ECLI:NL:RBLIM:2022:9930

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
11 december 2022
Zaaknummer
03.039438.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor brandstichting wegens gebrek aan bewijs

Op 9 december 2022 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting. De verdachte, geboren in 2001, werd bijgestaan door mr. J.K.T. Schoffelen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 november 2022, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten gepresenteerd. De tenlastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, betrof de verdenking dat de verdachte op 1 februari 2021 samen met een ander brand had gesticht in een container en/of haag, waardoor goederen en/of de bewoner van een nabijgelegen pand in gevaar werden gebracht.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat het bewijs tekortschiet. Daarom heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit mr. L. Bastiaans als voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. H.E.G. Peters, in aanwezigheid van griffier mr. M.C.G. Taranto. Het vonnis werd uitgesproken tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.039438.21
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 december 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2001,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.K.T. Schoffelen, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 november 2022. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte samen met een ander op 1 februari 2021 brand heeft gesticht in een (afval)container en/of (coniferen)haag naast het pand aan de [adres] waardoor goederen en/of de bewoner van het pand gelegen aan de [adres] in gevaar werden gebracht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van hetgeen aan verdachte ten laste is gelegd. Verdachte dient hiervan derhalve te worden vrijgesproken.

4.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde;
Voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Bastiaans, voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. H.E.G. Peters, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C.G. Taranto, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 december 2022.
Buiten staat
Mr. L. Bastiaans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 1 februari 2021 te Horn, in elk geval in de gemeente Leudal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een (afval)container en/of (coniferen)haag naast het pand aan de [adres] , door open vuur in aanraking te brengen met een brandbare stof ten gevolge waarvan voornoemd(e) (afval)container en/of haag en/of de goederen in/rondom die haag geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan
- gemeen gevaar voor goederen te duchten was, te weten voor de in en/of rondom voornoemde haag aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bewoner van het pand gelegen aan de [adres] , in elk geval levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was.