Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
2.5. Op grond van het vorenstaande kan een mondelinge behandeling achterwege blijven.
Rechtbank Limburg
Op 14 februari 2023 ontving de griffie een e-mail met een verzoek tot wraking in een civiele zaak van de heer verzoeker. De wrakingskamer, bestaande uit een meervoudige kamer, heeft besloten dat de rechter niet om een reactie gevraagd hoefde te worden. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een partij een rechter wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer benadrukt dat er een vermoeden van onpartijdigheid bestaat, maar dat dit alleen kan worden weerlegd door bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking summier en onsamenhangend was. Er werd geen specifieke rechter genoemd en er ontbraken concrete feiten of omstandigheden die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. Het verzoek voldeed niet aan de wettelijke vereisten voor motivering, zoals gesteld in artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor werd het verzoek tot wraking als kennelijk niet ontvankelijk verklaard, en was er geen noodzaak voor een mondelinge behandeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 16 februari 2023.