ECLI:NL:RBLIM:2023:1394

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
03/702726-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Forse overschrijding van de redelijke termijn in strafzaak met betrekking tot wapenbezit en afpersing

Op 22 februari 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van afpersing en wapenbezit. De verdachte, geboren in 1991, werd bijgestaan door advocaat mr. E.J.L. van de Glind. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 8 februari 2023, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste vrijspraak voor de afpersing, maar bewees dat de verdachte op 23 november 2016 een ploertendoder en een vuurwapen met munitie voorhanden had. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan de afpersing, maar wel aan het voorhanden hebben van de wapens. De rechtbank hield rekening met de forse overschrijding van de redelijke termijn, die met 4 jaren en 3 maanden was overschreden, en besloot tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van één jaar. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/702726-16
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 februari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
wonende te [adres 1] ,
verblijvende te [adres 2]
postadres: [adres 3] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. E.J.L van de Glind, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 februari 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [ naam 1] met het parketnummer 03.700557.16.

2.De tenlastelegging

De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Daarin is geen feit 2 opgenomen.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Primair: op 8 maart 2016 al dan niet met een of meer anderen zich heeft schuldig gemaakt aan afpersing dan wel diefstal met geweld jegens [naam 2] door een vuurwapen tegen het lichaam te duwen en daarbij dreigend te zeggen: “Schlüssel Familien, Schlüssel schnell”
Subsidiair: medeplichtig is geweest;
Feit 3: op 23 november 2016 een ploertendoder voorhanden heeft gehad.
Feit 4: op 23 november 2016 een vuurwapen (merk Walther PPK, kaliber 7,65 mm) en 11 patronen voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde voorhanden hebben van de ploertendoder en het onder 4 tenlastegelegde voorhanden hebben van het vuurwapen en de 11 patronen. De ploertendoder en het vuurwapen en de munitie zijn aangetroffen in de woning van de verdachte, en de verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze wapens en de munitie van hem waren.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde wegens gebrek aan bewijs. Voor wat betreft de bewezenverklaring van het onder 3 en 4 tenlastegelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Vrijspraak feit 1
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het onder
1. primair en subsidiair tenlastegelegde niet kan worden bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Bewijs feit 3 en feit 4
Omdat verdachte deze feiten ter terechtzitting heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
voor feit 3:
- het proces-verbaal binnentreden in de woning [2] ;
- de kennisgeving van inbeslagneming [3] ;
- het proces-verbaal beschrijving ploertendoder [4] ;
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting.
voor feit 4:
- het proces-verbaal binnentreden in de woning [5] ;
- de kennisgeving van inbeslagneming [6] ;
- het proces-verbaal beschrijving vuurwapen en munitie [7] ;
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
3.
op 23 november 2016 in de gemeente Heerlen een wapen van categorie I onder 3°, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad;
4.
op 23 november 2016 in de gemeente Heerlen een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen (merk Walther PPK, kaliber 7,65 mm), en munitie van categorie III, te weten vijf volmantel patronen (merk GECO, kaliber 7,65 mm) en vijf volmantel patronen (merk CBC, kaliber .32 AUTO) en één volmantel patroon (merk Sellier&Bellot, kaliber 7,65 mm) voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 3:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Feit 4:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 3 maanden met aftrek van het voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat, gelet op de forse overschrijding van de redelijke termijn en de omstandigheid dat de verdachte sedert de tenlastegelegde feiten niet meer in aanraking is gekomen met justitie, hooguit een voorwaardelijke straf op zijn plaats is met een korte proeftijd van één jaar.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft een vuurwapen en daarbij horende munitie en een imitatiewapen voorhanden gehad. Met name het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (de LOVS-oriëntatiepunten), die uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een vuurwapen.
Daar staat tegenover dat de verdachte een lange tijd in een schorsing van de voorlopige hechtenis heeft gelopen vanwege een verdenking van een feit waarvan de verdachte nu wordt vrijgesproken. De rechtbank houdt er voorts rekening mee dat de verdachte na het plegen van de bewezen verklaarde feiten is veroordeeld voor nog oudere feiten, zodat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Redelijke termijn
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het recht van de verdachte op een berechting binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden fors is overschreden en dat deze overschrijding in aanzienlijke mate verdisconteerd moet worden in de strafoplegging.
De Hoge Raad heeft in zijn uitleg van de redelijke termijn als uitgangspunt genomen dat de behandeling van een zaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen.
De redelijke termijn is in dit geval aangevangen op het moment waarop verdachte door de politie als verdachte is aangehouden en verhoord, te weten op 23 november 2016.
De termijn is derhalve met 4 jaren en 3 maanden overschreden, zonder dat de verdediging hiervan enig verwijt is te maken.. Met deze overschrijding zal de rechtbank, overeenkomstig de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, rekening houden bij de bepaling van de straf.
Hoogte straf
De rechtbank acht een gevangenisstraf een passende straf voor het bezit van een geladen vuurwapen en een ploertendoder. Maar zij kiest met het oog op voornoemde omstandigheden voor een straf waarbij de verdachte niet in detentie behoeft terug te keren. Hij verbleef drie dagen in voorlopige hechtenis. Het voorgaande in acht nemend zal de rechtbank aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van een maand met een proeftijd van een jaar en met aftrek van het voorarrest.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 3 en 4 tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van één jaar zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Schutte, voorzitter, mr. K.G. Witteman en
mr. D.J.E. Hamers-Aerts zitting, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 februari 2023.
Buiten staat
Mr. D.J.E. Hamers-Aerts is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte, na wijziging van de tenlastelegging, is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 8 maart 2016 te Urmond, gemeente Stein, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam 2] heeft gedwongen tot de afgifte
van (een) autosleutel(s) en/of een personenauto (merk BMW, type 420 Grand
Coupe), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sixt GmbH
& Co Autovermietung Kg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het
lichaam van die [naam 2] heeft/hebben geduwd, althans gehouden, en/of
- ( daarbij) die [naam 2] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd:
"Schlüssel Familien, Schlüssel schnell", althans woorden van gelijke
dreigende aard en/of strekking;
en/of
hij op of omstreeks 8 maart 2016 te Urmond, gemeente Stein, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een)
autosleutel(s) en/of een personenauto (merk BMW, type 420 Grand Coupe), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sixt GmbH & Co
Autovermietung Kg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 2] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s):
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het
lichaam van die [naam 2] heeft/hebben geduwd, althans gehouden, en/of
- ( daarbij) die [naam 2] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd:
"Schlüssel Familien, Schlüssel schnell", althans woorden van gelijke
dreigende aard en/of strekking;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
[ naam 1] op of omstreeks 8 maart 2016 te Urmond, gemeente Stein, in
elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk
te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 2] heeft
gedwongen tot de afgifte van (een) autosleutel(s) en/of een personenauto (merk
BMW, type 420 Grand Coupe), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Sixt GmbH & Co Autovermietung Kg, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan die [ naam 1] en/of aan verdachte, welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [ naam 1] :
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het
lichaam van die [naam 2] heeft geduwd, althans gehouden, en/of
- ( daarbij) die [naam 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Schlüssel
Familien, Schlüssel schnell", althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 maart
2016 te Urmond, gemeente Stein, in elk geval in Nederland, opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door:
- zijn, verdachtes, personenauto aan die [ naam 1] ter beschikking te
stellen, en/of
- die [ naam 1] met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto
naar de plek van het misdrijf te vervoeren;
en/of
[ naam 1] op of omstreeks 8 maart 2016 te Urmond, gemeente Stein, in
elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen (een) autosleutel(s) en/of een personenauto (merk BMW, type
420 Grand Coupe), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Sixt GmbH & Co Autovermietung Kg, in elk geval aan een ander of anderen dan
aan die [ naam 1] en/of aan verdachte, welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [naam 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden,
gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan
zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin
bestond dat die [ naam 1] :
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het
lichaam van die [naam 2] heeft geduwd, althans gehouden, en/of
- ( daarbij) die [naam 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Schlüssel
Familien, Schlüssel schnell", althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 maart
2016 te Urmond, gemeente Stein, in elk geval in Nederland, opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door:
- zijn, verdachtes, personenauto aan die [ naam 1] ter beschikking te
stellen, en/of
- die [ naam 1] met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto
naar de plek van het misdrijf te vervoeren;
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 23 november 2016 in de gemeente Heerlen een wapen van
categorie I onder 3°, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
4.
hij op of omstreeks 23 november 2016 in de gemeente Heerlen een wapen van
categorie III, te weten een vuurwapen (merk Walther PPK, kaliber 7,65 mm),
en/of munitie van categorie III, te weten vijf volmantel patronen (merk GECO,
kaliber 7,65 mm) en/of vijf volmantel patronen (merk CBC, kaliber .32 AUTO)
en/of één volmantel patroon (merk Sellier&Bellot, kaliber 7,65 mm), in elk
geval een of meerdere patro(o)n(en), voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie-eenheid Limburg, proces-verbaalnummer LB2R016002 & LB3R016073, gesloten d.d. 2 november 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 385.
2.Het proces-verbaal van binnentreden in woning d.d. 24 november 2016, pag. 101 en 102.
3.De kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2016, pag. 182.
4.Het proces-verbaal beschrijving ploertendoder d.d. 24 november 2016, pag. 229 en 230.
5.Het proces-verbaal van binnentreden in woning d.d. 24 november 2016, pag. 101 en 102.
6.De kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2016, pag. 201 en 202.
7.Het proces-verbaal aantreffen wapen tijdens doorzoeking in perceel [adres 3] d.d. 23 november 2016, pag. 203 t/m 206.