ECLI:NL:RBLIM:2023:1500
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaard verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 9 februari 2023 een verzoek tot wraking van de meervoudige strafkamer afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, die zich gesteund voelde in zijn verzoek tot wraking vanwege de afwijzing van een aanhoudingsverzoek. De verdachte had het gevoel geen eerlijk proces te krijgen, omdat de rechtbank de rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek niet wilde onderzoeken. De raadsvrouw stelde dat de Hoge Raad zich in een soortgelijke procedure zou uitlaten over het interstatelijke vertrouwensbeginsel, wat volgens haar de rechtbank belemmerde om onderzoekwensen toe te wijzen.
De rechters hebben in hun schriftelijke reactie aangegeven dat er geen sprake was van vooringenomenheid en dat de beslissing om de zaak niet aan te houden niet voor wraking vatbaar was. De wrakingskamer heeft overwogen dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen meebrengt dat een rechterlijke beslissing als zodanig nooit grond kan vormen voor wraking. De motivering van de beslissing kan alleen grond voor wraking zijn als deze blijk geeft van vooringenomenheid, wat in dit geval niet aan de orde was.
De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de gronden voor het wrakingsverzoek niet objectief gerechtvaardigd waren en dat de rechtbank op juiste wijze heeft gehandeld. Het verzoek tot wraking is daarom ongegrond verklaard en afgewezen.