Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 21 november 2022
- de akte van [eiser]
- de akte van ZoWonen.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en STICHTING ZOWONEN. [eiser] vorderde de voortzetting van de huur van de woning van haar overleden vader, terwijl ZoWonen de vordering betwistte. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte onder andere een mondelinge behandeling op 21 november 2022. De kern van het geschil draaide om de vraag of er sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding tussen [eiser] en haar vader, wat vereist is om de huur voort te zetten na het overlijden van de huurder.
De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Hoewel [eiser] enige tijd bij haar vader had gewoond, was er onvoldoende bewijs dat er een wederkerige relatie bestond die aan de wettelijke eisen voldeed. De rechter wees erop dat het enkel samenwonen onder één dak niet volstaat en dat er meer nodig is om te spreken van een gemeenschappelijke huishouding. Bovendien was er twijfel over de duurzaamheid van de situatie, gezien de gezondheidsproblemen van de vader en de eerdere aanvraag voor bewind en mentorschap.
Uiteindelijk werd de vordering van [eiser] afgewezen, terwijl de vorderingen van ZoWonen in reconventie werden toegewezen. [eiser] werd veroordeeld om de woning binnen dertig dagen te ontruimen en een maandelijkse huurvergoeding te betalen tot aan de ontruiming. De proceskosten werden ook aan [eiser] opgelegd, wat resulteerde in een totale veroordeling van € 747,00 aan kosten voor ZoWonen.