Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 februari 2023
in de zaak tussen
1.1) [Naam 1] , uit [woonplaats 1] , verzoeker
[naam 2], uit [woonplaats 2] , verzoekster
Rechtbank Limburg
Op 20 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], en de burgemeester van de gemeente Kerkrade. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester om de woning van verzoekster te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde na meldingen van overlast door omwonenden en een politiecontrole waarbij een aanzienlijke hoeveelheid hard- en softdrugs, contant geld en een hagelgeweer werd aangetroffen. De burgemeester had besloten de woning voor de duur van 52 weken te sluiten, wat verzoekers betwistten. Ze voerden aan dat er geen noodzaak meer was voor sluiting, gezien het tijdsverloop en de afwezigheid van onregelmatigheden sinds de inval. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van het woon- en leefklimaat. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting evenredig was, ondanks de financiële gevolgen voor verzoekers. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de sluiting van de woning voor 52 weken werd gehandhaafd.