteld.
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , verklaart op 22 juni 2022 tijdens een informatief gesprek zeden dat zij in april 2022 in het Abdissenbosch bij de Zandgroeve was gaan crossen met een vriend en de stiefvader van die vriend, genaamd [verdachte] (hierna: de verdachte). Op een plek waar niemand hen kon zien, ging de verdachte met zijn hand in haar broek onder haar string. Hij raakte haar aan bij haar schaamstreek. Op een ander moment heeft ze ook seks met de verdachte gehad. Dat was ook in het Abdissenbosch bij de zandgroeve.
Op 5 september 2022 verklaart zij tijdens het “verhoor slachtoffer” dat de verdachte alleen was bij de zandgroeve in het Abdissenbosch te Landgraaf. Dat was in april 2022. Hij trok haar broek en onderbroek uit en deed toen zijn eigen onderbroek uit. Toen hij met zijn hand in haar onderbroek zat, was hij haar aan het vingeren. Hij bewoog met zijn vinger in haar vagina. Toen hij zijn broek omlaag deed, zag ze zijn stijve piemel. Hij stond achter haar. Hij duwde met zijn hand tegen haar rug zodat ze voorover moest bukken en toen stopte hij zijn piemel in haar vagina. Hij maakte een beweging naar voren en naar achteren. Hij kwam klaar op haar rug. Ze is eerder gaan crossen met verdachte, voordat ze seks met hem had gehad. Ze zat toen voor hem op de motor. Hij begon haar met zijn linkerhand te vingeren tijdens het rijden. Dit was ook bij de zandgroeve. Hij had met zijn hand haar jurkje aan de kant gedaan en ging met zijn hand in haar broekje en ging met zijn vinger in haar vagina. Toen hij in haar vagina zat deed hij zijn vinger rond bewegen.
De moeder van het slachtoffer [slachtoffer] doet aangifte van verkrachting en geeft aan dat haar dochter tegen haar heeft verklaard dat verdachte met zijn hand in haar broek is geweest en dat ze daarna geslachtsgemeenschap hebben gehad. Het heeft rond 18 april 2022 plaatsgevonden. Na die ene keer is het nog een keer gebeurd. Ze vertelde dat ze waren gaan crossen. De verdachte had zijn hand in haar broek gedaan en haar daarna gedwongen tot seks.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een keer met [slachtoffer] is gaan crossen en dat hij toen met haar poes heeft gespeeld. Toen wilden ze seks hebben. Ze hebben afgesproken bij het crossveld in Landgraaf. Ze hebben geprobeerd seks te hebben. Ze hebben erna nog een keer afgesproken en geprobeerd seks te hebben. Hij heeft wat gevoeld en gespeeld met haar clitoris. Hij probeerde zijn penis in haar vagina te duwen.
De verdachte heeft een screenshot gemaakt van een snapchat van hem en [slachtoffer] .
De berichtgeving is als volgt:
Verdachte: Wou je ook geen sex dan
Of dat wel
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij met [slachtoffer]
bij de groeve was en dat zij seks wilden hebben.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen die [slachtoffer] over de seksuele handelingen met de verdachte heeft afgelegd betrouwbaar zijn en als basis kunnen dienen voor de verdere beoordeling van de zaak. Immers, hoewel de verklaringen ten aanzien van onder meer de aanloop naar de seksuele contacten van elkaar verschillen, zijn deze ten aanzien van de seksuele handelingen als zodanig consistent, gedetailleerd en in de kern in overeenstemming met elkaar.
De vraag die vervolgens rijst is of deze verklaringen voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De verdachte heeft immers op 16 juni 2022 zelf de politie gebeld met de mededeling dat hij meerdere keren seks heeft gehad met [slachtoffer] van 14 jaar en dat hij nu de verhouding heeft gestopt. Ook uit de overgelegde snapchatberichten blijkt dat tussen verdachte en [slachtoffer] gesproken is over seks hebben. Tot slot heeft verdachte ook zelf bij de politie en ter zitting verklaard dat het de bedoeling was dat hij sex met [slachtoffer] had.
De verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie nog verklaard dat hij weliswaar sex wilde, maar dat binnendringen niet is gelukt, omdat zijn penis slap was. De rechtbank hecht hier echter geen geloof aan. Enerzijds vanwege de verklaringen van [slachtoffer] dat verdachte wel seksueel bij haar is binnengedrongen en anderzijds vanwege het feit dat verdachte zelf al op 16 juni 2022 heeft gemeld dat hij sex met [slachtoffer] heeft gehad.
De verklaring die de verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd over dat hij onder seks iets anders verstaat dan seksueel binnendringen acht de rechtbank bovendien volstrekt ongeloofwaardig nu verdacht in zijn verklaring bij de politie ook zelf onder seks het seksueel binnendringen lijkt te verstaan. Wanneer hem gevraagd wordt wat hij onder seks verstaat antwoordt hij immers dat hij probeerde zijn penis in haar vagina te duwen.
Aldus is er voldoende wettig bewijs dat de verdachte heeft gehandeld, zoals door de aangeefster is verklaard. De rechtbank is er ook van overtuigd dat de aangeefster, in tegenstelling tot wat de verdachte beweert, seksueel is binnengedrongen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het aan de verdachte ten laste gelegde feit onder 1wettig en overtuigend is bewezen.
Bewijsmiddelen Feit 2
Evenals de officier van justitie acht de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Omdat verdachte het feit ter terechtzitting van 22 februari 2023 heeft bekend en de raadsman geen bewijsverweer heeft gevoerd, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten
- het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer];
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting.
De rechtbank ziet wel aanleiding zowel ten aanzien van feit 1 als feit 2 de tenlastegelegde pleegperiode in te korten tot de periode 1 april 2022 tot en met 30 april 2022, zoals door de raadsman is bepleit.