ECLI:NL:RBLIM:2023:1122

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
03/860103-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens medeplegen van importeren van heroïne en hennepplantage

Op 15 februari 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1965, die werd beschuldigd van het medeplegen van de import van 1.224 kilogram heroïne, verborgen in een deklading van tomatenpuree, en het hebben van een hennepplantage in zijn woning. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van voorarrest, en heeft een strafkorting van 25% toegepast wegens schending van de redelijke termijn. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, waaronder gewoontewitwassen en valsheid in geschrift. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de import van heroïne, maar dat de andere beschuldigingen niet bewezen konden worden. De verdachte had een actieve rol in de organisatie van de transporten en het gebruik van valse documenten, maar de rechtbank vond onvoldoende bewijs voor de betrokkenheid bij andere transporten van heroïne. De zaak werd behandeld in tegenspraak, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op zittingen in november 2022 en januari 2023, en het onderzoek werd gesloten op 1 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/860103-14
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 februari 2023
in de strafzaak tegen
[Verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. D. Nieuwenhuis, advocaat kantoorhoudende te Arnhem.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 15 november 2022 en 9 januari 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn aldaar verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting gesloten op 1 februari 2023.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: samen met een ander of anderen meermalen grote hoeveelheden heroïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, dan wel deze aanwezig heeft gehad, en/of dat de verdachte dit samen met een of meer anderen heeft voorbereid en/of bevorderd;
Feit 2: samen met een ander of anderen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt dan wel dat hij samen met een ander of anderen valse opgave in een authentieke akte (hypotheekakte) heeft gedaan;
Feit 3: samen met een ander of anderen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse werkgeversverklaring en loonstroken;
Feit 4: samen met een ander of anderen in de uitoefening van een beroep of bedrijf 424 hennepplanten heeft geteeld dan wel aanwezig heeft gehad;
Feit 5: samen met een ander of anderen elektriciteit heeft gestolen van Enexis B.V.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de feiten 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van feit 2 primair heeft zij vrijspraak van de verdachte gevorderd.
Ter zake van feit 1 heeft de officier van justitie erop gewezen dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat alle 6 transporten heroïne bevatten. De officier van justitie wijst op de afwijkende omstandigheden waaronder de import heeft plaatsgevonden. Op de ongenummerde facturen staat niet vermeld wat de betalingscondities zijn. Ook kan economisch niet worden verklaard waarom het transport over land plaatsvond in plaats van over zee. Voorts lijkt de tomatenpuree onverkoopbaar. Daarnaast wijst zij erop dat de formele zeggenschap over de betrokken bedrijven niet overeenstemt met de feitelijke zeggenschap en dat de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] daardoor buiten beeld blijven. Tenslotte wijst de officier van justitie erop dat het gebruik van valse namen bij het zoeken van bedrijfsruimte niet past bij het voeren van reguliere handel.
Ter zake van feit 2 subsidiair heeft de officier van justitie gewezen op de verklaringen van de verdachte en van getuige [getuige 1] , waaruit volgt dat [bedrijf 1] door de verdachte op naam van [getuige 1] is opgericht om een hypotheek te vestigen teneinde beslag te voorkomen. De door de verdediging verstrekte FaceTime-opname met de beweerdelijke [getuige 1] vormt geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring die door [getuige 1] in 2015 bij de politie is afgelegd. In het kader van deze schijnconstructie is er een recht van hypotheek gevestigd op het pand gelegen aan de [adres 2] te Eindhoven en op het pand gelegen aan de [adres 3] te Veghel . De inhoud van deze akten, inhoudende dat er gelden aan verdachte en aan medeverdachte [medeverdachte 2] zouden worden geleend in het kader van een hypothecaire geldlening, was daarmee niet in overeenstemming met de werkelijkheid.
Ter zake van feit 3 heeft de officier van justitie gewezen op de aanvraag in 2011 voor een hypothecaire geldlening voor het pand aan de [adres 3] te Veghel , waarbij de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] een salarisspecificatie d.d. 30 september 2011 en een werkgeversverklaring d.d. 14 oktober 2011 hebben overgelegd ten behoeve van de verstrekker van de hypothecaire geldlening. De daarin opgegeven bedragen klopten niet met de belastingaangifte van de verdachte over 2011.
Ten aanzien van de feiten 4 en 5 heeft de officier van justitie gewezen op de bekennende verklaring van de verdachte en de aangetroffen hennepkwekerij in zijn woning.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat de belastende bewijsmiddelen voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn, hetgeen redelijke twijfel openlaat voor het daderschap van de verdachte. Reeds om deze reden dient de verdachte te worden vrijgesproken. Voorts heeft de raadsman betoogd dat de bewijswaarde van de verklaring van getuige [getuige 1] nihil is en derhalve niet voor het bewijs kan worden gebezigd. De verdachte heeft bovendien verklaard dat hij niet wist dat er zich heroïne in de lading van 23 januari 2014 bevond. Er is ook onvoldoende wettig en overtuigend bewijs, om welke reden vrijspraak dient te volgen. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de bijdrage van de verdachte van onvoldoende gewicht was om hem als medepleger aan te merken. Er is voorts op geen enkele wijze gebleken dat tijdens eerdere transporten daadwerkelijk heroïne is geïmporteerd, zodat dit zeer wel mogelijk proeftransporten waren. Daar komt bij dat in ieder geval de lading van 17 januari 2014 zeer grondig is gecontroleerd, waarbij er geen verdovende middelen zijn aangetroffen. Er zijn bovendien geen contante geldbedragen, afgetapte telefoongesprekken of onderschepte berichten die zouden kunnen wijzen op heroïne in deze eerdere transporten. Voor wat betreft het alternatief cumulatief tenlastegelegde verwijt onder feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat bij de voorbereiding van de transporten alleen medeverdachte [medeverdachte 1] in beeld komt. Als al blijkt van enige betrokkenheid van de verdachte, kan daaruit niet worden afgeleid dat hij wist dat het de bedoeling was dat op enig moment heroïne zou worden geïmporteerd. Het wettig en overtuigend bewijs voor opzet van de verdachte ontbreekt. Niet is gebleken dat de verdachte bij enig transport een strafrechtelijk relevante rol heeft gespeeld bij de voorbereidingen.
Ten aanzien van feit 2 primair heeft de raadsman betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken, aangezien er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte geldbedragen van € 270.000,- en € 130.000,- voorhanden heeft gehad. Voor het geldbedrag van € 40.000,- is door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven voor de herkomst van dit bedrag. Nu niet is gebleken van een situatie waarin het niet anders kan dan dat dit bedrag uit enig misdrijf afkomstig is, dient vrijspraak te volgen.
Er is volgens de raadsman evenmin voldoende wettig en overtuigend bewijs voor feit 2 subsidiair, nu in de akte geen onwaarheden staan. In de akte staat namelijk niet dat [bedrijf 1] een lening heeft verstrekt of zal gaan verstrekken, maar slechts dat de tweede hypotheek op beide woningen wordt gevestigd voor al hetgeen [bedrijf 1] blijkens haar administratie van verdachte en zijn echtgenote te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van verstrekte of nog te verstrekken geldleningen.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman aangevoerd dat de bedragen op de werkgeversverklaring en de salarisspecificatie juist zijn. Ten tijde van het opstellen van deze documenten wist de verdachte nog niet dat het bedrijf op korte termijn verkocht zou worden, zodat hij te goeder trouw was tijdens het gebruik van deze documenten.
De raadsman heeft aangevoerd dat feit 4 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, doch dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de tenlastegelegde bestanddelen ‘in de uitoefening van beroep of bedrijf’ en ‘medeplegen’. Tenslotte heeft de raadsman aangevoerd dat feit 5 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 [1]
Bewijsmiddelenoverzicht
Transport 5 en 6 (23 januari 2014)
Aantreffen 1.224 kilogram heroïne
Buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksbelastingdienst, bevoegd inzake Douane, hebben gerelateerd dat zij op 23 januari 2014 omstreeks 15:05 uur op locatie van [bedrijf 3] te Venlo een controle hebben uitgevoerd op grond van de Algemene Douanewet, met als controleopdracht:
  • NAW (klant): [bedrijf 4] , [adres 4] te Schijndel,
  • goederenomschrijving: tomatenpasta in verpakkingen van minder dan 1 kg,
  • kentekens van de vrachtwagens zijn [kenteken 1] en [kenteken 2] .
Alle kartons in de vrachtwagen met kenteken [kenteken 1] , zijnde 1720 stuks, werden gelost en gecontroleerd middels de scanvan van de Douane. Op de scanbeelden waren geen afwijkende beelden te zien. Tijdens het scannen van de kartons uit de vrachtwagen met kenteken [kenteken 5] [kenteken 4] werden bij een karton afwijkende beelden waargenomen. Nadat dit karton werd opengemaakt, zagen verbalisanten daarin 12 blikken met als opschrift “ [naam 1] ” en afbeeldingen van tomaten. Verbalisanten hebben een blik opengemaakt en zagen daarin een bruine substantie en roken een chemische geur. De speurhond reageerde positief op het blik. [2] De buitengewoon opsporingsambtenaren hebben voorts gerelateerd dat de MMC-test positief reageerde op de inhoud van het blik. De uitslag luidde: ‘vermoedelijk opiaat’ en ‘vermoedelijk heroïne’. [3] De politie heeft gerelateerd dat ter plaatse beide chauffeurs werden aangehouden: [getuige 2] en [getuige 3] . [4]
In de combinatie met kentekens [kenteken 2] zijn 60 dozen aangetroffen met verdovende middelen. In iedere doos zaten 12 blikken. In 1 blik zat ongeveer 850 gram heroïne. Dit is een totale hoeveelheid van ongeveer 612 kilogram heroïne. In de combinatie [kenteken 1] zijn 60 dozen met verdovende middelen aangetroffen. In iedere doos zaten 60 blikken. In 1 blik zat ongeveer 850 gram heroïne. Dit is een totale hoeveelheid van 612 kilogram. [5] Van de totale hoeveelheid aangetroffen blikken zijn er 46 bemonsterd en naar het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) verzonden. [6] Het NFI heeft gerapporteerd dat alle monsters heroïne bevatten, als vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet. [7]
Betaling aan [bedrijf 5]
heeft ten aanzien van het transport op 23 januari 2014 een afschrift van de bankrekening van [bedrijf 5] verstrekt met daarop een overschrijving op 22 januari 2014 vanaf ING-bankrekening [rekeningnummer 1] van [bedrijf 4] , met bijschrift ‘Iran 2x’ ad € 4.123,76. Handgeschreven staat genoteerd:
‘= 2 x 2061,88’. [8]
Op de ING-bankrekening [rekeningnummer 1] van [bedrijf 4] hebben op 22 januari 2014 twee transacties plaatsgevonden. . De eerste transactie betrof een storting van € 4.125,00. De tweede betrof de overboeking van een bedrag van € 4.123,76 aan [bedrijf 5] . De wettelijk vertegenwoordiger van deze bankrekening betrof [getuige 4] , [adres 5] . [9]
De navolgende e-mails zijn door [bedrijf 5] aan de politie verstrekt:
E-mail d.d. 22 januari 2014, 15:48 uur, van [getuige 4] via mailadres
[e-mailadres]aan [getuige 5] :
“Sorry voor de late mail was even Önderweg
Losadres is [adres 6]
Mvg [getuige 4] ” [10]
Telefoongesprek [Verdachte] en [bedrijf 5]
Vanaf 23 januari 2014 te 23:45 uur werd op bevel van de officier van justitie begonnen met het opnemen en afluisteren van gesprekken gevoerd met en vanaf de mobiele telefoonaansluiting [telefoonnummer 1] van ‘ [getuige 6] ’. Chauffeur [getuige 3] had namelijk verklaard dat deze man met dit nummer zijn contactpersoon in Nederland was. [11] Op 24 januari 2014 om 08:45:01 uur belt ‘Man7474’ uit naar [telefoonnummer 2] en krijgt hij ‘Man [naam 2] ’ aan de lijn:
Man [naam 2] =
Van [bedrijf 7] , met [naam 2] , goedemorge…
Man 7474 =
Goedemorgen… is [getuige 5] in de buurt?
Man [naam 2] =
Nee [getuige 5] is d’r niet
Man 7474 =
uhhhh…. Van [bedrijf 6] …. Heb je…. Zijn die auto’s al vrijgegeven?
Man [naam 2] =
ik ga u even doorverbinden, momentje alsjeblieft…
Te horen is de doorverbindtoon gevolgd door het overgaan van een telefoon. Na een aantal keren meldt zich een man met “
Met [getuige 7] , goeiedag”. Er volgt geen reactie van beide zijden en de verbinding valt weg of wordt verbroken. [12]
Blijkens een zoekvraag in de open bron ‘Google’ is het telefoonnummer [telefoonnummer 2] afgegeven aan [bedrijf 7] te Venlo. Derhalve wordt in dit gesprek met ‘ [bedrijf 7] ’ vermoedelijk ‘ [bedrijf 7] ’ bedoeld. Tevens wordt volgens de politie met ‘ [bedrijf 6] ’ vermoedelijk ‘ [bedrijf 4] .’ te Schijndel bedoeld. Op 2 maart 2015 is het aangehaalde telefoongesprek opnieuw door leden van het onderzoeksteambeluisterd. Uit stemherkenning volgde dat de persoon die [bedrijf 7] belt [Verdachte] betreft. [13]
Verklaringen van de chauffeurs [getuige 3] en [getuige 2]
[getuige 3] heeft verklaard dat hij werkt voor het bedrijf [bedrijf 8] en dat de vrachtwagen ( [kenteken 4] ) zijn eigendom is. Hij heeft geladen in de plaats Urumiye (Iran). Toen hij bij de grens van Turkije was, heeft hij een telefoonnummer gekregen dat hij moest bellen als hij in Nederland was aangekomen. Op 21 januari 2014 omstreeks 10:00 uur is [getuige 3] bij de Nederlandse douane gekomen. Eenmaal in Nederland lukte hem echter niet dat nummer dat hij had doorgekregen te bellen, omdat [getuige 3] geen sim-kaart had die in Nederland werkte. Iemand anders heeft toen voor hem dat nummer gebeld waarna in de avond van 21 januari 2014 een man bij de vrachtwagen stond die zich voorstelde als [getuige 6] , een vriend van de eigenaar van de goederen. Deze man gaf hem een Nederlandse telefoon met nummer [telefoonnummer 3] [getuige 6] heeft hem op 22 januari 2014 een sms-bericht gestuurd van de locatie waar de goederen naartoe moesten worden gebracht. Dit was in Breda. Later heeft [getuige 6] nog een paar keer gebeld om te vragen of zij nog steeds bij de douane stonden. [14]
[getuige 3] heeft voorts verklaard dat hij, toen hij bijna bij de grensovergang Kipikule was, werd gebeld door iemand uit Nederland genaamd [getuige 6] . Deze stelde zich voor als een vriend van de eigenaar van de goederen. In Bulgarije gekomen wisten zij niet precies waar zij in Nederland moesten zijn en hebben zij [getuige 6] gebeld. Zij hebben doorgegeven bij welke douane de vracht uitgeladen zou worden en het verzoek kwam of zij sneller konden rijden. Op 21 januari 2014 werd omstreeks 21 of 22 uur er aangeklopt. Ze stonden toen op een parkeerplaats te Venlo. Het was [getuige 6] en hij was kwaad. [getuige 6] vroeg waarom ze geen simkaarten hadden geregeld en waarom ze daar niet mee gebeld hadden. [getuige 6] gaf hen toen een Nederlandse simkaart. [getuige 6] heeft hen toen weggebracht naar een tankstation. Daar hebben zij een vignet voor een week gekocht. [15] Tenslotte heeft [getuige 3] verklaard dat hij van [getuige 6] het adres van lossen heeft gekregen. [getuige 6] heeft hun verteld dat op het afleveradres te Breda, het [adres 6] , mensen zouden klaarstaan om te lossen. [getuige 6] heeft niet bemiddeld voor het verkrijgen van een terugvracht. [16]
[getuige 2] heeft verklaard dat hij werkt voor het bedrijf [bedrijf 9] , een transportbedrijf uit de provincie Kayseri in Turkije. De vracht was op 7 januari 2014 uit Iran vertrokken. Op 21 januari 2014 kwam hij in Nederland aan en ontmoette toen een man die [getuige 6] heette. Deze [getuige 6] belde hen en gaf het adres van de douane. Zij kregen dit adres via de telefoon die zij van [getuige 6] gekregen hadden. Zij hebben geen naam gekregen bij wie ze moeten wezen op de eindbestemming, zij hebben alleen van [getuige 6] de straat doorgekregen. Als zij ter plaatse waren, moesten zij [getuige 6] bellen. [17]
Camerabeelden, sms-berichten en navigatiesysteem
De [medeverdachte 1] [getuige 3] inbeslaggenomen Nokia 6230 werd uitgelezen. Uit de onderzoeksgegevens volgt het navolgend verzonden bericht,d.d. 22 januari 2014 om 11:58:37 (vertaling):

gegroet [getuige 6] , ik ben [getuige 3] de vrachtwagenman, de telefoon welke jij aan mij gaf, blijkt vannacht de batterij van op te zijn geraakt, stuur even de pin van deze telefoon [18]
De politie heeft gerelateerd dat uit de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 3] volgt dat zij een contactpersoon hadden in Nederland. Deze man noemden zij ‘ [getuige 6] ’. Samen met [getuige 6] zijn zij op 21 januari 2014 naar, naar later bleek, het tankstation Gulf, gevestigd aan Rijksweg A67, Europaweg 25 te Venlo gereden. De camerabeelden van het tankstation voornoemd zijn opgevraagd en uitgelezen. De politie heeft gerelateerd dat zij op de camerabeelden waarnemen dat om 22:56:21 uur een personenauto komt aanrijden en dat er drie mannen uitstappen. Er wordt niet getankt. Op de beelden is te zien dat het [getuige 2] en [getuige 3] en ‘ [getuige 6] ’ zijn. De politie heeft gerelateerd dat zij op de camerabeelden ‘ [getuige 6] ’ waarnemen en omschrijven hem als: een licht getinte man met een bol gelaat en kort, donker haar. Op zijn hoofd is hij kalend en hij draagteen bril. Om 23:06:52 uur lopen de drie mannen weer naar buiten. ‘ [getuige 6] ’ stapt voorin in de personenauto aan de bestuurderskant. Om 23:07:33 uur rijdt de personenauto weg. [19]
[getuige 3] heeft verklaard dat hij op 21 januari 2014 een telefoon had gekregen van [getuige 6] met nummer [telefoonnummer 3] . [getuige 6] had enkele malen contact met [getuige 3] . Op 22 januari 2014 te 15.53 uur had [getuige 3] een sms-bericht ontvangen afkomstig van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] , in gebruik bij [getuige 6] . In het bericht stond (vertaling): “
Losadres: [adres 6]”. Via internet blijkt dit adres een kantoor met bijbehorende loods op een industrieterrein te zijn. De loods blijkt te huur te staan. [20]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 3] staat ook op een factuur van [bedrijf 7] aan [bedrijf 4] vermeld als zijnde het telefoonnummer van [bedrijf 4] . Ook staat dit telefoonnummer vermeld als zijnde het nummer van [bedrijf 4] op een factuur van [naam 1] en een aantal Iraanse ‘Certificate of Origin’. [21]
Identiteit van ‘ [getuige 6] ’
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] en dat hij zichzelf herkent op een foto, genomen op 21 januari 2014 bij de Gulf op de A67 te Venlo, in het bijzijn van twee mannen. [22]
De politie heeft gerelateerd dat uit historische mobiele telefoongegevens kan worden opgemaakt dat de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 3] in gebruik zijn bij [medeverdachte 1] . Op 16 januari 2014 en 20 januari 2014 volgen [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 4] telefoonnummers globaal dezelfde route tussen Eindhoven en Rotterdam. Tevens volgt uit historische mobiele telefoongegevens dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] veelal gebruik maakt van zendmasten, welke zijn gelegen nabij het restaurant [naam 3] van [medeverdachte 1] en de woning van [medeverdachte 1] te [plaats] . Een soortgelijk patroon van het aanpeilen van dezelfde zendmasten c.q. zendmasten op dezelfde route is te zien in de periode augustus-november 2013 met de telefoonnummers [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 3]
. [23]
De politie heeft gerelateerd dat uit historische gegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] is gebleken dat dit nummer, dan nog in gebruik bij [medeverdachte 1] , vanaf 14 januari 2014 om 12:55 uur meermalen contact zoekt met het Turkse nummer van [getuige 3] . Door de verdachte [getuige 3] is verklaard dat hij op 21 januari 2014 omstreeks 10:00 uur de grens over is gekomen bij Venlo en daar gebleven is. Verder heeft hij verklaard dat er in de avond op zijn cabine werd geklopt door een persoon, die zich voorstelde als [getuige 6] . Tevens verklaarde hij dat hij van [getuige 6] een SIM-kaart heeft gekregen. Op 21 januari 2014 om 22:03 uur peilt [telefoonnummer 3] in Eindhoven. Vanaf 22 januari 2014 om 08:48 uur tot 23 januari om 13:52 uur maakt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] alleen gebruik van zendmasten in Maasbree en Venlo, beide directe omgeving [bedrijf 7] . Na 13:52 uur hebben er geen gesprekken met plaatsgevonden. Om 13:33 uur heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gedurende 8 minuten een gesprek met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 3] is later bij de verdachte [getuige 3] aangetroffen. [24]
De op het woonadres van [medeverdachte 1] , [adres 7] inbeslaggenomen laptop, merk Apple, is onderzocht. Op deze computer is een back-up opgeslagen van een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone met IMEI-nummer [IMEI-nummer] . De telefoon heeft als ‘device name”: ‘ [naam telefoon] ’. Het bijbehorende telefoonnummer is [telefoonnummer 4] , zijnde het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] . De navolgende (vertaalde) berichten zijn [medeverdachte 1] meer verzonden in het tijdbestek van 22 tot en met 25 januari 2014:
  • 22 januari 2014, 14:50:15 van [telefoonnummer 4] : “
  • 22 januari 2014, 14:50:40 van [telefoonnummer 4] : “
  • 22 januari 2014, 20:29:52 uur van [telefoonnummer 4] : “
  • 22 januari 2014, 20:29:57 uur van [telefoonnummer 4] : “
  • 24 januari 2014, 15:43:51 uur van [telefoonnummer 8]: “
De politie heeft gerelateerd dat in de back-up van de ‘ [naam telefoon] ’ een foto met tekst werd aangetroffen van de aanhouding van de chauffeurs van de lading heroïne op 24 januari 2014. Als tag om bij het bericht te komen waren de zoekwoorden ‘heroïne’ en ‘tomatenpasta’ gebruikt. [26]
Back-up en e-mailaccount van [bedrijf 4] op computer [Verdachte]
Op de Apple Imac computer, in beslag genomen op de [adres 1] , zijnde het woonadres van [Verdachte] was een back-up aanwezig van een tablet van het merk Apple, type iPad. Deze back-up bevatte mailbestanden met betrekking tot het mailaccount
[e-mailadres] [27] Daarin werden 2 e-mailberichten aangetroffen, beide gericht aan ‘de heer [naam 5] ’ met het mailadres
[e-mailadres]. [28]
Overige transporten van tomatenpuree [29]
De politie heeft bij douane-expediteur [bedrijf 5] informatie opgevraagd van eerdere door hen afgehandelde ingevoerde transporten tomatenpuree. Uit de documenten bleek dat [bedrijf 5] te Venlo tevens de navolgende inklaringen had verzorgd:
  • een transport van tomatenpuree vanuit Iran op 7 augustus 2013 door [bedrijf 4] (hierna: transport 1);
  • een transport van tomatenpuree vanuit Iran op 14 november 2013 door [bedrijf 10] (hierna: transport 2);
  • een transport van tomatenpuree vanuit Iran op 18 november 2013 door [bedrijf 10] (hierna: transport 3);
  • een transport van tomatenpuree vanuit Iran op 17 januari 2014 door [bedrijf 4] (hierna: transport 4).
Transport 1 (7 augustus 2013)
De politie heeft van [bedrijf 5] de navolgende documenten ontvangen:
- documentatie uit het Sagitta-systeem van de douane, betreffende toestemming tot wegvoering en uitnodiging tot betaling;
  • een kostenraming van [bedrijf 7] d.d. 7 augustus 2013 aan [bedrijf 4] te Schijndel ad € 2.440,95
  • een e-mailbericht van [bedrijf 4] , ondertekend door [getuige 4] . [getuige 4] schrijft dat hij via een goede kennis ( [naam 6] ) het nummer van [bedrijf 7] heeft gekregen;
  • een Health and Human Consumption Ability Certificate d.d. 27 juli 2013 (nr. 220718) met als consignee [bedrijf 4] ;
  • een ongenummerde invoice van [bedrijf 11] d.d. 21 juli 2013, betreffende de aankoop van 20.004 cans (tomatenpuree) x € 0,47 = € 9.401,88. De invoice is gericht aan [bedrijf 4] te Schijndel;
  • een ‘generalized system of preferences certificate of origin’ d.d. 23 juli 2013, met als consignee [bedrijf 4] te Schijndel;
  • een overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger: [getuige 4] geeft namens [bedrijf 4] , [adres 5] , aan [bedrijf 7] de machtiging om op te treden als direct vertegenwoordiger;
  • een Carnet TIR voor 18760 kg, 1667 shrink (12 cans in each shrink) tomate paste in cans;
  • een factuur van [bedrijf 5] d.d. 9 augustus 2013, dossier [nummer 1] , gericht aan [bedrijf 4] te Nijmegen ad € 2.440,95;
  • een afschrift van de ING bankrekening van [bedrijf 5] waaruit blijkt dat de kosten ad € 2.440,95 voor de inklaring werden betaald vanaf de ING rekening op naam van [stichting 1] , voorzien van opschrift ‘dossier [nummer 1] ’.
Transport 2 (14 november 2013)
De politie heeft van [bedrijf 5] de navolgende documenten ontvangen:
  • documentatie uit het Sagitta-systeem van de douane, betreffende toestemming tot wegvoering en uitnodiging tot betaling;
  • een ongenummerde invoice van [bedrijf 11] d.d. 14 november 2013. Deze invoice betreft de aankoop van 20.640 cans (tomatenpuree) x 0,37 euro = € 7.636,80. De invoice is gericht aan [bedrijf 10] te Nijmegen;
  • een kostenraming van [bedrijf 5] d.d. 13 november 2013 aan [bedrijf 4] te Schijndel ad € 2.061,67;
  • een kopie van een paspoort van [getuige 8] ;
  • een factuur van [bedrijf 5] d.d. 18 november 2013, dossier [nummer 2] , gericht aan [bedrijf 4] te Nijmegen ad € 2.061,67;
  • een afschrift van een ING-bankrekening op naam van [bedrijf 5] , waaruit blijkt dat de kosten ad € 2.061,67 voor de inklaring werden betaald vanaf de ING bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van [bedrijf 4] , voorzien van opschrift ‘dossier [nummer 2] ’;
  • diverse emailberichten afkomstig van [getuige 1] , ondertekend met ‘
  • bij de mail van [getuige 1] d.d. 14 november 2013 te 20:17 uur met als onderwerp “
Transport 3 (18 november 2013)
De politie heeft van [bedrijf 5] de navolgende documenten ontvangen:
  • documentatie uit het Sagitta-systeem van de douane, betreffende toestemming tot wegvoering en uitnodiging tot betaling;
  • een Health and Human Consumption Ability Certificate d.d. 30 oktober 2013 (nr. [nummer 3] ) met als consignee [bedrijf 4] ;
  • een ongenummerde invoice van [bedrijf 11] d.d. 15 november 2013, betreffende de aankoop van 20.640 cans (tomatenpuree) x € 0,37 = € 7.636,80. De invoice is gericht aan [bedrijf 10] ;
  • een ‘generalized system of preferences certificate of origin’ d.d. 23 juli 2013, met als consignee [bedrijf 4] te Schijndel;
  • een kostenraming van [bedrijf 7] d.d. 13 november 2013 aan [bedrijf 4] ad € 2.061,90;
  • een factuur van [bedrijf 5] d.d. 19 november 2013, dossier [nummer 4] , gericht aan [bedrijf 4] te Nijmegen ad € 2.061,90;
  • een afschrift van de ING-bankrekening op naam van [bedrijf 7] Douane waaruit blijkt dat de kosten ad € 2.061,67 voor de inklaring werden betaald vanaf de ING-bankrekening op naam van [bedrijf 4] , voorzien van opschrift ‘dossier [nummer 4] ’;
  • een e-mailbericht van [getuige 1] (
De politie heeft gerelateerd dat invoices van [bedrijf 11] niet genummerd zijn en dat de bankrekening en de bankcondities ontbreken. [34]
Transport 4 (17 januari 2014)
De politie heeft van [bedrijf 5] de navolgende documenten ontvangen:
  • documentatie uit het Sagitta-systeem van de douane: toestemming tot wegvoering en uitnodiging tot betaling;
  • een vervoersdocument genummerd [nummer 5] , waaruit blijkt dat de goederen moeten worden afgeleverd aan [bedrijf 4] ;
  • een proforma van [naam 1] Invoice nr [nummer 6] d.d. 4 januari 2014, gericht aan [bedrijf 4] te Schijndel. Deze invoice betreft de aankoop van 20.640 cans (tomatenpuree) x 0,37 euro = € 7.736,00;
  • een packing list van [naam 1] Invoice nr [nummer 6] d.d. 4 januari 2014, gericht aan [bedrijf 4] . Deze packing list heeft betrekking op 20640 canned tomato paste van het merk [naam 1] , verpakt in 1720 dozen;
  • een ‘generalized system of preferences certificate of origin’ d.d. 7 januari 2014, met als consignee [bedrijf 4] te Schijndel;
  • een kostenraming van [bedrijf 7] d.d. 16 januari 2014 aan [bedrijf 4] ad € 2.061,88. Met pen is hierop aangetekend: ‘
  • een e-mail van de Belastingdienst met betrekking toestemming om de vrije goederen te vervoeren. De goederen zijn fysiek gecontroleerd [medeverdachte 1] nummer [nummer 7] ;
  • een e-mailbericht d.d. 16 januari 2014 van de douane, ondertekend door [getuige 5] en gericht aan [getuige 1] . Deze e-mail betrof de niet-complete volmacht;
  • een overeenkomst / machtiging van [getuige 4] namens [bedrijf 4] aan [bedrijf 5] om als direct vertegenwoordiger op te treden. Bijgevoegd is een kopie van het paspoort van [getuige 4] ;
  • een carnet [nummer 9] voor ‘19.540 kg, 1720 shrink tomato paste’;
  • een factuur van [bedrijf 5] d.d. 31 januari 2014, dossier [nummer 8] , gericht aan [bedrijf 4] te Nijmegen ad € 2.061,88;
  • een afschrift van de ING bankrekening van [bedrijf 5] waaruit blijkt dat de kosten ad € 2.061,88 voor de inklaring werden betaald vanaf de ING rekening [rekeningnummer 3] op naam van [getuige 9] , voorzien van opschrift ‘dossier [nummer 8] ’.
Tijdens de doorzoeking op 24 februari 2014 is het paspoort van [getuige 4] aangetroffen in de woning van [Verdachte] , [adres 1] . De politie heeft gerelateerd dat bankrekening [rekeningnummer 3] op naam staat van [getuige 9] , adres [adres 5] . Op de dag van de betaling werd 2.000 euro in contanten op deze rekening gestort. [36]
Niet-economische wijze van transport
Uit de ontvangen informatie van [bedrijf 12] , importeur van grondstoffen voor de foodindustrie, bleek dat, gezien het verschil in kosten tussen zee- (€ 800) en landvracht (€ 3.500), er een niet-economische reden moet zijn geweest om de tomatenpuree over land te laten vervoeren in plaats van over zee. [37]
Betrokken bedrijven, adressen en personen
[adres 8]
Het adres [adres 8] staat vermeld op de navolgende documenten inzake transport 2: Het Sagitta formulier ‘toestemming tot wegvoering’, het Sagitta formulier ‘uitnodiging tot betaling’, het Sagitta formulier ‘mededeling bescheiden overleggen’, ‘Invoice [bedrijf 11] datum nov/14/2013’ en Overeenkomst optreden vertegenwoordiger. [38]
Het adres [adres 8] staat tevens vermeld op de navolgende documenten inzake transport 3: Het Sagitta formulier ’toestemming tot wegvoering’, het Sagitta formulier ’uitnodiging tot betaling‘ en ’Invoice [bedrijf 11] datum nov/14/2013’. [39]
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel volgt dat het adres [adres 8] het historisch vestigingsadres is van [bedrijf 10] en dat [getuige 8] op 14 november 2013 in de Kamer van Koophandel vermeld stond als bestuurder. [40] [getuige 8] heeft verklaard dat [Verdachte] hem heeft gevraagd om de leidinggevende van het bedrijf [bedrijf 10] te worden. Volgens [getuige 8] kon [Verdachte] zijn horecapapieren niet halen. [41]
[getuige 10] , de regional accountmanager van Grolsch, heeft verklaard dat de huurovereenkomst voor het pand (dat één geheel vormt met het pand [adres 5] ) werd aangegaan met [bedrijf 13] Deze werd tijdens de contractbesprekingen vertegenwoordigd door [Verdachte] . De getuige herkende de verdachte op een foto als een man die samen met [Verdachte] voor overleg op zijn kantoor is geweest. [42] De waarborgsom voor dit pand werd volgens getuige [getuige 10] van Grolsch betaald vanaf ING-bankrekening [rekeningnummer 4] t.n.v. [bedrijf 13] . [43]
Uit door de ING bank verstrekte gegevens volgt dat [medeverdachte 1] meer [Verdachte] de wettelijk vertegenwoordiger was van deze bankrekening. [44]
[adres 5]
Het adres [adres 5] staat vermeld op het navolgende document inzake transport 3: Factuur [bedrijf 5] datum 19/11/2013. [45]
Het adres [adres 5] staat tevens vermeld op de navolgende documenten betreffende transport 4: Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger en Factuur [bedrijf 5] d.d. 31/01/2014. [46]
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel volgt dat het bedrijf [bedrijf 4] ten tijde van alle transporten was gevestigd op het adres [adres 5] . [47]
[bedrijf 13] en [stichting 2]
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel volgt dat [bedrijf 13] vanaf 30 mei 2012 werd bestuurd door [stichting 2] . In de periode daarvoor, vanaf 28 februari 2011, waren de opvolgend bestuurders [stichting 2] , [stichting 2] , [getuige 11] en [getuige 4] . [48]
Blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel was [getuige 4] vanaf 3 januari 2013 de bestuurder van [stichting 2] . [49]
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel volgt dat [getuige 4] vanaf 23 maart 2012 bestuurder was van [stichting 2] . Van 2 juli 2013 tot en met 27 november 2013 was [getuige 1] daarvan tevens bestuurder. [50]
[bedrijf 4] en [bedrijf 14]
[bedrijf 4] staat op verschillende documenten genoemd inzake transport 2, waaronder ‘Kostenraming [bedrijf 5] ’ d.d. 13 november 2013, ‘Invoice [bedrijf 11] ’ d.d. October/21/2013 en Afschrift bankrekening [bedrijf 5] . [51]
[bedrijf 4] staat tevens genoemd op verschillende documenten inzake transport 4, waaronder Douaneformulieren uit het Sagitta systeem, Pro Forma Invoice [naam 1] d.d. 2014/01.04 en “Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger’. [52]
Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat de [stichting 2] (met ingang van 3 juli 2013) en [getuige 4] (met ingang van 27 november 2013, opvolgend [bedrijf 14] ) vennoten zijn van [bedrijf 4] , [53]
Tijdens de doorzoeking van de [adres 1] werd een voorlopige contantpas bouwmaat aangetroffen van [bedrijf 14] , gevestigd [adres 5] . [54] Uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel volgt dat [bedrijf 14] vanaf 28 december 2012 gevestigd was op [adres 5] . [getuige 1] was de bestuurder met ingang van 28 december 2012. [55]
De door [bedrijf 5] verstrekte e-mail inzake transport 2, met als onderwerp “inklaring [bedrijf 4] / [bedrijf 10] ” is verzonden door [getuige 1] middels mailadres
[e-mailadres]. [56] Het door [bedrijf 5] verstrekte e-mailbericht inzake transport 2, met als onderwerp “inklaring [bedrijf 4] goederen” is evenwel ondertekend door [getuige 4] . [57]
In het door [bedrijf 5] geleverde e-mailbericht d.d. 14 november 2013 ter zake van transport 3 met als onderwerp ‘volmacht’ staat [getuige 1] genoemd als verzender, met als e-mailadres
[e-mailadres]. [58] Uit het door [bedrijf 5] geleverde e-mailbericht d.d. 18 november 2013 ter zake van transport 3 met als onderwerp ‘ [bedrijf 10] staat [getuige 1] genoemd als verzender, met als e-mailadres
[e-mailadres], terwijl de e-mail wordt ondertekend met ‘
Mvg [getuige 4] ’. [59]
Op 24 februari 2015 werden twee Apple computers in beslag genomen in de woning van [Verdachte] . [60] De data op de harde schijf van deze computer zijn veiliggesteld. In deze data werd een back-up van een iPad aangetroffen. Deze back-up bevatte mailbestanden met betrekking tot het mailaccount
[e-mailadres], waaronder e-mailberichten d.d. 12 en 14 mei 2013 en 27 mei 2013 aan [getuige 12] , geschreven in de Turkse taal en ondertekend door [getuige 4] . Ook werden e-mailberichten aangetroffen in de Turkse taal, ondertekend door [getuige 1] . [61] Volgens de politie waren deze personen de Turkse taal niet machtig. [62] In de back-up werden tevens 2 e-mails d.d. 27 juni 2013 aangetroffen van [getuige 13] van makelaarskantoor [naam 7] , gericht aan de heer [naam 5] met het e-mailadres
[e-mailadres]. [63]
Getuige [getuige 13] van makelaarskantoor [naam 7] heeft bij de politie verklaard dat hij op 26 november 2013 een ontmoeting had met twee mannen van [bedrijf 4] . Tijdens zijn verhoor herkende hij [Verdachte] en [medeverdachte 1] op foto’s als deze twee mannen. Volgens [getuige 13] vertelden de mannen dat [bedrijf 4] een bedrijf zou zijn dat goederen per vrachtwagen uit Turkije ging importeren (blikjes tomatenpuree). [64]
De politie heeft gerelateerd dat [getuige 1] de wettelijk vertegenwoordiger was van de bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van [bedrijf 4] , vanaf welke rekening [bedrijf 5] ter zake van transport 2 en transport 3 werd betaald. [65]
De politie heeft gerelateerd dat [getuige 4] de wettelijk vertegenwoordiger is van de ING bankrekeningen [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 5] op naam van resp. [bedrijf 4] en [stichting 1] . [66]
[stichting 1]
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat [getuige 4] met ingang van 23 maart 2012 bestuurder is van [stichting 1] . [67] Op 7 augustus 2013 werd vanaf de bankrekening van de [stichting 1] € 2.440,95 betaald aan [bedrijf 5] ter zake van transport 1. [68] De politie heeft voorts gerelateerd dat op de bankrekening van [stichting 1] op 7 augustus 2012 een storting van € 2.440,00 wordt gedaan. [69]
[adres 9] in Kapel Avezaath (Tiel)
Getuige [getuige 14] heeft verklaard dat hij de eigenaar is van het pand aan de [adres 9] in Kapel Avezaath. [getuige 14] verklaarde dat [medeverdachte 4] 7 tot 8, misschien 10, pallets met tomatenpuree in de loods heeft gezet. Volgens [getuige 14] kan het zijn dat de puree er in augustus 2013 is neergezet. [70]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in Tiel tomatenpuree heeft gelost. [71]
Telefoonnummer [telefoonnummer 5]
Op 7 augustus 2013 omstreeks 19:48 uur en 20:07 uur peilt het telefoonnummer [telefoonnummer 5] (van [naam 8] , in gebruik bij [Verdachte] ) op [adres 10] te Venlo. Op 7 augustus 2013 te 22:12 uur peilt de vrachtwagenchauffeur van transport 1 aan [adres 11] te Kapel Avezaath. Volgens de politie is het aannemelijk dat hier in de buurt de partij tomatenpuree is gelost. Op 7 augustus 2013 tussen 21:02 uur en 21:51 uur peilt dit telefoonnummer respectievelijk op mast 55 hoogspanningslijn Oirlo (A73 Venray), [adres 12] en [adres 13] . Uit deze paallocaties zou volgens de politie opgemaakt kunnen worden dat [Verdachte] vanaf [bedrijf 5] te Venlo via Rijksweg A73 richting Nijmegen, Beuningen vermoedelijk naar Kapel Avezaath is gereden. Dit telefoonnummer peilt op 8 augustus 2013 om 21:01 uur op de [adres 14] te Tiel. Op 15 augustus 2013 te 13:22 uur heeft dit telefoonnummer contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 6] op naam van [getuige 14] . Hij peilt op dat moment op [adres 15] te Tiel. Deze paallocatie is vlakbij de woning van [getuige 14] . [72]
Telefoonnummer [telefoonnummer 4]
Op 7 augustus 2013 tussen 19:44 uur en 20:42 uur peilt telefoonnummer [telefoonnummer 4] (op naam van [naam 3] . en in gebruik bij [medeverdachte 1] ) op [adres 16] en [adres 10] te Venlo. Tussen 21:06 uur en 22:28 uur peilt dit telefoonnummer respectievelijk op mast 55 hoogspanningslijn Oirlo, Venray, Stevensbeek, Boxmeer en Cuijk. Uit deze paallocaties zou opgemaakt kunnen worden dat [medeverdachte 1] vanaf [bedrijf 5] te Venlo via Rijksweg A73 richting Nijmegen/Beuningen vermoedelijk naar Kapel Avezaath is gereden. Op 7 augustus 2013 tussen 22.42 uur en 22.26 uur heeft dit telefoonnummer een aantal keer contact met telefoonnummer [telefoonnummer 6] op naam van [getuige 14] te Tiel. Dit telefoonnummer peilt vanaf 22:26 uur op [adres 17] te Tiel en [adres 14] te Tiel. Op 8 augustus 2013 tussen 15:48 uur en 16:15 uur peilt dit telefoonnummer respectievelijk op paallocatie Eindhoven, Best, Liempde, Boxtel, Vught, Waardenburg, Geldermalsen en Tiel. Tussen 16:22 uur en 21:07 uur peilt dit telefoonnummer op [adres 18] te Tiel, [adres 17] te Tiel en [adres 14] te Tiel. [73]
Op de inbeslaggenomen laptop op [adres 7] (de woning van [medeverdachte 1] ) is een back-up opgeslagen van een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone. De telefoon heeft als device naam: ‘ [naam telefoon] ’. Het bijbehorende nummer is [telefoonnummer 4] , zijnde het telefoonnummer in gebruik van [medeverdachte 1] . De politie heeft gerelateerd dat de navolgende whatsapp- en sms berichten in de back-up zijn aangetroffen:
15-11-2013 om 17:03:28, van [getuige 15] aan [medeverdachte 1] :
Schatje waar ben je
15-11-2013 om 17:07:39, van [medeverdachte 1] aan [getuige 15] :
Tiel schat
15-11-2013 om 17:08:05, van [medeverdachte 1] aan [getuige 15] :
Die vrachtwagen schijnt te zijn gekomen wij gaan hem helpen af lossen [74]
De politie heeft gerelateerd dat de chauffeur van het transport 2 met tomatenpuree op 15 november 2013 om 11:50 uur vanaf Venlo vertrekt en naar de loods aan de [adres 9] te Kapel Avezaath rijdt. De zending tomatenpuree is vermoedelijk gelost tussen 16.40 uur en 19.30 uur in de loods. Vanaf 19:30 uur rijdt de chauffeur richting Venlo. Op grond van historische en peilbakengegevens heeft de politie voorts gerelateerd dat blijkt dat op 15 november 2015 tussen 14:06 uur en 18:50 uur het telefoonnummer [telefoonnummer 4] (op naam van [naam 3] ., in gebruik bij [medeverdachte 1] ) peilt op [adres 18] te Tiel, [adres 17] te Tiel en [adres 14] te Tiel. Verder peilt voornoemd nummer op 16 november 2015 tussen 09:53 en 16:22 uur op de [adres 18] te Tiel, [adres 17] te Tiel en [adres 14] te Tiel.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] (op naam van [naam 8] , in gebruik bij [Verdachte] ) peilt op de [adres 14] te Tiel, [adres 18] te Tiel en [adres 17] te Tiel op 16 november 2013 tussen 01:50 uur en 09:15 uur. Dit telefoonnummer heeft op 14 november 2013 drie keer contact met telefoonnummer [telefoonnummer 6] op naam van [getuige 14] . [75]
Op 18 november 2013 tussen 09:47 en 09:53 uur heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 5] (op naam van [naam 8] , in gebruik bij [Verdachte] ) drie keer contact gehad met [telefoonnummer 6] (op naam van [getuige 14] ). [76]
[adres 19] te Eindhoven
Getuige [getuige 16] heeft verklaard dat hij de [adres 19] te Eindhoven heeft gehuurd voor de opslag van goederen. In Nederland heeft hij tweemaal een partij tomatenpuree gekocht en daar opgeslagen. Dat was ergens in de zomer van 2014. Eén keer werd een partij van 7 pallets gebracht en één keer een partij van 16 pallets. [getuige 16] heeft deze gekocht van de broers [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] . Het waren blikjes van 800 gram, merk [naam 1] . [medeverdachte 4] heeft hem verteld dat al deze blikken uit Iran kwamen. Volgens [medeverdachte 4] stonden de blikken tomatenpuree ergens opgeslagen in een loods die door [medeverdachte 4] werd gehuurd. [medeverdachte 4] heeft verteld dat het in Tiel was opgeslagen. [77]
Op 11 juli 2014 wordt een onderzoek ingesteld op het adres [adres 19] te Eindhoven . Gezien werd dat op de begane grond een viertal houten pallets, met daarop gestapelde blauwe dozen stonden. Op de dozen stonden rode tomaten en een rood logo met daarop witte letters afgebeeld. Bij het onderzoeksteam bestaat het vermoeden dat mede gezien het uiterlijk van de verpakking, de wijze van verpakken en de overeenkomsten van de verpakkingen, de op de [adres 20] te Eindhoven aangetroffen dozen met tomatenpuree soortgelijk zijn aan de op 23 januari 2014 aangetroffen dozen met tomatenpuree waarin een grote partij verdovende middelen waren verwerkt. Voorts bestaat bij het onderzoeksteam het vermoeden dat de op de [adres 20] te Eindhoven aangetroffen pallets met tomatenpuree deel uitmaken van de 16 pallets die van de [adres 21] te Tiel naar genoemd adres moesten worden vervoerd en dat deze 16 pallets mogelijk deel uit hebben gemaakt van eerder naar Nederland getransporteerde partijen tomatenpuree. [78]
[adres 4] te Schijndel
[adres 4] te Schijndel staat op verschillende documenten vermeld als afleveradres voor de tomatenpuree van transport 1, waaronder de formulieren uit het Sagitta-systeem van de douane en de kostenraming van [bedrijf 5] d.d. 7 augustus 2013. [79]
[adres 4] te Schijndel staat op verschillende documenten vermeld als afleveradres voor de tomatenpuree van transport 3, waaronder de kostenraming van [bedrijf 5] d.d. 13 november 2013 en het Health and Human Consumption Ability Certficate. [80]
[adres 4] te Schijndel staat op verschillende documenten vermeld als afleveradres voor de tomatenpuree van transport 4, waaronder de Proforma Invoice [naam 1] gedateerd 2014/01.04 en de kostenraming [bedrijf 7] datum 16-01-2014. [81]
Uit de huurovereenkomst inzake [adres 4] te Schijndel volgt dat deze is aangegaan door [bedrijf 15] vertegenwoordigd door [getuige 1] , voor de periode van 1 april 2013 tot en met 31 maart 2014. [82]
[getuige 17] van makelaarskantoor [bedrijf 17] heeft verklaard dat een zekere [naam 10] telefonisch een afspraak had gepland voor de bezichtiging van de bedrijfsloods aan de [adres 4] te Schijndel op 15 maart 2013. [naam 10] kwam samen met [getuige 1] . Na het gesprek is besloten om de loods voor 1 jaar te huren. Het bouwbedrijf van [getuige 1] ging het huurcontract aan. [getuige 17] herkende [Verdachte] op een foto als [naam 10] . Tevens herkende hij [getuige 1] op een foto. [83] [getuige 17] heeft eveneens de man op foto 2 herkend. Deze man wilde producten uit Turkije importeren en zocht opslag voor conserven. Op foto 2 stond [medeverdachte 1] afgebeeld. [84]
Bij de doorzoeking van het pand [adres 3] te Veghel (woning van [Verdachte] ) werd een jammer aangetroffen op het nachtkastje van de (ouder)slaapkamer. De politie heeft gerelateerd dat het hen ambtshalve bekend is dat dergelijke jammers worden gebruikt om telefoonverkeer in de directe omgeving van de jammer te verstoren, waardoor het (mee)luisteren bemoeilijkt wordt. Tevens werd in dit pand een zogenaamde WP Detector aangetroffen. Deze wireless protocol detector wordt door diverse winkels aangeboden als zijnde een apparaat om afluisterapparatuur en GPS-trackters (bakens) die gebruik maken van draadloze verbindingen, op te sporen. [85]
De politie heeft gerelateerd dat op de Apple MacBook Pro inbeslaggenomen op de [adres 7] (de woning van [medeverdachte 1] ) een back-up van de [naam telefoon] is aangetroffen met bijbehorend telefoonnummer [telefoonnummer 4] . In deze backup werd in de map video’s een video-opname van 31 seconden aangetroffen van 6 april 2013 te 20:15 uur. In deze video is onder meer een jammer te zien. De video betreft een uitleg van de werking van de jammer in combinatie met een wireless protocol detector. Deze jammer en wireless protocol detector zijn soortgelijk aan de goederen die in de woning van [Verdachte] op 24 februari 2015 zijn inbeslaggenomen. Op de video zijn geluidsopnamen te horen. Door leden van het onderzoeksteam wordt het geluid van de stem van de spreker op de video herkend als de stem van [Verdachte] . De tekst van de video luidt:
[Verdachte] :
Wifi, Blue tooth
NN-man: Dat is deze telefoon
[Verdachte] : Wat je ken doen is nou deze aanzetten, dan ken je direct zien dan gaat jou telefoon gaat nou uit. Kijk hij gooit nou alles gooit ie plat, zie je dat?
NN-man: Ok. [86]
[adres 6] te Breda
Uit zendmastgegevens blijkt dat op 18 januari 2014 tussen 21:19 uur en 21:56 uur de bij [medeverdachte 1] in gebruik zijnde telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 4] peilen op respectievelijk [adres 22] en [adres 23] in Breda. Op 19 januari 2014 tussen 10:20 uur en 14:11 uur peilt het bij [medeverdachte 1] in gebruik zijnde telefoonnummer [telefoonnummer 4] op [adres 23] te Breda. De voornoemde zendmasten [adres 23] en [adres 22] te Breda liggen in de directe omgeving van het industriegebied [adres 6] te Breda. [87]
Op 21 februari 2014 werd door de politie binnengetreden ter inbeslagneming in het bedrijfspand [adres 6] te Breda. In de loods werd een goederensteekwagentje aangetroffen. Dit betrof een gehuurd model van het bedrijf [bedrijf 16] . [88]
De politie heeft van [bedrijf 16] huurgegevens van materialen op naam van [medeverdachte 1] meer [medeverdachte 1] en [Verdachte] ontvangen. Hieruit bleek dat er op 21 januari 2014 een palletwagen was gehuurd door [bedrijf 13] , [adres 2] te Eindhoven , met een verhuurperiode voor 1 dag. Het bijbehorend ID-dossier betrof een rijbewijs op naam van [Verdachte] . [89]
Met de transporten 1, 2 en 3 zijn blikken tomatenpuree van de firma [bedrijf 11] door de bedrijven [bedrijf 4] en de [bedrijf 10] in Nederland ingevoerd. Na onderzoek op het internet werd een afbeelding van een blik tomatenpuree van het merk [bedrijf 11] aangetroffen. Deze komt niet overeen met de blikken tomatenpuree van het merk [naam 1] die met de transporten 4, 5 en 6 zijn ingevoerd in Nederland. De blikken tomatenpuree van het merk [naam 1] zijn inbeslaggenomen bij het aantreffen van heroïne in de lading met tomatenpuree. Ook werden blikken [naam 1] aangetroffen op het adres [adres 19] te Eindhoven . Volgens de politie is het aannemelijk dat de in de [adres 19] te Eindhoven aangetroffen blikken tomatenpuree van het merk [naam 1] vermoedelijk afkomstig zijn van transport 4. De lading van transport 4 werd afgeleverd op het adres [adres 6] te Breda, maar bij de doorzoeking van dat adres werd geen tomatenpuree aangetroffen. Het is volgens de politie aannemelijk dat de tomatenpuree vermoedelijk is verplaatst naar Tiel om vervolgens in juli 2014 te worden overgebracht naar de [adres 20] te Eindhoven. [90]
[getuige 9]
De politie heeft betalingsgegevens ontvangen van [bedrijf 5] te Venlo inzake transport 4 met betrekking tot de inklaring van [bedrijf 4] . Uit deze betalingsgegevens volgt dat de kosten ad € 2.061,88 inzake ‘DOS: [nummer 8] ’ op 17 januari 2014 werden voldaan vanaf een bankrekening op naam van [getuige 9] . [91]
Uit de gemeentelijke basisadministratie blijken de navolgende gegevens van [getuige 9] , historische verblijfplaats: [adres 5] . Emigratie: 29 augustus 2013. [92]
Contacten tussen [Verdachte] en [medeverdachte 1]
Uit de printgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] blijkt dat dit nummer in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 17 maart 2014 in totaal 2259 keer contact heeft gehad met telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Dit telefoonnummer staat op naam van [naam 8] Uit onderzoek volgt dat [Verdachte] de gebruiker was van dit telefoonnummer. Tevens heeft telefoonnummer [telefoonnummer 4] in deze periode 195 keer contact gehad met telefoonnummer [telefoonnummer 7] . Dit telefoonnummer stond ook op naam van [naam 8] Uit onderzoek blijkt dat dit telefoonnummer in gebruik was bij zowel [Verdachte] als zijn vrouw [medeverdachte 2] . [93]
De politie heeft voorts gerelateerd dat in de back-up voornoemd van de ‘ [naam telefoon] ’ in de contacten de naam [bedrijf 7] met een telefoonnummer werd aangetroffen. [bedrijf 7] is de expediteur die de lading tomatenpuree voor [bedrijf 4] en [bedrijf 10] heeft ingeklaard in Venlo. [94]
Overwegingen van de rechtbank
Bewezenverklaring importeren heroïne tijdens transport van 23 januari 2014
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] en [Verdachte] op 23 januari 2014 opzettelijk 1.224 kilogram heroïne hebben geïmporteerd. Deze heroïne lag in een tweetal vrachtwagens verborgen in een deklading met blikken tomatenpuree van het merk [naam 1] . Dit oordeel brengt met zich mee dat de verdachten zullen worden vrijgesproken ter zake van de voorbereidingshandelingen van dit transport. De rechtbank baseert deze conclusie op de inhoud van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien.
Uit het bewijsmiddelenoverzicht volgt dat [medeverdachte 1] en [Verdachte] nauwe betrokkenheid hebben gehad bij zowel dit transport met tomatenpuree als de eerdere transporten. Bij dit transport heeft [medeverdachte 1] als ‘ [getuige 6] ’ de contacten met de chauffeurs onderhouden en heeft [Verdachte] gebruikmakend van een telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] gebeld met [bedrijf 7] om te vragen hoe het er voor stond.
Bij dit transport en de eerdere transporten zijn de partijen tomatenpuree ingevoerd door bedrijven en/of deze personen die in nauwe relatie staan tot [Verdachte] . Zo zijn deze bedrijven gevestigd en personen woonachtig op [adres 5] en [adres 8] , zijnde een groot (horeca)pand dat gehuurd wordt door een onderneming ( [bedrijf 13] ) waarvoor [Verdachte] optreedt bij het afsluiten van de huurovereenkomst.
Aan [Verdachte] is een hele trits van ondernemingen te koppelen, waarvan [Verdachte] zelf, zijn echtgenote, zijn dochter, [getuige 1] , [getuige 4] en [getuige 8] telkens enige tijd als bestuurder of vennoot zijn genoemd in het register van de Kamer van Koophandel. Een aantal van deze ondernemingen is ook gebruikt bij de invoer van de tomatenpuree ( [bedrijf 4] , [stichting 1] , [bedrijf 10] ).
[bedrijf 4] is een v.o.f. waarvan in wisselende samenstelling de vennoten zijn [stichting 2] , [bedrijf 14] en [getuige 4] .
Uit het dossier volgt voorts dat [getuige 4] en [getuige 1] , contacten waren van [Verdachte] . Deze namen komen terug bij [bedrijf 4] en [bedrijf 14] [getuige 9] , via wiens rekening het laatste transport is betaald, is woonachtig op [adres 5] . Daarnaast wordt de [adres 4] te Schijndel op papier gehuurd door [bedrijf 14] Uit de verklaring van de verhurende makelaar volgt echter dat de huur de facto wordt geregeld door [Verdachte] en [medeverdachte 1] .
Ook wordt een contantpas Bouwmaat op naam van [bedrijf 14] aangetroffen in de woning van [Verdachte] .
Op een Apple-computer die in de woning van [Verdachte] is inbeslaggenomen, is een mailwisseling aangetroffen met het email adres [e-mailadres] . Deze emailwisseling is in de Turkse taal met als afzender deels [getuige 1] en deels [getuige 4] , personen die volgens de politie niet de Turkse taal machtig zijn. Ook zijn er op dit emailadres mails van makelaarskantoor [naam 7] aangetroffen, gericht aan de heer [naam 5] . De desbetreffende makelaar herkent [Verdachte] en [medeverdachte 1] als de personen die voor [bedrijf 4] , een bedrijf dat tomatenpuree vanuit Turkije zou gaan importeren, op zoek waren naar een bedrijfsloods.
Ook zijn de kosten verbonden aan de diensten van [bedrijf 7] betaald door bedrijven of personen die niet in verband te brengen zijn met de invoer van tomatenpuree, maar wel relaties zijn van [Verdachte] ( [stichting 1] en [getuige 9] ).
Zowel de telefoonnummers in gebruik bij [medeverdachte 1] als die van [Verdachte] zijn op 7 en 8 augustus 2013 in de buurt van de loods te Kapel Avezaath (Tiel) als het eerste transport tomatenpuree wordt uitgeladen. Beide hebben ook contact met de verhuurder van die loods ( [getuige 14] ). Op 15 november 2013 appt [medeverdachte 1] zijn vrouw dat hij in Tiel is om te helpen bij het lossen van een vrachtwagen. (Aankomst transport 3 op 14 november 2013).
Daarbij komt dat de loods aan de [adres 6] te Breda, het einddoel van het in beslag genomen transport naar alle waarschijnlijkheid al eerder is gebruikt om een lading tomatenpuree te lossen. Dit volgt uit de gps-gegevens van de bij het transport van 17 januari 2014 betrokken vrachtwagen, die op 18 januari 2014 richting Breda rijdt. Rond die tijd peilen ook de telefoonnummers van [medeverdachte 1] uit in de directe omgeving van de [adres 6] te Breda. Tekenend is dat de politie vermoedt dat bij het laatste deel van de reis van de vrachtwagen gebruik is gemaakt van een jammer, omdat van dit deel van de reis geen gps-gegevens beschikbaar zijn. In een computer aangetroffen in de woning van [medeverdachte 1] is in de back-up van de [naam telefoon] een filmpje aangetroffen waarop [Verdachte] uitlegt hoe een jammer geïnstalleerd moet worden.
Op het afleveradres van het transport van 23 januari 2014, [adres 6] te Breda, werd door de politie op 21 februari 2014 tenslotte een goederensteekwagentje aangetroffen van [bedrijf 16] . Dit bleek op 21 januari 2014 gehuurd te zijn door [Verdachte] .
Zowel [medeverdachte 1] als [Verdachte] maken gebruik van een valse naam ( [medeverdachte 1] noemt zich [getuige 6] en [Verdachte] noemt zich [naam 10] ).
Uit dit alles volgt een nauwe betrokkenheid van [medeverdachte 1] en [Verdachte] bij de transporten tomatenpuree. Deze ladingen kwamen uit Iran en werden vervoerd over de weg. Nu de kosten van deze wijze van vervoer zo veel hoger zijn dan een vervoer over zee, is deze wijze van importeren economisch onverantwoord, te meer daar uit het dossier blijkt dat het moeilijk was om afnemers te vinden voor deze tomatenpuree. Dit leidt dan weer op zijn beurt tot de conclusie dat de tomatenpuree kennelijk als deklading heeft gediend voor een ander product, waardoor deze relatief dure wijze van transport wel economisch verantwoord wordt.
In het transport van 21 januari 2014 was dit andere product heroïne. Hoewel het dan een logische gedachte is dat met de eerdere transporten ook heroïne is ingevoerd, ontbreekt daarvoor het wettig en overtuigend bewijs. Van zwaarwegend belang is daarbij dat de lading van het transport van 17 januari 2014 zeer grondig is doorzocht door de douane met behulp van een vedomihond, een liquide-middelenhond en de scanvan. Tijdens deze controle is een aantal blikken geopend en is de lege vrachtauto eveneens gecontroleerd door de vedomihond. Desondanks zijn er tijdens deze controle geen bijzonderheden ontdekt.
Concluderend acht de rechtbank het medeplegen van de invoer van 1224 kilo heroïne op 21 januari 2014 wettig en overtuigend bewezen. Van al het overige tenlastegelegd [medeverdachte 1] dit feit wordt de verdachte vrijgesproken.
De verklaring van de verdachte
[Verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat [getuige 4] en [getuige 1] hem hebben gevraagd om te helpen bij de huur van een hal om daarin gestolen goederen op te slaan, die vervolgens naar Polen zouden worden getransporteerd. Omdat hij hiermee niet in verband gebracht wilde worden heeft hij bij de huur van de loods in Schijndel een valse naam gebruikt. [bedrijf 4] was van [getuige 4] en [getuige 1] . Volgens [Verdachte] is er geen sprake van een carrousel van bedrijven. [getuige 8] werd bestuurder van [bedrijf 13] , omdat [Verdachte] geen horecavergunning kreeg.
Volgens [Verdachte] berust het op toeval dat hij in contact wordt gebracht met de transporten. Zo was hij eens zijn jas vergeten in Tiel, en was hij louter om die reden in Tiel aanwezig. [Verdachte] heeft voorts verklaard dat hij telefonisch toestemming heeft gegeven voor de verhuur van de palletwagen op zijn naam, omdat [getuige 1] en [getuige 4] dat vaker deden. [Verdachte] heeft de rekening betaald, maar hield de onkosten in op het salaris van [getuige 1] en [getuige 4] . Tenslotte verklaarde [Verdachte] dat hij zijn computer aan [getuige 4] had geleend en dat hij deze, samen met diens paspoort, na diens zelfmoord heeft opgehaald om te bewaren voor de familie.
De rechtbank acht deze verklaring echter onvoldoende aannemelijk, zeker in het licht van de in de bewijsmiddelen weergegeven belastende omstandigheden.
Zo wordt het verhaal dat de aanwezigheid in Tiel verklaard kan worden door het ophalen van een vergeten jas, weerlegd door het gegeven dat het telefoonnummer in gebruik bij [Verdachte] op 16 november 2013 tussen 01:50 en 09:15 uur uitpeilt op de [adres 14] te Tiel. Dit was ten tijde van het lossen van transport 2. Uit het dossier volgt dat [getuige 4] begin 2014 zelfmoord heeft gepleegd. De computer en het paspoort werden echter nog in februari 2015 aangetroffen in de woning van [Verdachte] , en dan niet in een afgescheiden doos met spullen van [getuige 4] of iets dergelijks, maar gewoon tussen de huisraad c.q. administratie van [Verdachte] . De verdachte zegt over sommige bevindingen weliswaar iets dat ook waar kan zijn, maar vertelt geen verhaal dat het totaalbeeld van het bewijsmateriaal op een andere manier verklaart. Hij zaait daarmee dus geen redelijke twijfel over zijn nauwe betrokkenheid bij alle transporten.
Ten aanzien van feit 2 primair
Aan de verdachte wordt verweten dat hij samen met een ander of anderen geldbedragen ter hoogte van ongeveer 270.000 euro, 130.000 euro en 40.000 euro heeft witgewassen.
Geldbedragen van 270.000 euro en 130.000 euro
(Deze bedragen zijn genoemd in de aktes waarin [bedrijf 1] een recht van hypotheek is verleend op de panden van verdachte en zijn echtgenote.)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat uit het procesdossier niet is gebleken dat de verdachte en/of zijn medeverdachte(n) op enig moment geldbedragen van 270.000 euro en 130.000 euro voorhanden heeft gehad. Reeds om deze reden zal de rechtbank de verdachte ter zake van beide geldbedragen vrijspreken.
Geldbedrag van 40.000 euro
Tijdens de doorzoeking op 24 februari 2015 van de woning aan de [adres 3] te Veghel , zijnde de echtelijke woning van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] , is in een plastic tas [medeverdachte 1] een matras een geldbedrag van 40.000 euro in contanten aangetroffen en inbeslaggenomen.
Op grond daarvan is er een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 26 februari 2015 bij de politie over de herkomst van deze 40.000 euro verklaard dat het deels afkomstig is uit een erfenis van haar moeder en deels uit de verkoop van de woning aan de [adres 2] te Eindhoven . Ook de verdachte, zijnde haar echtgenoot, heeft op 9 maart 2015 al bij de politie verklaard dat dit geldbedrag aan medeverdachte [medeverdachte 2] toebehoorde en afkomstig was uit de verkoop van het appartement van haar overleden ouders in Polen. De verdachte heeft ter terechtzitting bij deze verklaring gepersisteerd.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] van meet af aan een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring hebben gegeven waaruit volgt dat het geldbedrag niet van misdrijf afkomstig is en dat het Openbaar Ministerie nader onderzoek naar die verklaring had kunnen verrichten. Echter, nu dit onderzoek achterwege is gebleven, houdt de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat het ten laste gelegde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is geen stand. Dit betekent dat niet is bewezen dat de verdachte het geldbedrag van 40.000 euro heeft witgewassen, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Conclusie
Alles overwegende zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van feit 1 primair.
Ten aanzien van feit 2 subsidiair
Uit het procesdossier volgt dat de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 18 april 2012 , een tweede recht van hypotheek op het pand aan de [adres 2] te Eindhoven (ten bedrage van 182.000 euro) en de [adres 3] te Veghel (ten bedrage van 378.000 euro) hebben verleend aan [bedrijf 1] tot zekerheid voor de betaling van (toekomstige) vorderingen.
De rechtbank stelt vast dat in de notariële aktes niet is vermeld dat [bedrijf 1] op enig moment gelden heeft verstrekt aan de verdachte en [medeverdachte 2] . Er staat enkel vermeld dat de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] een tweede recht van hypotheek verlenen aan [bedrijf 1] ‘tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen [ [bedrijf 1] ] blijkens haar administratie van [de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] ] te vorderen heeft of mocht hebben, uit hoofde van verstrekte en/of alsnog te verstrekken geldleningen […] dan wel uit welken andere hoofde ook’. Een recht van hypotheek ontstaat op het tijdstip van inschrijving, ook als dit recht wordt gevestigd voor een toekomstige vordering. De hypotheekakte hoeft dan nog geen aanduiding van die vordering te bevatten, maar slecht een aanduiding van de feiten aan de hand waarvan die vordering zal kunnen worden bepaald. De inhoud van de notariële akte is derhalve niet strijdig met de waarheid en de rechtbank stelt vast dat daarin dus geen valse opgave is gedaan. Dat een en ander in het vat is gegoten teneinde verhaal door andere schuldeisers te bemoeilijken, zoals verdachte heeft verklaard, doet daar niet aan af.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank reeds om deze reden de verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde feit 2 subsidiair.
Ten aanzien van feit 3
Ten behoeve van een hypotheekaanvraag voor de aankoop van het onroerend gelegen aan de [adres 3] te Veghel zijn namens de verdachte en diens echtgenote en medeverdachte [medeverdachte 2] een werkgeversverklaring en een salarisspecificatie overgelegd. In deze werkgeversverklaring staat vermeld dat de verdachte in 2011 een bruto jaarsalaris vermeld van € 69.336,- en in de salarisspecificatie staat vermeld dat hij in september 2011 een bruto maandloon had van € 5.350,- (netto € 3.350,66).
Uit het procesdossier volgt dat het netto maandloon van verdachte vóór september 2011 en ná oktober 2011 beduidend lager waren dan in de salarisspecificaties staan vermeld.. Deze omstandigheden rechtvaardigen de verdenking dat gebruik is gemaakt van valse stukken om een hypothecaire geldlening te verkrijgen.
De verdachte heeft ter terechtzitting evenwel verklaard dat de salarisspecificatie en de werkgeversverklaring door de boekhouder [getuige 18] naar waarheid zijn opgemaakt en namens de verdachte en zijn echtgenote zijn ingediend bij de SNS Bank. Ten tijde van het opmaken van deze documenten ontving de verdachte verdiensten uit het restaurant [bedrijf 10] in Arnhem. De verdachte heeft verklaard dat zijn verdiensten gedurende de aanloopfase van de restaurant gestaag toenamen. Na oktober 2011 werden zijn verdiensten opeens beduidend minder omdat het restaurant onvoorzien en noodgedwongen verkocht moest worden.
Nu de verdachte een alternatief scenario heeft geschetst dat niet op voorhand hoogst onaannemelijk is en dit scenario ook past binnen de voorhanden zijnde stukken uit het procesdossier, acht de rechtbank deze verklaring niet onaannemelijk.
Om deze reden is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de werkgeversverklaring en de salarisspecificaties vals waren. De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde feit 3.
Ten aanzien van feit 4: [95]
De rechtbank acht feit 4 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 15 november 2022; [96]
- het relaas-proces-verbaal inzake het aantreffen van de hennepkwekerij met 424 hennepplanten. [97]
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het bestanddeel ‘medeplegen’ nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer andere personen 424 hennepplanten heeft geteeld.
Tevens is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte dit feit heeft gepleegd in de uitoefening van beroep of bedrijf, zodat de rechtbank de verdachte ook ten aanzien van dit bestanddeel zal vrijspreken.
Ten aanzien van feit 5: [98]
De rechtbank acht feit 5 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 15 november 2022; [99]
- de aangifte namens Enexis B.V. inzake diefstal van energie; [100]
- het relaas-proces-verbaal inzake het verbreken van de verzegeling van de elektriciteitsmeter. [101]
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het bestanddeel ‘medeplegen’ nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer andere personen energie van Enexis B.V. heeft gestolen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
op 23 januari 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2 x 612 (totaal 1224) kilogram heroïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 februari 2015 te Veghel opzettelijk
een grote hoeveelheid van 424 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, heeft geteeld;
5.
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 februari 2015 te Veghel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een hoeveelheid energie, toebehorende aan Enexis B.V., heeft weggenomen;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
T.a.v. feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het betreft een grote hoeveelheid
T.a.v. feit 5:
diefstal
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 jaar en 6 maanden met aftrek van de duur van het voorarrest en een geldboete van 40.000 euro, subsidiair 235 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft bij de formulering van haar strafeis rekening gehouden met de ernst van de door de verdachte gepleegde feiten, de zeer grote hoeveelheden geïmporteerde heroïne en de sturende rol van de verdachte bij de gepleegde feiten enerzijds, maar ook met de forse overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 van het EVRM anderzijds.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er sprake is van een forse overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM. Dit tijdsverloop is niet aan de verdachte of de verdediging te wijten. Deze overschrijding dient in aanzienlijke mate te worden verdisconteerd in de strafmaat. De raadsman is van mening dat aan de verdachte een milde straf dient te worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het importeren in Nederland van een zeer grote hoeveelheid heroïne, te weten 1224 kilogram, verborgen in twee vrachtwagens tussen een deklading tomatenpuree. Door heroïne te importeren heeft de verdachte bijgedragen aan het ontstaan en in stand houden van drugsafhankelijkheid bij een zeer kwetsbare groep, waardoor de gezondheid van deze groep in gevaar is gebracht. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat drugsgebruik leidt tot (vermogens)criminaliteit. Dit veroorzaakt veel schade en onrust in de samenleving. De verdachte heeft tevens 424 hennepplanten in zijn woning geteeld en heeft elektriciteit van Enexis gestolen. Hierbij heeft de verdachte zich enkel laten leiden door geldelijk gewin.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde import van heroïne dient in verband met een juiste normhandhaving een gevangenisstraf opgelegd te worden.
De rechtbank zoekt voor de straftoemeting ter zake van het Opiumwetdelict aansluiting bij de oriëntatiepunten van het LOVS betreffende de invoer en uitvoer van harddrugs in georganiseerd verband. Hieruit volgt dat voor de import van een hoeveelheid van ‘slechts’ 20 kilogram harddrugs als uitgangspunt een gevangenisstraf geldt van 6 jaar. In dit geval was er evenwel sprake van import van 1224 kilogram heroïne. Om deze reden acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van in beginsel 8 jarenaangewezen. De rechtbank is van oordeel dat in deze gevangenisstraf tevens de feiten 4 en 5 voldoende zijn verdisconteerd.
Aangezien er sprake is van een forse overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 van het EVRM, zal de rechtbank dientengevolge een korting van 25% toepassen op de strafmaat, wat in dit geval resulteert in een strafkorting van 2 jaar.
Alles overwegende zal de rechtbank aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van 6 jaren. De rechtbank acht het niet opportuun om aan de verdachte, zoals door de officier van justitie is geëist, tevens een geldboete op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

De rechtbank zal de teruggave gelasten van het inbeslaggenomen geldbedrag van 40.000 euro aan de rechthebbende, zijnde medeverdachte [medeverdachte 2] .

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte integraal vrij van de tenlastegelegde feiten 2 en 3;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 4 en 5 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak
Beslag
- gelast de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van 40.000 euro aan de rechthebbende, zijnde medeverdachte [medeverdachte 2] ;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. L. Feuth en
mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 februari 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging (na wijziging)
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
(Zaaksdossier ' [naam 1] ')
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 augustus
2013 tot en met 23 januari 2014 te Venlo en/of Eindhoven en/of Tiel en/of
Berghem , gemeente Oss, en/of Veghel en/of Schijndel en/of Breda en/of
Nijmegen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht
en/of heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- op of omstreeks 7 augustus 2013
een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en/of een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende (een)
(ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
en/of
- op of omstreeks 14 november 2013
een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en/of een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende (een)
(ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
en/of
- op of omstreeks 18 november 2013
een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en/of een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende (een)
(ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
en/of
- op om omstreeks 17 januari 2014
een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en/of een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende (een)
(ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
en/of
- op of omstreeks 23 januari 2014
ongeveer 2x 612 (totaal 1224) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende heroïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I;
art 2 ahf/ond A Opiumwet
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 2 ahf/ond C Opiumwet
en/of
(Zaaksdossier ' [naam 1] ')
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2013
en met 23 januari 2014 te Venlo en/of Eindhoven en/of Tiel en/of Berghem ,
gemeente Oss, en/of Veghel en/of Schijndel en/of Breda en/of Nijmegen, althans
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens)
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van
de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken,
vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van
een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en/of een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende (een)
(ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te
plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij
behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
te verschaffen, en/of
- zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft trachten te
verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij verdachte en/of zijn
mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij
bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) tezamen en in
vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk:
- ( telkens) één of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) heroïne verborgen of laten
verbergen in een deklading, te weten (een) partij(en) (met blikken)
tomatenpuree, en/of
- ( telkens) zorg gedragen voor het vervoer van (voornoemde) vracht(en) met
blikken tomatenpuree met de daarin verborgen (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) heroïne
vanuit Iran naar Nederland, en/of
- ( telkens) één of meer (sms-)bericht(en) verstuurd en/of ontvangen met
betrekking tot het importeren en/of vervoeren van (een) hoeve(e)lhe(i)d(en)
heroïne en/of (de) vracht(en) tomatenpuree waarin die heroïne was verborgen
en/of
- ( telkens) (telefonisch) contact onderhouden met en/of instructies en/of
inlichtingen gegeven aan de chauffeur(s) van de vrachtwagen(s) waarmee
(voornoemde) partij(en) (met blikken) tomatenpuree met daarin verborgen
(een) hoeve(e)lhe(i)d(en) heroïne werd(en) vervoerd en/of
- ( telkens) één of meerdere telefoongesprek(ken) gevoerd en/of één of meer
sms-berichten(en) verstuurd en/of ontvangen met betrekking tot (het tijdstip
en/of de locatie voor) het afleveren en/of het uitladen van (een)
hoeve(e)lhe(i)d(en) heroïne en/of de vracht(en) tomatenpuree waarin die
heroïne was verborgen en/of
- ( telkens) een loods gehuurd of laten huren waarin voornoemde partij(en) (met
blikken) tomatenpuree (al dan niet met daarin verborgen (een)
hoeve(e)lhe(i)d(en) heroïne) werd(en) opgeslagen;
art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet
art 10a lid 1 ahf/sub 2 alinea Opiumwet
art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 4 Opiumwet
art 10 lid 5 Opiumwet
2.
(Zaaksdossier ' [naam 11] ')
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 april 2012
tot en met 24 februari 2015, te Veghel en/of Almere, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) van één of meer
voorwerp(en), te weten één of meer geldbedrag(en),
waaronder (een) geldbedrag(en) van ongeveer EUR 270.000,- en/of EUR 130.000,-
en/of EUR 40.000,-,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing verborgen en/of verhuld,
en/of heeft hij verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemde
geldbedrag(en) was of wie bovenomschreven geldbedrag(en) voorhanden had,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden,
dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren
uit enig misdrijf;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2012 tot en met 19 april 2012 te
Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in (een) authentieke akte(n), te weten (een) notariële akte(n), betreffende
(een) hypotheekakte(n), opgesteld door notaris Maarten Johan Prinsze,
gevestigd te Almere
valse opgave(n) heeft doen opnemen aangaande (een) feit(en) van welks waarheid
de akte(n) moet(en) doen blijken, te weten
dat tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen [bedrijf 1]
blijkens haar administratie van hem, verdachte, en/of zijn mededader, [medeverdachte 2]
, te vorderen heeft of mocht hebben, uit hoofde van verstrekte en/of
alsnog te verstrekken geldleningen, verleende en/of alsnog te verlenen
kredieten al dan niet in rekening-courant, tegenwoordige en/of toekomstige
borgstellingen, dan wel uit welken andere hoofde ook tot en ten bedrage van
EUR 130.000,00 (eenhonderddertigduizend), te vermeerderen met renten en
kosten, welke renten en kosten worden begroot op EUR 52.000,00
(tweeënvijftigduizend), zijnde veertig procent (40%) van vermeld bedrag,
derhalve tot een totaalbedrag van EURO 182.000,00
(eenhonderdtweeëntachtigduizend),
ten behoeve van [bedrijf 1] recht van tweede hypotheek wordt verleend
op het hierna te omschrijven registergoed:
- het woonhuis met berging, carport, ondergrond, erf, tuin en verdere aan- en
toebehoren, plaatselijk bekend te [adres 2] , kadastraal
bekend gemeente Woensel, sectie W nummer [nummer 10] , groot twee are en vijfentachtig
centiare (2.85 are)
en/of
dat tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen [bedrijf 1]
blijkens haar administratie van hem, verdachte, en/of zijn mededader, [medeverdachte 2]
, te vorderen heeft of mocht hebben, uit hoofde van verstrekte en/of
alsnog te verstrekken geldleningen, verleende en/of alsnog te verlenen
kredieten al dan niet in rekening-courant, tegenwoordige en/of toekomstige
borgstellingen, dan wel uit welken andere hoofde ook tot en ten bedrage van
EUR 270.000 (tweehonderdzeventigduizend), te vermeerderen met renten en
kosten, welke renten en kosten worden begroot op EUR 108.000,00
(eenhonderdachtduizend), zijnde veertig procent (40%) van vermeld bedrag,
derhalve tot een totaalbedrag van EUR 378.000,00
(driehonderdachtenzeventigduizend),
ten behoeve van [bedrijf 1] recht van tweede hypotheek wordt verleend
op het hierna te omschrijven registergoed:
- het woonhuis met erf, ondergrond, tuin, garage en verdere aanhorigheden,
plaatselijk bekend [adres 1] , kadastraal bekend gemeente
Veghel, sectie P nummer [nummer 11] , groot twee hectare drieënvijftig are vijf
centiare (2ha 53a 5 ca)
met het oogmerk om die akte(n) te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
als ware zijn/hun opgave(n) in overeenstemming met de waarheid;
3.
(Zaaksdossier ' [naam 11] ')
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2011 tot en met 28 oktober 2011
te Eindhoven en/of Arnhem en/of Veldhoven en/of Utrecht en/of (elders) in
Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e)
werkgeversverklaring en/of salarisspecificatie - zijnde (een) geschrift(en)
dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware
dat/die geschrift(en) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin
dat verdachte en/of zijn mededader voornoemde werkgeversverklaring en/of
salarisspecificatie in het kader van (de acceptatie van) een
hypotheekaanvraag/-verstrekking (een geldlening van EUR 460.000 voor het
( onder )pand [adres 3] te Veghel ) heeft geleverd en/of toegezonden aan (een)
tussenperso(o)n(en), zijnde (een) medewerker(s) van Hypotheek Visie Veldhoven,
en/of heeft geleverd en/of toegezonden of - middels voormelde
tussenperso(o)n(en) - laten leveren en/of toezenden aan
hypotheek-/geldverstrekker SNS bank N.V. handelend onder de naam [naam 12]
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
- genoemde werkgeversverklaring valselijk en/of in strijd met de waarheid
vermeld dat [Verdachte] een bruto jaarinkomen heeft van EUR 69.336,00
inclusief vakantiegeld van EUR 5.136,00 en/of
- genoemde salarisspecificatie valselijk en/of in strijd met de waarheid
vermeld dat [Verdachte] een bruto maandinkomen heeft van EUR 5.350,00/ netto
EUR 3.350,66;
4.
(01/860051-17)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015
tot en met 24 februari 2015 te Veghel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens)
in de uitoefening van een beroep of bedrijf
opzettelijk
een (grote) hoeveelheid (van ongeveer 424) hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet,
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
5.
(01/860051-17)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015
tot en met 24 februari 2015 te Veghel,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan
hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)
heeft weggenomen;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal Meadowhawk, zaaksdossier [naam 1] , transport 5 en 6, van politie Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, onderzoeksnummer 2610461Z , gesloten d.d. 25 juli 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 157 en de bijlagen doorgenummerd van pagina 1 tot en met 1054, alsmede de niet genummerde bescheiden.
2.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2014, p. 4 en 5.
3.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevinding d.d. 23 januari 2014, p. 8
4.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2014, p. 92 tot en met 94.
5.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 januari 2014, p. 107 tot en met 110.
6.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal Sporenonderzoek d.d. 3 februari 2014, p. 11 tot en met 13.
7.Zaaksdossier [naam 1] , Rapport NFI inzake identificatieonderzoek en gehaltebepaling van veel voorkomende drugs d.d. 7 april 2014, p. 343 tot en met 346.
8.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 5 maart 2014, p. 226 en 239.
9.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 14 maart 2014, p. 240 tot en met 242.
10.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal Zaaksdossier [naam 1] d.d. 25 juli 2016, p. 23.
11.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verhoor verdachte [getuige 3] d.d. 23 januari 2014, p. 496 tot en met 501.
12.Zaaksdossier [naam 1] , Aanvraag bevel onderzoek van telecommunicatie (tap) ex art. 126m en 126n Sv d.d. 23 januari 2014, p. 191 tot en met 195;
13.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal Zaaksdossier [naam 1] d.d. 25 juli 2016, p. 16.
14.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verhoor verdachte [getuige 3] d.d. 23 januari 2014, p. 496 tot en met 501.
15.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verhoor verdachte [getuige 3] d.d. 25 januari 2014, p. 503 tot en met 510.
16.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verhoor verdachte [getuige 3] d.d. 26 januari 2014,p. 547 tot en met 555.
17.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal verhoor verdachte [getuige 2] d.d. 24 januari 2914, p. 530 tot en met 533.
18.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal nr: [nummer 13] d.d. 28 januari 2014, p. 255, 256 en 310.
19.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 januari 2014, p. 124 tot en met 127.
20.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2014, p. 347 tot en met 349.
21.Zaaksdossier [naam 1] , transport 4, p 14-20.
22.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 24 februari 2015, p. 760 tot en met 768.
23.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen verkregen historische mobiele telefoongegevens d.d. 8 januari 2015, p. 377 tot en met 379
24.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen diverse gegevens d.d. 30 januari 2015, p. 477 tot en met 495.
25.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal OIG onderzoek back-up timeline d.d. 3 april 2015, p. 631 tot en met 647.
26.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal OIG onderzoek back-up images (2) d.d. 3 april 2015, p. 651 en 652.
27.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal onderzoek data d.d. 24 april 2015, p. 688 en 689.
28.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal van bevindingen aangetroffen e-mailberichten op computer van verdachte [Verdachte] d.d. 22 april 2015, p. 684 en 685.
29.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal Meadowhawk, zaaksdossier Tomatenpuree Transport 1 d.d. 7 augustus 2013, van politie Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, onderzoeksnummer 2610461Z , gesloten d.d. 4 november, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 27 en de bijlagen doorgenummerd van pagina 1 tot en met 559, alsmede de niet genummerde bescheiden, of
30.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 7 augustus 2013, d.d. 4 november, p. 5.
31.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 7 augustus 2013, d.d. 4 november, p. 6 en 7.
32.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 14 november 2013, d.d. 20 augustus 2015, p. 6.
33.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 3 d.d. 18 november 2013, d.d. 10 september 2015, p. 6 en 7.
34.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 3 d.d. 18 november 2013, d.d. 10 september 2015, p. 7.
35.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 6 en 7;
36.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 7 en 8.
37.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 april 2015, p. 48.
38.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 14 november 2013, d.d. 20 augustus 2015, p. 9.
39.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 3 d.d. 18 november 2013, d.d. 10 september 2015, p. 9.
40.Zaaksdossier transport 2, Uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 23 september 2014, p. 220 – 224.
41.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 8] d.d. 17 maart 2015, p. 339 tot en met 341.
42.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 10] d.d. 13 januari 2015, p. 49 tot en met 52;
43.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 10] d.d. 13 januari 2015, p. 62 tot en met 65.
44.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 4 november 2014, pagina 46 tot en met 48.
45.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 3 d.d. 18 november 2013, d.d. 10 september 2015, p. 9.
46.Zaaksdossier transport 4, , Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 9.
47.Zaaksdossier transport 1, Online inzake uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 13 februari 2014, p. 198.
48.Zaaksdossier transport 2, Online inzage uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 17 juli 2015, p. 233
49..
50.Zaaksdossier 1, Online inzake uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 17 juli 2015, p. 217 tot en met 219.
51.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 11 en 12.
52.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 11.
53.Zaaksdossier transport 2, Online inzage uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 14 februari 2014, p. 225.
54.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal onderzoek inbeslaggenomen goed d.d. 17 maart 2015, p. 245.
55.Zaaksdossier transport 1, Uittreksel van de Kamer van Koophandel d.d. 17 maart 2013, p. 182 en 183.
56.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking historische gegevens ex art. 126nd, 1e lid, Sv d.d. 19 februari 2014 met bijlagen, p. 22;
57.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking historische gegevens ex art. 126nd, 1e lid, Sv d.d. 19 februari 2014 met bijlagen, p. 9.
58.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking historische gegevens ex art. 126nd, 1e lid, Sv d.d. 19 februari 2014 met bijlagen, p. 16.
59.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking historische gegevens ex art. 126nd, 1e lid, Sv d.d. 19 februari 2014 met bijlagen, p. 12.
60.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 14 november 2013, d.d. 20 augustus 2015, p. 14.
61.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal onderzoek data d.d. 24 april 2015, pagina 283 en 284 en bijgesloten e-mailberichten op pagina’s 307 en 309.
62.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 14 november 2013, d.d. 20 augustus 2015, p. 22.
63.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal onderzoek data d.d. 24 april 2015, pagina 283 en 284 en bijgesloten e-mailberichten op pagina’s 295 en 320.
64.Zaaksdossier transport 2, proces-verbaal verhoor getuige [getuige 13] d.d. 3 april 2014, p. 327 tot en met 332.
65.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 14 november 2013, d.d. 20 augustus 2015, p. 14.
66.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 14 november 2013, d.d. 20 augustus 2015, p. 15.
67.Zaaksdossier 1, Online inzake uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 13 mei 2014, p. 220.
68.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 14 maart 2014, p. 28 tot en met 30.
69.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 14 maart 2014, p. 28 tot en met 30.
70.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 14] d.d. 24 maart 2015, p. 217 tot en met 219.
71.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting d.d. 9 januari 2023.
72.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal van bevindingen diverse gegeven d.d. 30 januari 2015, p. 222 tot en met 227.
73.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal van bevindingen diverse gegeven d.d. 30 januari 2015, p. 222 tot en met 227.
74.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal OIG onderzoek back-up timeline d.d. 10 april 2015, p. 193 en 200;
75.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen diverse gegevens d.d. 30 januari 2015, p. 253 tot en met 271.
76.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen diverse gegeven d.d. 30 januari 2015, p. 219 tot en met 234.
77.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 16] d.d. 8 april 2015, p. 504 tot en met 507.
78.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van bevindingen vergelijking partijen tomatenpuree d.d. 15 juli 2014, p. 520 tot en met 523.
79.Zaaksdossier transport 1, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 2 d.d. 7 augustus 2013, d.d. 4 november, p. 9.
80.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 3 d.d. 18 november 2013, d.d. 10 september 2015, p. 10.
81.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 10.
82.Zaaksdossier transport 1, Huurovereenkomst, p. 177 tot en met 183.
83.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 17] d.d. 3 april 2014, p. 177 tot en met 182.
84.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 17] d.d. 7 april 2014, p. 190 en 191.
85.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal Zaaksdossier [naam 1] d.d. 25 juli 2016, p. 93;
86.Zaaksdossier [naam 1] , Proces-verbaal Zaaksdossier [naam 1] d.d. 25 juli 2016, p. 94;
87.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen diverse gegevens d.d. 30 januari 2015, p. 254 tot en met 269.
88.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 24.
89.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen ontvangst administratieve stukken [bedrijf 16] d.d. 9 maart 2015, p. 635 en 636.
90.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 24.
91.Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 5 maart 2014, p. 28 tot en met 31.
92.Zaaksdossier transport 4, Proces-verbaal van bevindingen Tomatenpuree Transport 4 d.d. 17 januari 2014, d.d. 24 november 2015, p. 16.
93.Zaaksdossier transport 3, Proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 4] , d.d. 3 augustus 2015, p. 451 en 452.
94.Zaaksdossier transport 2, Proces-verbaal OIG onderzoek back-up contacts d.d. 3 april 2015, p. 501,
95.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Oost-Brabant, District ’s-Hertogenbosch, Basisteam Maas en Leijgraaf, proces-verbaalnummer [nummer 14] , gesloten d.d. 13 juli 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 145.
96.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 15 november 2022.
97.Proces-verbaal van relaas onderzoek d.d. 13 juli 2015, pagina 9 tot en met 16.
98.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Oost-Brabant, District ’s-Hertogenbosch, Basisteam Maas en Leijgraaf, proces-verbaalnummer [nummer 14] , gesloten d.d. 13 juli 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 145.
99.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 15 november 2022.
100.Aangifte door [naam 13] namens Enexis B.V. d.d. 3 juli 2015, pagina 57 tot en met 59.
101.Proces-verbaal van relaas onderzoek d.d. 13 juli 2015, pagina 13.