3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Op 29 september 2021 deed [slachtoffer] aangifte van poging doodslag, gepleegd op 27 september 2021 en verklaarde hierover – samengevat weergegeven – het volgende.
Op maandag 27 september 2021 omstreeks 00:30 uur werd ik wakker gebeld door [verdachte] (
de verdachte). Ik hoorde dat hij tegen mij vertelde dat hij al voor mijn woning stond, gelegen aan de [adres] te Heerlen. Ik heb de deur geopend en hij is binnen gekomen. Om 01:30 uur heb ik voorgesteld om te gaan slapen. We zijn toen richting de slaapkamer gegaan. We zijn toen gaan liggen en hij is tegen mij aan komen liggen. Ik ben toen in slaap gevallen. Op een gegeven moment werd ik wakker. Ik voelde dat ik aan mijn rechterarm werd getrokken. Ik zag dat [verdachte] degene was die aan mijn arm trok. Ik vroeg op dat moment of ik aan het snurken was. Ik hoorde dat hij zei "nee". Ik voelde dat [verdachte] mij hierop begon te steken of te snijden. Ik voelde dat er met een scherp voorwerp in mijn nek werd gestoken. Ik vroeg aan [verdachte] wat hij aan het doen was. Daar reageerde [verdachte] niet op. Op dat moment voelde ik geen pijn. Ik weet niet meer wat erna precies gebeurd is, maar ik lag op de grond naast het bed. Hoe ik uit het bed ben gekomen weet ik niet. Ik zag op dat moment alleen maar bloed liggen. Ik dacht dat ik op dat moment dood ging.
Op 5 oktober 2021 is aangeefster lichamelijk onderzocht door een forensisch arts. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een Letselrapportage Forensische Geneeskunde van de GGD Zuid Limburg d.d. 5 oktober 2021. Hierin werd het volgende letsel vastgesteld:
- rechteroor: steekletsel door rechter oorschelp (foto's 2 en 3);
- nek: rechts in de nek zijn meerdere steekverwondingen aanwezig. Tevens verwonding ter hoogte van overgang nek naar rug (foto's 2 en 3);
- hals: zowel links als rechts in de hals is er steekletsel (foto's 1 t/m 5, 7,10 en 11);
- rug: hoog midden in de rug is er steekletsel (foto 14);
- borstkas: zowel links als rechts is boven aan de borstkas steekletsel (foto's 1,7,10, 12 en 13);
- rechterarm: ter hoogte van schouder is er een steekverwonding. Ook steekverwonding aan de strekzijde van de rechter onderarm (foto's 1,6,8,9 en 16);
- linkerarm: steekletsel ter hoogte van strekzijde duimmuis en aan strekzijde elleboog (foto's 15,17,18 en 19);
De linker onderarm inclusief hand is fors gezwollen en beperkt in functie. Er is het vermoeden van peesletsel (foto 16).
Over de ernst van het letsel wordt het volgende gerapporteerd: er is geen levensbedreigend letsel opgetreden, maar met steken op de plekken in de hals/nek wordt wel een onaanvaardbaar risico genomen tot het veroorzaken van lethale verwondingen.
De verwachting is dat er blijvende schade is in de vorm van peesletsels aan de linkerarm en blijvende littekens op alle steekplekken. De gemelde toedracht dat betrokkene slachtoffer is geworden van een steekpartij die in haar eigen woning heeft plaatsgevonden past zeer goed bij het letsel.
In de woning van aangeefster is op 27 september 2021 veel bloed op verschillende plekken aangetroffen, te weten in de douche, op de bank, op het bed en op de naast het bed gelegen radiator.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 29 november 2022 het volgende verklaard.
Het klopt dat ik op 27 september 2021 bij [slachtoffer] ( [slachtoffer] ) thuis was en dat ik haar met een mes heb gestoken. Ik was teleurgesteld en wilde [slachtoffer] iets duidelijk maken over onze relatie en daarom heb ik een mes gepakt. Ik wilde haar duidelijk maken dat haar gedrag anders moest. Het was donker en ik wist niet of [slachtoffer] nog lag te slapen. Ik ben naast haar gaan liggen, ik legde mijn linkerhand op haar rechterschouder. In mijn rechterhand had ik het mes vast. Deze hand hield ik ter hoogte van haar gezicht en hals. [slachtoffer] werd wakker en sloeg mijn arm weg. Ik raakte toen in paniek. Wat daarna gebeurde weet ik niet meer. Gelet op het letsel kan het niet anders zijn dan dat we toen in een worsteling zijn gekomen. Daarna zag ik heel veel bloed.
De verdachte is op 30 september 2021 gehoord door de politie en verklaarde over het moment voorafgaand aan het steken met het mes als volgt:
Op het moment dat ik opstond uit bed, was ik lichtelijk geïrriteerd omdat ik wakker was geworden van de katjes, maar ook omdat ik met die frustratie zat dat ik twee
uur lang een reis gemaakt had naar [slachtoffer] toe om haar te zien. Ik wilde haar gewoon duidelijk maken dat dit anders moest. Ik wist niet goed hoe ik dat moest doen, dus ik dacht: misschien dat ik haar met een mes dan wel het meest laat schrikken in de hoop dat het voor haar dan echt duidelijk is van: oh hij is hier echt klaar mee. Ik heb uit de keuken een mes gepakt en ben terug naar de slaapkamer gegaan.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van voornoemde bewijsmiddelen vast dat de verdachte aangeefster meerdere keren met een mes heeft gestoken op meerdere plekken in het lichaam, te weten in het rechteroor, de nek, overgang nek naar rug, de hals, de rug, de borstkas, de rechterarm en de linkerarm. Vervolgens is de vraag aan de orde of deze door de verdachte verrichte geweldshandelingen kunnen worden gekwalificeerd als de primair ten laste gelegde poging tot doodslag.
Opzet op de dood?
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte aangeefster met opzet heeft gestoken, en indien dat het geval is, waar verdachtes opzet op was gericht.
De verdachte heeft verklaard dat hij voorafgaand aan het steken geïrriteerd en teleurgesteld was. Hij wilde aangeefster zijn gevoelens duidelijk maken, en zette dit kracht bij door een mes te pakken en aangeefster met een mes te benaderen. Hij ging naast haar liggen terwijl aangeefster sliep, hield het mes in zijn rechterhand, ter hoogte van het gezicht/de hals van aangeefster en maakte aangeefster toen wakker door met zijn linker hand aan haar arm te trekken. Vervolgens heeft de verdachte aangeefster meermaals met het mes gestoken. Uit de letselrapportage leidt de rechtbank af dat de verdachte aangeefster minimaal 12 keer heeft gestoken, waaronder in de nek, de hals, de borstkas en de bovenrug. Blijkens de letselrapportage en de foto’s van het letsel, moet de verdachte met kracht hebben gestoken, nu de verwondingen van aangeefster op vele plekken op haar lichaam middels hechtingen zijn gedicht. Dit duidt niet op oppervlakkige verwondingen. Ook heeft aangeefster veel bloed verloren. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet anders worden opgevat dan als handelingen gericht op het doden van aangeefster. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat het een feit van algemene bekendheid is dat zich in de nek, de hals en het bovenlichaam vitale organen bevinden, waaronder diverse slagaders, die hadden kunnen worden geraakt. Wanneer deze organen door een messteek worden geraakt, kan dit leiden tot de dood. De omstandigheid dat de verdachte aangeefster veelvuldig, verspreid over het lichaam en ongecontroleerd met het mes heeft gestoken, heeft voornoemd risico op fatale gevolgen bovendien vergroot. De verdachte had dan ook vol opzet op het doden van aangeefster.
De verdachte heeft verklaard dat er sprake is geweest van een worsteling en dat hij aangeefster tijdens deze worsteling met het mes heeft geraakt, waardoor zij letsel opliep. De rechtbank schuift dit alternatieve scenario als ongeloofwaardig terzijde, gelet op het volgende. Aangeefster heeft verklaard dat er geen worsteling heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft geen aanleiding om aan deze verklaring te twijfelen. Bovendien heeft de verdachte ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat het slechts een aanname van hem is dat er een worsteling heeft plaatsgevonden. Hij weet dit dus niet zeker. Voorts past het aan aangeefster toegebrachte letsel niet bij dit door de verdachte geschetste alternatieve scenario.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte heeft geprobeerd om aangeefster [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven.