3.3Het oordeel van de rechtbank
De verdenking bestaat uit acht incidenten die hebben plaatsgevonden in de periode van 30 december 2021 tot en met 2 februari 2022 in de omgeving van Roermond.
Inleiding
Op 2 februari 2022 omstreeks 02.04 uur ontving de politie een melding dat drie personen probeerden in te breken in een woning aan de [adres 5] te Roermond. De melding kwam van de bewoner van de naastgelegen woning. Hij herkende via zijn bewakingscamera de drie bovendien als dezelfde drie personen die eerder in zijn woning (31 januari 2022) en auto (23 januari 2022)hadden ingebroken. De surveillance die ter plaatse kwam, trof drie mannen aan die aan de signalementen voldeden. Verdachte werd samen met twee medeverdachten aangehouden. Op onder andere de kamer van verdachte vond de politie verschillende goederen die van diefstal afkomstig bleken. Nader onderzoek leidde uiteindelijk tot de verdenkingen van diverse vermogensdelicten.
Omwille van de duidelijkheid zal de rechtbank de feiten in chronologische volgorde bespreken.
De periode van 30 december 2021 tot en met 7 januari 2022
De woninginbraak aan de [adres 2] in Baexem (feit 1, dagvaarding 03/154334-22)
Aan de verdachte is primair ten laste gelegd dat hij betrokken is geweest bij deze woning-inbraak. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt. Zij is met de raadsman van oordeel dat de verklaring die medeverdachte [medeverdachte 1] ter terechtzitting heeft afgelegd over de betrokkenheid van verdachte niet kan gelden als een getuigenverklaring in de zaak van verdachte. Daartoe overweegt de rechtbank dat [medeverdachte 1] ter zitting van 29 november 2022 allereerst een verklaring heeft afgelegd in zijn eigen zaak. Vervolgens is hij op verzoek van de officier van justitie gehoord als getuige in de zaak van de verdachte. Daarbij heeft [medeverdachte 1] echter uitdrukkelijk aangegeven dat hij zich als getuige in de zaak van een medeverdachte op zijn verschoningsrecht zou beroepen. Dat hij desondanks – naar het oordeel van de rechtbank in de veronderstelling dat hij (weer) in zijn eigen zaak verklaarde – enkele vragen van de officier van justitie en raadsman wel heeft beantwoord, maakt dat niet anders. Immers was ondubbelzinnig duidelijk dat [medeverdachte 1] zich als getuige op zijn verschoningsrecht wilde beroepen. De rechtbank zal deze verklaring dan ook niet meenemen in de zaak tegen de verdachte. Om die reden komt de rechtbank niet toe aan bespreking van het er zitting gedane voorwaardelijke verzoek van de raadsman, nu de voorwaarde waaronder dat verzoek werd gedaan niet is vervuld.
Dan resteert de onder verdachte aangetroffen telefoon van het merk Huawei diewerd weggenomen bij de woninginbraak aan de [adres 2] te Beaxem en die verdachte sinds 7 januari 2022 in gebruik heeft. Het voorhanden hebben van deze telefoon is naar het oordeel van de rechtbank r onvoldoende om betrokkenheid bij de diefstal vast te stellen. Immers heeft de verdachte verklaard dat hij deze telefoon heeft gekocht van zijn kamergenoot (medeverdachte [medeverdachte 1] ), hetgeen de rechtbank ook geloofwaardig acht aangezien de verdachte op dezelfde dag dat hij de telefoon in gebruik heeft genomen ook pas in het AZC is aangekomen.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte betrokken is geweest bij de woninginbraak aan de [adres 2] en dient hij te worden vrijgesproken van het onder feit 1 primair ten laste gelegde in de zaak 03/154334-22.
Subsidiair is aan de verdachte de heling van enkele bij deze woninginbraak weggenomen en specifiek benoemde goederen ten laste gelegd. Een deel van deze goederen is aangetroffen onder de slaapplaats van medeverdachte [medeverdachte 1] , de kamergenoot van de verdachte. Omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zich bewust is geweest van de aanwezigheid van deze goederen in de kamer kan niet worden bewezen dat hij deze voorhanden heeft gehad. De verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van de onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde heling in de zaak 03/154334-22.
De auto-inbraak in de Volvo V60 (feit 2, dagvaarding 03/154334-22)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt voor zowel verdachte’s betrokkenheid bij de auto-inbraak als het verwerven, overdragen of voorhanden hebben van de bij die inbraak gestolen goederen.
De verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van het onder feit 2 primair en subsidiair ten laste gelegde in de zaak 03/154334-22.
23 januari 2022 te Roermond
Op de camerabeelden van de gemeentelijke camera’s in het centrum van Roermond is te zien dat er op 23 januari 2022 om 02.28 uur drie personen uit de richting van Horn kwamen gefietst.Zij fietsten door de fietstunnel in de richting van het Centrum van Roermond en verdwenen uit beeld.
Verdachteen medeverdachte H. [medeverdachte 2]hebben zichzelf herkend op deze beelden en wijzen de derde man aan als medeverdachte [medeverdachte 1] .
De poging tot auto-inbraak in de Volkswagen T-Roc om 02.55 uur te Roermond (feit 4, dagvaarding 03-029416-22)
[naam 1]deed aangifte van vernieling van de autoruit van het rechter achterportier van zijn auto, een Volkswagen T-Roc met kenteken [kenteken 1] , gepleegd tussen 22 januari 2022 te 11.00 uur en 23 januari 2022 te 17.15 uur op de [adres 3] te Roermond.
Op de camerabeeldenvan de gemeentelijke camera’s op de [adres 3] te Roermond is te zien dat op 23 januari 2022 omstreeks 02.55 uur drie personen zich op de [adres 3] te Roermond bevinden en aan het portier van diverse voertuigen voelen. Tevens is te zien dat verdachte 3 zijn fiets voor de auto met het kenteken [kenteken 1] zet. Ook verdachte 1 zet zijn fiets voor deze auto. Verdachte 3 doet zijn capuchon op en gaat aan de rechterzijde naast de auto staan. Hij kijkt naar binnen terwijl hij met zijn linkerhand aan de handgreep van een portier voelt. Verdachte 1 gaat naast verdachte 3 aan de rechterzijde van de auto staan en kijkt naar binnen. Verdachte 2 staat op de weg en kijkt in de omgeving rond. Vervolgens zet hij zijn fiets voor de auto en gaat bij verdachte 1 en 3 staan. Verdachte 3 gaat meer richting de achterzijde aan de zijkant van de auto staan en trekt zwarte handschoenen aan. Verdachte 1 doet zijn capuchon op. Verdachte 3 gaat met de linker zijkant van zijn lichaam tegen de auto aan staan en bukt zich een beetje voorover. Vervolgens gaan de alarmlichten van de auto aan en rennen alle verdachten richting hun fietsen en fietsen snel weg in de richting van Leeuwen.
Medeverdachte [medeverdachte 2]heeft zichzelf en zijn twee vrienden herkend op de betreffende camerabeelden. Hij heeft tevens verklaard dat de Algerijnse jongen de ruit heeft stuk gemaakt en de tweede jongen [verdachte] betreft.
De verdachteheeft verklaard dat zij de auto hebben opengebroken en zijn vrienden het raampje kapot hebben gemaakt.
De auto-inbraak in de Ford Mustang om 03.03 uur (feit 3, dagvaarding 03/029416-22)
[naam 2] deed, namens [bedrijf 1] , aangiftevan diefstal uit zijn auto, een Ford Mustang Mach-E met het kenteken met kenteken [kenteken 2] , gepleegd op 23 januari 2022 om 3.05 uur Uit het voertuig werden diverse goederen gestolen, te weten:
- een (sport)tas en
- een trisuit van het merk Ale Cycling en
- een bidon/drinkfles en
- een (smart)horloge en
- een of meerdere paar sportschoenen en
- een jas van het merk Dryrobe.
De verdachteheeft bij de politie verklaard dat hij samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de spullen uit deze auto heeft gestolen.
De auto-inbraak in de Peugeot omstreeks 04.45 uur te Roermond (feit 3, dagvaarding 03/154334-22)
[naam 3] deed aangiftevan diefstal uit haar personenauto, een witte Peugeot 107 met kenteken [kenteken 3] , gepleegd tussen 22 januari 2022 te 19:30 uur en 23 januari 2022 omstreeks 04:45 uur vanaf de [straat 1] ter hoogte van huisnummer [huisnummer] te Roermond. De ruit linksachter was ingeslagen. Er werd onder andere een Michael Kors tas weggenomen met daarin een rijbewijs, kentekenbewijs en OV-chipkaart.
Op de camerabeeldenvan de beveiligingscamera van de woning aan de [adres 4] te Roermond van 23 januari 2022 omstreeks 05.35 uur (het camerasysteem liep een uur voor op de daadwerkelijke tijd) zijn twee verdachten te zien die richting de witte auto lopen. Verdachte 1 stopt ter hoogte van de linker zijkant van bovengenoemde witte auto en draait zijn lichaam in de richting van de auto. Vervolgens brengt hij zijn linkerhand in de richting van het bestuurdersportier. Het lijkt erop dat hij een handeling verricht, onduidelijk is wat deze handeling is. Hij bukt zijn bovenlichaam half voorover en kijkt in de auto. Verdachte 3 komt in beeld gelopen aan de overzijde van de [straat 1] . Hij loopt in de richting van verdachte 1 en de witte auto. Verdachte 1 loopt door in de richting van het kruispunt en stopt ter hoogte van de witte auto. Hij draait zijn lichaam richting de auto, bukt zijn bovenlichaam een beetje voorover en kijkt in de auto. Hij schijnt met een zaklamp of de zaklamp van een telefoon in de auto. Verdachte 1 loopt terug naar verdachte 3 en ze kijken samen in de auto. Verdachte 3 schijnt weer met een lampje in de auto. Zij staan enige tijd naast de auto. Verdachte 2 komt vanaf het kruispunt met de [straat 2] in beeld en loopt richting verdachte 1 en verdachte 3. Verdachte 1 en verdachte 2 buigen hun bovenlichaam half voorover en kijken in de auto. Alle drie de verdachten staan enige tijd naast de witte auto op het trottoir. Verdachte 3 loopt vervolgens aan de voorzijde van de auto om de auto heen naar de passagierszijde. Verdachte 2 en verdachte 3 blijven op het trottoir staan. Verdachte 3 maakt een paar keer met zijn lichaam een kleine beweging naar voren. Verdachte 3 buigt zijn bovenlichaam half voorover en opent het passagiersportier. Verdachte 2 loopt aan de achterzijde van de auto om de auto heen naar verdachte 3. Verdachte 3 brengt zijn bovenlichaam in de auto. Verdachte 1 en verdachte 2 lopen weg in de richting van het kruispunt met de [straat 2] . Verdachte 3 komt uit de auto en gooit het passagiersportier dicht. Hij heeft iets donkerkleurigs in zijn handen. Alle drie de verdachten rennen weg. Bovengenoemde signalementen komen overeen met de signalementen genoemd in de processen-verbaal van bevindingen [proces-verbaal nummer] (
De rechtbank voegt toe; dit betreft de poging tot auto-inbraak in de hierboven genoemde Volkswagen T-Roc (feit 4, dagvaarding 03/029438-22)).
De verdachteheeft verklaard dat hij aanwezig was bij deze auto-inbraak. Voorts verklaart hij: ‘We hebben die spullen weggegooid’.
Overwegingen met betrekking tot de auto-inbraken in de nacht van 23 januari 2022
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 23 januari 2022 om 02.28 uur te fiets in het centrum van Roermond aankwam.
In dezelfde nacht werd om 02.55 uur geprobeerd in te breken in de T-Roc van [naam 1] op de [adres 3] en om 03.03 uur werd ingebroken in de Ford Mustang van [naam 2] op de [adres 5] . Tevens werd er om 04.35 uur nog een inbraak gepleegd in de Peugeot van [naam 3] op de [straat 1] te Roermond.
De verdachte heeft bekend dat hij de auto-inbraak op de [adres 5] , de Ford Mustang, heeft gepleegd samen met de twee medeverdachten. Gelet op deze verklaring in combinatie met de aangifte van [naam 2] acht de rechtbank feit 3 primair in de zaak 03/029416-22 wettig en overtuigend bewezen.
Tevens heeft de verdachte erkend dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de Peugeot van [naam 1] heeft opengebroken en het raampje heeft ingeslagen. Daarbij overweegt de rechtbank dat op de camerabeelden te zien is dat de verdachten aan de portieren van verschillende andere auto’s op de [adres 3] te Roermond voelen alvorens zij de autoruit in slaan. Dit in combinatie met het feit dat de verdachten enkele minuten later om 03.03 uur in dezelfde straat een auto-inbraak plegen in de Ford Mustang van [naam 2] , zoals de verdachte heeft bekend, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat de verdachten deze autoruit hebben ingeslagen met de intentie om goederen uit deze auto weg te nemen. De rechtbank acht dan ook de poging tot inbraak in deze auto wettig en overtuigend bewezen (feit 4 primair in de zaak 03/029416-22).
Dezelfde drie personen zijn vervolgens te zien op de camerabeelden van de inbraak in de Peugeot op de [straat 1] om 04.35 uur. Ook bij dit feit erkent de verdachte aanwezig te zijn geweest, maar hij verklaart dat er geen goederen uit de auto zijn meegenomen. Dit laatste acht de rechtbank niet geloofwaardig, aangezien blijkens de aangifte een raam van deze auto werd ingeslagen en een Michael Kors tas met inhoud is weggenomen. Voorts is op de beelden van de inbraak te zien dat alledrie de verdachten zich rondom de betreffende auto bevinden en er in kijken. Eén van hen maakt op enig moment een paar bewegingen, waarna het passagiersportier wordt geopend en iets uit de auto wordt gepakt. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dit feit samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd, waarbij er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering.
De rechtbank acht derhalve ook het in de zaak 03/154334-22 onder 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Diefstal Vespa Si in de nacht van 22 op 23 januari 2022 te Roermond (feit 5, dagvaarding 03/029416-22)
De rechtbank acht het feit 5 primair in de zaak 03/029416-22 wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank op grond van art. 359 lid 3 Sv met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie;
- de aangifte van [naam 4] , mede namens [naam 5] .
31 januari 2022 te Roermond
De woninginbraak aan de [adres 5] te Venlo (feit 2, dagvaarding 03/029416-22)
De rechtbank acht feit 2 primair in de zaak 03/029416-22 wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank op grond van art. 359 lid 3 Sv met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie;
- de aangifte van [naam 2] .
2 februari 2022 te Roermond
De poging diefstal van bromfietsen te Roermond (feit 1, dagvaarding 03/029416-22)
De rechtbank acht feit 1 in de zaak 03/029416-22 wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank op grond van art. 359 lid 3 Sv met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie;
- de aangifte van [naam 6] .