ECLI:NL:RBLIM:2023:1502

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
27 februari 2023
Zaaknummer
C/03/314451 HA RK 23-27
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoek niet ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan motivering

Op 14 februari 2023 ontving de griffie een e-mail met een verzoek tot wraking in een civiele zaak van de heer verzoeker. De wrakingskamer, bestaande uit een meervoudige kamer, heeft besloten dat de rechter niet om een reactie gevraagd hoefde te worden. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een partij een rechter wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer benadrukt dat er een vermoeden van onpartijdigheid bestaat, maar dat dit alleen kan worden weerlegd door bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking summier en onsamenhangend was. Er werd geen specifieke rechter genoemd en er ontbraken concrete feiten of omstandigheden die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. Het verzoek voldeed niet aan de wettelijke vereisten voor motivering, zoals gesteld in artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor werd het verzoek tot wraking als kennelijk niet ontvankelijk verklaard, en was er geen noodzaak voor een mondelinge behandeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 16 februari 2023.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Wrakingskamer
Zaaknummer: C/03/314451/ HA RK 23-27
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
op verzoek van
[verzoeker]
wonend [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verzoeker.

1.De procedure

Op 14 februari 2023 is ter griffie een e-mail ontvangen betreffende ‘verzoek tot wraking’ in de zaak met nummer 10170232 CV EXPL 22-4605 van de heer [verzoeker] .
Gelet op hetgeen hierna wordt overwogen, heeft de voorzitter van de wrakingskamer beslist dat de rechter niet om een reactie gevraagd hoefde te worden.

2.De beoordeling

2.1.
Ingevolge artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
2.2.
Het verzoek wordt ingevolge artikel 37, lid 1 Rv, gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan verzoekster bekend zijn geworden. Een verzoek tot wraking dient ingevolge artikel 37, lid 2, Rv gemotiveerd te zijn. De verzoekende partij dient opgave te doen van de feiten of omstandigheden die het vermoeden wettigen dat de rechter bij de behandeling van de zaak niet onpartijdig of onafhankelijk zal zijn.
2.3.
Ingevolge artikel 4, lid 2, onder a, van het wrakingsprotocol kan de wrakingskamer een verzoek aanstonds ongegrond of niet ontvankelijk verklaren indien het verzoek niet is gemotiveerd.
2.4.
De wrakingskamer stelt vast dat het wrakingsverzoek zeer summier en bijzonder onsamenhangend is. Er wordt geen rechter met name genoemd en er worden geen concrete feiten of omstandigheden genoemd waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Verzoekster voert geen enkele grond voor wraking aan, gebruikt wel het woord ‘wraking’ en laat het daarbij. Het verzoek tot wraking voldoet dan ook niet aan de wettelijke (motiverings)vereisten wat voor de wrakingskamer reden is het verzoek wegens kennelijke niet ontvankelijkheid buiten behandeling te laten.
2.5. Op grond van het vorenstaande kan een mondelinge behandeling achterwege blijven.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
- verklaart het verzoek tot wraking van de rechter niet ontvankelijk;
Deze beslissing is gegeven door, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe en mr. J. Schreurs- van de Langemheen, bijgestaan door mr. M.J.W.D. Janssen, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2023.